Zomerfeesten 50. Eerste aflevering: Het ontstaan

We moeten verder dan 50 jaar terug in de tijd om het ontstaan van de Zomerfeesten te kunnen beschrijven. Gelukkig zijn veel organisatoren van toen nog onder ons, waaronder ook Marinus Kuipers, de godfather van Hengevelde. Hij was de man die zag dat het School- en Volksfeest moest worden omgevormd tot een spectaculair feest. De opbrengsten zouden dan ten goede moeten komen van de dorpsgemeenschap. Hij en enkele andere betrokkenen komen aan het woord in de eerste aflevering van een serie over de Zomerfeesten ter gelegenheid van het naderende gouden jubileum.
(Foto: Een vrijdagavond in de afgelopen 50 jaar bij aanvang van de Zomerfeesten)
=door Gijs Eijsink=


1956, School en Volksfeest. Aan de tap Theo Lentelink uit Goor, in het midden Marietje Veehof en rechts Trui Varenbrink.


ER WAS GEEN TEGENHOUDEN AAN

 

Alleen al de luchtschommels en de zweefmolen. En uiteraard de viskeraam. Aan het School- en Volksfeest van vroeger bewaren de oudere Wegdammers zoete herinneringen. Naar het jaarlijkse feest in de weide tegenover café De Gebrande Waateren werd maanden uitgekeken. Spelletjes voor de kinderen zoals zaklopen en koekhappen, de schiettent, de ballengooitent en inderdaad de viskraam, de luchtschommels, de zweef- en draaimolen en later ook de swingmill. Natuurlijk was er ook een tent, waarin een orkestje vrolijke muziek speelde en waarin de vier plaatselijke caféhouders De Witte, Assink, Varenbrink en Veehof gezamenlijk de drank verzorgden. In de cafés zelf was het eveneens gezellig. Jaarlijks keken de Wegdammers uit naar dat ene weekend in juni wanneer het School- en Volksfeest weer gehouden werd. Jaar in, jaar uit, waarschijnlijk al sinds de laatste decennia van de negentiende eeuw.


ROORDA - TEN BUUREN
Arnold Roorda (foto rechts), de meester van de lagere school, was lange tijd voorzitter en penningmeester tegelijk. Het gerucht gaat dat de meester er zelf wel eens geld bij heeft gedaan om de begroting kloppend te houden. Gerrit ten Buuren volgde hem begin jaren zestig op. In het bestuur zaten toen mannen uit alle buurtschappen in en om Hengevelde. Jan Mensink (De Lutte), Jan Hartgerink (Kas), Gerhard ten Heggeler (Bolscher), Herman Brummelhuis (Keenkelman), Henk Screever, Frans Brinkman (Saris) en Joep ten Thije zijn de namen die we links en rechts hoorden. Zij verrichtten bepaalde werkzaamheden voor het feest en hun taak was ook om jaarlijks langs de inwoners te gaan om geld in te zamelen voor het kinderfeest. Naar verluidt werd een deel van de opbrengst van die actie ook gebruikt voor het jaarlijkse schoolreisje van de vijfde en zesde klas.


Spelletjes voor de kinderen. Een foto uit 1936.

Het School- en Volksfeest van de parochie Wegdam was een van de grotere in de regio. Toch was het niet gemakkelijk voor het bestuur om voldoende geld bijeen te krijgen. De vermakelijkheden brachten wel wat stageld op, maar voor de draaimolen moest betaald worden om de kinderen gratis hun rondjes te kunnen laten draaien. De feesttent werd gehuurd, de muzikanten kregen hun gage en Varenbrink inde een bedrag voor het afstaan van zijn weiland. Zodoende was het School- en Volksfeest zeker geen vetpot.

Nog een foto uit 1936. Links de luchtschommels, daarachter de draaimolen.

MARINUS KUIPERS
Als een vereniging wel eens extra geld nodig had of als er andere voorzieningen nodig waren, moest er geld ingezameld worden. Fancy fairs leverden leuke bedragen op, een tweetal grote veilingen ook. Door collectes in de parochiekerk kwam soms een aardig bedrag beschikbaar voor bepaalde verenigingen of initiatieven en verder hielden sommige verenigingen, zoals WVV, WHC, WSV en de IJsclub jaarlijks hun donateursactie.
Marinus Kuipers, de directeur van de bruidsjurkenfabriek Très Chic, zag in de jaren ’65, ’66 hoe het betrekkelijk arme, maar steeds groter wordende dorp behoefte had aan nieuwe voorzieningen en meer geld om bepaalde faciliteiten te realiseren. Hij meende met name dat uit het School- en Volksfeest meer te halen was door het commerciëler aan te pakken. Met enkele mensen meldde hij zich bij het bestuur en wilde praten over een andere opzet en een nieuwe organisatie waardoor een grotere opbrengst gegenereerd zou kunnen worden die dan ten goede zou komen aan de dorpsgemeenschap. ‘Maar we kregen direct een afwijzing. Het bestuur wilde op de oude voet doorgaan en had geen nieuwe mensen met nieuwe ideeën nodig’, vertelt Marinus anno 2017 bij een terugblik op de beginjaren. 

