Kleur bekenner onderneemt: Leonie Assink

Nog net voor de jaarwisseling start een nieuwe variant van onze populaire rubriek ‘Kleur bekennen’. Het initiatief hiervoor lag bij ondernemersvereniging SIO en Wegdamnieuws. Het is de bedoeling dat door de interviews wij onze Hengeveldse ondernemers beter leren kennen.

Ze is een van de jonge zelfstandigen die Hengevelde rijk is. Als kind uit de familie Assink kreeg ze het ondernemerschap dan ook met de paplepel ingegoten. Na een aantal jaren loondienst in een totaal andere sector is ze tegenwoordig eigenaresse van Eetsalon Leo’s. Leonie Hassink – Assink (ja, toevallig hé), de actieve, gezellige dochter, vriendin én sinds kort moeder, bekent haar ondernemerskleur. Beeld door Saskia Wolbers, tekst door Milou Wolterinck 

Naam: Leonie Hassink – Assink (31 jaar)
Partner: Peter Hassink (31 jaar)
Kind(eren): Juliët, (bijna 6 maanden)
Vader/moeder: Alfons Assink en Gerda Assink – Pierik
Broers/zussen: Geert-Jan en Wouter Assink

Bedrijf: Eetsalon Leo’s
Startdatum: 1 juli 2014
Betekenis naam: “Iedereen noemt mij altijd ‘Leo’ en omdat mensen toch vaak namen van de ondernemers zelf gebruiken (patat van Jantje, speelgoed van Sjon, servies van Inge en keukens van Harry) leek het mij logisch mijn bijnaam te gebruiken. ‘Eetsalon’ komt voort uit mijn ambitie om meer te zijn dan een cafetaria.”
Voormalige locatie van: Snackbar De Kanderij (1987 - 2014) van Jan en Thea Assink. Daarvoor had de oom van mijn vader, Frans Assink, er een kruidenierswinkel.
Aantal uren aanwezig: "Dat is heel moeilijk in getallen uit te drukken. Ik ben 24/7 met mijn zaak bezig."
Aantal personeelsleden: 8
Zakelijke motto: ‘Als je van je hobby je werkt maakt, straal je dit ook uit’
Linken? www.LinkedIn.com/leonie-assink 

WAT WILDE JE ALS KIND WORDEN?
“Boerin of kok. In de vriendenboekjes noemde ik die beroepen. Een groot deel van mijn familie is ook in de agrarische sector actief, ik denk dat het daar vandaan komt. Ik vind dieren leuk. Kort nadat we aan de Goorsestraat kwamen wonen hebben we een hond genomen. Een Beagle, ze heet Holly. Toen Holly eens was weggelopen heeft mijn moeder haar gelokt met een frikandel, is Holly gek op, haha. En met ons trouwen hebben we een varken gekregen. We noemden haar Babe. Ze heeft 4 maanden in onze tuin geleefd. Toen ze eenmaal naar het slachthuis moest ontsnapte het beest nog aan Peter. Met een beetje drijven van mij kregen we haar wel te pakken.”

