Karen Eshuis: ‘Ik doe niet aan spijt’

Slapen tussen een paar vodden of in een super-de-luxe 5-sterren hotel. Gesprekken met een wijze Vietnamees of een wijsgerige Zuid-Afrikaan. Verkleedpartijen in Peking of op excursie in São Paulo. Een interview op een massagraf of in een gloeiend hete woestijn, met een rijke crimineel of met een Olympisch kampioen. Verhalen schrijven, interviews houden, een weblog of een column verzorgen, reportages maken, fietsen door Peking of op de Mont Ventoux, hardlopen in Buenos Aires of het hooggebergte van Tibet, overvallen worden in Guatemala, roeien op de Maas, verdwalen in Dhaka. Kan dat in één mensenleven? Ja dat kan. Sterker nog, Karen Eshuis (31) flikte dat in een kleine tien jaar. Van Wegdammer is ze in een mum van tijd gemuteerd tot wereldburger. Afgelopen jaar nog bezocht ze bijna alle werelddelen. Ze is compleet besmet door het reisvirus en wat doet ze? Ze gaat vanaf 1 januari 2015 werken in Twente, bij RTV Oost, zoals Wegdam Nieuws al meldde. De nieuwe woonplaats van de Hengeveldse globetrotter wordt Kerspel Goor. Off alle places. Hoog tijd dus voor een interview.

INTERVIEW OP EEN MASSAGRAF

Alleen de Zuidpool heeft ze nog niet gehad. Stel een vraag over een land en Karen heeft een anekdote voor het grijpen. Ze heeft tientallen avonturen meegemaakt, heeft honderden mensen gesproken. Meestal was het veilig, soms ook niet. Namens het sportprogramma Langs de Lijn was ze enkele jaren geleden in Guatemala en bezocht daar ook een vriendin. ‘Ik sliep in een hostel bij de rivier. Kostbare dingen leg ik dan altijd onder mijn kussen. Opeens werd ik wakker en keek in een harig mannengezicht. Hij wilde me overvallen, dat was duidelijk. Ik ben heel hard gaan schreeuwen en weg was de boef.’
In april 2014 was ze in Dhaka, de hoofdstad van de staat Bangladesh. Ze wilde een reportage maken over Rana Plaza, het gigantische naaiatelier dat een jaar eerder was ingestort. Van de directeur van haar hotel krijgt Karen een telefoon. Hij is bezorgd over de jonge, blonde Nederlandse journalist. Hij wil haar elke twee uur bellen of het wel goed gaat met haar. ‘Ik dacht dat hij er een slaatje uit wilde slaan. Dat denk je wel eens, omdat je op reis door de wereld de meest bizarre dingen meemaakt. Maar het kon ook een goed mens zijn, die zich zorgen maakt over mij. Daar dacht ik ook aan. Hij belde elke twee uur. “Are you okay”, vroeg hij dan. Het was gelukkig een heel beschaafde man.’
Rana Plaza is een jaar later nog steeds een puinhoop. ‘Een massagraf’, zegt Karen, ‘ik stond daar gewoon op een massagraf. Elfhonderd doden, tweeduizend gewonden. De meeste lijken liggen er nog. Bangladesh is een lastig land. Het schiet allemaal niet erg op daar. Ik heb met nabestaanden gesproken. De stemmen van deze mensen moeten gehoord worden. Het maakte heel veel indruk op mij. Ik moest bijna huilen om de gruwelijkheden die er hebben plaatsgevonden. Ik luisterde, stelde vragen. Als journalist wil je weten of hun verhalen kloppen en of de grote winkelketens hun verantwoordelijkheid hebben genomen. H&M bijvoorbeeld heeft betaald, Benetton niet.’


Karen op reportage in Libanon.

Wat trekt je in het vak journalist?
‘Omdat ik nieuwsgierig ben en van verhalen houd. Er is niks mooier dan luisteren naar verhalen van mensen. Ik wil ook weten hoe de wereld in elkaar zit. Ik spreek Jan op de hoek of een bekend politicus. Je kunt ze bellen of live spreken. Je stelt vragen en ze geven antwoord.’

