Nieuwjaarsreceptie WHC en WVV op 8 januari 2015

Graag nodigen WVV’34 en WHC, jullie allemaal uit om aanwezig te zijn bij de gezamelijke nieuwjaarsreceptie op donderdag 8 januari 2015 om 20.30 uur in de kantine van WVV. Leden, leiders, trainers, vrijwilligers, enzovoort zijn hiervoor van harte uitgenodigd. Een jaar geleden was de situatie van de Hengeveldse voetbalvereniging heel anders! Hieronder een column van de nieuwjaarsreceptie, nu een jaar geleden van Gijs Eijsink:

GROENGELE NOSTALGIE

Omdat ik als lid van deClub van 100 altijd keurig een uitnodiging krijg van WVV en omdat de voetbalclub en tevens WHC mij na aan het hart liggen, bezocht ik weer eens de nieuwjaarsreceptie op Rupertserve. De aanvang van een nieuw jaar wordt door beide clubs gezamenlijk gevierd en dat vind ik absoluut tof. Het zijn zusterverengingen zoals ik die avond ook door beide voorzitters hoorde zeggen. (WHC is een zustervereniging van WVV, dat klinkt logisch. Andersom zou het woord broederverenging beter op zijn plaats zijn geweest, maar dat woord bestaat dan weer niet.) Ik ging er tevens heen, omdat ik nieuwsgierig was naar de gesteldheid van WVV 1. De ploeg ging in de tweede klasse als een tierelier van start, maar zakte daarna lelijk weg. En één ding is zeker: ze (we) moeten erin blijven.

VERTROUWEN

Bij binnenkomst kreeg ik meteen op één vraag al een antwoord. De heren van het eerste zijn niet in paniek, ze zijn rustig en nuchter. Ik sprak Joost Assink en zijn neef Wouter. Ze zijn zelfverzekerd en wat ook belangrijk is, Joost is weer aan het trainen. Over enkele weken zal er een zucht van verlichting door de groengele gelederen gaan als deze stoïcijnse stopper zijn rentree maakt. De hernia is nagenoeg over. Hij moet nu aansterken, weer wedstrijdritme krijgen (ik neem aan in het tweede) om op tijd zijn ploegmaten van de hoofdmacht bij de hand te nemen en vorm te geven aan de handhaving in de tweede klasse. Een elftal heeft een stuurman nodig op de werkvloer zelf, een regisseur. Ik merkte een tijdje geleden al dat zijn collega centrale verdediger Tom Brummelhuis (tegenwoordig inwoner van Amsterdam) die kwaliteit nog niet in zich heeft. Maar als Joost terug is, dan voetbalt Tom een klasse beter.

Ik zag de zelfbewuste ogen van Hylke, Rob en Wouter. Ik zag de stoere glimlach van Mahmoud. Later sprak ik Maurice Workel, de bijna gepensioneerde aanvaller/aanvoerder, die ook vol vertrouwen is. En naast hem zat trainer Jeroen Kiepman die besefte dat er nog veel zal moeten gebeuren, dat de ploeg zo nu en dan vooral in mentaal opzicht kwetsbaar is, dat de lat intussen voor sommigen haast te hoog ligt, maar dat het wel zal lukken om erin te blijven. Dat denk ik ook. Hij moet roeien met de riemen die hij heeft. Het aantal spelers dat dit niveau gemakkelijk aankan, is veel lager dan 11. Ik verklap ter geruststelling een publiek geheim uit amateurvoetbalkringen: stadse ploegen (neem bijvoorbeeld Sportclub, PH, ATC, Tubantia, Vogido) trainen na de winterstop lang niet zo hard en gemotiveerd dan ervoor. De opkomst is matig, de animo neemt af. Jeroen kent dat ook, zei hij. Hij weet dat daar kansen liggen als je zelf volop doorgaat. ‘En dat doen ze’, zei Jeroen geruststellend, ‘daar ben ik heel tevreden over.’

Dus: WVV blijft erin. Dat staat vast voor mij.

