Kleur Bekennen, tweede jaargang aflevering 57: Jelte Veldkamp

In het sporttenue (natúúrlijk) kwam deze vrolijke jongeman de vragen van dit interview beantwoorden. Niet iedereen kent hem persoonlijk, maar velen krijgen via de zijlijn wel zijn sportieve prestaties mee. Hij is zonder twijfel de beste tennisser van Hengevelde. De zevendejaars Atheneum student is geen stilzitter en pakt vrijwel alles met veel enthousiasme aan. Deze ‘Nollen-nazaat’ die juist een avondmens is, Jelte Veldkamp, bekent kleur.
Door Milou Wolterinck

NAAM
“Jelte Ivar Veldkamp. Geen idee waar mijn doopnaam vandaan komt, heb ik eigenlijk nooit gevraagd. “

GEBOREN
“In Hengelo, thuis op de bank, op 21 september 1999. Ik kwam heel vlot, heb ik me laten vertellen. Mijn moeder zat even te rusten en het volgende moment was ik er al.”

GETOGEN
“Ik heb tot en met mijn tweede jaar in Hengelo gewoond. Daarna zijn we naar Hengevelde verhuisd; we betrokken daar een nieuwe woning op plan De Witte 1. Ik weet niets meer van Hengelo, dus eigenlijk ben ik getogen in Hengevelde. Ik heb het fijn gehad in Hengevelde, hoewel ik niet direct veel heb gespeeld in Hengevelde. Ik deed dat denk ik toch wat minder dan leeftijdsgenoten. Ik keek weinig tv, vaak wist ik niet waar de vriendjes het over hadden. Ik was vooral bezig met sport. Ik weet nog heel goed dat ik 4 jaar en 7 maand was toen ik mocht afzwemmen voor mijn C-diploma in het Twentebad. Als ik mijn diploma had gehaald, mocht ik op tennis. En zo gebeurde het ook. Na een aantal privélessen van mijn tennisleraar Pascal Nijland ben ik op een gegeven moment bij Tennisclub Woolderes gaan tennissen. Mijn broer ging daar ook al naar toe. Daar op de tennisclub had ik (en heb ik nog) een groot sociaal leven. Het overgrote deel van de leden ken je wel.”

SCHOOL
“Na de basisschool ben ik direct naar het Twickel College in Hengelo gegaan. Elke dag op de fiets. Dat is meestal wel fijn, kan ik even lekker nadenken en fris worden. Maar soms is het ook vermoeiend als er tegenwind staat en ik er een hele dag met school en sporten op heb zitten.
Op Twickel heb ik het altijd wel leuk gevonden om naar school te gaan. Ik heb weinig dingen gehad met pesten, iedereen was wel heel vrij. Twickel is een school met weinig gedoe. Mensen doen niet zo moeilijk als je een keer wat fout doet. Docenten zijn ook wel relaxter, zijn minder op de regels. Ik vind dat wel goed, kun je je eigen weg een beetje gaan, je wordt er wel volwassener van denk ik. Op Twickel loopt zeker niet alles gesmeerd; de leerlingen noemen bijvoorbeeld een roosterfout dan ook ‘Dat is Twickel op z’n best’.
Afgelopen schooljaar heb ik het Atheneum examen gedaan. Ik ben helaas gezakt. Voor diverse vakken heb ik een punt te weinig gehaald. Allemaal net niet. Maar goed, ik wilde toch een tussenjaar doen. Het jaar over doen is dus geen ramp, maar wel balen. Ik wilde de tennislerarenopleiding gaan doen, één dag in de week, in Heerenveen. Ik zou die dan kunnen combineren met skilerarenopleiding. Die heeft mijn oudste broer ook gedaan. Door zijn coole verhalen hierover ben ik ook echt heel enthousiast geworden om deze opleiding te gaan doen. Om dat ik dus nu gezakt ben, zit ik voor het zevende jaar dus op Twickel. Ik ga dus nog wel even naar school en werk er wat bij.”

