Zomerfeesten 50 jaar, aflevering 16: Straattheater

Zeker 29 jaar lang was het straattheater het eerste wat je zag als je de Hengeveldse feestweide opkwam op de zondagmiddag. Het was een geweldig tot de verbeelding sprekend spektakel, waar je de gekste dingen mee kon maken. En gekke Belg die met een motor over een koord reed, een groep loodgieters die de hele straat op stelten zetten of een Indiase magiër die een touw met 20 naalden uit zijn keel haalde. Het is allemaal wel eens gebeurd in Hengevelde. We spreken de hoogtepunten van 29 jaar straattheater in Hengevelde door met organisator Jan Eijsink en zijn “directie” Alda Assink.
=Door Teun Eijsink=

Theo Workel (rechts) en Hennie Wegdam (Mack), befaamde straattheaterartiesten uit eigen dorp.

 

JAPANNERS MET HANNENKAMMEN...

 

Jan Eijsink vertelt:
‘Eigenlijk gewoon, net zoals altijd, begonnen we met straattheater bij de Zomerfeesten, omdat we op zoek waren naar een mooi breed feest waar iedereen plezier aan zou beleven, maar wat ook nog kwaliteit had. En we waren altijd op stap, voor als we ergens iets geschiktst zagen. Festival of Fools begon er ergens eind jaren 70 mee, in Amsterdam. Met Jango Edwards, hebben we ook wel eens in Hengevelde gehad jaren later. En dan eerst denk je van, Festival of Fools, wat is dat eigenlijk? Het klimaat moet er ook geschikt voor zijn. Op een gegeven moment deden we de weg dicht.’

‘Het begon gelijk op de weg het eerste jaar geloof ik. Daarvoor deden we wel eens zo wat dingen tussendoor. We hadden een folkloristisch festival en een boerderij. Wat er maar op het terrein paste. Je moet natuurlijk ook niet te veel lawaai hebben van de muziek. En toen mochten we van de provincie na veel gedoe, na jaren trekken, de weg afsluiten en toen konden we heel veel dingen op straat doen. Daar paste het heel erg goed. Eigenlijk is het dat.’
‘Het begon eerst met wat kleine groepjes op het terrein, maar vanaf 1981 echt op straat. Wanneer kwam het ook alweer op straat Alda, dat was toen ook al, hè?’
Alda: ‘Jaha.’


Jan: ‘Altijd op zondag al. In het begin hadden we veel Nederlandse straattheaterartiesten. Het sloeg enorm aan en er kwamen veel mensen op af. Toen gingen we uitbreiden met meer buitenlandse artiesten. Vanaf 1985 haalden we ze ook meer uit België. Aldo en Geert bijvoorbeeld. Geert Hoste is nu de Youp van ’t Hek van België.’ (zie foto hierboven)

‘Het stopte in 2001. Toen was ik er al niet meer bij betrokken. In 2000 hadden we nog een mooi programma vond ik. Toen hadden we bijvoorbeeld Huit-Huit, de slangenmens die door een tennisracket kroop. Dat kon je je helemaal niet voorstellen toen hij dat ding boven zijn hoofd hield, maar hij ging er toch helemaal doorheen. En daarnaast gewoon heel veel mooie groepen.’

In 1992 hadden we de apen, Compagnie Kumulus. Dat waren mensen in een apenvermomming in een kooi. Die Franse lui hadden maandelang in de dierentuin apen geobserveerd. Naar het gedrag gekeken, wat ze aten. En dan kwamen ze met tien apen. Sommige aan een touw, sommige mochten vrij lopen, en dan hadden ze alleen een klein broekje aan. Ze aten ook gewoon alles wat in de kooi terecht kwam, geweldig. Er waren dan ook een paar oppassers bij. Een sloeg mij nog een keer met een bos wortelen voor de kop. Ik stond gewoon aan de kant, en het deed nog pijn ook! Maar dat soort dingen deden ze allemaal. Urenlang stonden mensen voor die kooi te kijken. Ze hadden wel door dat het geen echte apen waren, maar het gedrag van die lui was zo fascinerend. Ze maakten geluiden als apen, praatten verder niet. Dat was een topper. De krant had het over alleen al 15.000 mensen bij het straattheater.’

