Jan van de Mulder, een legendarische bakker

Hij nam er twee bij De Witte, ook twee bij Assink en nog eens twee bij Varenbrink. En ach, soms kreeg hij bij een van de cafés nog een borreltje aangeboden door een aardige dorpsgenoot. Ik herinner mij dat nog. Dat Jan Eetgerink oftewel Jan van de Mulder daar soms bij Assink aan de stamtafel zat. Als hij dan nipte aan het volle borrelglas, werd het puntje van zijn neus nat. Want de neus van Jan mocht er zijn. Groot en voorover gebogen. Ik zat er vaak stiekem naar te kijken, naar dat mooie, typerende hoofd van Jan en hoe het puntje van de neus de jenever toucheerde bij het eerste slokje. Mooie verhalen zijn bewaard gebleven over de man die dezer dagen alweer 29 jaar uit de tijd is. Nu echter binnenkort de oude bakkerij aan de Gorsveldweg wordt afgebroken, omdat de belendende boerderij verkocht is, is Jan ineens weer even actueel. En met hem zijn familie.


BROOD IN DE MELKBUS
Verhalen genoeg. Want Jan Eetgerink was een legendarisch mens. De dagelijkse rit met broden en beschuiten die uitgevent moesten worden, was omvangrijk. Jan nam onderweg graag een borreltje of schoof zelfs aan bij feestjes waarop hij als bezorger van zijn broden en gebakjes per toeval verzeild raakte. Gezelligheid was zeer aan hem besteed. Ach en hij was vrijgezel. Jan had de tijd aan zichzelf. Het kwam dan wel voor dat hij tegen middernacht nog een brood trachtte te bezorgen ergens achter in Wiene of de Bentelerhaar. Het boerengezin was al onder zeil, maar Jan redde zich wel. Hij deed de broden in een lege melkbus. Tja, het is op zo’n laat uur ook voorgekomen dat hij zich vergiste en de broden in een volle melkbus dropte. Een paar borreltjes teveel….

Bijzonder was het wel. Dat je veertig, vijftig jaar geleden niet alleen in de dorps- en stadskernen maar ook midden op het platteland bakkers had. Overal in Twente bakten ze op afgelegen plaatsen hun broden om ze uit te venten naar de omliggende boeren. Vlak bij Eetgerink had je ook nog de bakkerij van de familie Scholten. Heden ten dage is zoiets ondenkbaar geworden.
In dit verhaal gaan we terug in de tijd, omdat de locatie waar de Gorsveldweg tussen Eetgerinks boerenbedrijf en de voormalige bakkerij versmalt, een grote verandering zal ondergaan. We nemen een duikje in de geschiedenis van de Eetgerinks, met speciale aandacht voor Jan, de bakker.

OVEN
Twee keer per week stond hij om vier uur op, de andere vier werkdagen om zes uur. Dan stookte hij de oven op met hout en later olie en begon hij aan zijn dagelijkse werk. Brood bakken, ook roggebrood. Vanaf de jaren vijftig maakte Jan ook banket. Rond het middaguur tot in de avond ging hij op pad om zijn producten te bezorgen. Met de mand onder de arm met daarin de broden in allerlei soorten en een pak beschuiten, meldde hij zich bij de klanten. Ja, en dan kon het af en toe wel eens laat worden. Eerst bezorgde Jan zijn waar met de bakfiets, later had hij een bestelbusje. Hij kon de zaak niet alleen runnen. Herman Rouwenhorst was heel lang bij Jan in vaste dienst als bakkersknecht, later Henk Pelle ook. Een van zijn laatste knechten was Herman ter Avest, de oud-Hengeveldenaar die thans een prachtige zaak bestiert aan de Zuidwal in Delden. Theo Rupert uit de Hoeve was Jans vaste venter, want Jan kon het brood niet alleen rondbrengen. Hij had een grote klantenkring in het dorp, maar vooral ook op het platteland van Wiene, de Stegenhoek, Bentelo en Markvelde. Het meeste brood werd destijds bezorgd. Henk Pelle, Gerrit en René ten Thije, Eduard ter Avest en Wijnand Diepenmaat worden genoemd als venters. Ze hielpen Jan met venten en andere werkzaamheden.