BEROEP
“Ik heb 1,5 jaar bij Nollen in de bakkerij gewerkt. In de weekend/nachtploeg. Ik ben daar net gestopt omwille van school en de vermoeidheid die het toch wel met zich meebrengt. Soms was ik echt op. Ik kreeg er echt een slechte weerstand van. Afgelopen vakantie heb ik bij het Twentebad gewerkt, in de horeca.
Welk beroep ik in de toekomst daadwerkelijk ga uitoefenen vind ik nu moeilijk te zeggen. Ik had altijd de ambitie om sportdocent te worden, maar ben wel aan het twijfelen. Er zijn niet veel vacatures. En je moet geluk hebben dat je bij een leuke school komt en een leuke werkomgeving hebt.
Ik word door meerdere mensen ook wel gestimuleerd om universiteit te gaan doen, de studie fysiotherapie bijvoorbeeld. Dat is zeker ook nog een optie. Ik wil graag een bezigheidsbaan hebben, iets te doen hebben. Ik wil graag mensen helpen ook. Ik wil `s avonds op de bank ploffen en denken: ik heb iets gedaan. En daarnaast wellicht dus nog tennisleraar worden, maar dat is meer iets voor er bij.”


VADER

“Edwin Veldkamp (52 jaar). Woonachtig in Hengelo. Hij heeft een eigen praktijk in Diepenheim als fysiotherapeut. Hij is gespecialiseerd in echo en manuele therapie. Het is een wijze vader, vind ik. Hij geeft mij vaak advies en hij weet goed hoe hij dat moet doen. Hij weet hoe ik in elkaar zit en hoe hij mij moet benaderen. Vind ik wel fijn, heb ik echt wat aan. Bijvoorbeeld: Als ik straks mijn rijbewijs haal, wil ik graag een brommer om mee naar het werk te rijden. Mijn moeder wil dat niet, vindt dat gevaarlijk. Mijn vader zegt dan: “Ik ben er geen voorstander van, maar ik snap je wel. Maar denk goed na over de nadelen”. Mijn vader laat me er over nadenken.
Mijn vader is ook heel sportief, fietst heel veel. Hij kan goed alleen zijn, maar houdt er zeker van om met goede vrienden af te spreken. Hij houdt van goede gesprekken, is niet van het oppervlakkige.”

MOEDER
“Mirjam Nollen (link naar haar Kleur Bekennen), dochter van. Zeer sportief, misschien nog wel meer dan mijn vader. Hardlopen, tennissen, fietsen, zwemtraining geven. Doet ze elke dag. Ze vent twee dagen in de week (heeft de ritten van mijn opa overgenomen) en werkt nog een dag als gymdocent op verschillende scholen in Goor. Ze is druk en heeft altijd veel te doen. Ze is een sterke moeder en staat altijd voor ons klaar. Vroeger ook al, dan was ze de chauffeur als wij naar onze sportclubs moesten worden gebracht. Zij was dan de chauffeur. Nu moeten wij vaak zelf ons vervoer regelen. Mijn zus en broers hebben hun rijbewijs, dus het is nu wel vechten om de auto haha.”