STOEL
Op enig moment klom Jan de Witte op een stoel en begon zijn nieuwjaarstoespraak. Vanaf een stoel dus. Ik vond dat enerzijds lekker ongedwongen en gewoon, maar van de andere kant amateuristisch en simpel. Adel verplicht. We spelen niet meer in de onderafdeling. Ik had liever een lessenaartje gezien met een microfoon. Geen stoel maar een spreekgestoelte. Daar had dan ook Vincent Nollen achter kunnen staan. De voorzitter van WHC kwam na Jan de Witte aan de beurt en stond in de andere hoek. Daar was WHC neergestreken. Je kon echt merken dat ze te gast zijn in de voetbalkantine. De dames gingen meteen bij de ingang linksaf. Heel bescheiden. Te bescheiden.

En vanuit die hoek sprak Vincent - ook vanaf een stoel - ons toe. Volgend jaar graag een eenvoudige lessenaar voor beide sprekers, een microfoon, hand- en voetballers door elkaar en wellicht een beetje livemuziek. Dat zal de avond extra glans geven.

JUBILEA
Vincent kondigde het gouden jubileum aan. Dat was een verrassing. Ik ben overigens zelf twee jaar lid geweest van WHC. We deden toen met een handvol voetballers van WVV mee aan de zaalhandbalcompetitie. Ik zal er nog eens een stukje over schrijven op deze plek. Want het was een prettige bezigheid. Ik heb trouwens nog een pittig aandachtspunt voor Vincent in het jubileumjaar: hogerop met die dames. WHC speelt te laag. Kijk alleen eens naar het aantal leden van 212. Dat is veel in handbalkringen. Het eerste team moet veel hoger ballen. Jan meldde ook een jubileum. Hij kondigde het 80-jarige jubileum aan. Mooie gelegenheid om een overkapping te maken, zei Jan. ‘Dat past bij onze nieuwe status’, vond hij. (Ga dan niet op een stoel staan, zou ik derhalve willen zeggen). Er komt een fotoalbum, er wordt wat aan de kantine gedaan. Mooie plannen van Jan en zijn mannen, hoewel hij een voorbehoud maakte over de kosten van deze ideeën. Waarom ik een uurtje later toch met een minder goed gevoel terug naar Hengelo reed, had te maken met nog een nieuw plan tgv het 80-jarig bestaan. Er komen nieuwe shirts. Er is zelfs een commissie opgericht om nieuwe shirts te bedenken.

UNIEK
Ik hou heel erg mijn hart vast. Toen ik nog bij WVV voetbalde, moesten we ook ineens een ander shirt aanschaffen. Het werden groene shirts met twee gele strepen aan de zijkant. Ik vond het niks. Even later was er zelfs een shirt bedacht dat bijna helemaal geel was. Zie de foto hieronder van deze voormalige Wegdamse kanaries. Gelukkig was er in de jaren negentig een bestuur dat weer koos voor de groene shirts met de brede gele band. Dat is immers vanaf 1934 het handelsmerk van de club. Zo kent iedereen ons, dat is het uniform van de club, dat is ons unieke, zeldzame tenue. Bijna geen club heeft dit zelfde prachtige shirt. Bentelo, Bornerbroek, Grol, De Lutte, Hengelo, Rietmolen en vergeet Blauw Wit Holten niet en nog honderden clubs verderop in dit land en over de grens spelen allemaal in blauwe shirts en witte broek. Hoe origineel is dat. In één klasse hebben soms drie, vier clubs datzelfde shirt. Of rode shirts en witte broek; net zo afgezaagd.
Nee, WVV speelt in het oorspronkelijke groen en geel. Prachtig. Uniek. Nostalgisch ook. Detail: eventueel mag de brede, gele middenstrook wat smaller. En voor zo’n simpele correctie hoef je geen commissie te benoemen.

OEKAZE
Trainer Jeroen hoorde mij mopperen over de plannen voor het nieuwe shirt. ‘Ik moest eerst wel wennen aan deze kleuren’, zei hij, ‘maar ik vind ze nu heel mooi.’ Ook hij zwijmelt weg bij clubs die nooit tornen aan de kleuren en de kleurstelling van hun shirt. Neem Sportclub Enschede met dat fantastische zwarte shirt met de witte V. Jeroen heeft het tot zijn grote genoegen zelf ook gedragen.Ikzelf heb na mijn WVV-periode nog een paar jaar gevoetbald voor Longa’30 in mijn Lichtenvoordse tijd. Oranje shirt, witte V. Is nooit anders geweest. Ik heb het nog bewaard. Mijn boodschap (ik zeg: mijn oekaze) aan voorzitter Jan luidt dus: hef die commissie weer op en blijf van het shirt af.