ZEVENTIEN JAAR
Grote vrolijke blauwe ogen, een blijmoedig gezicht, blond, getraind en altijd enthousiast. Dat is Karen Eshuis. Zo zit ze voor me aan een tafeltje in een Hengeloos café. Ze is er zojuist aangekomen met haar vouwfietsje dat een vast onderdeel is van haar bagage als ze per trein vanuit haar woonplaats Utrecht op pad gaat. Na het gesprek fietst ze naar de bushalte in Delden of in één ruk door naar Hengevelde. Een eind fietsen is geen enkel probleem voor deze sportvrouw. Ik vraag naar haar jeugd aan de Vorgersstraat in Hengevelde, waar ze op 28 februari 1983 is geboren. Broer Bart was toen anderhalf. Ans en Ben hadden net een maaltje zuurkool achter de kiezen toen Karen zich meldde. Ans moest ervoor naar het ziekenhuis.


Bart, Karen en Ans.

Zo begon het leven van Karen, waarvan het Hengeveldse deel zeventien jaar duurde. Toen had ze op het Assink in Haaksbergen een Havo-diploma in ontvangst genomen en was ze dank zij het keurige gemiddelde van 7.9 toegelaten tot de School voor Journalistiek in Utrecht. Vier jaar later was ze klaar en was inmiddels ook toproeister geworden. Dat kon er gemakkelijk naast. Ze meldde zich vervolgens bij de Universiteit van Amsterdam voor een tweejarige ‘master politicologie’ met als hoofdvak Internationale betrekkingen. ‘Het was een leuke studie. Ik moest er hard voor werken en daardoor kwam ik in de problemen. Ik moest met de nationale roeiselectie dagelijks naar de Bosbaan. Ik volgde een zware studie en moest tien keer per week trainen. Ik raakte overtraind, viel steeds flauw en moest van de ene dag op de andere stoppen. De dokter zei: “Als je een hartaanval wilt krijgen, moet je doorgaan”. Mijn scriptie ging over China en toen kwam van het een het andere’, vertelt Karen die op de universiteit van Sjanghai een MBA deed, een Master of Business Administration, een studie die bij haar master aan de universiteit hoorde. 'Dat was heel erg mooi en ik werd daar verliefd op een Chinees. Hij heette Alexander Lai Ung Theung. Ik ben teruggegaan naar Nederland om de scriptie af te maken. Daarna zouden Alexander en ik daar gaan werken.’
Er kwam echter een kink in de kabel, de relatie raakte uit. Karen bleef wel een half jaar in het verre oosten, werkte bij een Chinees-Engels tijdschrift en maakte tussendoor enkele reizen. Vanuit Cambodja solliciteerde ze bij het Financieel Dagblad, vloog terug naar Nederland en kreeg de baan. Ze was intussen 23, 24 jaar.

Hoe verliep je loopbaan daarna?
‘Ik bleef drie jaar bij het FD, werkte daarna twee jaar voor de VARA bij het programma Spijkers met Koppen en ging een paar maand met mijn toenmalige vriend Steven Dalebout van NOS Langs de Lijn op wereldreis en maakte zelf onderweg ook wat reportages. Toen vroeg de NOS een correspondent voor China voor de radio. Ik solliciteerde, werd aangenomen en verhuisde naar Peking. Dat was een droombaan, daar had ik die studies voor gedaan. Ik had er zo vaak op gehoopt. Op een dag was ik bij de Ronde van Peking en trof daar de wielrenner Michiel Elijzen. Ik werd verliefd op hem. Ik dacht: “Dit is hem. Dit is de ware”. Toen ben ik teruggegaan naar Utrecht waar we zijn gaan samenwonen. Gelukkig kon ik weer bij het FD werken en zat er bijna op dezelfde stoel als vroeger. Maar vorig jaar november raakte de relatie met Michiel uit. Dat was pijnlijk. Ik heb toen het project Wereldveroveraars gedaan voor het FD en BNR-Radio. Dat kwam op het juiste moment, want ik had immers het nus oondern boom lingn. Dit was weer een job die ik heel graag wilde doen. En toen die klus er bijna op zat, belde RTV Oost. Heb ik het geluk aan de kont hangen of niet?’

Karen met een exemplaar van Google Glass van het Financieel Dagblad.