HOE BEN JE ONDERNEMER GEWORDEN?
“Ik heb altijd affiniteit met de horeca gehad. Als tiener ben ik begonnen met baantjes bij Bill’s Bar, Café Assink, De Bloemenbeek in De Lutte, de Marke. Vandaar ook dat ik er toen al achter kwam dat ik graag verder wilde in deze sector. Ik heb daarom de HBO-studie HTRO (Hoger Toeristisch en Recreatief Onderwijs) gedaan, op Saxion. Dit was echt iets voor mij. Ik heb tijdens en na mijn opleiding bij TUI gewerkt Daarna heb ik bijna twee jaar bij de Rabobank gewerkt, als adviseur particulieren. Dat lijkt compleet iets anders, maar de gastvrijheid die ik van nature heb meegekregen, kon ik ook erg goed toepassen bij de bank. Ik heb het er erg leuk gehad. Na een aantal jaar daar, kwam er toch iets anders op mijn pad… Ome Jan, mijn peetoom, zou 65 jaar worden en het was geen geheim dat hij ook weleens dacht aan wat meer vrije tijd. Het was op een dag dat ik bedacht dat het misschien wel wat voor mij zou zijn, een eigen onderneming. Of zogezegd, de zaak van ome Jan overnemen. Ik had per slot van rekening ook al bij mijn oom gewerkt in mijn jongere jaren en bovendien maakte ik er soms gekscherend een grapje over. Nadat ik het met Peter uitvoerig had besproken, legde ik mijn plannen aan mijn ouders voor. Zij waren verbazend enthousiast. Aansluitend. lichtte ik ook mijn broers in. Ze vonden het stuk voor stuk echt wat voor mij. Ik woonde destijds al een paar jaar in Diepenheim met Peter, maar hij vond ook dat ik het moest doen, als ik het echt wilde. Mijn ome Jan keek op van mijn idee, maar was blij verrast. Hij ging wat onderzoek doen en vertelde me korte tijd later dat het wat hem en Thea betreft allemaal door kon gaan. Er volgden natuurlijk wat zakelijk aangelegenheden, maar dit verliep allemaal prima. Op 2 juli 2014 kon ik daarom, na twee dagen hard pokkelen met vrienden en familie, mijn eigen zaak openen. In januari 2015 hebben we een grote verbouwing gedaan. In de tussentijd kon de verkoop van snacks en patat gewoon doorgaan omdat ik een tent en een mobiele frietkraam had gehuurd.”


Jan en Thea Assink bij het 25 jarig bestaan van de Kanderij

WAAR KOMT JE PASSIE VOOR DE HORECA VANDAAN?
“Ik ben er mee opgegroeid. Ik vind mensen leuk en interessant en ik hou bovendien van gezelligheid. Of ik passie heb voor de horeca weet ik niet direct. Ik vond koken altijd al erg leuk, maar kok worden ging me iets te ver. Omdat mijn vader boven de pannen stond bij Assink en mijn moeder ook gewoon werkte, heb ik ook thuis veel gekookt, al op jonge leeftijd.
We waren natuurlijk ook regelmatig in het café. Zo kreeg ik van het ondernemerschap veel mee. Ik snapte eerder nooit dat als we zaterdags terugkwamen van vakantie, mijn vader zondags alweer ging werken. Nu ik zelf ondernemer ben, snap ik dat heel goed. Misschien moet je niet, maar je wilt. Ik heb ontdekt dat ik dezelfde drive als mijn vader heb, passie voor het ondernemerschap. Ik vind het echt heel leuk.”

HOE SLUIT JE STUDIE AAN?
“Ik heb een opleiding gekozen waarmee je diverse kanten op kan. Ik wilde me destijds niet direct vastleggen, wilde liever in de praktijk kunnen kiezen. Ik kom er nu achter dat mijn opleiding prima aansluit op de banen die ik tot noch toe heb gehad en het werk dat ik nu heb. Niet perse de theorie, maar de competenties die me zijn bijgebracht. In combinatie met mijn karaktereigenschappen. Nu terugkijkend heb ik de juiste opleiding gekozen.”