Kuipers en de zijnen waren echter niet van plan hun initiatief in de prullenbak te gooien en zetten door. Ze belegden een dorpsvergadering. In de stampvolle zaal van Assink vormden ze een nieuw bestuur met mensen die bepaalde kwaliteiten hadden op verschillende terreinen. Marinus Kuipers werd voorzitter. Dat was in 1967. Kuipers: ‘Omdat het oude bestuur de touwtjes in handen wilde houden en niets af wilde staan, besloten wij met een nieuw bestuur een nieuw feest te organiseren met dansen en ander vermaak. Het gaf grote problemen bij verschillende mensen en bij de plaatselijke horeca, maar we hebben doorgezet. We geloofden in de nieuwe plannen om daardoor geld te kunnen genereren voor de gemeenschap.’

RIGOUREUS
Jan Assink jr vertelde dat zijn vader en de andere horecaondernemers er moeite mee hadden dat het allemaal zo radicaal moest veranderen. Zij hadden altijd de horeca op het feestterrein verzorgd en ook de opbrengst onder elkaar verdeeld. ‘Mijn vader zag ook wel dat de nieuwe opzet van de feesten belangrijk was voor de gemeenschap. Maar ze misten voortaan de omzet van een belangrijk weekend in het jaar. Dat viel hen door deze manier van doen rauw op het dak. Het nieuwe bestuur dreef het te snel door. Soms veranderen bepaalde gebeurtenissen het dorpsleven. Dat kan best goed zijn, maar als het rigoureus gebeurt, is het wel eens moeilijk om dat te accepteren’, aldus Jan.
Herman Varenbrink herinnert zich eveneens dat zijn vader Arnold het nieuwe evenement niet gemakkelijk accepteerde. ‘Hij zag wel in dat het School- en Volksfeest een aflopende zaak was, maar ook hij had moeite met de manier waarop de verandering tot stand kwam. Dat herinner ik me nog goed. Een paar jaar later echter was hij wel weer goede maatjes met Kuipers en de zijnen’, vertelde Herman onlangs.

NAJAARSKERMIS
Er was geen tegenhouden aan. Steeds meer mensen waren positief over de plannen en zo kreeg Hengevelde op 6, 7 en 8 september 1967 een najaarskermis als een soort van proefproject, als een vingeroefening om een andere vorm van een dorpsfeest uit te proberen, die met een beetje geluk een aantal duizenden guldens zou kunnen opbrengen. In die tijd ontstond ook het dorpsblad In en Um de Höfte. In het eerste nummer kwam het nieuwe fenomeen meteen aan de orde. Een citaat: ‘De grote betekenis van deze kermis is veel omvattender dan menigeen zou vermoeden. Allereerst is het de bedoeling om zo snel mogelijk een aanzienlijke som geld binnen te krijgen om onze bloeiende sportverenigingen te kunnen helpen aan de meest nodige voorzieningen.
Ook staat in het artikel van 50 jaar geleden dat B & W van de gemeente Ambt-Delden het initiatief ten bate van de jeugd van harte toejuicht en dat ze afziet van het heffen van vermakelijkheidsbelasting.

ENTHOUSIAST
Marinus Kuipers: ‘De medewerking was buitengewoon groot. Iedereen was enthousiast om het zo te doen. Het kostte wel wat moeite om het kermisterrein gevuld te krijgen, maar we kregen voldoende geïnteresseerde attracties. Het werd een geweldig succes met een opbrengst van 17.000 gulden.’
Ook Ab Vonkeman (77) maakte deel uit van het nieuwe bestuur. Hij werd penningmeester en is na vijftig jaar nog steeds vol lof over de gebeurtenissen in 1967. ‘Het kostte moeite, de bestuursleden van het School- en Volksfeest wilden niet aan de kant, maar uiteindelijk kwam alles goed en had het dorp een schitterend nieuw feest ervoor in de plaats.’
In het tweede nummer van In en Um de Höfte schreef redacteur Harrie ten Dam een verslag over de Najaarskermis. ‘Voor de nieuwe opzet moest bergen werk verzet worden, dat heeft u vrijdag, zaterdag en zondag kunnen merken’, schrijft hij. ‘Het was in één woord geweldig. Feestvieren, dat kunnen ze die Hengeveldenaren. Of om het te zeggen in de woorden van een niet-Hengeveldenaar: “In Hengevelde wilt zulke dingen aît”. Je zou daarbij kunnen zeggen dat de weersomstandigheden zich hebben aangepast aan het vele werk dat is verricht, want die waren prima. Wat zou er terecht gekomen zijn van de kinderfeesten, het vogelschieten en de motorcross als het weer slecht geweest was?’
Harrie beschreef ook de zondagavond in de feesttent. Het bier vloeide rijkelijk, de penningenkassa’s moesten soms in looppas bevoorraad worden en de stemming was perfect. Over de vraag of in 1968 het feest weer op dezelfde manier gevierd zou moeten worden, schrijft Harrie: ‘Meerderen zeggen met mij JA.’
Het blad vermeldde ook de uitslag van het vogelschieten. Jan Schreijer (21) werd schutterskoning. Els Jannink werd zijn koningin. Andere prijswinnaars waren B. Jannink (kop), H. ter Grefte (vleugel), J. Pelle (vleugel) en G. Rupert (staart).