Je werkte in de afgelopen tien jaar al voor allerlei soorten media. Voor kranten en tijdschriften, voor radio en tv, voor websites. Je hebt al vijf, zes werkgevers gehad. Dat mag je een grillige carrière noemen. Hoe komt dat?
‘Eigenlijk is het zo gelopen. Wat ook meespeelt, is dat ik nooit ergens aan vastzit. Ik heb geen hypotheek, heb geen dure auto’s of zo. Ik ben vrij om te gaan en te staan waar ik wil. En ik wilde me verder ontwikkelen. Bij het Financieel Dagblad heb ik veel geleerd, maar ik wilde me bijvoorbeeld niet specialiseren in staatobligaties of dergelijke. Dus was ik weer in voor iets anders. Dat werd dus dat project ‘Wereldveroveraars’ en toen dat klaar was belde RTV Oost.’

Ben je zelf ook een grillig mens?
‘Ja. Dat denk ik wel. Ik ben nieuwsgierig, wil alles ontdekken. Dat kan vanaf één en hetzelfde adres, maar ook vanaf andere plekken. Ik ben in vijftien jaar tijd zeventien keer verhuisd. Dat is niet gebeurd, omdat ik niet zou weten wat ik wil, maar meer omdat ik te veel wil.’

Wat was tot nu toe de meest waardevolle klus?
‘China. Absoluut. De NOS-radio had een vacature voor het correspondentschap in dat gigantische land. Ik solliciteerde en werd het. Het was een droombaan, daar had ik voor gestudeerd, daar hoopte ik op. Je komt aan in Peking, de hoofdstad met liefst 21 miljoen inwoners. Daar sta je dan met je koffer vol spullen voor je hotel. Ik dacht: “Waarom wil ik dit? Waarom ben ik geen postbode in Hengelo?” Maar ik had er heel lang naar toe gewerkt, had een opleiding gedaan over internationale betrekkingen en wilde China echt zien. Ik stond daar in de hoofdstad van een land waarvan ik de taal niet kende en waar ik de weg niet wist. Je werkt wel voor de NOS, maar je moet alles zelf doen in een cultuur waarin de mensen totaal anders zijn dan hier. Maar je kunt op elke straathoek vragen stellen. Waarom is dit en waarom is dat? De tegenstellingen met West-Europa zijn heel groot. De Chinezen hebben veel lol, dat wel. Ze lachen om de stomste dingen. Ik ben met Halloween verkleed als konijn door Peking gaan fietsen. De Chinezen vonden het prachtig.’


Met Chinese vriendinnen.

Zijn er elementen in je onregelmatige carrière waarvan je spijt hebt?
‘Nee. Ik doe niet aan spijt. Dat is zinloos, omdat je van de lelijkste dingen ook weer wat kunt leren.’

Hoe is het leven in de wereldjes van de NOS, VARA, BNR-radio of het Financieel Dagblad?
‘Heel normaal en gezellig. Het zijn allemaal beste leu. Er zijn mensen die denken dat het wespennesten zijn, maar ik heb er nooit iets van gemerkt. Je moet er gewoon je werk doen. Het is immers je baan.’

Het is bijzonder dat je de hele wereld hebt gezien en nu kiest voor een baan in je eigen regio. Dat is een beetje tegen het heil in.
‘Mooi hè. Ik had het er met Wouter Zwart over die voor de NOS ook correspondent is geweest in China en nu in New York zit. Als je verhalen mag maken in het verre Peking of in Overijssel. Daar zit geen verschil in. Elk verhaal heeft zijn waarde, of het in Peking is gebeurd of hier. Maar ik vond het wel heel gaaf om iemand als Haile Gebrselassie in zijn eigen omgeving te interviewen. Dat moet ik toegeven.’

Karen en Haile.

Haile, de ereburger van Hengelo, wat zei hij daar in Addis Abeba zoal tegen jou?
‘Hij was heel vriendelijk en hij deed prachtige uitspraken. Ze kunnen zo op een tegeltje gezet worden.
“Zweten is de enige manier om overeind te blijven.”
“Nederland is het enige ontwikkelde land in de wereld waar kinderen in de regen naar school fietsen.”
“Helden krijgen een standbeeld, ware helden maken een standbeeld.”
“Als je zegt dat je gaat stoppen, ben je eigenlijk al gestopt.”
Het doet me denken aan sommige mensen die dit soort wijsheden moeiteloos uit de mouw schudden. Oma Wegdam zei ooit: “Hellig wordn hef mie nooit iemand eleerd.”
Sjaak oftewel Jacco Kiezenbrink zei: “Sommige mensen zien de hele wereld en dan zien ze nog niks.” Hij heeft gelijk. Veel topsporters en zakenlui zijn op reis. Ze zitten in het hotel en willen niet weten wat er in de wereld om hen heen gebeurt. Daar hebben ze verder geen belangstelling voor. Ongelooflijk maar waar.’