Leonie hier samen met haar werkmaatje in kulturhus de Marke; Ellen Hartgerink

WELKE FUNCTIE HEB JE EN HOE GEEF JE DEZE VORM?
“Ik ben eigenaresse en daarmee ben ik eigenlijk een manusje van alles. Ik doe de inkoop, boekhouding, geef leiding, zorg voor de aankleding en maak schoon. Vaak en veel. Een belangrijk onderdeel is dat alles spik en span is. Je moet (en wilt zelf ook) voldoen aan de hygiëne regels. Ik doe praktisch alles, van A tot Z. Ik ben niet gewoon een patatbakker, ik heb heel diverse werkzaamheden. Dat maakt het werk ook leuk. En dat moet ook wel, ik moet zorgen dat ik al mijn lasten gedekt krijg. Ik moet goed draaien. Ik woon erbij, dat is ook niet voor niks. Ik maak veel uren, Ik ben ook aan het werk als je me niet ziet. Dan ben ik achter.
Wat ik in de eetsalon belangrijk vind is dat iedereen zich hier op z’n gemak voelt. Een zakenman, maar ook een kind. Ik ben geen restaurant, maar ook geen standaard snackbar. Ik heet niet voor niets eetsalon. Ik wil graag dat mensen het naar hun zin hebben. Ik heb hierover wel een duidelijke visie. Ik heb de afgelopen jaren gezien dat de traditionele snackbar verdwijnt. Daar moet ik in meegaan. Ik wil ook broodjes, een goed kopje koffie, een goed stukje vlees. Ik wil mensen kunnen verrassen. Je moet je onderscheiden en je moet kwaliteitsproducten hebben. Mensen moeten waar voor hun geld krijgen.”

WAT VIND JE HET VERSCHIL TUSSEN HET ZELFSTANDIG ONDERNEMERSCHAP EN IN LOONDIENST ZIJN?
“Niet eerder had ik echt een leidinggevende functie. Ik werkte wel in projecten en had een coördinerende rol, maar aansturing van personeel deed ik niet zozeer. Dat doe ik nu wel. Ons team bestaat met mij erbij uit 9 personen. Ik kan me goed inleven en voel snel als er iets niet in orde is. Ik ben niet bang om te vragen of te zeggen. Dat vond ik in het begin wel moeilijk, maar heb ik mettertijd geleerd. Ik hoor nu wel terug dat ik duidelijk ben, maar niet vervelend. Als eigenaresse heb ik mijn eigen kijk op het werk dat we doen. En ik mag daar ook over beslissen. Dat is echt anders voor mij dan toen ik in loondienst was.
Ik krijg nu veel meer voldoening van mijn werk. Ik heb een heel groot verantwoordelijkheidsgevoel en in grote bedrijven wordt dat niet altijd gezien. Of is dat gevoel wellicht in die mate niet nodig. Als ik bij een groot bedrijf 100% zou doen, zou dat niet direct opvallen omdat 50% misschien ook al wel goed was. Ik ben een controlfreak en wil graag alles goed doen. Nu ik dat voor mijn eigen zaak kan doen, geeft me dat een heel goed gevoel.”

WAT BETEKENT JE WERK VOOR JE?
“Ik wilde bijna zeggen ‘alles’, maar dat is eigenlijk niet waar. Het werk dat ik nu doe is leuk werk. Het voelt bijna als een hobby ,daardoor heb je niet in de gaten dat je zoveel werkt. Maar het werk is wel iets waar ik zonder zou kunnen. Niet alle ondernemers zullen dat hebben, maar er is meer dan alleen werken. Ik werk ook om me op de toekomst voor te bereiden, ik werk om te leven. Want wat als de toekomst niet komt?”

HOE BEWAAK JIJ DE BALANS TUSSEN WERK EN PRIVÉ?
“Dat is een hele goede vraag. Een kind en werk, dat is best een ding. In het begin had ik echt heel erg zoiets van: mijn kind is belangrijker dan mijn werk. In mijn hoofd was dat wel een strijd, want het werk ging door natuurlijk. Ik doe het dus stap voor stap. Ik wil dat het thuis goed loopt. Privé is wel de basis, want als het daar niet goed zit, gaat het op het werk ook niet lekker. Zo heb ik de afspraak met mezelf dat ik op dinsdag en donderdag niets inplan voor mijn werk. En in het weekend probeer ik ook een dagdeel vrij te zijn, zodat we wat met z’n drieën kunnen doen. Ik denk dat ik nu na een paar maanden, de balans beter heb gevonden. Werk staat wat dat betreft op twee.”

