Zomerfeesten 50 Jaar. Aflevering 13: In de ban van stoom

Toen het fenomeen In en om de Boerderij tijdens de Zomerfeesten steeds populairder begon te worden, baarde dit evenement binnen het totale evenement een nieuw evenement, het stoomfestival. Het was op kleine schaal begonnen in het grotere geheel van Nico Bauhuis’ boerderij en al gauw bleek het een happening te zijn met een enorme potentie, die duizenden bezoekers trok.
In deze aflevering van het dossier van de gouden Zomerfeesten blikken we terug op het stoomfestijn, dat in 1985 voor het eerst op eigen benen stond en prompt al 9000 toeschouwers trok.
(foto: Theo, in groen werkjasje, en zijn collega’s  zagen.)
=door Gijs Eijsink=

 

DANKZIJ HET STOOMFESTIVAL BEKEND IN BINNEN- EN BUITENLAND

 

Theo Meijerink en Jan Wielens (rechts) en hun helpers aan het werk bij de zaagbank

Johan alias Nico Bauhuis, Bennie Meijer en Theo Meijerink waren drie Wegdammers die nauw betrokken waren bij de organisatie van het jaarlijkse stoomfestival op het terrein van de Zomerfeesten. Op een mooie dag in mei kwamen ze naar De Gebrande Waateren om terug te blikken op dit succesvolle onderdeel van de Zomerfeesten.
Al gauw kwamen de anekdotes op tafel. Het drietal en ook andere medewerkers heeft in de jaren tachtig, negentig veel meegemaakt met het steeds groter wordende stoomfestijn in Hengevelde en met hun reizen langs festivals en andere evenementen in Nederland, België, Duitsland, Wales en Engeland.

ENGELS VOORBEELD
Het begon allemaal in het begin van de jaren 80. Theo Meijerink en Jan Wielens hadden een cirkelzaag gebouwd op stoom. ‘We bouwden hem na van een Engels voorbeeld’, vertelt Theo. ‘Aan de hand van foto’s schatten we de maten in en dat bleek goed te werken.’
Nico Bauhuis had in Nijmegen onder de Waalbrug tijdens de jaarlijkse Vierdaagse gezien hoe een groep Engelsen met een aantal stoommachines en –apparaten veel succes had bij het publiek. Dat is een interessant onderdeel voor de Zomerfeesten, dacht hij en zocht contact met de Engelsen. ‘Zij kwamen uit Sellindge, een dorp van zo’n 1400 inwoners in de buurt van Dover in het graafschap Kent. Ze waren al op leeftijd en droegen de typische Engelse bolhoedjes’, vertelt Nico. ‘Brian Smith, Les Birth en consorten kwamen regelmatig naar Nederland. Ze hadden mooie machines en konden goed feestvieren. Ze trokken rond en beschouwden dat als een soort vakantie.’
Al gauw ging Nico ook de Nederlandse plaatsen langs waar op stoomgebied iets te beleven viel. Theo en Jan Wielens waren er ook vaak bij. Almere, Nijmegen, Hellevoetsluis, Dordrecht, Medemblik en ook trokken ze de Duitse grens over.

Theo: ‘Dan gingen we op pad met onze zaagbank, Jan Wielens, later was Hennie Varenbrink er af en toe bij en Henk Wibbelink met zijn  vrachtwagen. We hadden er ook de  stoommachine bij van Nanne Bekkema uit Epe, die de zaagmachine aandreef. Nanne was met zijn stoomapparaten bekend in heel Nederland. Later was ene Jan Keuizinga uit Baflo erbij met zijn schoonzoon.’

Theo in de camper in Wales met oa Bennie Meijer en een zekere Leo van Rooij 1990>>

De herinneringen gaan over de tafel. Het Hengeveldse stoomfestival kreeg landelijke bekendheid. Maar eerst was het nog onderdeel van de laatste zondag van de Zomerfeesten. Toen werd het nog ingebouwd in Nico’s In en om de Boerderij. Jan Goselink was er dan bij met zijn oude trekkers. In 1987 werd de stoomdag gepland in het weekend ervoor op het middenterrein met machines uit Nederland, Engeland, Frankrijk en België. Het evenement werd groter en groter.   

