Aantal leden slinkt, voortbestaan herenkoor parochie Wegdam is in gevaar

Hun gezicht spreekt boekdelen als de vraag gesteld wordt. In hun stem klinkt spijt door, maar ook berusting. Of het parochiële herenkoor nog lang bestaat? Of het uitsterft? Of het koor dat in 1898 is ontstaan, nog wel toekomst heeft? Jos Hafkamp (77) en Bennie Eissink (86) twijfelen geen moment. ‘Zeker. Het koor sterft uit. De jongeren komen niet meer in de kerk, hoe wil het koor dan nog nieuwe leden krijgen? Hoe zou je jonge zangers moeten werven?’ Jos steekt de handen in de lucht. ‘Wij weten het niet. Jij?’
Jos is penningmeester van het koor, Bennie is het oudste lid. We spreken hen over het selecte groepje kerkzangers van de parochie Wegdam. Over toen en nu. En over de toekomst. Dat laatste is echter niet aan de orde, zeggen beide mannen. Nog een paar jaar en dan zal het koor worden opgeheven. Daarvan zijn ze overtuigd, hoe spijtig ze dat ook vinden.
NOG DERTIEN LEDEN
De twee zangers winden er geen doekjes om. Het voortbestaan van het kerkkoor is in gevaar. ‘We hebben nog dertien leden. Er gaat bijna niemand meer naar de kerk. Tijdens een kerkdienst zijn we op het koor met dertig mannen en vrouwen en onder in de kerk zit ook dertig man. Door de corona-periode is het kerkbezoek gehalveerd. De ziekte heeft veel kapot gemaakt.’
‘En dit is ook een voorbeeld daarvan’, zeggen Bennie en Jos. ‘Vroeger werden we door onze vaders gestimuleerd om lid te worden van het koor. Maar wij krijgen onze zonen er ook niet bij. Dat kan eigenlijk alleen als ze elkaar zouden stimuleren.’
Op de onderlinge sfeer heeft de hopeloze situatie van het sterk verouderde koor geen invloed. Die is goed, zeggen beide mannen. De leiding is al een jaar of twaalf in handen van Gea Bijleveld uit Enschede. Ze is zelf niet katholiek, ze is baptist. ‘Maar ze houdt van latijn en leert ons de verschillende gezangen goed aan. Meestal zijn het bekende missen’, zegt Jos.
Ook de traditionele koorreisjes worden nog steeds georganiseerd, een gebeurtenis waar elk koorlid jaarlijks naar uit kijkt. ‘Op 31 augustus gaan we weer. De partners gaan ook mee. We zijn met ongeveer 18. Waar we heen gaan weten we niet’, zegt Bennie. ‘Dat blijft geheim. Alleen Jos en Wim Semmekrot weten het. Zij zitten in het bestuur.’