Hoe kwam RTV Oost op je pad?
‘Ik had dus de mazzel gevraagd te worden. Ik kreeg een telefoontje. Dat was oriënterend. Hoe staan je oren. Ik was al af en toe als min of meer vaste gast betrokken bij het programma En dan nog even dit. Ik heb vervolgens een screentest gedaan. Ik was in Ruanda toen het telefoontje kwam dat ik de baan zou krijgen en was heel blij. Ik heb er heel veel zin in. Elke dag gaan we mooie dingen maken met heel veel mensen. Ik heb een contract voor een jaar, maar ik hoop dat ik er nog heel lang kan werken. Het gevolg is dat ik uit Utrecht wegga en hier ga wonen en sporten. Kerspel Goor wordt mijn nieuwe woonplaats, dichtbij het kanaal, tussen de paarden en koeien.’

Wie inspireren je?
‘Heel veel mensen. Maar ik noem oma Borne, de moeder van mijn vader Ben. Ze had thuis de broek aan, vroeg alles en wist alles. Ik heb de nieuwsgierige genen van haar. M’n broer Bart inspireert me al mijn hele leven. Hij maakt al lang radio. Mijn vader en moeder. We hadden thuis altijd veel discussies over de wereld om ons heen. Dat krijg je mee. Bij Spijkers met Koppen heb ik veel geleerd van Dolf Jansen en Felix Meurders. Over hun manier van vragen stellen, dat doen ze nog steeds heel goed.’


Op het strand met broer Bart.

‘ZE ZIJN WAT ZE ZIJN’
Ze noemde haar broer en ouders. ‘Welke Wegdammers bezielen je nog meer?’ vraag ik haar. Ze wacht drie seconden, dan worden haar ogen langzaam rood en wellen er een paar tranen.
‘Harrie ten Dam, de buurman’, zegt ze. ‘Een unieke man. Hij had altijd tijd voor je. Als ik tussen de bedrijven door thuis was, ging altijd even naar de buren. Van mensen zoals Harrie zijn er niet veel op de wereld. Hij stelde altijd de goeie vragen. Ik denk nu ook aan Gerard de Witte. Het zijn twee mannen die nog steeds heel erg worden gemist. Ze hadden iets extra’s. Bennie Hummelink vind ik ook zo’n speciaal persoon. Zo’n unieke sportman kom je nergens tegen.’
Ze spreekt haar respect uit voor de dorpsgenoten die altijd alles doen voor een ander. En ze noemt Marcel Kiezenbrink over de onvervalste manier waarop hij tegen de wereld aankijkt net als Truus van de ijssalon. ‘Carlijn Assink is heel markant. Ze woont nu ook in Utrecht, is bijzonder betrokken en nieuwsgierig. Ze is ijzersterk, ook toen haar moeder overleed. Hoe ze altijd haar eigen weg kiest, petje af. Anouk Tuinte vind ik ook een prachtige meid, de dames van Keuper, Debby, de jongens van Pelle, allemaal mensen die precies zijn wat ze zijn. Geen uiterlijk vertoon, niet méér willen dan ze kunnen. Zo authentiek. Mensen die verbinden.’
Ze heeft veel ontzag voor de dorpsgenoten. Voor de mensen die het dorp verblijden met nieuwe inzichten, maar het gaat er niet alleen om hen. Ze waardeert ook de mensen die normaal doen en die als vanzelf hun best doen er wat van te maken. Maar hoe is Karen zelf? We willen veel weten van haar, van de jonge vrouw met duizenden kilometers en honderden ontmoetingen in haar bagage. Ze vertelt over dichtbij en ver weg, ze bezielt je met haar ervaringen en haar enthousiasme, haar meningen, haar verwondering en drive.

Welk land van al die landen die je bezocht hebt, maakte het meest indruk?
‘China. Absoluut. Als kind ging ik al verkleed als Chinees naar het carnaval. Het zat er al vroeg in. Als je er dan woont is het anders. Als je ziet wat daar de kwaliteit van leven is. Je stikt er bijna. Ik kon in Peking niet hardlopen.’