De voormalige bakkerij anno 2014

JAN EETGERINK TAART
Herman ter Avest werkte een jaar of tien bij Jan. Hij was een jaar of 12, 13 toen hij al meehielp bij het venten, maar al gauw moest de kleine Ter Avest een handje helpen in de bakkerij. Zo leerde hij het vak. ‘Veel dingen leerde ik op het gevoel te doen’, vertelt hij. ‘Aan de oven bijvoorbeeld zat geen thermometer. Jan voelde met zijn handen of de temperatuur goed was. Als er een liter of acht aan olie was verbrand, was de oven meestal op de juiste temperatuur.’ Herman leerde ook van Jan hoe je op het gevoel moest bepalen of het deeg goed was. Hij keek naar het draaiende deeg en zei dan ineens dat het goed was. Dat zag hij gewoon. Zo heb ik dat ook geleerd.’ Herman ging als jongeman naar de LTS in Goor om een installatiediploma en een timmerdiploma te halen. Tegelijkertijd werkte hij veel uurtjes bij Eetgerink. ‘Soms ging ik er voor schooltijd al heen, als ik de eerste paar uur vrij was. Vrijdagmiddag was ik er al vaak om 1 uur. Dan moest ik gebak maken. En soms moest ik op zondag roggebrood helpen bakken.’
Na de LTS ging Herman officieel in de bakkerij werken. ‘Ik moest één dag per week naar school in Enschede en werkte de andere dagen bij Jan. Bij hem heb ik bakken geleerd. Jan heeft de basis gelegd. Hij was een enorme vakman die onbenullig goed brood kon bakken.’ Herman is Jan nog altijd dankbaar is voor de eminente leerschool die hij aan de Gorveldweg heeft gehad. Als eerbetoon maakt hij nog altijd de zogenaamde Jan Eetgerink Taart. Dat is een lekkernij met advocaat en hazelnootschuim, geheel volgens het recept van zijn voormalige leermeester. ‘Kijk op mijn website onder Kerstbestellijst’, zegt hij lachend. ‘Ik maak trouwens ook de krentenweggen nog altijd volgens de methode van Jan, waarmee hij bekend was tot in de verre omtrek. Zelfs vanuit Hengelo kwamen de bestellingen binnen.’

Familiefoto tgv het huwelijk van Annie Eetgerink en Bennie ten Dam. Staand vlnr Hendrik, Annies achterneef Herman, haar zus Jozefien, haar schoonzus Jet, bruidspaar Bennie en Annie, haar moeder Anna, haar tante Trui, haar oom Jan. Gehurkt vlnr Gerrit met zijn zoontjes Roene en Remco en René Lammertink, de partner van Jozefien. Annie is thans 64 en woont met Bennie in Hengevelde. Jozefien is 62 en woont met haar René in Rijssen. Ze hebben twee kinderen. Hennie ontbreekt op deze foto. Gerrit en Jet hebben drie kinderen die alle drie in Hengelo wonen.