PLAATSELIJK
‘Er waren soms ook plaatselijke straatartiesten als Paul Wegdam en André ter Doest. Wat jammer is, is dat André inmiddels is overleden. Paul heeft het ook een keer gedaan met Hennie Wegdam, bijnaam Mackie, dat was dé man van de voetbalclub WVV. Maar Mackie is ook al overleden.’
Na een pauze van twee jaar kwam het straattheater in 2003 dus toch weer terug.
Jan: ‘Toen hadden we twee Japanners, die waren heel erg goed. Met van die hanenkammen. Gamarjobat, die hadden we voor zes optredens uit Tokio gehaald. Die lui zijn nu echt wereldberoemd, we konden ze daarna nooit meer krijgen.’
Alda: ‘Die heb ik gespot in Tarrega. Ze waren in Japan al beroemd in het binnen theater, maar ze wilden het ook buiten proberen in Europa. Ze deden van alles. Een gekke show, met een beetje circus, een beetje lolligheid. Allemaal disciplines kwamen samen in hun show, op een ontzettend Japanse manier.’
Jan: Patrick van de Walle was een van de dingen die we in 1981 uit België haalden. Dat was zo’n robot man. Die had later een hele groep om zich heen. Hij had heel doordringende ogen, dan ging hij voor iemand staan en op een gegeven moment kunnen mensen dat dan niet meer verdragen. Daar was toen een jongen bij van 7 jaar bij uit Oldenzaal, Niek Boes. Hij stond langs de kant in Hengevelde en vond dat toen zo geweldig dat hij het zelf ook is gaan doen. Ik heb hem via zijn moeder toen nog een paar keer geboekt. Later is hij uitgeroepen tot de grootste showman van Duitsland. Hij kan hele mooie dingen met zijn stem.’
Alda: ‘Ik denk wel dat je mag zeggen dat Patrick van de Walle indruk heeft gemaakt op het publiek in Hengevelde toen.’
Jan: ‘Harry Fiasco is er ook een paar keer geweest, die kwam uit Nijmegen. Die vrat vuur zo ongeveer, en bleef altijd slapen. Die heeft zichzelf, denken wij altijd, om zeep geholpen na een paar jaar. Geen idee of hij nog leeft eigenlijk. Die gooide zichzelf vol benzine en dan stak hij de brand er in. We dachten vaak dat dat nog wel eens fout zou kunnen gaan.’

<<Bijzonder personage op de Goorsestraat (1991)

OVERIJSSEL
‘In 1988 kwam er ook een prijs voor Amateurstraattheater. Dat was van zo’n magere kwaliteit, dat hebben we maar één keer gedaan. Wat we probeerden is dat we dat straattheater wilden laten neerdalen in Overijssel, om te kijken of zich hier ook groepen gingen vormen. Jongens als Paul Wegdam die deden dat gewoon. Maar er kwam vrij weinig uit de omgeving. Toen hebben we in Hengelo en Almelo een voorronde gedaan en de beste in Hengevelde laten optreden, maar dat was magertjes.’
‘In 1989 kregen we in een keer Royal de Luxe aangeboden. Roman Photo heette die voorstelling, met 16 acteurs. En dat is nu nog steeds het meest befaamde gezelschap. Die waren toen voor het eerst in Nederland. Zelfs Joop Mulder van Oerol had zoiets van: hoe is het in godsnaam mogelijk dat in Hengevelde, een plaatsje van niks, dat daar ooit eens Royal de Luxe is geweest. Die wij nooit kunnen krijgen. Die waren toen al heel bekend, maar werden in de jaren daarna wereldberoemd. Toen wilde iedereen ze hebben, maar niemand in Nederland kon ze meer krijgen. De voorstelling heette dus Roman Photo, en ze beeldden een verhaal uit met allemaal lijsten. In allerlei groottes, weet je dat nog Alda?’
Alda: ‘Royal de Luxe in Hengevelde? Strip!’
Jan: ‘Een soort van stripverhaal was het, met lijsten. Dan hielden ze een lijst voor iemand, en die deed dan allerlei dingen in een lijst. En ook soms hele grote lijsten waar er meerdere achter zaten. Voor de bus deden ze dat.’
Alda: ‘Voor de bus in de wei. Als je een strip wilt uitbeelden, dat zijn allemaal tekeningetjes. Zo waren het bij hen allemaal situaties. Het was giga-chaotisch en snel, maar het was geweldig. Continu andere situaties. Snel omkleden, snel andere attributen pakken. Een ontzettende vaart zat er in. Ze stonden in ’n sloomp, het kon niet op straat.’

