Rob Prenger werkt al 37 jaar met veel plezier in Hengevelde

Het is 1996. Rob Prenger doet sinds 1980 zijn werk als fysiotherapeut in het wit-gelekruisgebouw aan de Diepenheimsestraat, maar wil een andere locatie. Eigenlijk wil hij op het terrein van de familie Veehof een nieuwe praktijk bouwen. Maar een van zijn patiënten hoort dat. Hij is lid van het kerkbestuur en geeft Rob de tip om de pastorie te huren. Mooi huis met grote tuin, centraal in het dorp, parkeergelegenheid, prachtige ruimtes; wat wil een fysiotherapeut nog meer. Maar Rob zegt ‘nee’. De patiënt oppert korte tijd later nog eens de optie om de pastorie om te bouwen tot praktijkruimte. Hij neemt een bevriende architect mee om te bekijken wat en hoe het gebouw verbouwd zou kunnen worden. Hij ziet de mogelijkheden en de uitdaging en hij doet het. En kijk anno 2016 eens wat ervan geworden is. Een multifunctioneel gebouw waar voortdurend mensen uit de regio in- en uitlopen.

Met een beetje fantasie is er eigenlijk niet veel veranderd. Vroeger kwam er mensen op bezoek om de pastoor of kapelaan te spreken, om iets af te geven of iets anders. In die grote pastorie woonden toen drie à vier mensen, de pastoor, de kapelaan en een paar huishoudsters. Nu werken er tien mensen die op hun beurt ook mensen ontvangen om ze voort te helpen. Op het filmpje in het halletje komen de verschillende disciplines van de Fysiotherapie Hof van Twente een voor een voorbij. Ik zie iemand die naalden in een lichaam steekt, een manueel therapeut buigt zich over een mannenlijf en een paar kromme teennagels worden bijgevijld. Wat gebeurt er een boel in de voormalige pastorie.Fit to Function, podoloog, pedicure, osteopathie, logopedie, diëtist en voedingspraktijk, een trainingsbedrijfje en natuurlijk de fysiotherapie verzorgd door Rob en drie collega’s.

Rob doet een korte rondleiding, wijst op de bel die nog altijd in de gang op de muur zit, waarmee de pastoor vroeger zijn huishoudster belde om koffie te bestellen of dergelijke. ‘Het is een ideale plek. Ik heb er geen seconde spijt van gehad’, zegt Rob. ‘Het is een soort bijenkorf gebleven. Vroeger liepen hier de mensen in en uit en nu gebeurt het nog steeds. Het secretariaat van het kerkbestuur heeft hier nog steeds een ruimte en verder huizen hier dus allerlei verschillende samenwerkingsverbanden op gebied van zorg. Verschillende mensen komen hier ook voor een praatje. Soms zijn ze twintig minuten te vroeg. Het sociale karakter van de pastorie is gebleven. Het is een goeie plek. Kijk eens naar de monumentale bomen die eromheen staan. Iemand zei me eens dat van deze plek enorm veel positieve energie uitgaat. Dat geloof ik ook.’

DOKTER BOOIJINK
Hij heeft dokter Booijink nog net meegemaakt en bewaart een buitengewoon dierbare herinnering aan de dorpsdokter die de patiënten het liefst in het Twents aansprak. ‘Daags voor zijn overlijden op 23 maart in 1980 stond ik bij hem aan het bed om hem nog wat verlichting te brengen. De dokter keek mij aan en fluisterde: “Ie bin nich good te pas, Rob”. En dat klopte. Ik had keelpijn en had de boel een beetje vastzitten. Dat had de dokter goed gezien. Dan heb je dus wel te maken met een echte huisarts.’ Rob was destijds werkzaam bij Veendorp in Delden, die een dependance begon in Hengevelde en hem vroeg daar twee dagen per week te willen gaan werken. Zo is zijn Hengeveldse loopbaan begonnen, waarna Booijinks opvolger Schildkamp hem vervolgens stimuleerde in Hengevelde te blijven. Dat was 1980. Ruim 36 jaar later is de eenmanspost uitgegroeid tot een volwaardig verzorgend en dienstverlenend bedrijf dat ook nog een vestiging heeft in Bentelo, het dorp waar Rob woont.