Engelsen in Hengevelde, dat moet een behoorlijke onderneming zijn geweest. ‘Het was haalbaar omdat het betaalbaar was’, zegt Nico. ‘Ze kregen de reiskosten vergoed en een paar consumpties. Ze overnachtten in de Marke en in het begin bij Hotel Pierik. Ik regelde dat allemaal telefonisch of sprak bepaalde deelnemers op andere festivals.’

INCOGNITO
Pim Polman komt ter sprake, de Enschedese zakenman naar wie het stadion van Heracles genoemd is en de man die onlangs voor een groot deel failliet verklaard is. ‘Hij belde me op’, zegt Nico. ‘Ik ga naar Amerika. Willen jullie een mooie trike erbij hebben? Hij bleek er wel meer te hebben. Ik ben er met mijn zwager Marinus Kuipers gaan kijken. We keken onze ogen uit. In een grote schuur stond het vol met oude auto’s en motoren. Als wij een Ferrari wilden, kon hij het regelen, zei hij. We hebben er wel een aantal in Hengevelde gehad. Hij kwam zelf ook naar het dorp en plaatste een trike. Hij deed het incognito, want hij wilde niet dat zijn naam vermeld werd. En het mooie was dat we via Polman ook met andere grote jongens in aanraking kwamen. Een Dick van Dijk bracht een stuk of die wagens uit België naar Hengevelde. Heel exclusief. Van der Lof uit Haaksbergen was er met zijn Ferrari’s. Grote wegenbouwers leverden stoomwalsen, onder andere Reef, Volker Stevin, KWS. Heupink uit Ootmarsum bracht een stoomlocomotief die de zaagmachine en andere machines aandreef.’

Grote publieke belangstelling bij de zaagmachine

Theo, Bennie en Nico vertellen dat de Engelsen vaak een aantal weken in Nederland bleven om langs meerdere festivals te gaan. Dan hoefden ze maar één keer over te steken. Vooral Theo werd overal in Nederland en ook in omliggende landen bekend met zijn zaagmachine. Op tweede paasdag gaf hij altijd in Nijverdal een demonstratie voor het Staatsbosbeheer. Hij was aanwezig op verschillende festivals in Almere, in de buurt van Steenwijk,  in Dronten Sint Anthonis, Oploo, Dwingeloo en andere plaatsen.´Soms ging Herman Effink mee met de vrachtwagen, soms de bus van Kuipers met aanhanger die dan gereden werd door Bennie Meijer. Jan Polman was er ook vaak bij. Meestal spraken we af dat de machine door de organisaties terug gebracht werd. Ik herinner me nog dat Dordrecht dat niet deed. Ze verrekten het. Toen heb ik het samen met Herman zelf gedaan. Daar kwamen we dus niet meer terug. De machine had een paar weken langs de weg gestaan inclusief koperen onderdelen.’
Een keer of zes per jaar trokken we erop uit en dat een jaar of twintig achter elkaar. Het was hobby van mij, we kregen reis- en verblijfkosten vergoed en een handvol consumptiemunten’, vertelt Theo. Hij had er plezier in. ‘Het was leuk om te laten zien wat je er allemaal mee kon. De organisaties zorgden zelf voor het hout. We kregen ooit ergens in Duitsland een paar bomen met bomscherven voor de zaag. Dat kostte me veel tijd om de tanden weer bij te vijlen.’
Bennie herinnert zich dat ze in Sint Anthonis dobbelstenen hadden gezaagd van 35 bij 35 cm. ‘Dat deden we voor de lol, maar de mensen gingen ermee gooien. Ze hadden er zelf nummers op gezet.’


De Hengeveldse afvaardiging naar het festival in het Engelse Sellindge. Onder vlnr: Jan Polman, Marinus Raanhuis, Nico Bauhuis, Jan Grefte en Jan Hartgerink (Kas). Boven: Paul Meijerink, Theo Meijerink, Marinus Kuipers, Arnold Aarnink, Minie Doornhegge, Bennie Hag, Minie te Lintelo, Truus ter Avest (is niet meegeweest), Bertus Stegeman uit Goor, de chauffeur en diens zoon.