GESCHEIDEN FINANCIËN
Het herenkoor heeft momenteel nog 13 leden. Harrie Pelle is voorzitter, Wim heeft Gerhard Screever opgevolgd als secretaris, Jos beheert de financiën en Jan Wantia is bestuurslid.
Het ongeveer 25 leden tellende dameskoor heeft een eigen bestuur. Dinie Tuinte-Kiezenbrink is de voorzitter, Marian Semmekrot is secretaris en Wilma Winters penningmeester. Beide koren hebben hun eigen financiën. ‘Het enige wat we samen doen, is zingen’, zegt Bennie. ‘Eens per maand zingt het herenkoor nog een gregoriaanse mis, alle andere vieringen zijn gemengd.’
Met Jos (57 jaar lid, getrouwd, drie kinderen, drie kleinkinderen) en Bennie (65 jaar lid, getrouwd 5 kinderen, 14 kleinkinderen) nemen we een duik in de geschiedenis van het koor.
BIJ MOATKOTTE
Bennie vertelt: ‘Toen ik in 1957 lid werd van het koor, kregen we les van meester Wassenberg. Dat werd gevolgd door een examen dat afgenomen werd door Dinand Dijkhuis uit Haaksbergen. We slaagden allemaal, hoewel sommigen nog een herexamen moesten doen. Samen met Jan Ottenschot (Botterhoes), Gerard ten Heggeler (Bolscher), Bernard Hartgerink (Leenk), Theo Nollen, Bernard Velthuis (Kloomp) en Gerrit Nijhuis (Timmer) kreeg ik het diploma. Bernard en Gerrit bleven niet lang lid, want ze verhuisden naar Hengelo en Delden.’
Bennie werd ingedeeld bij de bassen. Wat lastig was, dat waren de Latijnse woorden die je moest leren kennen, hoewel het ook wel weer gemakkelijk ging, omdat je ze van kind af al hoorde in de kerk. ‘Ik groeide ermee op’, zegt Bennie. Hij was als kind van anderhalf jaar al in het gezin opgenomen van Jans en Marie Wegdam (Moatkotte). Zijn moeder was jong overleden. ‘Jans en Marie waren kinderloos en voelden zich verplicht. Mijn zus Marie was tien jaar ouder. Zij ging ook mee. Ze zou blijven tot ik gewend was aan mijn nieuwe situatie, maar toen dat zover was, wou ze niet meer weg. Ze bleef tot ze ging trouwen met Bernard Spekreijse.’
Bennie is zijn hele leven bij Jans en Marie gebleven. Hij nam het boerenbedrijf over. Dat hij het gregoriaans al kende toen hij op het koor kwam, was niet zo onlogisch, want zijn pleegvader Jans was organist van het koor. ‘Hij stimuleerde me om lid te worden toen hij in de gaten had dat ik kon zingen. Soms oefende hij de gezangen van de naderende zon- of feestdagen door de week op de piano. Soms gingen we samen alvast wat inzingen.’
Als er een trouwerij was of een begrafenis, Jans ging altijd. Zijn knecht of dienstmeisje nam dan het werk op de boerderij over. Bennie: ‘Hij zei altijd dat het eigenlijk niet goed is dat een boer organist is. Die krijgt nog al gauw stijve vingers. Soms deed hij handschoenen aan als hij naar de kerk ging. Hij wilde zijn vingers warm houden.’
HECHTE CLUB
Jos werd lid van het koor toen hij 20 jaar was. Zijn vader was lid en voorzitter. Vaak volgde dan de zoon ook, als hij muzikaal genoeg was. Jos had eerst een half jaar les van meester Wassenberg. ‘Ik was een van de jongsten’, vertelt hij. ‘Ik stond vaak naast jouw vader Toon. Van hem leerde ik veel. Hij wees me soms op een fout zonder iets te zeggen. In 1965 ben ik officieel lid geworden. Nee, ik kreeg geen diploma. Dat had je toen niet meer.’
Bennie vult aan: ‘We werden van meet af aan goed opgenomen in de groep. Maar in het begin voelde je je wel eens onwennig. Dan was je bang om fouten te maken.’
Jos: ‘Het voelde meteen als een hechte club. We waren destijds met 25 à 30 leden. Soms zag je elkaar wel drie keer per week. Dan waren er trouwerijen of begrafenissen. Meestal ging mijn vader of ik, een van de twee. Het was de tijd dat het dameskoor begon. Maar die deden niet mee met ons. Dat vond het herenkoor niet goed. Het hoorde niet, zeiden ze. We zongen toen uitsluitend gregoriaans en dat kenden ze niet’, weet Jos nog goed.
Zijn vader Johan was in 1932 vanuit Raalte naar Hengevelde gekomen. Hij is 30 jaar zanger geweest. Vanaf 1953 tot zijn overlijden in 1971 was hij voorzitter van het koor.
Jos geeft aan dat je op zondagmiddag ook nog een Lof had. ‘Daar ging ik ook soms naar toe. Soms had je met een groepje van vier à vijf mannen de maandbeurt. Dan moest je die maand elke keer naar het Lof. De rest van het koor mocht wel komen. Sommigen kwam haast altijd.’
VEELZIJDIG
Piet Wassenberg, het hoofd van de lagere school, heeft een belangrijke rol gespeeld op het koor. Hij was dirigent, leidde het koor bij de repetities en tijdens de erediensten in de kerk. Hij was in 1938 lid geworden en werd meteen dirigent. Dat bleef hij tot 1970. Bennie en Jos vertellen over de ijver en het vakmanschap van Wassenberg. ‘Bij de repetities legde hij alle boeken klaar in de bijzaal van café De Gebrande Waateren. ‘Maar er was een tijd dat er dan nog maar zes waren. Jans en ik waren altijd op tijd’, zegt Bennie. ‘Maar je had ook een aantal leden, dat altijd te laat kwam of heel vaak afwezig was. Op een avond klapte hij het boek dicht en vertrok.’
Jos: ’Dan ging mijn vader naar hem toe om te praten. Dat is meerdere keren gebeurd. Maar vaak ging het nauwelijks beter. Wassenberg was een heel goede dirigent, hij leerde ons het vak. Als een gezang nogal moeilijk was, zong hij het alleen. Dan nam hij het over. Er waren leden die zijn manier van leidinggeven niet prettig vonden. Mijn vader en ik kenden hem natuurlijk ook als buurman. We hadden een goede verstandhouding. Het was een prettige buurman.’
Jos vertelt dat Wassenberg een veelzijdige man was. Hij maakte vaak op verzoek gedichten en liedjes bij feesten in het dorp. ‘Ik kreeg onlangs nog van zijn dochter Wies een gedicht dat haar vader gemaakt had, toen mijn opa en oma veertig jaar getrouwd waren. Dat kon hij goed. Hij was een taalkunstenaar. Gedichten maken of liedjes voor de mensen. Toen Jeanet en ik getrouwd zijn in 1969, heeft hij ook iets leuks gemaakt. Dat was op de melodie van de Bus van Bussum naar Naarden.’
12-10
In 1970 hadden de leden van het koor een geruchtmakende vergadering. Ze wilden Wassenberg niet langer als dirigent en stemden hem weg. Jos: ‘Er waren veel irritaties. Het was een jaarvergadering. Hij werd weggestemd met 12 tegen 10 stemmen, maar hoe het precies is gegaan, weet ik niet meer. Mijn vader moest hem dat mededelen. Ik herinner me dat hij heel nerveus was. Het was de tijd dat hij al ziek was. Mijn vader is tien jaar ziek geweest en heeft destijds nog in het Erasmus-ziekenhuis in Rotterdam gelegen. In 1971 is hij gestorven.’
Na de periode Wassenberg hebben de heren Schrooten en Martens het koor geleid en ook Johan Hofmeijer die zelf lid was van het koor. Toon Eijsink leidde het dameskoor. Na hen kwam Haaksbergenaar Ton ten Hagen. Hij heeft het koor meer dan 25 jaar geleid.


