He’j à wier nen aander’n?

De lente begon pas echt als Truus ‘open’ ging. De ijssalon van Truus is een begrip in Hengevelde en ver daarbuiten. Want wie door het dorp reed, kon haar verleidingen niet weerstaan. Zo heeft menig Twentse sportploeg de pijn van een verloren wedstrijd tegen WVV’34, WHC of Cupido verzacht met een ijsco van Truus.

Eerst werkte Truus in de cafetaria met de onovertroffen naam ‘Braakhuis’. Toen Braakhuis z’n vet liet harden ging Truus mee naar de nieuwe eigenaar, Hennie Varenbrink. Hennie bouwde aan ‘de overkant’ van het Varenbrink imperium een ijssalon. Met ware coupes en lange lepels, met discodip en gegoten chocolade. Niet van die goedkope chocoladesnippers, nee, échte warme chocolade waarin Truus het ijskoude softijs behendig dipte.

Het duurde even voordat ik de softijsjes zelf mocht dippen. Maar dankzij de schelle doch nuttige aanwijzingen van Truus kreeg ik de vaardigheden van ijsverkoper onder de knie. Wat was ik trots op m’n baan. Sterker nog: het is de mooiste baan die ik ooit heb gehad. Iedere zonnige zondag hing ik samen met Truus uit het loket en bekeken we het gekrioel op de Goorsestraat.

Zo leerde ik veel van Truus. Over het dorp, over het leven in het dorp, over het leven an sich én over ijs. Truus is de beste leermeester die ik ooit heb gehad. Zo secuur, snel, luid, creatief, zorgzaam en aardig. En recht voor de raap, dat ook. Toen een vriendje aan het loket een ijsco voor me wilde kopen zei Truus: ‘He’j à wier nen aander’n?’

Maar één ding leerde ze me nooit: hoe je ijs maakt. Truus was de enige die de inhoud van de magische machine kende. Uren stond ze het beslag te kloppen en te roeren in emmers van roestvrij staal. Wij werknemers mochten het slechts in de machine gieten.

Hennie heeft besloten zijn imperium in te krimpen. De overkant wordt een bloemenzee en de ijsmachine is verkocht aan Assink. Maar één machine maakt nog geen lekker ijs en dus lente. Dat kan alleen Truus.

Dus voetbal- volleybal- of handbalteams op weg naar Hengevelde; wees gewaarschuwd. Hengevelde uit is nog lastiger geworden.

Karen Eshuis.

(bron: twentesport.com)