SELLINDGE
De Engelsen kwamen naar Hengevelde, maar Hengevelde ging ook regelmatig naar Engeland. In 1995 gingen ze vanuit het Ruhrgebied meteen door naar Stourpaine  in Wales. In het plaatsje van nog geen duizend inwoners vond destijds het grootste stoomfestival van Groot-Brittannië plaats. Nico, Theo en Bennie werden vergezeld door wijlen Leo van Rooij uit Hilversum die daar vaker kwam.
De drie Wegdammers en meerdere plaatsgenoten trokken later naar Sellindge in Engeland. Raymond ter Doest bestuurde de bus en Henk Wibbelink de vrachtwagen met de zaagmachine. Nico: ‘We waren uitgenodigd door het Rode Kruis van Engeland. Een zekere Les Birds had daar een groot terrein. Hij was heel gedreven. Hij had een transportbedrijf en had er van alles staan. Het was er een enorme blubber vanwege het slechte weer, maar gek genoeg was de dag erna alles droog. We waren er met een kleine en een grote zaagbank. We hadden twee dagen nodig om op te bouwen en aan het eind ook om af te breken. We zijn er een week gebleven en hebben er een dag of drie, vier gezaagd. Prachtige dagen. Grolsch had ons vijf vaten bier meegegeven. We sliepen in het kantoor van Les. Daar stonden bedden van het Rode Kruis. Er waren ook enkele vrouwen mee, Ine te Lintelo, Dinie Effink, Jo Grefte en Dinie en Bernard Fluttert die daar muziek maakte. Marinus Kuipers kwam er vrijdags met zijn draaiorgel. We zijn er één keer geweest. Toen we terug waren, moesten we meteen  beginnen met opbouwen in Hengevelde. Al met al waren we een maand aan deze mooie hobby kwijt.’

1992, de brand

We gaan terug naar 1992 toen de historische zaagbank van Theo in de hens vloog, een belevenis die bij veel Wegdammers nog op het netvlies staat. Theo: ‘De patatboer die eronder stond kreeg brand en daardoor ook het spookhuis ernaast. Het leverde veel schade op. De kop was eraf en veel onderdelen waren kapot. We moesten hem helemaal schoonmaken. Er is nog een film van die brand. Daarna hebben we de zaagmachine aangepast. We hebben er poten aangezet, zodat we hem hydraulisch konden oplichten en er een semi-dieplader onder kon.’
Theo geniet van de herinneringen. De zaagmachine op stoom was zijn hobby. Nog altijd staat het fenomeen bij zijn huis. Hij trekt er niet meer mee rond en wil hem verkopen. Er is een geïnteresseerde. 

Het wordt tijd voor een slotwoord aan de bijzondere geschiedenis van het Hengeveldse stoomfestival. Nico is dankbaar dat het nagenoeg altijd goed verlopen is, zowel in eigen dorp als op de tournees langs plaatsen in binnen- en buitenland. ‘Soms gingen er kinderen mee. De 85-jarige Bernard Lansink uit Sint Isidorushoeve is mee geweest. Altijd was de sfeer goed en ongelukken zijn er niet gebeurd’, aldus Nico. ‘Het was een geweldige tijd.’

OOK WILLEM GROOT KORMELINK, PAUL WEGDAM EN HENNIE ROOK
Maar niet alleen Nico als organisator/speaker en Theo met zijn historische zaagbank waren de boegbeelden van het stoomfestival. De stoomcommissie bestond naast Nico nog uit Hennie Rook, Paul Wegdam en Willem Groot Kormelink, mannen die bergen werk verzet hebben voor dit speciale evenement. Willem, die bestuurslid was van de Zomerfeesten, geeft teraanvulling op het verhaal van NIco, Theo en Bennie ook nog even een inkijk in de ontwikkeling van het festival dat in korte tijd een groot succes werd. 'We toonden de mensen tal van soorten oldtimers waar dan weer veel vrijwilligers op de stoomdagen verantwoordelijk voor waren. Denk daarbij aan het plaatsen van de voertuigen en aan zaken als koffie, broodjes e.d.', vertelt hij.

