Diamanten bruidspaar Frans en Truus: “Laat elkaar vrij”

(foto Jan Schoneveld)

Hoe eenvoudig kan het zijn. Het is zondagavond 24 november 1957. De dansavond in de zaal van Veehof loopt ten einde. ‘Eavn wochn’, zegt de 26-jarige Frans Eijsink tegen de 19-jarige Truus Botterhuis, ‘Ik breng oe noar hoes.’ Zo ging dat toen. Hij wist dat Truus niet alleen naar huis mocht fietsen. Want haar zus Jo had intussen verkering en had dus al een begeleider. Het was meteen raak. ‘Hij kwam terug’, glimlacht Truus en zo begon de verkering die vier jaar later leidde tot een huwelijk dat aanstaande zondag de 28ste november al zestig jaar duurt.
Een interview met het diamanten bruidspaar.

Hanna Eijsink-Grefte, de moeder van Frans (1952)

RELATIE
De verkeringstijd verliep voorspoedig. Hoewel Frans er nog een tweede relatie op na hield met de naam voetbal. Hij was de rechtshalf en tevens aanvoerder van WVV’s eerste elftal en trainde ook nog een jeugdelftal met onder andere Harrie Lentelink, Marinus Bauhuis en Tonnie Pelle erin. ‘Voetbal ging voor’, zegt Truus. ‘Op zondag kwam hij pas ’s avonds bij mij. Hij paste er trouwens goed tussen bij ons thuis. Frans had zijn antwoord meestal meteen klaar.’
Frans lachend: ‘Haar broers zeiden dat ik geen sigaren hoefde mee te brengen voor hun vader. Geef die maar aan ons, zeiden ze.’
Truus: ‘Ik heb mijn schoonmoeder maar één keer ontmoet. Ze had kanker en was al behoorlijk ziek. Met de Kerst vroeg ze Frans om mij een keer mee te brengen. Ze wilde me graag leren kennen. Met Nieuwjaar heb ik haar toen gesproken. Op 11 februari is ze overleden. We wilden die avond naar het carnaval, maar dat kwam er toen natuurlijk niet van.’

28-11-1961. Het pas getrouwde paar verlaat de kerk in Hengevelde geflankeerd door jeugdige leden van WSV en WVV.
28-11-1961. Het bruidspaar Frans en Truus gaat vanuit de pastorie op weg naar de feestzaal. Links Frans' neef Harrie die het bruidspaar trouwde.

HUWELIJK
Het kerkelijk huwelijk van Truus en Frans werd op 28 november 1961 ingezegend door Harrie Eijsink, een neef van de bruidegom. Op 10 november waren ze al voor de wet getrouwd. ‘Dat was op een vrijdag’, weet Frans nog, ‘want het was op die dag altijd gratis.’ Na de ceremonie in de kerk bracht het bruidspaar een bezoek aan de pastoor in de pastorie en liep daarna naar de zaal waar de bruiloft zou plaatsvinden. Dat was bij Assink, waar Frans’ nicht Anna de scepter zwaaide. Overdag hadden ze zeventig gasten, ’s avonds tweehonderd. ‘Dat heette toen een kleine bruiloft’, zegt Truus.
Frans: ‘Mijn neef Harrie vertelde nog dat we ook weer bij hem terecht zouden komen, als we wilden scheiden. Hij was namelijk lid van de kerkelijke rechtbank. Maar dat is er gelukkig nooit van gekomen. En er is ook nooit aanleiding voor geweest.’