HOE ONTSPAN JE NA HET WERK?
“Ik ga heel graag naar de sauna, maar dat doe ik niet vaak genoeg. Verder hoop ik dat ik straks weer wat tijd krijg voor een teamsport. Lekker sporten en dan daarna een biertje in de kantine. Dat is super gezellig. Verder kijk ik graag films en wandel ik graag met de hond en Juliët. Op dinsdag ga ik vaak even langs mijn vader. Die heeft dan zijn opa-dag en past dan op 4 kinderen. Is altijd erg gezellig. Toevallig hebben ook veel van mijn vriendinnen vrij op dinsdag, dus we lunchen ook nog weleens samen. Winkelen vind ik ook leuk, maar dat heb ik al heel lang niet meer gedaan.
Het allerleukste vind ik toch wel op vakantie gaan, niet thuisblijven ook. Omdat we bij de eetsalon wonen ben je nooit vrij. Ik ga weg als ik echt even rust wil.”

HOE GA JE OM MET KRITIEK?
“Ik vind kritiek krijgen best moeilijk. Ik wil namelijk alles altijd heel goed doen, hoewel ik verstandelijk wel weet dat dat niet kan. Maar omdat ik met mensen werk, heb ik dat. Ik vind het dan ook best een ding als mensen kritiek hebben, ondanks dat ik hun opmerkingen erg waardeer en ervoor open sta. Ik analyseer het mogelijke probleem eerst en ga dan het hele proces na. Indien nodig verbeter ik het. Zo heb ik weleens dozen patat teruggestuurd. Dat is ook de reden dat ik elke dag een patatje proef; ik wil weten wat ik verkoop. Omdat we verse friet verkopen, heb ik met het weer te maken. Het heeft meer smaak, maar ik ben wel afhankelijk van de hoeveelheid regen die bijvoorbeeld afgelopen seizoen is gevallen. Je kunt het terugzien in de patat. Bijvoorbeeld een slechte suikerverdeling, meer pitten. Je moet gewoon constant opletten. Ik ga voor kwaliteit.”

HOE HOU JIJ JEZELF SCHERP?
“Ondanks dat ik kritiek lastig vind, vraag ik wel met regelmaat de mening van anderen. Ik kijk daarnaast ook wel naar collega’s en ik ben ook wel van de cijfers. Meten is weten hé. Ik vind het analyseren van die cijfers wel leuk. Daar kan ik wat mee.”

WAAR BEN JE ZAKELIJK TROTS OP?
“Oef, moeilijke vraag. Ik denk dat ik er trots op ben dat ik überhaupt deze stap heb genomen. Een sprong in het diepe. Ik ben ook trots op hoe mijn team en ik het doen.”

WAT VIND JE HET ALLERLEUKSTE AAN ONDERNEMEN?
“De verantwoordelijkheid vind ik het lastigste, maar ook zeker het leukste. Ik haal er de meeste voldoening uit. Contact met klanten vind ik ook geweldig. Ik vind dat ik een sociaal beroep heb. Wij moeten mensenmensen zijn. Ik knoop ook vaak een praatje aan. Ik kan daar echt geïnteresseerd naar luisteren, heb oprechte belangstelling. Ook kinderen die ik bijvoorbeeld een ijsje verkoop vind ik super leuk. Als ik ze dan tegen kom in de supermarkt snappen ze er niks van. Dan denken ze: ‘hey, die hoort toch bij de patat?’ Dat levert grappige situaties op.”

WELK ONDERDEEL VAN HET ONDERNEMERSCHAP IS MINDER LEUK?
“De rompslop eromheen. Neem bijvoorbeeld het vergelijken van energietarieven. Dat is zo niet interessant, maar ik moet het wel doen vind ik. Of vertegenwoordigers ontvangen, das ook geen hobby van me. Dan starten ze zo amicaal, hoewel ik het altijd koud contact vind.”