Hij gaat nog even terug naar 1985. 'We begonnen nog klein met ongeveer tien stoomvoertuigen die hoofdzakelijk uit Nederland geworven werden. Er waren ongeveer 10000 bezoekers. In 1986 werd het al groter. Er werd op de Kerkstraat honderd meter spoor aangelegd waar een echte stoomlocomotief heen en weer over reed. De eerste en laatste trein in Hengevelde. Uniek. Overigens ontspoorde de trein toen hij op de laatste rit door het stootblok reed, maar gelukkig gebeurden er geen ongelukken mee en was er geen schade. We hadden dat jaar al meer en vooral zeer mooie stoommachines uit o.m.Engeland België en Nederland.De twee stoomploegmachines van Bekkema uit Epe gaven een prachtige demonstratie van hoe men vroeger ploegde. De machines stonden 300 meter uit elkaar en via staalkabels werd de ploeg heen en weer getrokken.'

VLIEGSHOW
Willem vertelt dat ze dat jaar demonstraties gaven in dorsen en zagen door middel van stoomkracht. Het toeschouweraantal nam toe. Het hek was van de dam. In 1987 werd het stoomfestival nog groter. 

Willem: 'Op het terrein stond een kermis van voor de oorlog met onder meer luchtschommels en er was een heuse vliegshow met oude vliegtuigen zoals Dakota,chipmunks en sokota Rally's. Men schatte dat er 20 000 toeschouwers waren en er stond de hele middag een file in Hengevelde. Er waren ongeveer 25 stoomvoertuigen waarvan enkele van 25 ton. Deze stoomtrekkers waren prachtig om te zien. Ze zaten vol met kleurige lampjes en hadden vroeger de taak om circus en kermiswagens te trekken en van stroom te voorzien.Ook de stoombrandspuit uit Gorinchem was prachtig om te zien. Deze werd getrokken door Friese paarden en er werden demonstraties gegeven.'

BELLO
Het was een prachtig festival, dat moge nog eens benadrukt worden. Want naast al dit stoomgeweld waren in het centrum van Hengevelde ook veel andere voertuigen te bekijken zoals oude fietsen, brommers, scooters, wel honderd oude motoren en vijftig oude auto's die een rondrit door de omgeving maakten. Tevens waren er oude legervoertuigen, bussen vrachtauto's en stationaire motoren. 

Willem herinnert zich nog goed dat ze ook miniatuurstoom hadden, een treintje op rails dat over het terrein rondpufte met kinderen. 'In de tent stond een miniatuurkermis, auto,s, treintjes e.d. en buiten was een basin waar mini bootjes rondvoeren. Door het dorp reed trein Bello die kinderen rondreed.'

In 1990 was het zesde en laatste 'Stoom- en Chroom Festival'. De Zomerfeesten stopte ermee, omdat de kosten vrij hoog waren. Het stoomfestival was in betrekkelijk korte tijd uitgegroeid tot een enorm evenement dat een grote potentie had. Nog onlangs zeiden bestuursleden uit het verleden dat Hengevelde dit festival niet had moeten laten ophouden. Maar nogmaals, de kosten waren hoog en daarom is de keuze destijds gemaakt om ermee te stoppen. Wat overblijft zijn de prachtige herinneringen, de films en fotoalbums en de vriendschappelijke contacten met mensen uit de wereld van stoom en chroom, uit binnen- en buitenland.

 14 juni 1987

 
 

 Een serie foto's over de brand in '92

 De Bugatti van de heer Groothuis uit Almere

  

 Stourpaine Wales. Nico met een plaatselijke motorcrosskampioen en een politieagent

 Een Spijker uit 1903, eigendom van Pim Polman.

 Stoomtrekkers

 Zaagmachine De Meyer