Zomerfeesten 50 Jaar. Aflevering 11: Is het nou Autocross, Autorodeo of zelfs Auto mortale?

Dit populaire, luidruchtige onderdeel  van de Zomerfeesten is in haar lange geschiedenis  regelmatig van naam veranderd. Vanaf de eerste editie in 1968, met een flinke onderbreking in de periode van 1977 -  2000, tot die van 2017 is autocrossen een niet weg te denken (en horen) evenement in een weide achter de tent, in Hengevelde beter bekend als ‘ de Slomp’ . Alhoewel er wat donkere wolken hangen boven de toekomst, maar daarover later.
Deel 1 van de twee verhalen over de autocross gaat over het ontstaan en de ontwikkeling van deze sport en de connectie met de Zomerfeesten. Over enkele dagen volgt dan de latere geschiedenis van de Autocross.
(foto: In de jaren 70 was de publieke belangstelling voor de spectaculaire springschans groot)
=Door Jan Assink=


'Ik was hooguit vijf minuten bewusteloos'

 

NESTOR
Wie kan daar beter over vertellen dan Marinus Kuipers (89), nestor van zowel de Kuipersdynastie als van het voorzittersgilde der Zomerfeesten. En bovenal initiator van de autocross in Hengevelde.
Bijgestaan door zijn zoon Rob herinnert Marinus zich, dat in Bentelo, alwaar het gezin Kuipers toen woonde, in juli 1962 de eerste autocross van Nederland plaatsvond.
“Dat was echt een groot succes, er kwam zeker zo’n 12.000 m/v op af, aantallen waarop de organisatie helemaal niet had gerekend,” weet Marinus. “ alle toegangswegen naar Bentelo stonden vol, de politie moest in Delden zelfs het verkeer regelen! De opzet was bij deze landelijke primeur , om in door de organisatie aangekochte crosswagens, nog voorzien van het kenteken, rond te crossen. Er werd alleen door professionele chauffeurs gereden, vak vrachtwagenchauffeurs. En die wagens moesten ze kapot rijden, dat was een voorwaarde” aldus Kuipers. Bentelo stond op zijn grondvesten te schudden in 1962.

Het was dan ook maar een kwestie van tijd, dat ze in Hengevelde dit concept omarmden. En vooral verbeterden! “ Zo kwamen de deelnemers vooral uit het dorp, de coureurs reden in door henzelf geprepareerde crossauto’s. Je mocht bij de start zelf verzinnen, welke kant je op opreed. En er was een bonus voor de eerste, die over de kop ging” meldt Kuipers. “Bovendien stelden we verschillende klassen in , zoals klein ( VW kever, geschikt voor schansspringen), midden ( zoals Ford C4) en groot (o.a. Chevrolet) We stopten zelfs explosieven in crossauto’s. Daarbij werd de chauffeur natuurlijk wel beschermd door plaatwerk, maar de spatschermen vlogen er met geweld af. Alles om het publiek sensatie voor te schotelen”

In 1968 was het zover: tijdens de eerste Zomerfeesten.

Zondag 23 juni: 14.00u Autorodeo met 41 wagens als hoofdschotel van het feest. Bij de kleine wagens won J. Eijsink uit Bentelo, bij de grote wagens Rouwenhorst, St.Isidorushoeve en de afvalrace werd gewonnen door Bernard ter Woorst uit Hengevelde. De prijs voor de meest strijdlustige renner was voor Harrie Kamp uit Hengevelde (aldus de Twentse Courant van maandag 24 juni 1968). Het talrijke publiek stond toen op of voor de platte wagens van de boeren uit de omgeving, die ze belangeloos ter beschikking stelden, echte tribunes stonden er nog niet.

Maar het kon nog sensationeler, in het opvolgende jaar werd de rijdende springschans geïntroduceerd op de Slomp: eerst het deelnemersveld tegemoet rijdend, maar toen tijdens het testen bleek, dat dit niet lukte, toch maar stilstaand. Het publiek vond het geweldig.