VERHUIZEN
Robert Frank Prenger is op 1 oktober 1955 geboren in Enschede, maar zes weken later woonde hij met zijn ouders in Rotterdam Overschie. Daar groeide hij op. Omdat Robs vader Gerrit bij de belastingdienst werkte en daar af en toe promotie maakte, moest er wel eens verhuisd worden. Rob was acht toen zijn ouders weer naar Enschede gingen. Daar maakte hij de lagere school af en verkaste met zijn broer en ouders naar Meppel. Vier later was Hengelo de thuisbasis van de familie. Rob maakte de middelbare school af op de Bataafse Kamp. In 1974 begon Rob op de opleiding voor fysiotherapeut en ging samenwonen in Enschede. In 1977 stierf zijn vader na een lang ziekbed. In ’79 slaagde hij voor de opleiding en kocht een huis in Hengelo aan de Bornsestraat. Hij kreeg een baan bij fysiotherapeut Veendorp in Delden en die had – zoals al gemeld – een dependance in Hengevelde. ‘Ik ben opgegroeid in een warm nest en kan terugkijken op een fantastische jeugd’, zegt Rob.

LOSLATEN
Zijn moeder Corrie was secretaresse. Ze komt uit Enschede en is opgegroeid in de wijk achter het Pathmos. Ze was van gereformeerde afkomst. Vader die inspecteur was bij de rijksbelastingdienst, was atheïst. Robs broer Edwin is vier jaar jonger. Hij woont in Losser. Hij is beroepsmilitair geworden bij de luchtmacht en werkte overal ter wereld. Op enig moment was hij boventallig. Hij werkt nu bij Aveleijn als begeleider van een woongroep. ‘Mijn ouders waren niet streng. We hadden een makkelijk gezin. Het vele verhuizen heeft als nadeel dat je als kind steeds weer je vriendjes moet loslaten. Maar ik kon altijd gemakkelijk weer nieuwe contacten leggen en dat zie ik als een positief punt. Het moment is niet leuk, later valt het meestal mee.’


Rob een zijn gezin op vakantie in Frankrijk. Nog altijd kampeert hij tijdens vakanties.

Rob is getrouwd met Margaret. Ze is pianodocente. Ze hebben twee zonen. Floris is 33 jaar. Hij is journalist en woont in Amsterdam. Hij werkt bij WNL en stapt binnenkort over naar Eén Vandaag. Sebastiaan is 28 en woont in Groningen. Hij heeft een job in de ICT. Opa en oma zijn ze nog niet. ‘Maar we hopen vurig dat we dat gaan meemaken.’

SOCIALE VAARDIGHEDEN
‘Waarom ik voor fysiotherapie koos? Tja, ik wist het eigenlijk niet. Ik schreef me in op de pabo, op de aki, op de sociale academie en op de opleiding voor fysiotherapie. Deze laatste optie kwam in beeld omdat de vader van mijn buurjongen dat vak uitoefende. Daar gingen de mensen op krukken naar binnen en na verloop van tijd zag ik ze zonder krukken weer weggaan. Dat vond ik interessant. Ik werd op alle vier aangenomen en heb voor fysiotherapie gekozen. Ik heb er nog geen seconde spijt van gehad. Het pedagogische element zit ook nog steeds in mij, want ik geef al jaren les aan fysiotherapeuten en sociale werkvoorzieningen en alles wat ertussen zit.’
Dat ook de sociale academie in beeld was, vindt Rob ook bij zijn persoon passen. ‘Het past in mijn mensvisie. Het is heel fijn om met mensen te communiceren. Ik heb het gevoel dat ik ook wel eens over mezelf wil vertellen. Dan heb je eerder een klik met de patiënt. Het komt het genezingsproces ten goede, zeker als de problematiek gecompliceerd is. Ik heb de collega’s daarop ook geselecteerd . Alleen hun skills zijn niet voldoende. De sociale vaardigheden zijn ook belangrijk.’


Rob poseert bij zijn Saab, waarmee hij rally's rijdt. Sinds 1979 rijdt hij dit type auto.