NIET KRENTERIG
Ik sprak met Gerrit (65) en Hennie Eetgerink (61), de twee zonen van Jans broer Hendrik, die met hun zussen Annie en Josefien opgroeiden in het karakteristieke boerenpand aan de Gorsveldweg. Hennie woont er nog steeds, maar niet lang meer, want hij verhuist rond de jaarwisseling naar een huis iets verderop. We halen herinneringen op aan Jan, aan hun vader en moeder en niet te vergeten aan tante Trui, die tot haar dood op de eerste kerstdag van 2001 ook in het boerenhuis woonde en werkte en aan wie ook Jan veel te danken had. Gerrit, die in Hengevelde aan het Uding woont, vertelt over de sociale kant van zijn oom. ‘Hij was niet krenterig. Voor ons als familie was hij heel goed. Toen ikzelf en mijn zussen het huis uitgingen, kregen we het brood gratis van hem. Betalen mocht niet. “Jullie krijgen het voor niks, anders zoek je maar een andere bakker”, zei hij. Ook mensen die het niet al te breed hadden, hoefden niet altijd te betalen. “Laat vandaag maar zitten”, zei hij dan, “jullie kunnen de centen beter gebruiken. Ik red me wel”. Zo was Jan’, zegt Gerrit. Hij vertelt het verhaal van de drukke kerstdagen als zijn oom met veel assistenten de talloze bestellingen op tijd klaar moest hebben. ‘Dat was hard werken, soms de hele nacht door. We gingen vervolgens zo door naar de nachtmis. Daarna was het traditie om bij Varenbrink koffie te drinken met het lekkerste krentenbrood of gebak van mijn oom als traktatie erbij. Als we dan thuiskwamen, gingen de meesten eerst een paar uur slapen.’

Een fokveedag met Jan als keurmeester. Vlnr: Bennie Blokhorst, Jan Blanckenborg, Jan Meijerink, Jan ter Haar, twee broers Smit (Smitbaas), Bennie Eissink (Moatkotte), Jan Eetgerink zelf, Herman Hoesstee, Hendrik Walterbos (nauwelijks zichtbaar), Frans Hemel (Bentelo) en uiterst rechts gedeeltelijk zichtbaar Hendrik Eetgerink.

DIEREN
Hij was dan wel bakker, Jan was liever dierenarts geworden. Maar zijn vader keurde dat plan af. Dat nam echter niet weg, dat Jans liefde voor de dieren van de boerderij groot was en bleef. Gerrit: ‘Overal in de regio hielp hij de boeren met de bevalling van paarden en koeien. Dat was een hobby. Hij was erin gespecialiseerd.’ Jan was keurmeester op fokveedagen, hij vlocht de manen van de forse Zeeuwse trekpaarden, waarvan ze er steevast een paar hadden op de boerderij en hij was altijd bereid om met de platte wagen vier van die Zeeuwen een paar rondjes te mennen als slot van een keuring. Bij Tijhuis (de Ros) in Markvelde was hij ook regelmatig met die massieve trekpaarden bezig. Het was echt een grote liefhebberij van hem.’

MOLEN
Jan Eetgerink woonde in het riante boerenhuis tegenover de bakkerij. Gerrit en Hennie weten nog dat ze opgroeiden met hun opa Gerhard die in 1972 is gestorven, met hun ouders Hendrik en Anna en hun tante Trui en met hun zussen Annie en Jozefien. De boerderij was destijds nog 22 hectare groot. Het was een druk bedrijf, want naast bakkerij en boerderij had de familie ook een maalderij. Oudere Wegdammers herinneren zich de molen die op het erf stond, op de plek waar thans de middelste van de drie later gebouwde woningen staat.

De achtste mei van 1960 was voor de Eetgerinks een zware klap. Toen werd de molen, die bekend stond als de Bolschers Mölle, door de bliksem getroffen en brandde grotendeels af. Omdat de molen tot de nok gevuld was met graan, duurde de brand nog dagen. De brandweer was kansloos, mede door de stevige wind. De molen was onbruikbaar geworden. Hij was niet te restaureren en werd later afgebroken. ‘Dat was een grote strop’, vertelt Gerrit. ‘We waren niet verzekerd. Mijn ouders waren ermee bezig. Ze waren net bezig met het aanbrengen van een bliksemafleider, waarna meester Roorda de molen in de verzekering zou doen.’ Gerrits vader Hendrik exploiteerde de molen, zo had zijn vader Gerhard het bepaald. Trui kreeg de boerderij, Jan de bakkerij. Maar ze hielpen elkaar. Trui en Anna deden de boerderij, maar Jan en Hendrik hielpen mee en Trui was op haar beurt een zeer goede hulp in de bakkerij. Ze regelde de bestellingen en andere zaken. Na de ramp met de molen werkte Hendrik op de boerderij. Vanaf de jaren zeventig deed hij dat samen met zijn jongste zoon Hennie.