1969
zondag 22 juni: 14.00u: Grote Amerikaanse Auto-Jumping met springschans, 50 coureurs en ruim 8000 bezoekers rond het prachtige circuit in Hengevelde. Het absolute hoogtepunt van de Hengeveldse Zomerfeesten, aldus de Tubantia. Bij de kleine wagens won T. Nijhof uit Hengelo, bij de grote wagens N. Leferink uit Haaksbergen en winnaar van de afvalrace werd Jan Rotink uit Hengevelde. De meest strijdlustige renner was B. Overbeek.

HELDEN VAN TOEN
Tot de helden van toen behoren Harrie Kamp, Bernard ter Woorst en Marinus Jannink. Zonder uitzondering prijswinnende autocrossers van de eerste lichting. “In de tijd kon zowat alles, veel minder controle en regeltjes,” weet Harrie, “Als je lef had en je auto goed beheerste, reed je vaak in de prijzen. Soms ging het er wel wild aan toe, zo reed ik Marinus Kuipers eens bijna van de sokken bij een autocheck, net voor de wedstrijd. Hij kon mij maar nauwelijks ontwijken. Bij een andere cross belandde ik bij het inhalen van Hennie van de Posse in een overvolle sloot. Het publiek terplekke werd door en door nat."
Harrie, verwoed Ford rijder, nam tot 1974 succesvol deel aan veel autocrossen.

Dat er wel eens wat gebeurde, daarvan kan ook Marinus Kuipers getuigen:”Ik werd op een dag gebeld door een boer, die vlakbij de crossweide woonde. Hij riep verontwaardigd, dat alle ruiten uit zijn huis lagen. Wat was er gebeurd? Vanuit het publiek werden tijdens de cross bommen in de crossauto’s gegooid, eentje ging de verkeerde kant op en raakte zijn huis. Dat hebben we uiteraard wel opgelost”

In de opvolgende jaren werd de aanpak van de autocross steeds verder verbeterd.
Kuipers: “ We kochten zelf de auto’s op de automarkt in Apeldoorn in. Die kostten toen zo’n 400 tot 500 gulden per stuk. Kwamen we thuis met 20 wagens. Je kunt je wel voorstellen dat hiermee flink wat geld gemoeid was. Gelukkig werd dat voorgeschoten door een aantal plaatselijke ondernemers. Omdat we een goede naam hadden opgebouwd, organiseerden we in die jaren ook autocrossen in Raalte, Rietmolen, Neede en Eibergen. Daar kwam onze crosskennis goed van pas”

RTSH
Niet alleen Kuipers werd in Bentelo enthousiast over dat autocrossen , dat verging nog veel Hengeveldenaren net zo. Aan het woord George de Witte: “ Veel klanten van het café van mijn vader, toen vooral bekend als café Sjors, vonden het leuk om te crossen. Ook mijn beide broers Gerard en Jan. Met name Gerrit Broekkamp was niets te dol. Wat hij bedacht, moest gewoon worden uitgevoerd. Gerrit is de man die de springschans bij hem thuis maakte. Ook Jan Zwienenberg, alias ‘Dokter Kever’, maakte daar deel van uit. Met name de Kever leende zich prima voor dat schansspringen.
Racing Team Sjors Hengevelde kort na de oprichting.
Vanaf boven: Harry Kamp, Geit vd Posse (Ten Doeschate),  Van Kleef (collega van Harrie Kamp), Gerard de Witte, Gerrit ten Thije, Jan de Witte, Van-de-wereld (Temmink-Jan), SJORS alias Johan de Witte, Gerard Hartgerink en daaronder Harry SEX (Extercate), Johan Zuthof, Bernard ter Woorst, Gerard Temmen en daarvoor Marinus Jannink, Tommy, Geit Broekkamp en net links daarachter Beerntje Kamers (Overbeek), Johan ten Thije en rechts daarvan waarschijnlijk Johan Hoestee(?)

Die klanten werkten samen als RTS; Racing Team Sjors”.
Tegelijk waren iets verderop in Hengevelde mannen als Harrie Kamp, Gerard Hartgerink, Bernard ter Woorst begonnen met RTH: Racing Team Hengevelde. De beide teams fuseerden na een tijd tot RTSH oftewel Racing Team Sjors Hengevelde Met Gerrit Broekkamp, Hennie Nibbelink en Johan Broens als bestuursleden. RTSH groeide alras uit tot de belangrijkste partner van de autocross in Hengevelde en omringende plaatsen.