HOE GAAT HET IN JOUW VAKGEBIED?
“Heel veel mensen weten wel dat de crisis heel zwaar heeft getrokken aan de horeca. De zogenaamde ‘natte horeca’ heeft er de meeste last van gehad. Het uit eten gaan en afhalen werd echt minder. Gelukkig zit ik wat dat betreft in het lagere segment. Ikzelf ben pas na de crisis gestart, dus ik kan niet echt meten voor – tijdens – na. Wel weet ik dat het nu goed gaat, ik krijg het ook drukker. Ik weet niet of dat te wijten is aan de economie. Wel weet ik dat het altijd beter kan, het is een 9, nooit een 10. Ik ben gewoon heel fanatiek, dat zit er wel in.”

WAAR BEN JE NU MEE BEZIG?
“Ik ben al een tijdje bezig mezelf voor te bereiden op het ijsseizoen 2018. Ik wil meer dan voorheen klaar staan zo gauw de eerste mooie dag zich voordoet. De voorgaande jaren overviel me dat nog wel eens.”

De Kanderij, de voorloper van Eetsalon Leo's

WAT MOET EETSALON LEO’S NOG VERBETEREN?
“Ik wil nog graag het terras aanpakken. Meer sfeer creëren. Mooie tafels en stoelen aanschaffen, maar daar moet ik eerst voor sparen.
Ook ga ik kijken wat er mogelijk is in verse maaltijden. Op de horecava en via de vakbladen volg ik de trends en kijk ik wat we hier kunnen toepassen.
Verder wil ik de wensen van mijn klanten nog beter in beeld brengen. Wat loopt goed en wanneer? Ik wil daarin wel goed blijven kijken naar wat de andere horeca in ons dorp biedt. Ik vind dat je elkaar moet aanvullen en niet in mekaars vaarwater moet zitten. Ik wil op de wensen van gehele gezin kunnen inspelen. Kinderen hebben zin in patat en als moeder dan denkt dat ze dat niet heeft, wil ik haar een lekkere salade kunnen bieden.”

Lotte Goorden, over Leonie:
“Ik werk nu 3,5 jaar bij Leo’s. Wat ik er zo leuk aan vind is de afwisseling van werkzaamheden en dat je over een aantal dagen veel uur kunt maken. Het team van Leo’s is een erg jong team en super gezellig om mee te werken. Leonie is iemand die erg gedreven is en taken graag goed uitvoert. Ze is perfectionistisch en heeft een groot verantwoordelijkheidsgevoel. Tegelijkertijd geeft ze ons ook eigen verantwoordelijkheden en vertrouwt ze ons volkomen daarin. Voor het teamgevoel werkt dat erg goed.”

WAAR STAAT JE ONDERNEMING OVER 5 JAAR?
“Poeh, ik ben erg bezig in het nu, minder met de situatie over 5 jaar. Ik heb wel een visie, maar concrete veranderingen overzie ik nu nog niet direct. ‘Er moet nog heel wat water door de Regge’, zeggen ze dan toch? Ik denk dat de menukaart dan nog gevarieerder is, waardoor ik een grotere of zelfs nieuwe groep mensen kan aanspreken. Het lijkt mij bijvoorbeeld prachtig als meiden hier straks op ons terras een lekkere cupcake komen eten. En ik hoop dat ik het adres blijf ben waar je graag terugkomt, als toerist bijvoorbeeld.
Overigens, ik zal ook dan geen alcohol schenken. Dat wil ik echt niet. Ik ontvang hier ook veel chauffeurs…”

HOE NETWERK JE IN HENGEVELDE? HOE WERK JE SAMEN MET COLLEGA-ONDERNEMERS?
“Daar moet je tijd voor maken en dat doe ik op dit moment nog niet. Ik zit wel bij de NOVH. Dat is een netwerkclub van ondernemende vrouwen uit Hengevelde. Daarvanuit hebben we leuke bijeenkomsten. Over het algemeen vind ik het belangrijker om maatschappelijk betrokken te zijn dan te netwerken.”