Erve Bekkedam te Markvelde, ouderhuis van Frans

BEKKEDAM
We gaan terug in de tijd. Frans is op 14 januari 1931 in Markvelde geboren op de boerderij Erve Bekkedam van zijn ouders Herman en Hanna. Hij was het zevende kind in een gezin van acht. Hij en zijn jongere broer Gerard zijn de enigen die nog leven. Gerard woont in Goor en lijdt aan de ziekte van Alzheimer. ‘Het is erg met hem gesteld’, vertelt Frans, ‘hij herkent me intussen al niet meer.’ Gerard voetbalde net als Frans jarenlang voor WVV en stond bekend onder de bijnaam Piepelaar. Hun vader Herman overleed ruim drie jaar na Frans’ geboorte. In 1932 was de boerderij door brand verwoest. Er werd een keet geplaatst, waarin Gerard in augustus van dat jaar geboren werd. Het gezin kwam terecht in zorgelijke omstandigheden. Frans en zijn zus Marietje werden ondergebracht in het gezin van hun oom en tante bij Eijsink (Hof Kagelink), Riek kwam terecht bij Nijhuis (TimmerJan), haar oom en tante van moeders kant. Broer Harrie ging naar een tante en oom net over de grens in Zwilbroek en Toon ging naar de familie Hoesstee. De kleine Frans keerde al gauw terug naar huis. ‘Mijn moeder wilde me bij zich houden’, weet hij nog. ‘Maar veel herinneringen heb ik er niet aan. Ik was nog te jong.’

1952. Frans (derde van links) met enkele broers. Links Gerard, vierde van links Bernard met zijn vrouw Corrie, rechts achter Bernard staat Harrie en uiterst rechts staan nog broer Jan met zijn vrouw Sannie. Niet op de foto: de zussen Marietje en Riek en broer Toon.

VALSE START
Toen vader Herman in 1934 overleed, was Frans’ oudste broer Bernard 12 jaar. Hij moest de boerderij runnen. Het woonhuis met de deel en de stallen werd weer opgebouwd. Het gezin van Herman Eijsink en Hanna Grefte maakte door al die zware omstandigheden een valse start, maar werd wel van alle kanten gesteund door de wederzijdse families. Frans benadrukt dat ze desondanks een fijn gezin hadden. ‘Er waren niks geen moeilijkheden. We moesten elkaar goed helpen. Ik moest vaak aardappels schillen, bussn en kloompn schoern en dat soort huishoudelijke dingen. Oom Gerrit Grefte hielp mijn moeder en broer Bernard op de boerderij en we hadden al een dienstmeisje, de uit Utrecht afkomstige Hanna Steenhouwer. Mijn vader haalde haar af op het station in Goor, zo heb ik later gehoord. Zij zouden een witte zakdoek tonen, zodat ze wisten wie wie was. Overigens is Hanna een paar jaar later vanaf mijn ouderhuis Bekkedam getrouwd met Willem Hoesstee, de bekende kapper in Hengevelde.’
De lagere schooltijd van Frans kende een vervelend oponthoud. Toen hij een jaar of tien was, kreeg hij jeugdreuma en moest een jaar op bed liggen. ‘Ik kon helemaal niks.’ Daarna ging hij toch weer door op school. Ze liepen altijd over de Slotsweg waar zijn klasgenoten Gerrit ten Thije (Krog) en Willem Pierik (Koeveld) onderweg aansloten. Na de lagere school ging hij naar de Ambachtsschool in Hengelo waar hij leerde voor automonteur en machinebankwerker en zijn Bovag-diploma haalde. Toen hij klaar was, kreeg hij een melkrit van de melkfabriek in Hengevelde. ‘Een jaar lang haalde ik met paard en wagen met houten wielen de melkbussen op bij de boeren aan de Slotsweg.’
De militaire dienst zat er voor Frans al na drie maanden op. Toen werd hij afgekeurd vanwege de reuma die af en toe nog opspeelde. Hij kreeg een baan als monteur bij garage Tijhuis in Goor en bleef er zes jaar. ‘Ik verdiende 27 gulden per week. Oom Jan Nijhuis kwam toen op een dag bij mijn moeder en bood aan mij in de kost te nemen en een baan te bieden als chauffeur met een weekloon van 32 gulden. Dat heb ik toen gedaan en ben er mijn hele leven gebleven.’