VERHALEN
Ook Hengeveldenaren Alfons Pelle (crosser van 1970 tot 1980) en de broers Harry (vanaf 1969 als 16-jarige tot er geld bij moest) en Willem ten Thije (van 1972 tot 1982) reden voor RTSH in alle regionale autocrossen rond, die je in die jaren maar kon vinden. Zoals ook hun broers Johan en Gerrit meededen.
En terugblikkend hebben ze er prachtige verhalen over!

Een  kleine bloemlezing:
“Het starten van de wedstrijd hield in die eerste jaren in, dat wanneer de wedstrijdvlag omlaag ging, je weg mocht. Omdat Gerrit Broekkamp onze vaste starter was, hielden wij , als coureurs, ook zijn andere hand in de gaten. Wanneer hij daarmee een kort beweging maakte, die we hadden afgesproken, wisten wij dat we gas konden geven” aldus de heren. “Dat maakte het starten net even iets makkelijker. Lukt tegenwoordig niet meer, ze starten nu met stoplichten”

<<Honderden toeschouwers kijken hun ogen uit bij de spectaculaire, supersonische springschans

Met één trekker wel zes crosswagens slepen naar de cross in Tubbergen, geen agent te bekennen.
Schrijver dezes was een van de bestuurders.
Na de cross, op de terugweg naar Hengevelde, ging het toch een beetje mis. We raakten onderweg een muurtje! Maar omdat we direct aanboden, om de ontstane schade te repareren, kwamen we ermee weg. 
Dat kon natuurlijk niet goed blijven gaan: “Onderweg naar een andere wedstrijd liepen we tegen een politie controle aan, we moesten alle auto’s achterlaten en konden de cross op onze buik schrijven”

“Of die keer in Halle: We reden er gewoon met onze crosswagen naar toe, schreven ons in, schilderden het ons toegewezen startnummer op beide portieren en raceten flink mee”, roept Harrie. “Na afloop reden we met die crosswagen gewoon over de openbare weg weer naar Hengevelde! ”

GERRIT BROEKKAMP
De uivinding en ontwikkeling van de springschans was in de vertrouwde handen van de Willie Wortel van RTSH: Gerrit Broekkamp. Toen na veel geëxperimenteer de eerste versie klaarstond, in Gerrits weide, was er niemand, die erop durfde….tot Gerrit ten Thije plots in een crossauto sprong , terwijl iedereen de adem inhield , flink gas gaf, de schans opreed om er prompt aan de andere kant af te vallen. De auto stond loodrecht naar beneden, met de neus in de drek. “ En onze Geit” zeggen Harrie en Willem,” heeft er minstens een week last van gehad! Maar hij was te eigenwijs om dat toe te geven.”
Wat Willem trouwens ook overkwam: bij het onderdeel ‘Auto kantelen via de Schans’ reed hij net iets te hard op de schans af en sloeg over de kop. “Ik was hooguit vijf minuten bewusteloos”, laat zijn geheugen hem ruim 40 jaar later niet in de steek.

Die schans werd doorontwikkeld, later was er zelfs een versie, waarmee je met twee auto’s tegelijk overheen kon. Overal waar gecrost werd, ging de schans mee met het RTSH team. Ook werd de schans in bruikleen afgestaan.

STARTGELD
In die zeventiger jaren werd de autocross een aantrekkelijke hobby voor de coureurs. De RTSH mannen werden gewaardeerde deelnemers, ze beurden startgeld bij de diverse regionale wedstrijden. Het kon uit.
Naast de cross op de zomerfeesten organiseerde RTSH , met succes, ook diverse andere autocrossen in Hengevelde. Bijvoorbeeld op de weides van Broekkamp en Hofmeier.
Vaak trokken die wedstrijden ook veel publiek, er kwam wel 5000 man op af. De winsten daaruit vloeiden overigens ook in de kas van de Zomerfeesten.

Nog zo’n hoogtepunt : twee keer huurde RTSH het befaamde race circuit van Zandvoort af.

