50 jaar Hengeveldse Revue met Jan Assink: “Mack, een vriend voor het leven”

De Hengeveldse Revue bestaat 50 jaar; een iconisch moment om bij stil te staan. In samenwerking met het bestuur van Carnavalsvereniging De Höftemennekes brengt WegdamNieuws een serie verhalen en herinneringen van oudgedienden uit alle geledingen. Vandaag is het de beurt aan Jan Assink!
Feestavond
PS: Op 15 november 2025 vindt de grote feestavond Revue plaats. Vanaf 22.30 uur is iedereen van harte welkom om samen te proosten op 50 jaar Hengeveldse Revue!
De huiskamer van het dorp
Cafés worden vaak de huiskamers van het dorp genoemd: plekken waar mensen samenkomen, verhalen delen en lachen. Dat gold zeker voor Café Assink, met het voorcafé, de zalen en De Schöppe. Juist daar, in die sfeer van saamhorigheid, werd de basis gelegd voor de Hengeveldse Revue, iets wat Jan van dichtbij meemaakte.

Hij stond jarenlang op het podium, vaak samen met zijn maatje Hennie “Macky” Wegdam, bekend van hun legendarische typetjes: de roddeltantes. Jan werd emotioneel op het moment dat zijn vriend ter sprake kwam, hij mist hem tot op de dag van vandaag enorm.
De start van een traditie
“Ik denk dat Theo Workel ons een keer heeft gevraagd of we mee wilden doen,” vertelt Jan. “Er werd vaak geoefend bij mensen thuis, maar ook bij ons in de zaal van Assink. De link was dus snel gelegd. Macky was er ook vaak dus dat ging als het ware van zelf.
De eerste revue heette Veur Mekaar Deur Mekaar, in januari 1976. Dat was onze vuurdoop.”
De doodgravers en Rita Corita
Zijn eerste optreden was meteen een klapper.
“Ik speelde een doodgraver, naar aanleiding van het nieuw gebouwde mortuarium. Dat sloeg enorm aan! We mochten er zelfs mee optreden in Enschede, bij een grote carnavalsvereniging waar Rita Corita ook optrad. Dat vergeet ik nooit meer.”

Van klein dorp naar groot podium
“Dat de revue vijftig jaar later nog zou bestaan? Nee, dat had ik nooit gedacht,” lacht Jan. “Maar ik heb volgens mij geen revue gemist. Het blijft me verbazen hoeveel talent er elk jaar weer boven komt drijven. Je mag het gerust het Volendam van het Oosten noemen; ook qua zang!”
Macky en Jan: een gouden duo
Hoe zou jij de samenwerking met Macky omschrijven?
“Dat is bijna niet uit te leggen, dat was zó bijzonder. Een vriend voor het leven en ik denk andersom ook. We hadden aan een half woord genoeg. Macky was ad rem, scherpzinnig en vol humor.
De roddeltantes gingen over alles wat in Hengevelde en over de politiek. Soms haalden we inspiratie uit de Duitse Neue Revue, maar vaak ook gewoon uit het dorp. Macky schreef teksten op zijn werk bij Hemaf. Dan zat hij beneden in de kelder te typen. Hij zei dan: ‘Hef der toch gin ene in de gaat’n!’ Haha, dat was typisch Macky.
Het ging als het ware van zelf, het was altijd enorm plezierig om met hem te werken, zo gevat”.
“Hij was ook een hele goede voetballer, wat had hij toch een verfijnde techniek, ik heb hem ook nog als trainer gehad, ook met veel humor! Op de Bleekweide waar nu de basisschool staat als 10 jarige. Het veld en de kleedkamers lagen aan de andere kant waar mijn broer Alfons woont. Eerst met de kruiwagen en de bats de stront weghalen, daar was hij niet bij ha ha!”

Waar kwamen de roddeltantes vandaan?
“Het idee was een beetje geleend van Snip en Snap, van Willy Walden en Piet Muizelaar. De schoenen kregen we van Mia Derkink; maatje groot en de jurken van Bernada ter Huurne of tante Annie Assink. Zo werd het compleet.”
Hoe zag de voorbereiding eruit?
“De spanning was groot, vooral op de avond zelf. We oefenden veel, meestal bij ons thuis in de zaal, later ook aan de Markesingel. Oefenen met Macky was altijd gezellig. De ene avond had je meer inspiratie dan de andere, maar met een drankje erbij ging het allemaal wat makkelijker.”
Wat was jouw mooiste of meest memorabele moment?
“Zonder twijfel het stuk van de doodgravers, maar ook de hele serie van de roddeltantes. Het nieuws van Hengevelde kwam voorbij, en Macky maakte zijn aantekeningen gewoon zoals gezegd op de achterkant van een sigarendoosje. Waar hij ook was, in het café of tijdens een vergadering, de revue was er 365 dagen per jaar.
En niet te vergeten de memorabele feestavond bij Bekkedams Jan, dat was echt legendarisch. Dat valt niet uit te leggen, daar had je bij moeten zijn. Mensen mogen me er gerust naar vragen, haha!”

Wat betekende Café Assink voor de revue en het verenigingsleven?
“Ik woonde er, dus ik hoefde er niet heen. Voor velen was het een tweede thuis, ook voor de revue en de carnaval. We oefenden vaak tot laat, en zoals altijd: tegen het einde kwamen de beste ideeën.”
Wie waren volgens jou de smaakmakers van de revue?
“Ik heb meer dan tien jaar meegedaan. In 1988 begon ik met cafetaria De Kanderij, dus toen werd het lastiger te combineren.
Maar op de eerste plaats natuurlijk Macky. Maar ook de zang van de Chafronita’s ((Charlottte Wegdam-Fronica en Anita Eijsink) was fantastisch. En de toneelstukken van Huize Weltevree, met Theo Workel, Gerda Nibbelink, Minie Pelle, Rikie ten Thije en Diny Platenkamp:
Stuk voor stuk toppers.”
“Petje af! Ik sta er ieder jaar weer van te kijken“
Wat vind je van de huidige generatie spelers?
“Petje af! Ik sta er ieder jaar weer van te kijken. Alles klopt, ook licht en geluid zijn perfect verzorgd.”
Wat zou je de huidige organisatie willen meegeven?
“Honderd consumptiebonnen, haha! Nee hoor, serieus: vooral zo doorgaan. Zorg dat je veel plezier hebt met elkaar, dat is het allerbelangrijkste.”
Tot slot: wat zou je nog eens willen terugzien op het podium?
“Het zou prachtig zijn om samen met Macky nog één keer de roddeltantes te spelen. Maar dat blijft een droom.”






“Mack, een vriend voor het leven”