Carlijn Assink is geïnteresseerd in alles

Jonge Wegdammers slaan hun vleugels uit, u leest het op Wegdam Nieuws. Soms zitten ze nog op school en gaan tussendoor een half jaar op stage naar Australië of Amerika. Anderen gaan na het voltooien van hun opleiding op zoek naar een job in een Europees land of in Zuid-Amerika of Afrika. Mooi vind ik dat, die reislust. Verder kijken dan je neus lang is. Doen. Verbreed je horizon. Zoek ergens ter wereld je kansen. Neem Carlijn Assink. Ze is 26 jaar jong, is klaar met de studie, heeft nu een paar banen in het westen des lands, maar keek al uitvoerig rond in Frankrijk, Canada en Ecuador. En als het aan haar ligt, pakt ze zsm weer het vliegtuig. Daarover interviewde ik Carlijn en ook over een aantal andere zaken. 


‘ALS IK WEG BEN, MIS IK NIEMAND’


Carlijn in Qatar. Ze interviewt er namens de School voor Journalistiek een vrouw.

We spraken af in een gezellig café in haar woonplaats Utrecht. Ze was wat later, want Koning Willem Alexander was op bezoek bij haar voetbalclub, de vv Ardahanspor.  Zit Carlijn dan op voetbal? Ja dus. Sinds kort. 
‘Kun jij voetballen?’ vroeg ik.
‘Nee, dat niet. Bijna niemand van ons. We kennen elkaar van de School voor Journalistiek. Ardahanspor wilde graag een vrouwenelftal. Dus dat hebben ze nu. De koning kwam daar en ze vroegen of wij er dan in clubkleding bij wilden zijn. Dat wilden we wel, maar veel hebben we er niet aan gehad, want hij ging meteen naar binnen. En toen konden wij meteen weer gaan.’
Ze ziet er mooi uit. Ontspannen en zelfverzekerd. Carlijn werkt in Amsterdam bij RTV Noord-Holland waarvoor ze een programma maakt met de naam ‘Buurten’.  Ze zit er vier dagen op de redactie. Daarnaast is ze freelancer en schrijft oa wekelijks voor Straatnieuws, de daklozenkrant. ‘Ik maak het liefst human interest verhalen, mooie story’s over menselijke gevoelens, zorgen of problemen. Dat vind ik veel mooier dan artikelen over nieuws. Dat is flitsend, is meteen weer weg. Mensen laten vertellen, vind ik mooi. Sommigen ken ik twee minuten en ze vertellen me alles. Heerlijk vind ik dat’, glimlacht Carlijn. ‘Vorige week interviewde ik in het Dierenpark Amersfoort een tijgerverzorger voor een weekblad in die stad. Dat soort klussen vind ik mooi.’

KARAKTER
Ik hoorde dat je een echte doorzetter bent.
Carlijn: ‘Dat is zo. Vooral vroeger. Als ik iets wil, zal het ook gebeuren. Mijn vader is ook zo. En daardoor botsten we wel eens.’
Je bent ook sociaal?
‘Dat denk ik wel. Ik kan met iedereen overweg, ben niet bang om iemand aan te spreken en zelf word ik ook vaak aangesproken.’
Wat zijn andere karaktereigenschappen van je?
‘Ik ben eigenwijs. En chaotisch. Ik kan elke dag mijn sleutels kwijt zijn. Op mijn werk ben ik secuur, maar thuis niet. Verjaardagen vergeet ik meestal.’

Carlijn met een jeugdfoto van zichzelf.

STIEKEM
Carlijn is op 26 september 1989 geboren in het Gerardus Majella ziekenhuis in Hengelo. Ze had al een broer, Ard die vier jaar ouder is. Vader Jan werkte bij het toenmalige Dagblad Tubantia als acquisiteur, haar moeder Ria was verpleegkundige bij de thuiszorg. Het gezin woonde op de Hekkemansbeld. ‘Ik heb een heel fijne jeugd gehad, echt Hengevelds. Ik speelde als kind veel met de jongens uit de buurt, voetballen, boomhutten bouwen. Het was een veilige omgeving. Iedereen kent je. Na de basisschool ben ik mijn broer achterna gegaan naar het vmbo in Delden van het Twickelcollege. Daar dachten ze: “Daar heb je weer een Assink”. Ard had er de status van grapjas.’
Carlijn deed de derde en vierde klas in Hengelo. Elke dag fietste ze de zeventien kilometer heen en terug. Zomer en winter. ‘Dat was heel normaal. Ik was een jonge leerling. Met vijftien jaar was ik klaar en ben toen in Apeldoorn de opleiding ‘toerisme en recreatie’ gaan volgen.’
Ze vertelde al dat ze eigenwijs is. Als puber was Carlijn dat zeker. Ze vertelt het verhaal van een vriendje dat in de buurt van Utrecht woonde. ‘Ik ben er stiekem heengegaan. Mijn vader was er heel erg op tegen. Na twee dagen ben ik pas weer naar huis teruggegaan.’
De opleiding in Apeldoorn was het niet. Carlijn wilde de verzorging in, zoals veel familieleden van haar ook doen en deden. Maar ook daar zag ze geen toekomst in. Toen ze klaar was op het MBO ging ze naar de open dag van de School voor Journalistiek in Utrecht en schreef zich daar in. In 2013 was ze klaar met deze opleiding. Ze studeerde af op de afdeling televisie, maar vindt schrijven ook interessant. ‘De MBO ging me gemakkelijk af. Daarna beviel de School voor Journalistiek me beter. De opleiding is heel divers. Je leert er veel. Ik heb altijd al veel interesses gehad. Daardoor had ik ook allerlei bijbaantjes. Omdat ik zoveel dingen leuk vind. Je steekt overal wat op.’


