‘Het is mooi geweest’, zegt Paul Wegdam (63). Hij stopt met voetbal

Misschien was hij de beste voetballer van WVV ooit. Kenners beweren dat. Misschien was hij ook wel de speler die het groengele shirt het vaakst heeft gedragen. Paul Wegdam (63) heeft onlangs toen het seizoen 2017-2018 ten einde liep, zijn schoenen definitief aan de wilgen gehangen. In totaal was hij officieel vijftig seizoenen actief bij WVV plus nog drie jaar bij Hengelo. ‘Het is mooi zo, dacht ik. Ik had best wel even moeite met de laatste minuten van mijn voetballoopbaan, maar het is goed zo. Ik stop ermee’, zei hij.
Een interview met de wijd en zijd bekende Wegdammer Wegdam; voetballer, maar ook trainer, entertainer, sociaal werker en echtgenoot.

 

NOOIT KAMPIOEN MET WVV 1

 

Wie aan Paul Wegdam denkt als voetballer van WVV, denkt aan een technisch begaafde, sportieve speler die seizoen na seizoen bleef doen wat hij zo graag deed: voetballen. Tot zijn 37ste was hij speler van het eerste elftal. Met een onderbreking van drie jaar bij het destijds nog in de eerste klasse spelende HVV Hengelo, heeft hij dus een seizoen of achttien in het eerste gespeeld en als je dan met hem daarop terugblikt, noemt hij vrijwel meteen dat hij nooit kampioen geweest is met WVV 1. ‘Dat is een klein smetje op mijn loopbaan bij de club’, zegt hij met spijt in zijn stem. ‘Het is me nooit gelukt en dat vind ik jammer. Toen ik 37 was, voelde ik wel aan dat het niet meer ging gebeuren en ben ik lager gaan spelen. Later, toen ik bestuurslid was of invallend verzorger, ben ik wel betrokken geweest bij enkele kampioenschappen. Maar zelf, nee. Nooit.’
MET WVV 3 WEL
Kampioen worden, dat is wat je wilt. Daarvoor doe je aan een prestatiesport. Paul werd het meerdere keren in de jeugd, maar in de hoofdmacht lukte het niet. Met WVV 3 kreeg hij vervolgens wel een beetje genoegdoening door ongeslagen kampioen te worden in Borne  door een 1-0 overwinning met hemzelf als doelpuntenmaker, maar ook daarna zat het weer niet mee. ‘Ik speelde in het zevende, we werden kampioen, maar ik was geblesseerd. Met WVV 8 werd ik ook kampioen en was ik ook toen net weer geblesseerd.’ Hij maakt zich er zoveel jaar later nog steeds sappel over. Het tekent de sportman in hem.
Niettemin is het aantal blessures bij Paul in die lange loopbaan beperkt gebleven. ‘Daar ben ik dankbaar voor. Een paar keer een binnenmeniscusoperatie. Dat ging altijd goed. Als ik nu zo’n kruisbandblessure zie, zoals bij Hammoudi, dan gaan de rillingen door mijn lijf.’
STOPPEN
Ondanks je 63 jaar, oog je fit. ‘Dat er zes stoppen van onze groep plus twee leiders. Dat is een groot aantal. En er waren er eerder al meer gestopt. Leeftijdsgenoten waren er sowieso al niet meer. Jongens die een jaar of tien jonger zijn dan ik, stoppen ook steeds vaker. Er komen jonge gasten van 25 jaar voor terug. Ik heb niks tegen hen, maar de kloof wordt alsmaar groter. Ik ben nu nog fit. Ik wil niet wachten tot ze gaan zeggen “Wegdam zou je misschien….” Dan ben je te laat.’

Hoe kwam je in WVV 8 terecht?

‘Een jaar of zes geleden deed ik mee aan de zevental-competitie. Toen dat eindigde, wilde ik ook stoppen. Ik kwam toen Harrie Wolters tegen op een feestje. Hij is een van de leiders van WVV 8 en haalde mij over. “Kom maar bij ons”, zei hij. Ik wilde dat wel, maar dan als een soort algemeen reserve. Maar toen ik één keer meegedaan had en goed mee bleek te kunnen komen, ben ik elke zondag weer gaan voetballen. In mijn achterhoofd speelde ook mee dat ik graag de oudste nog actieve WVV’er wilde worden, maar dat was niet de bepalende factor om nog door te gaan.’
Zat voetbal in de genen bij jou?
‘Mijn vader had twee broers, Arnold en Harrie, die goed konden voetballen en van mijn moeders kant bij Bekkedam had je Jan, Frans en Gerard die jaren in het eerste elftal van WVV hebben gespeeld.’