REISJES
Uiteraard moeten de koorreisjes besproken worden. Dat was altijd een hoogtepunt. Voor 1970 stippelde meester Piet Wassenberg de reis uit. ‘Ook dat kon hij goed’, zegt Bennie. ‘Ik herinner me dat we vaak naar Duitsland gingen. We hebben daar heel wat gezelligheid meegemaakt. Cochem, Altenahr, Essen, Düsseldorf, Königswinter, maar ook Maastricht, Valkenburg en nog andere plaatsen. We hebben heel wat gezien. Mooie natuur, prachtige landschappen en gezellige restaurants.’
Jos: ‘Het was voor de meesten een soort vakantie. Het was een traditie. Wie een bedrijf had, zorgde voor vervangers, want je wilde dat reisje niet missen.’
Bennie herinnert zich dat ze met een paar man in een van die Duitse stadjes na een mooie avond in een cafeetje en een nachtclub naar bed wilden gaan, maar niet meer wisten waar het hotel stond. ‘Gerhard van de Bolscher, Timmer Jan, Jan Ottenschot, Jos en ik. We namen een taxi en toen bleek dat het hotel zich nog geen honderd meter verderop bevond.’
De mannen vergaten het zingen niet tijdens de uitstapjes. Zo hebben ze het Panis Angelicus eens vierstemmig in de Keulse Dom mogen zingen en vier jaar geleden nog eens in de Sint Jan in Den Bosch. Ook in de kapel van Abdij Rolduc hebben ze dit beroemde gezang mogen uitvoeren. ‘Dat was heel mooi’, zegt Jos. ‘Ton ten Hagen had ervoor gezorgd dat het daar mocht.’
Toen Wassenberg vertrokken was – hij werd dirigent in Haaksbergen – organiseerden Jan Ottenschot en enkele anderen de koorreisjes. Jos is er de laatste jaren bij betrokken.