BROERS/ZUSSEN
“De oudste is Nils (23 jaar). Hij is nog bezig met zijn studie en hij werkt veel. Als mensen problemen krijgen op vakantie, een knie breken bijv. dan kunnen ze het bedrijf bellen waar hij voor werkt. Dan regelt hij de terugreis. Ik ben vergeten hoe dat bedrijf heet. Nils is niet perse de oudste qua doen en laten. Nils sport wel, maar meer om zijn buikje eraf te trainen. Vroeger heeft hij nog wel op hoog niveau gezwommen, totdat hij zijn arm brak. Hij woont in Deventer, heeft daar ook een vriendin. Nils kan heel goed om gaan met mensen, hele sociale jongen. Nils is mijn maatje, ik kan alles aan hem kwijt. Kunt ook leuk lachen met hem.
Dan komt mijn zus Sietske (22 jaar). Sindskort muziekdocent op het Twickel College. Ze is heel muzikaal, ze heeft hier bij Amuzant gezeten en speelt als heel lange tijd bij Apollo. En ze zit in Twentsch Jeugd Symfonie orkest. Ze bespeelt vooral klarinet maar ze heeft zich ook wel verdiept in saxofoon en piano. Ze studeert ook nog steeds door op klarinet op het Conservatorium. Ze moet drie uur per dag spelen, dus we worden weleens gek van dat ding thuis. Ze woont weer thuis sinds juni, daarvoor zat ze vier maand in Zweden voor school. Sietske is ook chaotisch, nog erger dan mijn moeder. Ze is altijd bezig, heeft altijd wat te doen. Ze is echt een perfectionist, ze doet echt heel erg haar best om het zo perfect mogelijk te doen. Vind ik echt heel knap. Sietske is veel aan het vrijetijdszwemmen, af en toe een wedstrijd. Eerder deed ze wel mee met de landelijke toppers. Ze heeft ook wel Nederlandse Kampioenschappen gezwommen.
De derde uit het gezin is Kars (20 jaar). Hij studeert Technische Geneeskunde in Enschede, aan de UT. Hij zit in het derde jaar nu. Hierna gaat hij zich ergens in specialiseren. Hij weet nog niet direct wel beroep hij wil gaan doen. Hij zwemt ook veel, vindt het fijn om te trainen en wedstrijden te doen. Hij is echt een sportfanaat, hij volgt alle sporten. Hij weet alles over sport. Ik denk dat ik hem een keer moet opgeven voor een sportquiz, gaat hij zeker winnen. Hij tennist in de zomer met mij. Kars is een rustig persoon, heel slim. Hij houdt van structuur en heeft een planning waar hij zich aan houdt. Hij kan met iedereen wel overweg. We zijn de laatste jaren wel wat meer naar elkaar toegegroeid, zijn qua leeftijd nu ook meer op een lijn. We kunnen elkaar wel veel zeggen. Hij heeft de meeste kennis en algemene kennis van ons allen. Het interesseert hem allemaal ook heel erg.”

PARTNER
“Hmm. Lastige vraag (mijn broers moeten waarschijnlijk nu heel hard lachen). Ik ga graag met meiden om, bijvoorbeeld omdat ze de zaken zo anders zien. Vind ik leuk. Maar ik heb dus op het moment geen vriendin.“

KINDEREN
“Geen. Ik wil later zeker wel kinderen. Geef ook wel training nu aan de kids, heb er wel een klik mee.”

PERSOONLIJKHEID
“Ik ben altijd de vredestichter in ons gezin. Maar dat komt omdat ik altijd de kleinste was. Ik heb al heel vroeg geaccepteerd dat ik niet kon winnen van de oudere drie. Ik ben denk ik wel de gemakkelijkste thuis. Ik ben de rustigste. Ik probeer gezeik te voorkomen.
Ik vind het leuk om met mensen om te gaan. Ik ben wel degene die meer op het begin afwachtend is. Ik kijk eerst even hoe mensen zijn, daarna kom ik wat losser. Dat heb ik nu bijvoorbeeld ook in mijn nieuwe klas. Ik moet me wel ergens thuis voelen, dan krijg ik wat meer praatjes.
Ik ben ook wel een twijfelkontje, denk ook veel over dingen na. Soms teveel en te lang (op de fiets bijvoorbeeld). De volgende dag ben ik dan weer wat frisser en dan lijkt dat plan dat ik op de fiets bedacht toch niet meer zo goed.”

WAT VINDEN JE VRIENDEN JE BESTE EIGENSCHAP?
“Mijn enthousiasme. Ik ben altijd blij. Ik kan leuke gesprekken voeren met ieder type mens. Ik kan ook altijd wel een beetje grapjes maken.”

ERGERNISSEN
“Ik kan slecht tegen onrecht. Ik wil echt dat mensen gelijk behandeld worden. Als dat niet gebeurt, op school bijvoorbeeld, kan ik daar heel boos om worden.
Ik kan ook slecht tegen chagrijnige mensen. Sommige mensen zijn dat zo vaak én lang. Mag best een keer, als je moe bent of zo, maar je kunt niet de hele week moe zijn. Jak, bah.”