WAT VIND JE VAN ONDERNEMERSVERENIGING SIO?
“Ik vind het heel leuk dat je met collega-ondernemers uit het dorp samenkomt, dat je een uitje hebt, een bedrijf bezoekt, dat je ziet hoe het bij een ander is. Ik vind dat SIO erg actief is. Denk aan de bloembakken, de verlichting. Heeft SIO allemaal geregeld. Hengevelde is heel goed in samenwerken. Bij de zomerfeesten, bij verenigingen. Velen zetten zich voor 200% in. En dat is bij SIO ook zo.”

FAVORIETE ONDERNEMER/BEDRIJF
“Tsja, ik heb voor heel veel mensen respect. Iedereen die een bedrijf heeft, neemt ook een heel groot risico en dat doen ze toch maar wel ‘even’. Maar als ik iemand zou moeten noemen… dan zeg ik Ans Varenbrink. Ze staat er nog altijd. Nu ze zonder Bernard (en Hennie) is, staat ze er nog steeds.. “

Het is al weer 25 jaar geleden dat de supermarkt van (oom) Frans Assink is omgeturnd tot snackbar, 25 april 2013.

MIS JE NOG EEN ONDERNEMING IN HENGEVELDE?
“Voor een dorp hebben we heel veel. Wie heeft dan nou op zo’n inwonersaantal? Ik mis eigenlijk niets.”

WELKE TIP WIL JE MENSEN MEEGEVEN DIE VOOR ZICHZELF WILLEN BEGINNEN?
“Weet goed wat je wilt en breng dat ook duidelijk in kaart. Ik doe dat zelf ook, ik ben best een chaoot in mijn hoofd. Als je terugkijkt én leest weet je soms weer goed waar het om draait.”

Alfons Assink over Leonie:
"Toen Leonie met het idee kwam zei ik al dat ze er helemaal geschikt voor is. En dat blijkt ook. Ze doet het hartstikke goed, vind ik en dat straalt ze ook uit. Ze vraagt weleens om advies maar heeft toch ook zelf een duidelijke visie en ze trekt echt haar eigen plan. Dat vind ik knap. Ze heeft een partner die achter haar staat, ook heel belangrijk vind ik. Zij en Peter zijn een goed team. Ik ben echt trots op ze.”

KORTE VRAGEN

Wat is je favoriete snack?
“Frikandel speciaal, zonder twijfel, mag je me `s nachts voor wakker maken. Ik eet het maximaal 1 keer in de week. Vaker mag niet van mezelf. Verder eet ik eigenlijk weinig snacks. Ook bij een filmpje eten we geen bitterballen of zo. Het is ook geen kwestie van simpel de ‘frituurpan aanslingeren’.”

Hoe bak je het beste patatje?
“Er zijn 10 gouden regels voor het bakken van patat. Maar, patat bak je op gevoel. Je moet kijken en luisteren. Daar moet je ervaring in krijgen.”

Hoe vernieuw je de menukaart?
“Ik ben wel van het familiesentiment, denk aan de Zundapp Schnitzel op mijn kaart. Maar ik luister ook naar mijn klanten. Zo hebben een aantal jongens hier de XXL frikandel op het menu gekregen. Iedereen met bepaalde wensen mag zich daarom zeker bij mij melden! Ik denk wel na over wat wel of niet kan. Een goede biefstuk bijvoorbeeld is hier moeilijk. Wij zijn geen koks en het bakken van de beste biefstuk is een vak apart. Ik kan nu garanties geven, dat kan ik voor de beste biefstuk nog niet.”

Wat is voor jou de drukste periode van het jaar?
“Afgelopen jaar was de drukste dag de zondag van het tweede zomerfeestweekend. Toen was de straat dicht. Het was onze drukste dag tot nu toe. Verder is drukte afhankelijk van de periode van het jaar, het weer, evenementen etc.

