Skype-gesprek. Aflevering 5. Niek Schreijer in Noorwegen

Eén druk op de knop en we zien het bijna kale hoofd van een dierenarts uit Noorwegen voor ons. Het is een doordeweekse avond. Namens Wegdam Nieuws heb ik in zijn ouderlijk huis aan de Bentelosestraat contact gezocht en gekregen met Niek Schreijer (44) die zich sinds 2006 in het Noorse dorp Stranda heeft gevestigd. Hij oogt tevreden. Of hij ooit terugkeert naar Twente? ‘Zeg nooit nooit’, antwoordt hij diplomatiek, maar ik hoor aan zijn stem dat hij voor altijd in Noorwegen blijft.
De serie over grenzeloze Wegdammers was een half jaar weg. We pakken het weer op met Niek. Moeder Truus, vader Gerrit en ik hebben via skype verbinding gekregen met hem. Wat dreef hem? Wat doet hij? Hoe woont hij? Hoe ziet zijn achtkoppige gezin eruit?
Skype-gesprek aflevering 5 met Niek Schreijer. 

Van kwetsbare peuter tot zelfbewuste dierenarts

Het huis van de familie Schreijer in Stranda.

De werkdag zit erop. Niek is thuis en heeft 1670 kilometer noordelijk van Hengevelde tijd om met ons te skypen. Op de achtergrond horen we het geluid van spelende kinderen, dochter Hedda speelt piano. Af en toe maant Niek de kleinsten om het bed eens op te zoeken. Hij heeft een relatief rustige dag achter de rug. Twee voorvallen staken er bovenuit, zo vertelt hij. ‘Ik moest een stier van 300 kg castreren, maar eigenlijk stelde dat niet veel voor. En ik kreeg het verzoek een cavia te behandelen met haaruitval. Ik nam aan dat het beestje last heeft van jeuk. De eigenaars vertelden me dat hij zich vaak krabde.’ Volgens Niek zal het de komende zomer weer rustig zijn in zijn praktijk. De koeien staan droog. Pas in het najaar zullen de kalveren geboren worden. Hij verwacht binnenkort wel een piek in zijn werk als de schapen massaal gaan lammeren. Dat gebeurt in Noorwegen later dan in Nederland, zo legt de dierenarts uit.

Hij begint elke morgen om 8 uur met een telefonisch spreekuur dat vooral voor de boeren bestemd is. Tussen half 9 en 9 uur is hij op kantoor, doet papierwerk en consulten ten behoeve van kleine huisdieren. Na half 10 gaat Niek de boer op. Hij wordt geassisteerd door een collega die bij hem in dienst is. Zijn Noorse vrouw Unni heeft ook in Utrecht gestudeerd, maar is momenteel niet actief als dierenarts. Ze werkt bij de voedsel en waren autoriteit van Noorwegen, zeg maar de rijksdienst voor vee en vlees. Ze houdt toezicht op boerderijen, bekijkt hoe de dieren zijn gehuisvest, hoe worden ze verzorgd. Dat soort zaken moeten gecontroleerd worden. Met die opdracht gaat ze ook langs slachthuizen, want ook die moeten zich aan bepaalde regels houden.

REISLUSTIG
Niek vertelt dat hij de zes jaar jongere Unni leerde kennen op het rugbyveld. Ze trainden bij VRC, de Veterinaire Rugby Studentenclub in Utrecht. Ze studeerden allebei voor dierenarts en kregen daar verkering. Niek had eerst biologie gedaan, maar stapte na een jaar over op diergeneeskunde. Toen Niek afgestudeerd was, ging hij samen met Unni naar Nieuw-Zeeland, hoewel zIJ nog niet afgestudeerd was. Ze was wel zwanger. Hun oudste dochter Ylva is daar ruim dertien jaar geleden geboren. Niek was overigens eerder al een tijdje in Ierland geweest. Reislustig was hij, dat moge duidelijk zijn.

De zes vrolijke kinderen van Niek en Unni. Boven vlnr: Ylva, Joen en Hedda. Onder Ea, Sevrin en Sine.