WIE ZOU JE WELEENS DE WAARHEID WILLEN VERTELLEN?
“Misschien moet ik soms in de teams waarin ik speel, mezelf iets meer uiten en zeggen waar het op staat. Dat doe ik overigens wel als het fanatisme overheerst.”

WAT AAN MEZELF VERBETEREN
“Ik moet denk ik wat meer voor school doen. Daar heb ik dit jaar weer een nieuwe kans voor. Ik moet misschien ook wat meer keuzes maken, daarin ben ik net zoals mijn vader. Ik ging bijvoorbeeld met mijn vader op vakantie. En dan vroeg hij: wat wil je eten? Het maakte hem niet uit. Maar omdat ik zelf niet goed ben in het maken van keuzes, maakte het mij ook niet uit. Das wat lastige. Als je twee van die types bij elkaar hebt, kom je er niet uit.”

WANNEER EN WAAROVER LIEG JE?
“Dit hele interview hahahah. Ik lieg over op tijd thuis zijn (sh*t, leest mijn moeder dit?). Dan zeg ik dat ik mijn moeder heb wakker heb gemaakt bij het thuiskomen `s nachts, maar dat heb ik dan niet altijd gedaan.”

IN DE WERELD VERBETEREN
“Iedereen is heel egoïstisch. Er moet meer gedacht worden aan elkaar. En het haantjesgedrag vind ik heel erg. ‘Ik ben de beste’. Wat doet dat er nou toe? Als er oorlog is, gaan er zoveel mensen dood. Dat vind ik zoveel debiel. Natuurlijk vluchten mensen dan, bijvoorbeeld naar ons land. Daarmee hebben wij geen vluchtelingenprobleem, maar een oorlogprobleem. We moeten boos zijn op de leiders die de oorlog beginnen, niet op de vluchtelingen.”

WIE ZIJN JE HELDEN IN HET ECHTE LEVEN?
“Een prof-tennisser? Nee, het gaat er niet om dat je in de sport iets bereikt als je een held wilt zijn. Ik vind dit een moeilijke vraag. Er zijn meerdere mensen waar ik tegenop kijk in mijn directe omgeving. Ik vind het vooral erg goed als mensen heel positief in het leven staan.”

WAT IS JE MOOISTE JEUGDHERINNERING?
“Mijn tennisreis naar Denemarken waar we naar toe gingen om een toernooi te spelen. Ouders gingen niet mee, alleen wat trainers. We waren met een superleuke groep, iedereen enthousiast en serieus. Het was een fanatiek toernooi. De ervaring was supercool. De sfeer naast de baan was ook leuk.”
WAT IS VOOR JOU HET FIJNSTE MOMENT VAN DE DAG?
“Als ik `s avonds in mijn bed kruip. Ik ga pas naar bed als ik echt moe ben.”

WAAR HEB JE HET LAATST HEEL HARD OM GELACHTEN?
“Ik lach elke dag wel heel erg hard. Ik heb een vriend, en die kan alles grappig maken. Hij kan iets zeggen, dat is dan nog helemaal niet grappig. Maar met zijn hoofd en zijn stem erbij, is het ineens wel heel erg grappig. Hij snapt het dan zelf ook niet. Iedereen kan daar heel erg om lachen. Soms moet ik daar een kwartier om lachen.Twee andere vrienden van mij hebben dat ook.”

WELKE VERLEIDING KUN JE NIET WEERSTAAN?
“De kaneelcake van Nollen. We hebben wel veel restjes thuis altijd, anders wordt het toch weggegooid.”

FAVORIETEN
HOBBY'S
Sporten (tennis en frisbee). Ik vind het leuk om te gaan stappen. Als ik overige vrije tijd heb vind ik gamen ook leuk. Tennis doe ik zo’n drie keer in de week, maar ik doe ook nog wel toernooien. Mijn doel is om in het eerste van Woolderes te komen, dat is een mix team. Ik zit nu in het derde.

