50 jaar Hengeveldse Revue: Een terugblik met Anita Wennekink-Brummelhuis (3)
De Hengeveldse Revue bestaat 50 jaar; een iconisch moment om bij stil te staan. In samenwerking met het bestuur van Carnavalsvereniging De Höftemennekes brengt WegdamNieuws een serie verhalen en herinneringen van oudgedienden uit alle geledingen. Vandaag is het de beurt aan Anita Wennekink-Brummelhuis.
Feestavond
PS: Op 15 november 2025 vindt de grote feestavond Revue plaats. Vanaf 22.30 uur is iedereen van harte welkom om samen te proosten op 50 jaar Hengeveldse Revue!
Anita
Hoe kijk je terug op je tijd bij de revue?
Hoe ben je er ooit bijgekomen?
“Ik zat bij de dansmarietjes en werkte bij Kapsalon Rupert. Theo en Carla verzorgden destijds de schmink bij de Revue. Theo zei toen tegen mij: “Jij kunt ons mooi meehelpen met het opzetten en bewerken van de pruiken.” Niet veel later zijn zij gestopt. Het schminkwerk werd overgenomen door Miranda Nibbelink en José Veelers, en ik bleef op de achtergrond het pruikwerk verzorgen.
Nadat zij zijn gestopt, kwam Gerda Teselink mij helpen. Gerda was van het echte grimewerk, en ik richtte me vooral op de visagie, het haar en het pruikwerk. We leerden van elkaar en voelden elkaar feilloos aan.
Als er veel wisselingen qua schmink en pruiken waren, hielpen Miranda Rikkert en Jacqueline de Wit ons mee op de achtergrond met het basiswerk. Zij speelden op dat moment zelf mee in de Revue.
Omdat de tijd veranderde en het steeds meer een uitdaging werd om de spelers zo goed mogelijk op de typetjes of personen te laten lijken, kwam Miranda ons helpen. Toen Gerda stopte, hebben Miranda en ik het een hele tijd samen gedaan. Bij drukke momenten kwam Wendy Derkink ons ondersteunen.
Nu is dit voor mij het veertigste jaar dat ik schmink en ook mijn laatste jaar waarin ik meewerk. Wendy blijft Miranda helpen en Marleen Rupert sluit zich nu bij hen aan. Hoe mooi is dat: opnieuw een fijne groep die elkaar goed aanvoelt op het gebied van grime en pruikwerk”.
Wat was je allereerste rol of bijdrage bij de Revue?
“Via de dansmarietjes moesten we dansen tussen de stukken door”.
Hoe werd er destijds gerepeteerd en voorbereid?
“In de loop der jaren is er op verschillende plekken gerepeteerd: bij Assink, in de kantine van WVV, bij Varenbrink en in het Kooltje.
Een paar weken voor de Revue komen wij kijken en overleggen we met de spelers wat er van ons wordt verwacht. Daarna spreken we met de grime-dames een datum af om de pruiken uit te zoeken. Als deze nog bewerkt moeten worden, ga ik daarmee aan de slag. Wanneer er iets specifieks qua grime nodig is, pakt Miranda dat op. En is er iets heel bijzonders, dan oefenen we het grimewerk van tevoren al komt dat zelden voor”.
Wat was voor jou de meest memorabele voorstelling?
“Er zijn er meerdere. Het mooiste vond ik dat we Bennie Meijer zover hebben gekregen om zijn baard eraf te scheren voor het stuk dat hij speelde; die baard was hem heilig!
En natuurlijk Hennie Wegdam, die altijd iets uithaalde terwijl je hem schminkte.
Wat ik ook heel indrukwekkend vond, was dat de meidengroep als ik het goed heb. Op vijftienjarige leeftijd voor het eerst op het podium zong, samen met de revueband”.
Heb je nog een leuke anekdote van achter de schermen?
“Het schminken begon ooit onder het toneel, in de kelder. Later verhuisden we naar de kelder bij het voorcafé, maar vanwege het slechte licht gingen we daarna bij de wc’s schminken. Dat was ook niet ideaal, want daar kwam het publiek langs.
Daarna verhuisden we naar de Schöppe. Dat was erg gezellig, want dan had je iedereen bij elkaar. Er kwam zelfs een kleine tv, zodat we achter de schermen konden meekijken met wat er op het podium gebeurde”.
Wat zie je als de grootste verschillen tussen de Revue van vroeger en nu?
“Vroeger stonden de potten pillen en jenever op tafel tegen de zenuwen en om de stembanden te smeren. Nu is dat thee met honing, al wordt er natuurlijk nog steeds wel eens een biertje gedronken.
De schmink was toen heel anders. Als ik nu terugkijk, denk ik: dat was soms bijna een beetje ‘pipo-achtig’. Tegenwoordig is het meer visagie en echt grimewerk.
Vroeger zong het mannenkoor, nu zingen de spelers zelf, met een eigen band.
Vroeger werd er nog wel eens wat nagespeeld van andere revuegroepen uit de omgeving, nu wordt bijna alles door de spelers zelf geschreven.
De Revue is gegroeid: van één avond met een half gevulde zaal bij Assink, naar drie avonden met een volle zaal. We verhuisden naar de tent, waar we een aparte ruimte kregen om te schminken en om te kleden, en zelfs een eigen wc en douche (al was het water koud).
Vervolgens verhuisden we naar De Marke, waar we nu een aparte ruimte voor de grime hebben, samen met de spelers. Er zijn aparte kleedkamers voor dames en heren en niet onbelangrijk; eindelijk een warme douche!”
Hoe zou je jouw revue-tijd in één zin samenvatten?
“Het is een geweldige groep om mee samen te werken ; zowel voor als achter de schermen. Samen ben je een team; alleen kan niemand iets.
Wat betekent de Hengeveldse Revue na 50 jaar voor jou persoonlijk?
Ik heb elk jaar met veel plezier met verschillende mensen samengewerkt en we hebben enorm veel lol gehad. Natuurlijk is er wel eens een meningsverschil, maar alles is bespreekbaar. Elk jaar wordt er weer iets moois op het podium gezet.
Natuurlijk beleeft ieder publiek het anders, maar petje af voor alle spelers: ga er maar staan! Iedereen doet zijn uiterste best”.
Wat wil je verder nog kwijt?
“Ga vooral zo door. Blijf ontwikkelen en geef nieuwe talenten een kans. In elke leeftijdsgroep zitten parels van talenten.
Heel veel succes met de komende jaren; en bedankt voor alle mooie momenten samen!”