De kleine Carlijn en haar moeder Ria.

RIA
Haar naam is intussen gevallen. Ria, de moeder van Carlijn. Ze overleed in 2002 aan kanker. Carlijn was 12 jaar. Hoe heeft ze die droevige tijd beleefd? ‘In een soort waas. Mijn moeder kreeg op 11 september 2001 te horen dat ze een tumor had. In mei 2002 overleed ze. Ik vond het naar om te zien als we in het ziekenhuis bij haar waren. Ik heb het een beetje weggedrukt, denk ik. Van mijn twaalfde tot vijftiende ging alles gewoon door. Toen ik op mijn vijftiende een vriendje kreeg, besefte ik dat ik haar heel erg miste. Thuis deed ik de was, ik kookte, maar mijn tantes hielpen ook veel. Elke vrijdag aten we bij Alda en Jan in Markvelde. De tantes namen de moederrol deels over. Soms zei een vriendinnetje wel eens dat haar moeder het eten niet op tijd klaar had gehad. Dan dacht ik: “Wat zeik je nou”. Met mijn vader en mijn broer sprak ik er zelden over en zeker niet over onze emoties. Het was gewoon zo. Iedereen had zijn druktes en ging weer verder. Ik praatte er eigenlijk zelf ook niet graag over. Later met mijn toenmalige vrienden wel.’

Was het leven in jullie gezin heel anders als je de tijd voor en na haar overlijden met elkaar vergelijkt?
‘Het verschil was groot. Mijn moeder hield het bij elkaar. Ze regelde alles. Ze werkte parttime, zodat ze er bijvoorbeeld altijd was als je uit school kwam. Mijn vader moest ons na haar overlijden opvangen, maar hij werkte ook veel. Hij deed zijn uiterste best, maar  kon natuurlijk mijn moeder niet vervangen. Daardoor hadden we het wel eens moeilijk met elkaar. Nu we ouder zijn, gaat het weer goed tussen ons. Ik was vroeger af een toe een vervelend kreng. Mijn vader moest ermee dealen dat ik het hem soms nogal moeilijk heb gemaakt. Ook Ard was niet altijd de gemakkelijkste. We hadden vroeger nog wel eens ruzie. We zijn verschillende persoonlijkheden. Dan konden we elkaar niet uitstaan. Nu is dat voorbij.’


Recente foto van Carlijn met vader en broer.

Je wilde al op jonge leeftijd weg uit Hengevelde. Waarom?
‘Dat klopt, maar Hengevelde is zeker een fijn dorp. Als ik er ben, ervaar ik de gezelligheid. Maar ik vind het niet prettig dat de sociale controle er zo groot is. He’j t al eheurd? Dat soort gedoe. Ik ga soms terug en dan is het er gemoedelijk, maar hier in Utrecht is het leven lekker anoniem. Ik hoef niemand iets uit te leggen. Maar ik zie mezelf ook wel ooit teruggaan naar Hengevelde. Het is mijn dorp, is mijn basis. Je kent er iedereen. De mensen zijn geïnteresseerd. Eigenlijk heeft het zijn voors en zijn tegens.’


Ecuador. Carlijn doet vrijwilligerswerk op een school.

Je zat op school en maakte tussendoor verre reizen. Vanwaar die drang?
‘Ik ben geïnteresseerd in alles. Het liefst zou ik de hele wereld overgaan. Dan zou ik naar mensen luisteren, zou ik verhalen willen horen uit andere landen. Ik zou best graag in een ander deel van de wereld willen leven en daar gewoon meedoen, hoewel je als blonde jongedame ook op moet passen. Ard en ik waren vorig jaar een paar maanden in Ecuador. We deden eerst vrijwilligerswerk in een school, ergens buitenaf. Ik gaf Engels, Ard hielp mee met de bouw van een vrijwilligershuis. Je kon er wel douchen, maar het water was er steenkoud. Voor er een nieuwe gasfles was, waren er twee weken voorbij gegaan. We sliepen in stapelbedden. Soms kwam het ongedierte de slaapkamer binnen. Op een dag zat er een kip op Ards bed. Dat was allemaal gewoon daar. Je beseft dan dat wij hier om het minste of geringste al lopen te klagen. Als je laptop het niet doet of als er een lampje kapot is. Ik hoor mensen klagen over het vluchtelingenprobleem. Ze willen niet zien hoe slecht de omstandigheden zijn waarin sommige mensen moeten leven. Ze hebben geen open blik. Die mensen in Ecuador waren heel tevreden. Er was geen internet, geen tv en niemand miste het. Wij ook niet. Ik vond het daar supermooi en heb er veel geleerd. We zijn drie maand weggeweest.’