Ouderhuis Truus aan de Stegenhoekweg

VEERTIEN KINDEREN
Truus Botterhuis is geboren op 2 oktober 1938 in het ouderhuis aan de Stegenhoekweg tussen Hengevelde en Sint Isidorushoeve. Ze was de twaalfde in een gezin met veertien kinderen, maar was het eerste kind dat aan de Stegenhoekweg geboren is. ‘Mijn vader had daar een bosperceel gekocht van Schonenborg, had het zelf ontgonnen en er een huis gebouwd.’
Ze kenschetst haar vader Bernard als ‘heel streng’. Maar voor haar moeder Trui was hij zorgzaam, voegt ze eraan toe. ‘We hadden een groot gezin, de saamhorigheid was groot, we hadden veel plezier samen, maar er was veel armoede. Speelgoed hadden we niet, verjaardagen werden niet gevierd op die van onze ouders na. Ik heb daar geen vervelende gedachten over. Je wist niet beter. Toen ik opgroeide, waren mijn oudste broers en zussen al in betrekking als boerenknecht of dienstmeisje.’

Begin jaren 50. Het gezin Botterhuis met vlnr staand: Hendrik, Gerard, Bennie, Jan, Annie, Toon, Marinus, Dinie, Marie. Zittend: Grada, Truus, vader Bernard, moeder Trui, Theo en Jo.

ALLEEN TRUUS
Truus toont de familiefoto die genomen is ter gelegenheid van de veertigste trouwdag van haar ouders. Haar jongste zusje Trees staat er niet op. Zij is een week of zes naar haar geboorte gestorven. Broer Marinus is op 21-jarige leeftijd dodelijk verongelukt tijdens wederopbouw werkzaamheden in de Betuwe. Anno 2021 is van de veertien Botterhuizen op de foto alleen Truus nog onder ons. ‘Daar ga je nooit van uit, dat je op enig moment geen enkele broer en zus meer hebt. Van je ouders weet je dat de kans groot is dat je hen overleeft, maar verder weet je niks. Op ons feest zal niemand aanwezig zijn van ons gezin.’
Truus ging naar de lagere school in Sint Isidorushoeve en daarna naar de tweejarige huishoudschool in Haaksbergen. ‘Ik kreeg het advies de lerarenopleiding voor huishoudonderwijs in Steenwijkerwold te gaan doen, maar daar was geen geld voor. Ik ben in betrekking gegaan voor dag en nacht.’ Truus werkte twee jaar bij Kamp in Hengevelde, vervolgens bij de lunchroom van Hemmelder in Delden waar ze alles deed. Werkzaamheden in het gezin, de opvang van de kinderen, de bakkerij, de winkel en de lunchroom. Ook zondags. ‘Daarna stapte ik over naar Reefman in Hengelo, een firma in bouwmaterialen, maar ik wilde liever in een gezin werken in combinatie met een winkel en ben toen bij de Coop-winkel gaan werken in de Wemenstaat.’

Eind jaren 60. Vlnr Nicole, Peter en Adele

DRIE KINDEREN
Toen ze 60 jaar geleden trouwde met Frans, stopte ze met werken. Het paar betrok als eerste een woning in de pas aangelegde Nieuwstraat. Ze kregen drie kinderen. Adele  werd geboren in 1963. Ze woont met haar man John in Haaksbergen en werkt in de kinderopvang. Ze hebben drie dochters. De oudste woont in Deventer, de andere twee studeren in Groningen. Peter (1964) woont met zijn partner Gerry in Nijmegen. Hij werkt op de financiële afdeling van een groot bedrijf en Nicole (1966) woont met haar man Gerben in Lent. Ze hebben twee dochters. Nicole is lerares Engels op het Citadel College in Lent.

Veteranenelftal van WVV uit de jaren zeventig met staand vlnr Johan Escher, Gerard Wegdam, Albert Klaver, Frans Hofmeijer, Bernard Velthuis, Gerrit Hofmeijer, Gerrit Karnebeek, Frans Brinkman. Hurkend: Johan Rouweler, Frans Eijsink, Gerard ten Heggeler, Gerhard Rupert, Jan Jannink en Hennie Epping.