Paul met WVV C-1 kampioen circa 1968. Staand vlnr: Hennie Wegdam, Karel ter Huurne, Louis Ottenschot, Jan Broshuis, Harrie, André Assink, Jan Braakhuis en Bennie Lutkehaus. Onder: Clemens Kiezenbrink, André de Witte, Henk Leferink, Nico Jannink, Harrie Spijkerman, Paul Wegdam, Theo Wegdam.

Hoe begon het?


‘Als klein kind moest ik altijd melk halen bij Janboer. Daar werd op de deel of voor de niendeur altijd gevoetbald. Daar heb ik alles geleerd, zoals met links schieten. Hennie alias Mack was mijn leermeester. De koeien vormden het publiek. Het kon allemaal. Soms was Mackie slech van de avond ervoor. Dan haalde ik hem uit bed. Gelukkig kwam hij dan wel. Ik deelde alles met hem. Op mijn zestiende speelde ik in het eerste. We werden vaak tweede, maar nooit kampioen. Ik wilde wel eens weten waar mijn top ligt en ben naar Hengelo gegaan. Dat speelde toen op het een na hoogste niveau. De hoofdklasse had misschien ook wel gekund, maar ik koos voor de veilige weg. Job Hoomans was de trainer en was daar ook mijn gymnastiekleraar. Hij wilde mij erbij hebben. Ik ben er drie jaar gebleven en heb eigenlijk niet het uiterste eruit gehaald.’

Pauls eerste seizoen in WVV 1. Hij is 16 jaar. Staand vlnr Nico Bauhuis en Hennie Nibbelink (leiders), Alfons Assink, Harrie Lentelink, Marinus de Wit, Johan Velthuis, Johan Spekreijse, Willy Semmekrot, Richard Assink, Bennie Rupert, Hennie Pelle.
Onder: Hans de Wit, Bennie Hummelink, Paul, Nico ter Doest, Herman Rupert, Harrie Hofmeijer, trainer Jan Zwierink.

Hoe reageerden ze bij WVV toen je naar Hengelo ging?
‘Ik heb het heel laat aangekondigd bij WVV. Op het laatste moment. Screever stuurde me met het overschrijvingsformulier door naar Waanders, de voorzitter. Die was heel reëel. Ik durfde het ook niet tegen Mack te zeggen. Hij heeft me dat waarschijnlijk ook een beetje kwalijk genomen. Ik durfde het niet te delen, anders had hij me misschien omgepraat, daar was ik een beetje bang voor. Maar ik heb drie mooie jaren gehad bij Hengelo. Ik stond altijd in de basis. Het was een gezellige club. Niet super prestatief. We speelden in de middenmoot van de eerste klasse. WVV was gedegradeerd naar de tweede klasse TVB. Daarna kwamen ze terug in de eerste klasse en promoveerden ze naar de vierde klasse. Toen ben ik teruggegaan naar WVV.’

En daarna? Om de hele loopbaan in beeld te hebben.
‘Op mijn 37ste ben ik in WVV 3 gaan voetballen, op mijn 47ste in WVV 7 en daarna dus in het achtste. Verder heb ik een jaar of tien gezaalvoetbald. We hebben nog hoofdklasse gespeeld. Ik kwam er nog mee in de Twentse selectie. Mooie tijd. En wat ik nog graag even wil vermelden, is dat ik nooit geschorst ben geweest. Ik heb één keer een tien-minuten-straf gehad. Toen ik afscheid nam bij het eerste bij de competitiewedstrijd tegen Het Centrum kreeg ik een klok en noemde Waanders mij een voorbeeld voor de club. Dat was prettig om te horen.’
Waarom ben je geen trainer geworden?
‘Dat wilde ik wel en meldde me aan voor de cursus Oefenmeester 3. Daar strandde ik op het onderdeel technische vaardigheden. Toon Valks testte me af. Ik moest nog maar eens terugkomen. Dat wilde er bij mij niet in. Ik snapte er niks van, was er meteen op afgeknapt en ben er toen ook niet mee verder gegaan.’