Met Ard in de jungle van Ecuador.

‘Na de vijf weken vrijwilligerswerk zijn we een week de jungle in gegaan. Daarna gingen we apart verder. Dat was ook mooi en dat wilde ik ook. We zijn beide heel verschillend, ik heb het al gezegd. Toch was het met ons tweeën ook heel gezellig. Ik ben nog in Peru geweest, heb de Spaanse taal beter kunnen oppikken, dus al met al was het een prachtige ervaring.’

STAGE
Eerder was je toch ook al een tijdje in Frankrijk en Canada?
‘Toen ik 18 was, heb ik voor de opleiding ‘recreatie en toerisme’ een half jaar stage gelopen bij een bungalowpark in Cap d’Adge aan de Franse Riviera.  Daar heb ik redelijk Frans leren praten. In 2011 heb ik een minor gedaan in Ottawa, de hoofdstad van Canada. Daar heeft men de beste journalistieke opleiding van het land. Ik wilde er verschillende vakken doen, want ik vind alles leuk, zoals altijd. Eigenlijk heb ik er alleen maar filmvakken gevolgd. Intussen heb ik toen veel van Canada gezien. We waren met een grote groep studenten, ook uit Frankrijk, Spanje en Engeland. Soms gingen we met de hele groep ergens heen, soms met een kleiner groepje. Toen ik daar klaar was, ben ik nog een paar weken naar de Verenigde Staten gegaan. Naar Boston en New York. Mijn vader en oom kwamen daar toen ook. Heel leuk allemaal.’

Ver van huis zijn, bevalt dat?
‘Ja. Ik mis niemand als ik weg ben. Soms ben ik dan van de radar, dan laat ik dagen niks van me horen. Ik mis niet gauw mensen. Maar als ik dan weer thuis ben, is het ook goed. Dat vind ik dan ook wel weer prettig.’


Carlijn en Iason op vakantie in Griekenland.

De bereisde Carlijn is nu even niet op weg naar een ver land. Ze heeft in Utrecht een aangenaam leventje met haar vriend Iason. Hij is half Grieks en half Nederlands. Zijn ouders zijn gescheiden, zijn moeder woont in Goor. Af en toe gaat ze naar Hengevelde, maar kan tegenwoordig door de verhuizing van vader Jan - die met zijn vriendin Ina in Wierden is gaan wonen -  niet meer in haar ouderlijk huis terecht. Het is verkocht. Ze logeert dan bij haar vriendin Karen Eshuis. Het grootste deel van de week echter is Carlijn aan het werk als journalist. Hoe kijkt ze beroepsmatig tegen de wereld aan? Wat vindt ze bijvoorbeeld van de economische crisis waarin Nederland verzeild raakte? 
‘Het is jammer dat veel jonge mensen momenteel niet aan de bak komen. Dat zijn juist vaak de mensen die creatief waren toen ze niet gemakkelijk aan een baan konden komen. Ze zijn flexibel, hoeven niet per se 40 uur bij hetzelfde bedrijf te werken. Maar deze generatie kan dat niet omdat er weinig werk is, zeker in de randstad.’

KANS
Wat vind jij van de vluchtelingenproblematiek?

‘Dat is lastig. Ik zie het van beide kanten. deze gigantische stroom mensen uit het Midden-Oosten of Afrika brengt ook veel problemen met zich mee. Dat snap ik.  Maar ik vind ook dat we ze een kans moeten geven op een beter leven. Dat moeten we wel proberen, ik zou het zelf ook doen. Ze worden van sporthal naar sporthal gesleurd. Zou jij dat doen? Ik heb een aantal van die vluchtelingen geïnterviewd die vreselijke dingen hebben meegemaakt. En dan moeten ze soms hier nog heel wat jaren rondhangen voor ze verder kunnen. Wij Nederlanders moeten daar niet zoveel over klagen. Wie heeft daar nou last van? Ik snap dat sommige mensen bang zijn. Maar probeer je eens in te leven in hen.’

GEEN PLANNER
Hoe ziet het leven van de blonde Utrechtse eruit in 2025? Kijkt ze verder vooruit? Dat is de slotvraag van het gesprek. Ze heeft geen idee. ‘Ik ben geen planner’, lacht ze verlegen. ‘Of ik dan ergens gezellig met Iason woon? Dat weet ik niet. Ik vind het nu fijn om bij hem te zijn. Ik zou ook graag met hem op reis gaan. Maar ik kijk niet ver vooruit, zie wel hoe het loopt. Sommige vriendinnen van mij weten nu al hoe hun toekomst eruit ziet, dat ze kinderen willen en zo voort. Ik ben daar niet zo van.’

  


Op stage in Frankrijk namens de opleiding ‘Toerisme en Recreatie’.


Carlijn met haar vriendinnen Marlou Arkink, Marion Pelle, Nienke Assink, Muriël Groothold, Esther Keuper en Kirsten Katier.

 Broer en zus