WVV
Frans werkte bij Nijhuis, Truus was thuis. Beiden waren ook jarenlang actief in hun vrije tijd. Frans voetbalde bij WVV, maar trok zich in 1962 terug uit het eerste elftal. Hij had zijn debuut al op zijn achttiende gemaakt. ‘Ik was zes seizoenen aanvoerder en had er goeie jaren’, zegt de man die vanwege zijn werk in de meelhandel de bijnaam Wessanen had gekregen. ‘Ik was fanatiek, werkte hard en voetbalde stevig. Het maken van slidings was een sterk punt van mij. Mijn zwagers Hendrik en Toon gingen wel eens kijken. ‘Wessanen ligt meestal op de grond’, zei Hendrik eens. Teamgenoten die hij zich nog herinnert, zijn keeper Gerrit ten Buuren, Harrie en Gerrit Hofmeijer, Bernard Velthuis, Henk ten Thije, Johan Escher en zijn eigen broers Jan en Gerard. Toen hij stopte bij het vlaggenschip, speelde hij een jaar in het tweede elftal, maar dat beviel hem niet. Hij stopte, maar maakte enkele jaren later deel uit van het veteranenelftal dat op initiatief van Johan Escher was opgericht met oa Nico Bauhuis als een van de aanjagers.
Frans was ook jeugdleider bij WVV en werd op een dag ook bestuurslid van WSV, de wandelsportvereniging  die al jaren geleden werd opgeheven. Samen met Frans Assink en Harrie Brummelaar runde hij de vereniging. Als afgevaardigde van WSV werd hij ook lid van de Zomerfeestcommissie. Dat heeft hij elf jaar gedaan. ‘Meehelpen heb ik elk jaar gedaan. Nog steeds help ik ’s ochtends met het schoonhouden van het feestterrein. Maar het kan ook zijn, dat ik daarmee stop.’  Frans heeft tot zijn 75ste getennist. Thans is het maken van grote legpuzzels een van zijn hobby’s.

BEWUST
Truus heeft ook bepaald niet stil gezeten naast haar werk en gezin. ‘Sporten deden we niet op zondag. Daar was mijn vader tegen. Hij was zeer gelovig’, vertelt ze. Later kwam ze wel in het verenigingsleven terecht en bekleedde ze tal van functies. Rond 1973 werd ze voorzitster van het KVG, het katholieke vrouwengilde. Dat ze acht jaar en kwam als zodanig ook op vergaderingen in de regio. Ze volgde een cursus als vormingswerker en gaf later zelf deze cursus. ‘We maakten vrouwen bewust van hun positie. Bijvoorbeeld dat ze net zo goed als mannen een opleiding mochten volgen.’
Ze werd lid van de eerste parochieraad, die later nog een tweede keer werd opgericht met Truus als voorzitster. Ze zat in de organisatie van de werkgroep MOV, wat staat voor Missie Ontwikkeling Vrede. Samen met Ankie Kleinherenbrink, Johan Wegdam en Henk Bergevoet bedachten ze acties voor deze doelstelling. Rond de eeuwwisseling was Truus voorzitster van de soos voor ouderen die een jaar of acht geleden overging in het KBO. Thans beheert ze nog het parochiesecretariaat (sinds 1997) en is ze bestuurslid van de vrouwengymnastiek voor ouderen.

FEESTDAG
Frans en Truus zijn 60 jaar bij elkaar. Dat is een lange tijd. ‘Laat elkaar vrij’, tipt Truus. ‘Frans kon aan sport doen of andere dingen die hij wilde. En als ik in het westen bepaalde cursussen wilde volgen van soms wel drie dagen achter elkaar, vond hij dat geen punt. Je moet je eigen ding kunnen doen.’
Frans denkt er precies zo over. ‘We hebben nooit iets gehad van onenigheid of zo.’
Truus: ‘Daar zou ik ook niet tegen kunnen. Soms hoorde ik hem in de schuur wel eens foeteren, als er iets niet wilde lukken. Dan zei ik alleen: “Dat helpt Frans”.

Zondag de 28ste november ontvangt het diamanten paar de genodigde gasten bij café De Gebrande Waateren. Wegdam Nieuws wenst Frans, Truus, hun kinderen, kleinkinderen en overige gasten een prettige feestdag toe en daarna nog een mooi aantal jaren in een goede gezondheid.

Tot slot de officiële trouwfoto, 60 jaar geleden.