Wat is uiteindelijk van dat reizen het meest waardevolle voor jouzelf?
‘Dat ik weet dat ik me overal kan redden en staande kan houden met op de wetenschap dat er in Hengevelde een goed thuis is. Dat daar mensen zijn waar je altijd terecht kunt. Dan zeiden ze bij De Gebrande Waateren: “Zo, waj de weer?” en zetten vervolgens een fluitje voor je neus.’

Waren er landen of mensen die jou irriteerden?
‘Iedereen moet doen wat hij of zij wil. Maar ik kan er niet tegen als mensen niet geïnteresseerd zijn. Dat mensen meningen hebben over mensen of dingen zonder zich verdiept te hebben in het onderwerp. Mensen die bijvoorbeeld zeggen: "Ach, die politiek doet toch niets voor ons”. Dat klopt soms wel, maar ga er dan op af en stel je vragen.’

PARTNERS
Noem de loopbaan van Karen grillig of wispelturig, de liefdespaden die ze bereisd heeft, waren net zo onstabiel. Zes jaar Sjoerd, een van de beste roeiers die ons land gekend heeft. Alexander uit Shanghai, een jaartje Steven, verslaggever van Langs de Lijn, Michiel de profwielrenner/ploegleider en nog een handvol lovers. Ook lokale helden dongen naar een eeuwigdurende bezetting van haar hart. Ze werden het niet. De 31-jarige schoonheid die bepaald geen saai leven leidt, moet de ideale partner intussen wel gevonden hebben, zou je zeggen. Nee dus. Hoe zit dat?
Ze lacht haar spontaanste lach en schetst in enkele zinnen haar liefdesleven. Truus van de ijssalon zei het al toen ze vijftien was. ‘Ik kwam bij haar een ijsje halen en stelde mijn nieuwste vriendje aan haar voor. “Hej aweer nen aander”, zei Truus. Tja, waarom is het nog niet gelukt? Ik heb nog geen geluk gehad, dat is het is. Ik heb overal geluk mee gehad, maar nog niet in de liefde. Je moet er maar een treffen waarmee het zo optimaal mogelijk klikt. Bart kende Elke al van jongs af en dat was meteen goed. Ik heb er genoeg uitgeprobeerd, jong en oud, in buitenland en binnenland, donker, geel, groen, noem maar op. Maar nooit zat de juiste ertussen. Of ik speciale voorwaarden stel? Nee, ik heb geen eisenpakket waaraan hij zou moeten voldoen. Hij moet geïnteresseerd zijn. Je moet je samen altijd weer verbazen, goed kunnen praten met elkaar en leren. Ik ben een hopeloze romanticus. Dat is het.’


Kitesurfend bij Kaapstad.

VERSLAAFD
Karen is een meer dan fanatieke sportvrouw. Wie haar gevolgd heeft in de afgelopen jaren, heeft zich verbaasd over deze kant van haar leven. Kon dat erbij, bij dat drukke bestaan en de reizen? Roeien, later hardlopen en nu vooral triatlon. Het antwoord is duidelijk, ze is verslaafd.
Als kind deed Karen aan ballet en ging volleyballen bij Cupido. Toen ze 14 jaar was zat ze al in het eerste. Drie jaar later ging ze naar Utrecht voor de studie journalistiek, wilde daar ook gaan volleyballen, maar kwam tijdens de introductiedagen op de roei-ergometer terecht. Iedereen deed het, Karen was die week de snelste en kreeg een gratis lidmaatschap van de bekende vereniging Orca. Ze moest zes keer per week trainen en in het tweede seizoen zelfs tien keer. Zo leerde ze deze technische en fysieke sport onder de knie krijgen. ‘Vooral het fysieke aspect eraan vond ik leuk’, zegt Karen. ‘Overdag studeren en ’s avonds trainen. Met zijn achten in een boot. Het was een fijne manier van leven en studeren. Heel gestructureerd. Voor een meisje zoals ik, dat op 17-jarige leeftijd als een vreemde zo’n grote stad binnenkomt, is dat mooi. Door de sport was het toch een gezellig leven, zoals dat altijd is als je aan sport doet.’
Karen was goed in roeien. Weer een jaar verder kreeg ze een één-persoonsboot, een zogenaamde skiff. ‘Dat vond ik ook leuk. Het gaat goed of fout. Het ligt aan jezelf. Dat is ideaal. We hadden goede coaches.’ Ze werd Nederlands kampioene op de ergometer en op de skiff op het NK tot 23 jaar. Ze werd geselecteerd voor de nationale ploeg in allerlei varianten en trainde dagelijks op de Amsterdamse Bosbaan. Toen ze echter aan de master begon op de universiteit moest er harder gestudeerd worden en werd haar leven te heftig. ‘Ik viel steeds flauw, zoals ik al vertelde. De dokter adviseerde mij om te stoppen. Zodoende heb ik de top nooit gehaald. Ik wilde alles, kon niet kiezen. Je moet er meer voor over hebben. Ik wilde naar feestjes, wilde studeren, had vriendjes en vriendinnen, hobby’s. Dat allemaal samen kan niet als je de top wilt halen. Dan lukt het niet.’


