Te Wierik: “We waren beter dan Feyenoord”


Heracles Almelo is er gisterenavond niet in geslaagd de volgende ronde van de beker te bereiken. De wedstrijd tegen Feyenoord eindigde na 120 minuten spelen in 1-1. De bezoekers waren vervolgens iets nauwkeuriger vanaf de strafschopstip: 5-6. Mike te Wierik: "We hadden zeker meer verdiend. We waren voetballend beter dan Feyenoord, maar helaas", vertelt de verdediger. Mike kwam een oude bekende tegen, Graziano Pelle. Na een confrontatie met Mike eerder dit seizoen kreeg de Italiaan de rode kaart. "Ik heb Pelle niet gesproken, we hebben elkaar de hand gegeven en dan is het goed", licht Mike toe. Over zijn eigen spel zegt hij: "Het ging goed. Ik heb goed verdedigd en initiatief genomen bij balbezit, dus hier kunnen we me verder. Als team ging het ook goed! We vonden steeds de vrije man op het middenveld en zo konden we de hele tijd doorvoetballen. Helaas hebben we de de man meer situatie niet kunnen uitbuiten." Mike mocht ook aanleggen voor een penalty, hij ramde de 4-4 achter doelman Mulder. Even later miste Rienstra waardoor het bekeravontuur van Heracles eindigde.



Heracles Almelo – Feyenoord 1-1 (1-1, 1-1) n.v, Feyenoord wns.
12.Graziano Pelle 0-1, 27.Bryan Linssen 1-1

Strafschoppenserie: Graziano Pelle 0-1, Kwame Quansah 1-1, Ruud Vormer 1-2, Mark Uth 2-2, John Goossens 2-3, Thomas Bruns 3-3, Joris Mathijsen 3-4, Mike te Wierik 4-4, Daryl Janmaat 4-5, Remko Pasveer 5-5, Jordy Clasie 5-6, Ben Rienstra gestopt. 

Rode kaart: Stefan de Vrij (2x geel)
Gele kaarten: Mark Uth, Thomas Bruns, Bruno Martins Indi, Jordy Clasie 

Heracles Almelo: Remko Pasveer, Mike te Wierik, Bart Schenkeveld, Jeroen Veldmate (63.Jens Jurn Streutker), Jason Davidson, Simon Cziommer (72.Thomas Bruns), Ben Rienstra, Illias Bel Hassani, Mikhail Rosheuvel, Mark Uth en Bryan Linssen (80.Kwame Quansah). 

Feyenoord: Erwin Mulder, Daryl Janmaat, Stefan de Vrij, Joris Mathijsen, Bruno Martins Indi, Jordy Clasie, Lex Immers, Tonny Vilhena (75.Ruud Vormer), Ruben Schaken (95.Sven van Beek), Graziano Pelle en Jean-Paul Boëtius (108.John Goossens).