ARCHIEF
Tot slot nog wat gegevens uit het archief van het koor, dat beheerd wordt door Jos.
Wie waren in 1898 de eerste leden van het koor? Graads Wekdam, Hendrik ten Heggeler, Jan Hendrik Wegdam, Gerhard en Herman Eijsink, Bernard Wegdam, Bernard Ottenschot, Jozef Roorda (dirigent), Engelbert Brinkman (organist), Jans ter Doest (orgeltrapper).
In de periode 1910-1915 versterkte een groep nieuwe leden het koor. Dat waren Piet Wassenberg sr, Jans Wegdam, Bets Brinkman, Hendrieks Groot Breteler (orgeltrapper) en Johan Braakhuis.
In 1929 werden Harrie Wegdam, Arnold Brummelhuis, Arnold Varenbrink, Jan Roessink, Jozef Ottink, Johan Wegdam, Gerrit Jan Rupert, Hendrik en Gerhard Leferink als lid ingeschreven. In 1938 volgde Piet Wassenberg en in die tussentijd zijn Johan Hoestee, Gerhard Aarnink en Willem Hoestee (orgeltrapper) erbij gekomen.
In 1941 volgden Frans Assink, Frans Bekkers, Toon en Frans Eijsink, Johan Hafkamp, Johan Kiezenbrink, Gerhard Jannink, Herman Konink, Hendrik Tuinte, Jozef Wegdam, Johan de Witte en Leo Wassenberg.
In 1948 werden Herman Smit, Jan Eijsink, Theo Eijsink, Bernard Kiezenbrink, Herman Scholten, Bernard Roewen en Johan Hofmeijer lid. In 1957 kreeg het koor versterking van B. M. Eissink, B. H. Hartgerink, G.C. ten Heggeler, Th. F. Nollen, G. T. Nijhuis, J.B. Ottenschot, J. A. Roorda, H. N. Smit en B. J. Velthuis. Daarna volgden meer zangers, maar ik zie aan de lijst dat die niet compleet is en stop daarom met de opsomming.
OORLOGSJAREN
Interessant is een soort van kroniek met gebeurtenissen, met de hand geschreven. Die weergave begint in 1940. Ik zal de oorlogsjaren citeren.
1940 J. Roessink overleden, Jozef Ottink overleden.
1941 H. Leussink bedankt als lid, tevens wordt dit jaar het jongenskoor opgericht.
1942 Op 3 april overleed plotseling de heer P.H. Wassenberg ten gevolge van een hartverlamming.
1943 17 juli bombardement. De 70-jarige Pastoor Weller werd met een gebroken arm onder de puinhopen vandaan gehaald. Dit was teveel voor hem. Hij ging dan ook genieten van zijn welverdiende rust. Ook het koor verloor iemand die als oud-zanger, organist en directeur veel voor het koor heeft betekend. (De naam wordt helaas niet vermeld.)
Nieuwe pastoor: J.A. Kormelink.

En zo gaat het verder. Ik pik er nog wat bijzondere momenten uit.
1954 Overleden: erelid en oud-directeur Jozef Roorda.
1960 Vijf leden bedanken. G. Pot verhuist naar Haaksbergen en B. Velthuis, J. Roorda, G. Wegdam, J. de Witte stoppen wegens tijdgebrek.
1962 J.H. Wegdam is op 25 november vijftig jaar lid en organist. Pauselijke onderscheiding.
1963 De heer Wassenberg is 25 jaar dirigent.
1965 Oprichting Dameskoor.
1968 Nieuwe pastoor P. van den Brink.
1969 Hr Schrooten uit Enter volgt P. Wassenberg op als dirigent.
1972 J. Wegdam 60 jaar organist.
1973 27 april organist J. Wegdam koninklijke onderscheiding.
1977 Nieuwe Pastor Th. Sloot.
1979 De heer Martens dirigent.
1981 J. Hofmeijer en oud-pastoor P.J. van den Brink, overleden; 20 november eerste Cecilia-feest samen met het dameskoor.
1984 Plaatopname met het clublied van WVV.
1986 J. Martens stopt als dirigent, Ton ten Hagen wordt zijn opvolger.
1988 25 sept Afscheid pastor Sloot.
1990 Installatie pastor Huisman.
NB Ook deze lijst is niet compleet. Maar Jos Hafkamp heeft een map vol notulen van de jaarlijkse vergaderingen. Veel gegevens zijn daardoor bewaard gebleven.
125 JAAR
In 2023 bestaat het herenkoor van de Parochie Wegdam 125 jaar. Slechts een klein clubje zal deze heugelijke mijlpaal kunnen opluisteren met hun gezang. Misschien is er uitbreiding mogelijk vanuit Bentelo, Beckum of Sint Isidorushoeve, waar de parochiekerken gesloten worden. Maar nog mooier zou het zijn als zich een aantal jonge Wegdammers zou aanmelden. Anders sterft het herenkoor uit en dat zou erg jammer zijn.
Bestuurslid Jos Hafkamp is ook in het bezit van een doos met foto’s. We zullen er hieronder een aantal weergeven.
HULDIGINGEN, JUBILEA