ZES KINDEREN
Bij terugkomst in Nederland kreeg Niek een baan op de universiteit als studentenbegeleider. Unni moest nog afstuderen en kreeg intussen een tweede kind, Hedda. Na die vier jaar kon hij in Nunspeet een baan krijgen in een groepspraktijk, toen zijn Noorse schoonvader hem meldde dat er een plek vrij kwam in het Noorse Stranda. Hij solliciteerde en werd aangenomen. Ylva en Hedda gingen met hem mee, want Unni moest nog steeds afstuderen. Ze was toen zwanger van het derde kind. Dochter Sine werd geboren in 2006. Daarna konden moeder en baby zich bij de drie anderen voegen in Stranda. Het gezin was nog niet compleet, want een jaar later kregen ze hun oudste zoon Joen, die nu zeven jaar is. Vervolgens kwam dochter Ea ter wereld, ze is vijf en daarna nog zoontje Sevrin die twee jaar is. Ik kan het niet laten en vraag Niek wanneer de volgende op komst is. Hij lacht en wekt niet de indruk dat er nog een zevende kind gaat komen. Maar zes is ook een mooi aantal. Dat komt immers niet zo vaak meer voor ten huidigen dage.
‘Het lijkt me best pittig om naast het werk een groot gezin te runnen’, zeg ik tegen Niek.
‘Het is wat je er zelf van maakt. Het is druk, maar ook gezellig’, zegt hij nuchter.

 

Dan verschijnt de dertienjarige Ylva (foto links) in even beeld. Ze spreekt goed Nederlands net als de andere kinderen. Niek en Unni voeden de kinderen tweetalig op. Ylva vertelt dat ze Nederland heel mooi vindt. Ze vindt ons land leuk en herinnert zich prettige voorvallen van de vakanties die ze regelmatig in ons land heeft gevierd. Niek zegt dat de kinderen Nederland daardoor een beetje romantiseren. Hedda (11) komt ook even meepraten. Ze vertelt over haar sportieve bezigheden. Ze voetbalt, is spits en maakt veel doelpunten, maar ze is ook langlaufkampioen, kan goed handballen, speelt piano en saxofoon. Niek traint haar bij de voetbalclub en vertelt dat Hedda veel talent heeft als voetbalster. ‘Ze heeft veel inzicht’, zegt hij. Zelf heeft hij vroeger bij WVV en Bentelo gevoetbald. Hij noemt zichzelf een sportfanaat. Hij heeft ook in Noorwegen nog lang gevoetbald tot hij een schop op een knie kreeg. Nog doet hij aan wielrennen, langlaufen en hardlopen.

Heeft een dierenarts daar dezelfde status als bij ons in Nederland?
Niek:
‘Zo ongeveer wel. Ik denk dat we bij de boeren iets meer status hebben. Vroeger was een dierenarts echt iemand. Nu is dat minder geworden.’
Hoe is in jouw praktijk de verhouding kleine huisdieren en vee?
‘Ik ben begonnen met koeien, geiten en schapen. Langzamerhand ben ik overgegaan op kleinere huisdieren. Het vee wordt minder, terwijl kleine huisdieren juist toeneemt. Zestig procent productiedieren, veertig procent kleine dieren, dat is de verhouding momenteel .’
Hoe woon je daar?
‘We hebben een vrijstaand huis, midden in het dorp. Stranda ligt aan het Storfjord . Het dorp zelf heeft 3000 inwoners, maar je moet je wel voorstellen dat de ruimte tussen de huizen veel groter is dan in Hengevelde. En je hebt hier geen meter vlak. Het is hier heel bergachtig. We wonen hier heel vrij. Het bevalt ons goed. We hoeven niet in de stad te wonen. Dit is mooi, ook voor de kinderen.’
Is er verder veel verschil tussen Stranda en Hengevelde?
‘Het leven is hier relaxter. Wat morgen kan, doen we morgen. Met de fiets naar de kroeg voor een biertje, doen we hier niet. Je moet dan ook terug met de fiets en dat is niet aan te raden. De mensen zijn hier meer op zichzelf, hoewel ze wel bij elkaar op visite gaan.’
Is er veel criminaliteit bij jullie?
‘Weinig. Je hebt hier af en toe ook van die Oost-Europese bendes die alles meenemen wat los en vast zit. Verder gebeurt hier niet veel.’
Is er een kans dat je ooit terug verhuist naar Hengevelde?
‘Zeg nooit nooit. Maar het bevalt ons hier goed. Binnen een uurtje kan ik hier skiën of langlaufen. Er is hier heel veel bos, veel ruimte en een fantastische natuur.’