Na een intensieve verbouwing opende Eet- en IJssalon Leo's in Hengevelde opnieuw haar deuren, 29 januari 2015.

Heb je veel trouwe klanten?
“Ja, ik zie veel mensen regelmatig bij mij in de eetsalon. Omdat je ze vaker ziet, weet je wat ze bezighoudt en is een praatje zo gemaakt.”

Waar houden jouw klanten van?
“Met name van de frikandel. Ik verkoop er zo’n 400 per week. Patat is natuurlijk ook favoriet. Er gaat zo’n 250 – 300 kilo patat per week door. Mayonaise is de best verkochte saus. Ten aanzien van de ijsjes gaat de oublie met warme chocolade het meest hard.”

Hebben jouw klanten bepaalde eetgewoonten?
“Dat weet ik niet direct, maar wat ik wel heel bijzonder blijf vinden is dat klanten vaak een broodje bamischijf bestellen. Bami op brood, dat klinkt toch alleen al niet geweldig. En toch is het blijkbaar lekker! Met een klodder mayo er bovenop.”

Waarom sta je niet in de Cafetaria top 100?
“Je kunt tegen betaling jezelf opgeven en dat heb ik nog niet gedaan. Ik wil hier eerst nog veel ervaring op doen. Ik ben nu nog een beetje aan het pionieren. Als ik mezelf aanmeld wil ik ook eerst onderzoeken wat exact de objectiviteit van de ranglijst is.”

Hoe zorg jij voor goede kwaliteit van de producten die je verkoopt?
“Koop een product van goede kwaliteit en zorg dat deze ook goed wordt bereid. Dus controle controle controle en check check dubbel check. Soms heel irritant voor mijn personeel en ook voor mij, maar het zorgt er wel voor dat er een zo goed mogelijk product wordt verkocht. Naast de kwaliteit van producten is de kwaliteit van apparatuur en materiaal ook heel belangrijk voor mij. Ik heb bijvoorbeeld een hele goede ijsmachine. Het kost zeker 4 uur om dat ding in en uit elkaar te zetten, want het heeft onder andere wel 150 rubbertjes die elk op een eigen plek zitten. Maar de machine maakt wel de lekkerste ijsjes!”

Wanneer gaat Juliët haar eerste patatje proeven?
“Ik doe het nu al in de blender als groente hapje, haha. Nee. Geintje! Gewoon zodra ze vast voedsel mag hebben. Ze wordt vast en zeker helemaal gek op softijs, dat zal ze dan ook wel eerder proeven dan patat.”

Helpt je familie mee in de zaak?
Mijn vader is elke week bij mij om te helpen met het tuinterras en onze eigen tuin. Ook staat hij altijd klaar voor raad en daad. Ook vraag ik uiteraard ook mijn broers om hun mening, zij nemen geen blad voor hun mond en zullen altijd goudeerlijk zijn. En natuurlijk Peter, hij helpt met alle technische dingen die ik niet zelf kan, zoals sloten vervangen. Zorgen dat dingen weer gerepareerd worden etc. Ik waardeer alle hulp, in welke vorm dan ook, enorm.”

En dan de laatste vraag, de vraag die niemand durft te stellen: HOEVEEL VERDIEN JE?
“Ik ben altijd heel open en eerlijk, maar deze vraag beantwoord ik natuurlijk niet. Dat vind ik echt niet nodig. Op dit moment zet ik een minimum voor mijzelf opzij, want het verdiende geld gaat naar investeringen en het aflossen van schulden. Bovendien, wat maakt het een ander nou uit hoeveel geld ik verdien? Toen ik net begon vroegen mensen mij ook, heb je het gekocht of huur je het? Ik denk dan echt, waar komt die vraag vandaan…? Dat is toch totaal niet interessant om te weten. Ik heb die nieuwsgierigheid naar andere mensen toe in ieder geval niet. Doe wat je leuk vindt en verdien er voldoende geld mee, zodat je kan blijven doen wat je graag wilt doen.”