VERSCHIL
Al 37 jaar is Rob fysiotherapeut en maakte hij mee hoe het vak veranderd is in de loop der jaren. ‘Ik ben opgeleid in de tijd dat fysio’s geen wetenschappelijk onderzoek deden. Tegenwoordig passen we pas iets toe als als het effect ervan bewezen is’, geeft Rob het verschil aan tussen toen en nu. ‘In 1980 masseerden we veel meer. Dat was mij zo geleerd. Nu masseer ik nooit meer en geloof ik in het zelf genezende vermogen van mensen. Manuele therapie pas ik wel toe.’
Rob hekelt de administratieve rompslomp die een fysiotherapeut tegenwoordig moet verwerken. ‘Dat is in bijna elk vakgebied aan de orde, maar ik lijd er niet onder. Het is je reinste flauwekul. We zijn stiekem slaven geworden van de steeds machtiger wordende zorgverzekeraars. Ze denken aan behandelgemiddelden en niet aan kwaliteit.’
Nog een ander verschil tussen toen en nu is duidelijk zichtbaar in de praktijk van Rob. Hij begon alleen en heeft intussen een hele batterij aan mensen uit zijn vakgebied of annex aan zijn vakgebied om zich heen. ‘Dat is de nieuwe uitdaging, daar hou ik van. Ik ben breed bezig hier, vier fysio’s, een osteopaat, podoloog, pedicure, ergotherapeut, diëtiste, buurtzorg. Al die collega’s zijn autonoom. Ze huren hier hun plek. De lijntjes zijn daardoor kort. We prikkelen elkaar en vullen elkaar aan. Samen kunnen we veel ‘kunstjes’. Het doel is de mensen van de klachten af te helpen.’

BENNIE
Eind juni overleed Bennie Hummelink. Een overvolle kerk nam op waardige wijze afscheid van de sportman. Rob hield een bezielde toespraak. Hij heeft nog een ander bedrijf dan de reeds genoemde, het beweegpunt Hof van Twente dat vanaf het moment dat door Bennie werd gerund vanaf het moment dat hij in de vut ging. ‘Hij deed dat altijd goed en verantwoord’, zegt Rob. ‘Ik praatte vaak met Bennie als hij hier was en heb toen de ruimte gehuurd onder de kantine van WVV. Bennie werd daar trainer en hij was ook een beetje een manager. Hij belde achter mensen aan als ze een keer niet kwamen en was altijd heel actief. Hij was een belangrijke schakelfiguur. Jan Schoneveld neemt het nu over.’

<<Robs vrouw Margaret en de beide zonen Floris (links) en Sebastian.

HENGEVELDE
Sinds 1980 is Rob steeds meer Hengeveldenaar geworden, maar hij woont er niet. de ontwikkelingen in het dorp vind hij heel goed. ‘Ik heb me er altijd enorm thuis gevoeld. Ik ben nog te koop geweest op het huis van meester Roorda, maar zag op tegen de verbouwing. Het is een mooi huis, maar ik ben daarna in Bentelo terechtgekomen. Dat is een iets kleiner, iets intiemer dorp. Qua karakter verschilt het niet veel. Ik voel me happy in Bentelo. We reizen veel, maar vinden het altijd fijn om er terug te zijn. Ik kom regelmatig in Amsterdam en heb ook wel dat grootsteedse gevoel, maar woon toch liever in een dorp. Ik heb in Bentelo overigens ook een praktijk, maar ervaar geen verschil tussen de mensen daar en hier. Ik vind dat Hengevelde steeds meer een echt dorp is geworden. Eerst bestond het dorp alleen uit de Goorsestraat. De ontwikkeling die daarna is ontstaan, is op een mooie manier gerealiseerd. Het dorp heeft zich goed uitgebreid. Je kunt hier tot op hoge leeftijd zelfstandig blijven wonen. Daar moet je zuinig op zijn. De infrastructuur is goed. Je hebt een dokter, een supermarkt, winkels als Rotink, Nollen en Jon, de cafés, de restaurants. Enzovoort. Dat is prima. Je kunt voor veel producten bij lokale ondernemers terecht.’

Koken is een van de hobby's van Rob. Elke tweede dinsdag van de maand creëert hij met zijn kompanen allerhande lekkernijen bij de 'cuisine', hun kookstudio in Enschede.  Andere hobby's  van hem zijn stripboeken, reizen en lezen.