Het gezin van Theo en Marietje Wegdam. Vlnr Charlotte, Paul, Theo, Marietje, Grace, Jeanette, Harrie. Theo 
Charlotte (53) werkt in Zutphen als socio-therapeute bij Tactus. Ze woont samen met Harrie Kruisselbrink. Jeanette (65) is getrouwd met Jan Bekkers. Ze hebben drie zonen en drie kleinkinderen. Ze wonen in Leusden. Grace (60) woont in Haaksbergen. Ze is verpleegkundige op de Karelskamp in Almelo. Ze heeft twee kinderen. Harrie en zijn vrouw Marian Morsink hebben twee kinderen (Robert en Erik) en vier kleinkinderen. Ze woonden in Hengevelde. Harrie overleed op 25 maart 2013 aan kanker. Hij was toen 69 jaar.

ENIGE ZOON
Paul is geboren op 30 november 1954. Theo Wegdam was zijn vader, die aanvankelijk onderwijzer was op de lagere school in Hengevelde, maar later directeur van de Boerenleenbank werd. Hij kwam ujit een echt schoolmestersfamilie. Zijn vader en bijna al zijn broers waren werkzaam in het onderwijs. Zijn zus Jo was met een onderwijzer getrouwd. Pauls moeder Marietje Eijsink kwam uit Markvelde van de welbekende familie op Erve Bekkedam. Theo is in 1994 overleden, Marietje in 2012.

Paul was de tweede in een gezin van vier kinderen en de enige zoon. Zijn oudste zus heet Jeanette, na hem kwamen nog Grace en Charlotte. Harrie ten Dam groeide ook op in het gezin van Theo en Marietje. Hij had kort na de oorlog zijn ouders verloren toen hij pas één jaar oud was. Zijn moeder was een zus van Theo.

BROER
Paul beschouwde Harrie als zijn broer. ‘Hij was gewoon mijn broer, zo zag ik dat en zo zagen veel mensen dat ook.’ Terugdenkend aan zijn hechte relatie met de in 2013 overleden Harrie, wordt Paul emotioneel. ‘Ik mis hem nog elke dag en denk nog heel vaak aan hem. We verschilden tien jaar. In het begin was dat veel en keek ik tegen hem op. Daarna ging dat over. Harrie vergat mij nooit. Hij dacht altijd aan mij. Toen hij in het eerste speelde, mocht ik altijd mee. We sliepen ook bij elkaar. Toen ik volwassen was, waren we gelijkwaardig. We gingen samen op wintersport en hij kwam later nog vaak hier, bij ons thuis. Maar ik ging ook vaak naar hem en zijn gezin. Harrie was echt mijn maat en dan zijn er niet veel. Mack was dat ook, maar Harrie nog meer. Ik was blij dat ik een broer had.’


<<Paul en zijn broer Harrie
Paul deed vwo op het Twickel College. Hij wilde vervolgens naar de Sportacademie in Tilburg, maar werd daar niet aangenomen. Hij ging in militaire dienst en meldde zich vervolgens voor de opleiding tot fysiotherapeut in Enschede. In 1980 was hij klaar en begon meteen in een particuliere praktijk in Borne. Na vier jaar werd het samen met zijn collega een maatschap.
In 2014 stopte hij na 34 jaar.
 