Als triatlete in Hengelo G.

Toen ging je marathons lopen, ook geen kleinigheid.
‘Ja. Samen met twee vriendinnen ben ik gaan hardlopen. Ik heb intussen drie keer de marathon van Rotterdam gelopen en daarnaast veel halve marathons en andere loopwedstrijdjes. Over de finish komen en een kopje snert krijgen. Dat vind ik zo mooi. Maar op een dag vroeg iemand mij of ik ervoor voelde een triatlon te doen. Ik zei ja en was vervolgens meteen verkocht. Ik heb me aangemeld bij Hellas in Utrecht en daar train ik bijna elke dag mee. Binnenkort begin ik bij de TC Twente, ook een actieve club.’

Jij lijkt me ook een type voor een teamsport. Waarom ben je zo gek op individuele sporten?
‘Vroeger zat ik bij Cupido en dat was leuk. Maar in mijn eentje kan ik beter het uiterste uit mezelf halen. Ik heb dat nodig. Dan loop ik om 3 uur het bos in ren me naar de galamiezen. Dat vind ik fijn. Mezelf afmatten, heerlijk. ’s Morgens zegt mijn lijf: “Vandaag geen sport!!!” En dan ’s middags toch gaan. Fijn is dat.’

Je bent verslaafd.
‘Ja, ik denk dat er een stofje in mijn hoofd zit waardoor ik verslaafd ben geraakt aan sport. Dat is bij het roeien ontstaan. Drie keer achter elkaar kapot gaan, kotsend voor de prullenbak staan. ’s Morgens vroeg trainen, terwijl de mist op het water ligt en dan dat geluid van de boot die door het water zoeft. Zo prachtig.’

Triatlon heeft nu je voorkeur?
‘Ja. Nu wel. Het is afwisselend. Non stop hetzelfde doen, vind ik niet meer leuk.’

THUIS
Dochter van Ans en Ben, zus van Bart. Het kwam al een paar keer ter sprake. Het gezin waarin Karen opgroeide, is haar heel dierbaar. Hoe kijkt ze op 31-jarige leeftijd naar hen, die ze in de nabije toekomst door haar terugkeer in de regio, weer vaker zal zien? ‘Niemand is zo zorgzaam, lief, rustig en betrokken als Ans. Ze is ook heel creatief in het bedenken van oplossingen. Ze denkt gewoon in oplossingen. Dat deed ze op de scholen waar ze werkte in Enter en Hengevelde en dat doet ze in het vrijwilligerswerk bij oudere mensen of kinderen.’

Het gezin Eshuis verenigd in Peking.

Wie is Ben, je vader?
‘Hij is nieuwsgierig, vrolijk, analytisch. Hij kan heel goed dingen plaatsen, verbanden leggen. Hij houdt van verhalen vertellen. Ik vind hem een echte bestuurder. Hij kijkt heel erg naar het grote plaatje en denkt vooruit. Politiek is vaak opportunistisch, schakelen naar iets wat op dat moment nodig is. Maar Ben beredeneert alles vanuit de inhoud. Hij is bezig met wat we nodig hebben. Werken in het regionale bestuur past heel goed bij hem.’

Hebben ze veel invloed op jou?
‘Altijd. Je ouders zijn linksom of rechtsom altijd van invloed op je.’

Ik vind jouw ouders en broer altijd zo enthousiast.
‘Ja, dat zijn ze. Bart heeft dat ook. Die zegt altijd ja dat doen we. Mooi plan, we pakken het aan. Waarom niet? Dat is Bart.’