Niek op de top van de Strandafjellet, de plaatselijke skipiste.

Welke voordelen heeft Noorwegen nog meer?
‘De werkloosheid is laag. Het is een heel rijk land. Als iemand op straat komt te staan, is er altijd wel een subsidie die hem of haar weer aan werk helpt. Tijdens de economische crisis kreeg de exportsector problemen. De rentes gingen naar beneden en wie werkloos werd, kreeg werk van de staat die bijvoorbeeld meer wegen ging opknappen.’
Dat klinkt goed, maar is er toch nog iets wat je irriteert?
‘Ja, de wegen. Dat moet beter. Als je langere afstanden moet rijden, bijvoorbeeld naar Oslo of Trondheim, kun je niet over snelwegen, want die zijn er niet. Oslo is 500 km. Dan ben je 8 à 9 uur bezig. De oorzaak ligt bij de gemeentes. Die zijn hier verantwoordelijk voor de wegen. Sommige gemeentes doen dat goed, anderen slecht.’
Raad je jonge Hengeveldenaren aan om naar Noorwegen te gaan om te wonen en te werken?
‘Ja, als iemand daar zin in heeft, wel. Maar je moet er wel de persoon voor zijn. Noorwegen heeft veel voordelen. Het is hier relaxter. De Nederlanders die ik hier ken, hebben geen spijt van hun komst naar Noorwegen’.

Niek en Unni met de kinderen gaan een middagje skiën.

BENAUWD
Niek maant de oudste kinderen om naar bed te gaan. We sluiten het gesprek af. Ik praat nog even door met Truus en Gerrit, zijn ouders. Ze vertellen dat Niek als kleine jongen veel ziek was. ‘Hij was soms zo benauwd dat we bang waren dat hij het niet zou overleven’, vertelt Truus (67). ‘Hij had een dan soort astmatische bronchitis. Heel extreem. Meestal gebeurde het van het ene moment op het andere. We moesten dan meteen naar het ziekenhuis. Redt hij het weer, of niet. Dat schoot dan door je hoofd. Tot zijn vierde jaar heeft hij er last van gehad. Daarna ging het steeds iets beter.’ Niek groeide erover heen, zoals de dokters al voorspeld hadden. ‘We dachten dat het een teer ventje zou blijven, maar hij ging alles doen op sportief terrein. Voetballen, fietsen, skiën, rugby. Hij was gek van sport en deed alles.’

Niek ging van de lagere school naar de havo van het Twickelcollege, bleef daar twee keer zitten, omdat hij een zesje wel hoog genoeg vond. Dus moest hij daar stoppen en ging hij naar de mavo. Dat lukte wel, zodat hij terugkon naar de havo. Daarna deed hij vwo. ‘Hij bewees dat hij het wel kon en ging naar de universiteit. Zo ging het verder. Nu zit hij dus in Noorwegen. Dat past wel bij zijn avontuurlijke karakter. Het gaat hem goed’, vertellen Truus en haar één jaar oudere echtgenoot Gerrit.
Ze gaan regelmatig naar Stranda, zijn er afgelopen zomer nog geweest. Maar soms komen Niek en zijn gezin naar Hengevelde. Dit jaar willen ze waarschijnlijk met zijn allen naar Nieuw-Zeeland, waar Ylva is geboren.

MIDDELSTE
Gerrit en Truus (Jannink) zijn in 1969 getrouwd. Ze waren toen 22 en 21 jaar.
Niek is de middelste van de drie zoons die Gerrit en Truus in het begin van de jaren zeventig hebben gekregen.
Mark is 45. Hij woont met zijn gezin naast hen. Hij werkt bij Siemens en is getrouwd met Ivanka Kuipers. Ze hebben vier kinderen. 

Thijs is bijna 43. Hij werkt in de ICT, hij woont samen met Ellen Kuipers uit Delden. Ze hebben twee kinderen en wonen in Hengelo.

Een foto van enkele jaren geleden. Vlnr Mark, Truus, Gerrit, Niek en Thijs.

Joen.

Sine.

Hedda op het hoogste treetje van het podium na een skiwedstrijd. 
 

 De kleintjes rusten uit in de sneeuw. Links Joen, in het midden Sevrin.

Gerrit pauzeert tijdens een autorit in Noorwegen.