CHAOS
Jan: ‘Wat ook heel erg mooi was, was Les Hommes en Noir in 1993. Dat waren vier mannen uit Frankrijk, dat was echt fenomenaal wat die deden. Die hebben in Deventer toen het hele verkeer stil gelegd. Dan gingen ze gewoon midden op straat staan en hielden ze de bussen aan, en even later ook aan de andere kant, totdat de hele boel compleet vastzat.’
Alda: ‘Dan speelden ze gewoon agentje, maar met hun eigen regels. In Hengevelde speelden ze loodgieters die nieuwe riolering moesten aanleggen. En dan deden ze allemaal gekke dingen met een grote buis. Dan klommen ze op huizen, gingen boven bij mensen naar binnen. Dan zetten ze weer het hele terras op de kop, verplaatsten al het eten. Ze haalden gewoon alles door elkaar.’
Jan: ‘Chaos.’
‘In 1991 hadden we de Belgische stuntgroep Les Aranis, die met een motor en achterop een stellage met drie schaars geklede dames over een staaldraad naar boven reed, tegen de kerk op. En daarna maakte hij een handstand op de draad. Boven op de motor.’
‘In 1990 hadden we ook al Dogtroep. Die hebben later nog de een keer de Olympische Winterspelen geopend, in Frankrijk ofziets. In 2007 hadden we Adje.’
Alda: ‘De domme muzikant. Hoe noem je zo’n vaandeldrager ook alweer? Hij was in ieder geval de domme vaandeldrager van de muziekvereniging.’
Jan: ‘Hoe heetten die jongens ook alweer.’
Alda: ‘Tamboer-maitre!’
Jan: ‘Oh, zo heet zo iemand, maar die groep, hoe heet die groep?’
Alda: ‘Kun je googlen he. Later was hij ook in de show bij Paul de Leeuw, dat Paul het niet door had. De eerste keer in ieder geval, daarna werd hij de vaste sidekick.’
Jan: ‘Adjes echtgenoot is burgemeester geworden van Winterswijk! 31 jaar.’
Alda: ‘Efteling Fanfare. Adje was tamboer-maitre van de Efteling Fanfare.’
Jan: ‘Ze werken bij de Efteling vast in het begin. Later gingen ze onder een andere naam de straat op. Magic Ramana was er in 2008, die won later ‘De Nieuwe Uri Geller’.
Alda: ‘De Zingende Decoupeerzagen!’
Jan: ‘Zo heetten ze inderdaad.’

SCHICHTIG FIGUUR
‘Maar in 2006 hadden we Stuff & Thing. Dat was een man, zo’n schichtig figuur die over straat liep, en die had een koffertje in de hand waar geluid uit kwam. Heel hard geluid. En dan liep hij over straat en dan kwam er een helikopter geluid uit. Dan keek iedereen naar boven, maar het kwam uit zijn koffer. Of dan kwam er weer een blaffende hond uit. Mooi gevonden vond ik.’
‘Uiteindelijk was er steeds minder geld voor, en in 2011 was de laatste keer. Toen hield het op. Dat was wel jammer vond ik.’
Alda: ‘Hengevelde heeft wel leuke dingen gedaan hoor.’

 

Was dit ook straattheater? Burgemeester Van de Vegt ontsteekt het Olympisch vuur in Hengevelde. Voorzitter Jan Eijsink, de straattheater-expert, kijkt toe.