En verder?
‘Bart heeft heel veel invloed op mij gehad. Hij is heel slim, vrolijk, gevat, grappig, empathisch. Een echte broer. Als je hem nodig hebt, is hij er. Als puber was hij niet gemakkelijk. Nu komt alles op zijn pootjes terecht. Als hij ergens binnenkomt, voelt hij altijd meteen aan hoe de neuzen staan. Het is een gangmaker.’

En jijzelf. Wat irriteert jou bijvoorbeeld vaak?
‘Zoveel. Maar ik maak me niet meer druk om futiliteiten. Wat me stoort is dat mensen soms niet willen meedenken. Dat ze de hakken in het zand zetten en vastgeroest in hun denkbeelden blijven zitten. Ze hebben nergens ruimte voor een andere mening. Dat zie je overal in deze wereld.’

OOST WEST…
Ze reisde de wereld rond, bezocht talloze landen en steden in alle werelddelen en komt nu terug naar de streek van haar roots. Oost west, thuis best. In de regel geldt dat voor iedereen, maar hoe zit dat bij een wereldreiziger als Karen? ‘Bij mij ook. Echt wel. Het gevoel hebben dat je ergens vandaan komt, is universeel. Je daar echt thuis voelen. Daardoor voelt een mens zich gelukkig. Dat was ik ook in Utrecht, in Peking of Amsterdam, maar als je bijvoorbeeld niet weet wat je buren doen en wie ze zijn, voelt dat als vreemd.’

Je vindt de grote steden te anoniem?
‘Ja. Dat strookt niet met mij. Je verzuipt er, je bent een van de velen. Vooral in Peking bedacht ik me vaak hoe mooi Twente is. Ik heb alle uithoeken van de wereld gezien, maar ik weet nu hoe fantastisch aangenaam het hier is en hoe de mensen zijn. De betrokkenheid, herkend worden, ergens bij horen. Dat zijn voorwaarden om gelukkig te kunnen zijn.’


Met vriendinnen op het popfestival in Werchter. Vlnr Anke Broekkamp, Anne de Witte-Wielens, Marieke Eijsink, Karen en de gezusters Judith, Simone en Eva Keuper.

Is dat ook de charme van Hengevelde?
‘Ja, daar heb je diezelfde betrokkenheid, die veelzijdigheid ook van de mensen. Ik ben een paar dagen geleden nog met vriendinnen naar de ACDC-coverband geweest. Een hoofd P&O, een advocaat, een boerin met 800 varkens enzovoort. Maar daar gaat het niet om. Het gaat erom wie je bent. Dat is ook het mooie van een gezellig café. De gemêleerdheid. Iedereen komt daar. In dezelfde ruimte.’

RTV OOST
De nabije toekomst van Karen ligt dus bij RTV Oost. Ze gaat er vanaf 1 februari dagelijks een nieuwsprogramma presenteren. Het programma En dan nog even dit en de nieuwsuitzending vloeien samen in één programma. Elke dag ontvangt ze mensen en bevraagt hen, omdat ze in het nieuws zijn. Het aanpakken van onderwerpen op allerlei manieren, dat daagt haar uit. Ze gaat wonen in Kerspel Goor in het achterhuis van een boerderij aan het kanaal. ‘Vanuit mijn voordeur zie ik de Schotse koeien.’

Waar ben je in 2020?
‘Ik hoop dat ik hier nooit meer weg hoef. Ik heb het afgelopen jaar de hele wereld over gezworven. Ik heb Nederlandse ondernemers ontmoet die ergens op de wereld een eigen bedrijf hebben. Ik weet nu dat ik me overal op de wereld red, maar hier ligt mijn toekomst. Ik zou de komende tijd al heel bewust kunnen gaan uitstippelen, maar het is spannender om dat niet te doen. Kiezen betekent ook dat je dingen niet kiest. Een heel duur huis met een hoge hypotheek lijkt me doodeng. Mezelf zo vastzetten, benauwt me.’

Wat is je levensmotto?
‘Alles komt goed en als het niet goed komt, is het ook goed.’

Welke kant van jou is nu nog niet besproken?
‘Ik vind alles leuk, maar in theorie kan dat niet. Dat ik niet weet wat echt bij mij past. Ik ben daar grillig in. Ik kan niet kiezen, ik vind alles goed. Maar wat vind ik echt belangrijk of leuk?’


Karen en Bart als presentatoren van het voetbalgala van WVV.

 
Op reportage in Oman.


In een favela in São Paulo.