TWEE BESTUREN
Het succes van de Najaarskermis smaakte naar meer, maar het dorp bezat intussen twee feestbesturen. Weer werd er een vergadering belegd voor heel Hengevelde. Er meldden zich verschillende geschikte mensen voor een functie in het bestuur. Op de vergadering werd een bestuur samengesteld. De mannen van het School- en Volksfeest gingen bijna allemaal mee. Hun voorman Gerrit ten Buuren stopte echter. Marinus Kuipers werd voorzitter, Henk Reuvekamp secretaris en Ab Vonkeman penningmeester. Toeval of niet, de drie mannen kwamen alle drie van elders. Dat zag je destijds vaak in allerlei plaatsen. Dat de zogenaamde ‘import’ een dorp of stadje met nieuwe ideeën en elan naar nieuwe inzichten leidde.
Jan Eijsink, Theo Tuinte, Jan Stegeman en anderen completeerden het nieuwe bestuur. Marinus Kuipers: ‘We keken daarbij naar wat voor kwaliteiten de mensen hadden. Je hebt mensen nodig die goed kunnen boekhouden, mannen die kunnen timmeren enzovoort.’
Al gauw kwam er onenigheid. De mannen van het oude Schoolfeestbestuur stopten, zodat de opvolgers vanaf toen hun gang konden gaan, maar ze stuitten meteen op de kwestie van de vier cafés die altijd de drank verzorgd hadden in de tent. Het nieuwe bestuur wilde dat zelf doen om de verdiensten ten goede te laten komen aan het dorp. ‘De onderhandelingen verliepen slecht’, vertelt Marinus. ‘Maar we hebben toch doorgezet. We waren even geen vrienden van elkaar. Ik snapte dat wel, het was hun brood. Gelukkig is het later met hen weer goed gekomen en hebben ze tijdens de Zomerfeesten nog een aardige cent kunnen verdienen, omdat zij ook gasten kregen in hun cafés en op hun terrassen.’ Kuipers en de zijnen konden vervolgens in 1968 terugkijken op heel goede feesten. Mensen van heinde en verre bezochten Hengevelde. Dat het feest in de verre regio bekendheid kreeg, kwam door de manier waarop de publiciteit werd gedaan. De borden met de aankondiging waren groot en stonden tot bij Deventer, ver in de Achterhoek en ook in het oosten van Twente. Het terrein werd opgetuigd met fraaie toegangspoorten en de Goorsestraat werd versierd. Het gaf het dorp een feestelijk aanzien.

De thans 88-jarige Marinus roemt de inzet van de mensen uit het dorp. De opbouw van het terrein, de versiering van de straat, de kassa- en bardiensten, het schoonhouden van het terrein et cetera.


Marinus Kuipers in gesprek met een van zijn werkneemsters bij Très Chic.

LOTERIJ
Hij zette ook zijn bedrijf Très Chic ten volle in voor het welslagen van het nieuwe feest. ‘Henk Reuvekamp zat bij mij op kantoor, maar pleegde menig telefoontje voor de Zomerfeesten. ’s Avonds ook. Ik had vertrouwen in deze opzet en dan doe je dat. Wie A zegt, moet ook B zeggen. Ik ging zelf voorop.’
Het zat de organisatoren mee, want de saamhorigheid was groot en de eerste resultaten qua opbrengst waren meteen al goed. Ab Vonkeman was van meet af aan een drukke penningmeester. ‘Het begon al met de loterij waarmee we in 1968 meteen begonnen om een bepaalde basis te leggen. We begonnen met 10.000 loten. De hoofdprijs was een veulen. Daarna had je de feesten zelf en moest de geldstroom gesmeerd lopen. De bank werkte goed mee en samen met een groep mensen die we de kascommissie noemden, zorgden we voor de solide verwerking van als die duizenden guldens. Ik noem Antoon Hafkamp, Henk Rupert, Gerrit Screever, Gerrit Koenderink en Harrie Hofmeijer. Het was een schitterende tijd. Vaak werd het laat, want dan dronken we ’s nachts nog een pilsje. Alles kon hier bij ons thuis. Mijn vrouw Truus en ik hebben er enorm van genoten.’

TRENDSETTER
Zo werd Hengevelde een trendsetter in de regio. Een aantal jaren achter elkaar kwam de Vara uitzenden met een live programma vanuit het dorp, als eerste organisatie gebruikte de Zomerfeesten penningen en als eerste plaats in Nederland werd de opbrengst van het jaarlijkse feest benut om voorzieningen tot stand te brengen voor het dorp zelf. Dat het werkte, bleek in de zomer van 1971 toen het nieuwe sportpark Rupertserve geopend werd.