De onmisbare financiële ondersteuning voor RTSH kwam in die mooie jaren van de bedrijven Hartgerink, Kleinsman en Ter Woorst.

TERUG NAAR DE ZOMERFEEST ANNALEN:
1970:
Zondag 21 juni: 14.00u: Amerikaanse Auto-Mortale met rijdende springschans (6.000 bezoekers), terrein Assink
Winnaar kleine wagens Gerard Hartgerink, grote wagens Marinus Jannink (raakte de baan en ging recht op de jury af, maar wist met enkele rukken aan het stuur de auto tussen de jury en de geluidsinstallatie te manoeuvreren, aldus de Tubantia).
(affiche auto mortale)
1971:
Zondag 20 juni: 14.00u Auto Mortale met o.a. Flying Hotpants Race (viel in water na 3 dg slecht weer en is verplaatst naar september).

In September: Autorodeo (vanwege het slechte weer bij Zomerfeesten)

1972:
Zondag 18 juni: Auto Rodeo met Twentse Kampioenschappen, ruim 6000 bezoekers. Vijf wagens gingen in de brand en talrijke over de kop. Bij de grote wagens won Marinus Jannink. Bij de kleine wagens Harrie Blanken. In de sprintersklasse won Eijssink. Bij de dames won Agnes Veldhuis uit Haaksbergen.

1973:
1e lustrum Zomerfeesten:
Zondag 17 juni: 14u Achtbaans Auto mortale (uniek in Nederland) met ruim 9.000 bezoekers onder leiding van de heer G. Broekkamp. Winnaar van de Grote Prijs van Twente in de kleine wagens was Extercate uit Bentelo en bij de sprinters Biggelink uit Winterswijk.

1975:
Zondag 15 juni: 14.00u Grand Prix Auto Mortale met ca. 5.000 bezoekers om het Kampioenschap van Overijssel en speciale stunt met Springschans (3 auto’s tegelijk). Winnaar bij de sprinters was Ter Haar uit Neede. Bij de springschans won Willy ten Thije uit Hengevelde, bij de rodeo was Ten Brinke uit St.Isidorushoeve winnaar en bij de toerklasse Pas uit Voorst.

1976: ( veel regen!)
Zondag 20 juni: Autorodeo met Amerikaanse Rodeo. Ondanks dat veel bezoekers door de regen een veilig heenkomen zochten, ging de wedstrijd gewoon door. Grote man in de Amerikaanse Rodeo, 6- en 8 cilinderauto’s, bestuurd door rodeo specialisten was ‘good old Bernard ter Woorst zijn concurrenten te snel af aldus de Twentse Courant . J. Neuteboom uit Voorst won de Toerklasse en Fluttert uit Bentelo overtuigend de sprintersklasse. Bij de springschans won W. ten Thije.

NIEUWE CATEGORIE
“Vanaf 1973 kwam de sprinters categorie erbij” aldus Alfons Pelle, “je zag steeds meer deelnemers, 
er was minder te verdienen. Het ging steeds harder door die sprinters, met motoren boven de 1500 cc. Snelheid ging boven het spektakel, dat wij boden. Er werden allerlei regels ingesteld. Voor ons ging de lol er daardoor wel wat van af!”

Met name de veiligheidseisen werden aangescherpt. Eerder volstond een paal middenin de wagen en droegen de coureurs uiteraard een helm. Nu moesten er rolbeugels in , zelfs een kooi werd gemonteerd en alle ruiten moesten eruit. Alles voor meer veiligheid. 
De autocross werd aldus steeds professioneler, en gelijk ging er een stukje charme verloren.

Dat werd mede de reden, dat de heren er begin tachtiger jaren mee stopten, het was mooi geweest!

De zomerfeesten zelf stopten nog eerder met de autocross als programma onderdeel. Vanaf 1977 maakte de vertrouwde cross plaats voor een nieuw event: het Internationaal Folkoristisch Festival en nog later het Straattheaterfestival. Het werd stil op de Slomp!

 

Vlnr Alfons Pelle, Willy ten Thije, Gerard Tettero en Gerrit Broekkamp

1975. Johan Broens vlagt af

(met dank aan rudi brummelhuis)