Artikel uit Dagblad Tubantia dd donderdag 4 oktober 1984

Jan stopte in 1984. Hij werkte mee aan een saneringsregeling voor bakkerijen. Bijgaand knipsel is van 4 oktober. Hij was 65 jaar en wilde voortaan genieten van de vrijheid, maar korte tijd later kreeg hij longkanker en overleed op 13 december 1985 op 66-jarige leeftijd.

PLAN
Wie deze eeuw op de Gorsveldweg Erve de Mulder passeerde, kreeg pijn aan de ogen van de toestand waarin schuren en woonhuis verkeren. De voormalige varkensschuur is intussen verworden tot een ruïne, het huis wacht al jaren op een schilderbeurt, de voormalige bakkerij van Jan is in verval. ‘We hebben er vaak met Hennie over gesproken’, zegt Gerrit, ‘maar hij liet het zo. Restaureren is nu niet haalbaar meer. Mijn neef Harrie ten Dam en ik hebben een paar jaar geleden het initiatief genomen om de zogenaamde rood-voor-rood-regelingtoe te passen. Dan zou het erf worden omgeturnd tot een soort knooperf, zou de bakkerij gerestaureerd worden en zou er een nieuwe woning gebouwd mogen worden. Omdat er geen opvolgers zijn van Hennie, moest er iets gebeuren. Hennie is vrijgezel en de kinderen van mij en Jozefien hebben geen animo. Maar het lukte niet. Deels omdat Hennie er niet veel voor voelde, deels omdat Harrie overleed en ook de gemeente vond dat er haken en ogen aan het plan zaten.’

Hennie in de oude bakkerij

Hennie heeft de 10 hectare grond onlangs verkocht aan Johan Ottink en het erf met de behuizing aan Tonnie Eijsink uit Beckum. Binnenkort gaat de bakkerij tegen de grond en wordt de Gorsveldweg verlegd. Die is te gevaarlijk om de huidige situatie te handhaven. Eijsink zal de schuur afbreken en het woonhuis restaureren. Wat er precies gaat gebeuren, is nog niet helemaal zeker. Hennie krijgt nog dit jaar de sleutel van zijn nieuwe huis dat honderd meter verderop staat. De boerderij moet hij 1 april opleveren. ‘We zijn bezig met opruimen. Het vee is al weg en de meeste machines zaten ook in de verkoop. Die zijn ook al opgehaald’, zegt Hennie die door de verkoop ineens niks meer te doen heeft. ‘Wat ik de hele dag doe? Niks dus’, zegt hij. ‘En dat is moeilijk. Ik moet nog heel erg wennen aan deze nieuwe situatie. Op het bedrijf was altijd wat te doen, maar dit is anders. Ik zal wel zien. Ik ben in ieder geval blij dat ik over een paar weken verhuis.’

Foto tgv het huwelijk van Gerrit en Jet op 11 mei 1973 in de Hengelose Paus Johanneskerk. Op de voorgrond vlnr Trui, Jan, Anna Eetgerink-Ten Dam en Hendrik. Trui is op 25 december 2001 overleden op 86-jarige leeftijd. Anna en haar man Hendrik waren exact even oud. Beiden waren van 18 maart 1913. Anna is 77 jaar geworden, Hendrik bijna 85.
Rechts op de achtergrond vlnr Annie Broens-Roewen, Annie de Boer (collega van Gerrit bij Hazemeijer), Jan ten Dam, Gerrit ten Dam (Maurits) en Gerhard ten Dam

Klaar om in te stappen. Opname uit de beginjaren 70. Vlnr: Jozefien, Hendrik, Annie, Hennie en Anna.

Hendrik met een van zijn Zeeuwse trekpaarden op een keuring. Zijn broer Jan zorgde voor de uitmonstering.


Hieronder nog enkele opnames van de bakkerij anno 2014. De oven en andere restanten van vroeger zijn nog duidelijk zichtbaar.

(De recente foto’s in dit verhaal zijn gemaakt door Arthur Schoneveld)