Waarom zo jong?
‘Ik was inderdaad nog vrij jong. Maar het gezondheidscentrum waar ik werkte zou nieuw gebouwd worden. Dan moesten wij het weer voor tien jaar huren. Mijn maat wilde stoppen. Hij is iets ouder dan ik. Toen hebben we het gebouw en de praktijk verkocht. Ik wilde niet meer ergens in loondienst gaan, wilde ook graag eens iets anders doen en ben nu huisman. Mijn vrouw Henriëtte is nu de kostwinner. Ze werkt in Hengelo, waar ze teamleider Wonen is bij Welbions.’
Hoe zien de dagen eruit voor jou?
‘Ik doe wat huishoudelijk werk. Ik kook, doe de tuin en sport veel. Ik geef bootcamptraining in het dorp, ga af en toe hardlopen en mag graag mountainbiken. Verder bezoek ik familieleden en andere mensen. Sociale contacten onderhouden, vind ik belangrijk. Ik bezoek elke week mijn peetoom Gerard in Goor. Hij lijdt aan de ziekte van Alzheimer. Sommigen kennen hem wel onder de bijnaam Piepela. Eén dag per week doe ik vrijwilligerswerk voor Aveleijn tussen Goor en Markelo. Cliënten ophalen en wegbrengen of wandelen met een cliënt of een eind fietsen met een duo fiets. Soms doe ik spelletjes met hen en probeer hen te activeren. Het zijn mensen met een lichtelijk verstandelijke handicap of gedragsstoornis. Hun vertrouwen terug weten te winnen, dat is het mooiste van dit werk. Misschien ga ik in de toekomst nog eens in een hospice werken. Ik verveel me dus niet en ben blij dat ik allemaal kan doen.’
Die sociale werkzaamheden en bezigheden, die heb je van je moeder?
‘Ja. Ik ga graag met mensen om, interesseer me in hen, bied hen een luisterend oor. Dat heb ik van haar.’
Je houdt ook van optreden voor mensen.
‘Ja, ik mag graag een groep mensen entertainen. In de Revue ben ik een jaar of zes nieuwslezer geweest. Al een jaar of 25 ga ik rond als Sinterklaas. Dat is intussen rond de vijfde december een weektaak geworden. Ik ga dan naar locaties als Welbions, de basisschool, het ziekenhuis, verzorgingshuis en doe huisbezoeken. Met carnaval en de Zomerfeesten doe ik conferences voor de ouderen. Ik heb een paar keer meegedaan aan het straattheater tijdens de Zomerfeesten, samen met wijlen André ter Doest en ben ik een van de drie koningen in de jaarlijkse Hengeveldse kerststal. Zoals sommigen wel weten ben ik helemaal gek van de Dire Straits en van het nummer Sultans of Swing. Dat nummer werd bij ons thuis standaard gedraaid voor ik een wedstrijd ging voetballen. Dan kwam ik in the mood. Ik kan het nummer dromen en heb het met kampioenschappen en feestjes al vaak moeten zingen. Ik doe het graag. Acteren zit ook in de genen bij ons.’
 
Heb je nog meer bijzondere dingen gedaan in je leven?
‘Ik heb plakboeken vol van artikelen, foto’s, opstellingen, doelpunten, topscorerslijsten van de periode die ik in WVV 1 en Hengelo heb gespeeld. Van de lagere elftallen heb ik alle uitslagen bijgehouden.’
DERDE KLASSE
We zijn terug bij het voetballen. Paul is nog vier jaar trainer van de f-pupillen geweest en gaat komend jaar techniektraining geven bij de e-tjes. Hij valt af en toe in bij het eerste elftal als verzorger. Hij volgde de jongens in de vierde klasse op de voet. Dat Roy Workel ervoor kwam te staan, terwijl hij nog geen ervaring had als zelfstandig trainer, vond hij riskant. ‘Ik vond het een gok en had niet verwacht dat het zo goed zou uitpakken. De staf was met hem, met Rob Snijders en Mike te Wierik een goede mix. Er gaan nu een paar ervaren basiskrachten stoppen waardoor het lastig gaat worden in de derde klasse. Ze zullen zich eerst maar eens moeten zien te handhaven.’
Verheug je je op het WK in Rusland?
‘Nee. Dat boeit me niks. Dat komt vooral doordat Oranje niet meedoet. Ik ben er helemaal niet mee bezig, maar zal er straks heus nog weer voor gaan zitten.’
En verder. Wat ga je in sportief opzicht doen, nu je met voetballen bent gestopt?
‘Walking Football is populair, maar daar voel ik niks voor. Een avondje volleyballen kon ook, maar ik wilde toch liever iets met voetbal doen. Ik ga training geven op donderdagavond aan een groep. We noemen hen het BoVo topteam. Bootcamp en voetballen. Een uurtje in de week. Is ook mooi voor het sociale aspect. Daar heb ik nu al zin in.’
 
 

Afscheid van WVV 1 met Mack en voorzitter Waanders

Jarenlang zat Paul in het bestuur van WVV

 
 
Paul en zijn vrouw Henriëtte Pierik 
 
 
Paul en Harrie met hun vrouwen Henriëtte en Marian 
 
 
 

Pauls vader Theo als voorzitter van WVV. Hij had in zijn leven veel bestuursfuncties in het dorp.

Paul als verzorger bij WVV, zeven jaar geleden.