BOEK
“Donald Duck. Ik hou niet zo van lezen, heb het altijd een beetje vermeden, heb het nooit veel gedaan.”

MUZIEK 
“Hiphop, vind ik leuk. Luister het veel op Spotify bijvoorbeeld. Ik kan me wel verdiepen in heel veel verschillende soorten muziek. Als er maar sfeer hangt, is het leuk.”

ETEN
“Pannenkoeken gebakken door mijn moeder. 100%.”

LAND
“Heb geen favoriet land. Ik vind eigenlijk alles mooi. Geen duidelijke voorkeur.”

STAD
“Nee, ook geen voorkeur. Ik heb nog niet heel veel steden bezocht ook. Wel in Milaan geweest bijvoorbeeld toen ik 12 jaar was. Maar dan kijk je toch heel anders naar een stad als een volwassene, denk ik.”

DIER
“Pinguïn. Vind ik hele leuke beesten.”

POLITIEKE PARTIJ
“Met de kieswijzer kwam ik uit op GroenLinks. Dat advies heb ik toen ook opgevolgd nadat ik me er in verdiept had.”

TV PROGRAMMA
“Penoza. Zit aan de buis gekluisterd nu met het nieuwe seizoen.”

SPORT
“Tennis. Ja, blijft tennis.”

AUTO
“Ik denk een Audi TT. Vroeger heeft mijn vader mij daar fan van gemaakt.”

WAAR MOGEN WE JE 'S NACHTS VOOR WAKKER MAKEN
“Voor pannenkoeken. Ik houd altijd pannenkoekenwedstrijd met Kars. Wie wint verschilt per keer. Is altijd een close finish. We zitten meestal op 18 pannenkoeken die we op kunnen.”

TOEKOMST
“Ik wil nog graag veel beleven en veel nieuwe mensen leren kennen. Ik wil nu eerst nog een beetje sparen. Ik was niet van plan om in Hengevelde te blijven wonen. Om je kinderen te laten opgroeien, is het echt een geschikte locatie. Maar nu bindt mij niet echt iets hier.”

LEVENSMOTTO
“Zoveel mogelijk lachen, dat vind ik belangrijk.”

DILEMMA'S
Tennisclub Woolderes of WTC (Hengevelde)
“Woolderes, omdat ik daar heel veel personen heb waar ik veel mee om ga. Maar ik vind het hier op de tennisbanen ook heel gezellig hoor.”

Blondines of brunettes?
“Als je de haarkleur van mijn ex-vriendinnetjes bij elkaar optelt, is het toch overwegend bruin. Dus brunettes.”

Groen of geel?
“Geel. Groen vind ik helemaal geen mooie kleur.”

Thuis blijven of op vakantie?
“Op vakantie. Dingen doen, actief zijn, leuk.”

Bruin of wit brood?
“Ik vind wit brood lekkerder.”

Ochtendmens of avondmens?
“Avondmens, ben ik echt. Terwijl mijn familie natuurlijk ’s morgens al in de weer is. Thuis gaan ze ook naar de ochtendtrainingen. Maar mij niet gezien. Ik heb dat een tijdje gedaan, maar dat beviel mij niet. Vijf uur uit bed, zes uur zwemmen tot half 8. Das heftig. “

WAT WETEN WE NU NOG NIET VAN JOU?
“Leuk om te vertellen nog is dat ik in het frisbee team van Twickel zit. Ik ben nu als captain het team aan het runnen. Het is heel strategisch. Je hebt een veld met twee vakken. Het ene team moet dan met de frisbee proberen een punt te maken in het andere vak. Je speelt het gemengd. Vijf tegen vijf. Iedereen denkt dat het een campingsport is, terwijl het gewoon echt een zware sport is. Wij zijn Nederlands kampioen geworden vorig jaar. In Amerika is het de derde sport. Het is echt heel leuk om te doen. Zoek het maar eens op op YouTube.”