15 februari 1981. Zes leden van het koor worden gehuldigd voor veertig jaar trouwe dienst. Vlnr Frans Assink, Hendrik Tuinte, Jan Nijhuis sr, Gerhard Jannink, Toon Eijsink, Johan Kiezenbrink.

Voorzitter Theo Workel huldigt de jubilarissen Johan Aalderink, Rikie Klaver, Ans Booijink en Jos Hafkamp

Veertig jaar lid van het koor. Theo Nollen, Jan Ottenschot en Bennie Eissink. Zij en hun echtgenotes worden toegesproken door pastor Balster.

12-11-1990. Zeven koorleden worden geëerd voor hun 25-jarig lidmaatschap. Zittend vlnr: Riky Overbeek-Klaver, Ans Booijink-Rohof en Grada Groothuis-Rotink. Staand: Jos Hafkamp, Jan Nijhuis jr, Albert Braakhuis en Johan Aalderink.
KOORREISJES, een impressie

1967. Het koor arriveert in Mayschoß in de Eifel. Het idyllische stadje is in 2021 tijdens de grote overstromingsramp grotendeels verwoest.

1967. Het koor bezoekt een wijnkelder in Mayschoß met vlnr Jan Nijhuis jr, Herman Scholten, kapelaan Gerard Dirksen, Frans Assink, Jos Hafkamp, Bernard Hartgerink, Johan Hafkamp en Gerhard Jannink.

Eind jaren 60. Onderste rij vlnr: Herman Scholten, Herman Smit, Jan Nijhuis sr. Middelste rij: Hendrik Tuinte, Jos Blanckenborg, Johan Wolbers, Jan Nijhuis jr. Bovenste rij: Jos Hafkamp, Bennie Eissink en Jan Ottenschot.

Even pauzeren tijdens een bergwandeling. Vlnr Arnold Varenbrink, Jan NIjhuis jr, Hendrik Tuinte, Herman Smit, Johan Kiezenbrink, Frans Assink en Herman Scholten.

Eind jaren 60. Voorzitter Johan Hafkamp proost op de goede afloop. Rechts dirigent en organisator van de reis Piet Wassenberg.

1971. Hennie Varenbrink, Gijs Eijsink, Jan Ottenschot, Jos Hafkamp en Gerard Dirksen pakken het vliegtuig naar Königswinter.

Deze keer is ook pastoor Van den Brink van de partij. Zittend vlnr: Herman Scholten, Johan Aalderink, Bernard Hartgerink en de pastoor. Staand: Johan Kiezenbrink.
Nog enkele losse foto’s en andere afbeeldingen tot slot

1953. Om een nieuw orgel te kunnen bekostigen in de nieuw te bouwen kerk werden in de jaren vijftig certificaten in omloop gebracht.

1984. Het herenkoor heeft nog meer noten op haar zang. Ze gaan op de Zomerfeesten een touwtrekwedstrijd aan tegen een aantal artiesten waaronder Paulo Passionato and the Pennys from Heaven. Eerst even samen poseren. De koorleden zijn hurkend vlnr Herman Scholten en Paulo Passionato zelf, Bennie Jannink, Jan Eijsink, Nico Bauhuis, dirigent Martens, Gerhard ten Heggeler. Staand: Jan Ottenschot, Gerrit Klein Breteler, Gerhard Jannink, Jan Nijhuis sr, Johan Aalderink, Theo Nollen, Herman Brummelhuis, Bennie Eissink, Harrie Pelle, Hendrik Botterhuis, Jos Hafkamp.

In de jaren veertig van de vorige eeuw was de parochie een goed bezet herenkoor plus nog een jongenskoor rijk.

1984. Het clublied van WVV wordt voor een plaatopname ingezongen door het herenkoor. Op het voorpleintje van café De Gebrande Waateren poseren de zangers.