Honderd jaar Nollen: “We zijn gewoon gewoon”, zeggen Vincent en Antoinet

Vincent en Antoinet op het terras van hun landhuis

Overal in de regio zie je de naam Nollen op straten en pleinen. De laatste weken ook vaak in kranten en andere publicaties, want eigenaar Vincent en zijn mensen vierden het 100-jarig bestaan. TV-ster Robèrt van Beckhoven, Meester Patissier èn Meester Boulanger, kwam langs bij de bakwedstrijd, er was een puzzelrit, het boek Goed gebakken kwam uit, de winkels werden versierd met ballonnen en kleurige posters en op de dag van het eeuwfeest ontving Nollen het eervolle predicaat Hofleverancier. Vincent wijst op de parkeerplaats achter de immense bakkerij: ‘Daar hadden we een grote feesttent gepland, maar corona zat ons dwars.’ Wellicht komt er een feest in mei 2022.
Op 21 november 1921 kreeg Vincents opa Dorus de officiële bevestiging dat hij eigenaar was van de bakkerij aan de Goorsestraat. Vader Theo breidde de zaak uit en wat was het mooi geweest als hij en zijn vrouw Minie nog hadden kunnen zien hoe Nollen zich anno 2021 manifesteert. Overal in de regio zie je op bakkerswinkels het bekende Nollen-logo. En er volgen er nog meer, kondigt Vincent aan.
Op de dag van de honderdste verjaardag heeft Wegdam Nieuws een interview met het echtpaar Vincent (57) en Antoinet Nollen (56).

Vincent en Antoinet bij de ingang van de zaak aan de Goorsestraat, de plek waar alles begon. Tussen hen in het schild met het predicaat Hofleverancier.

FRAAI LANDHUIS
Prachtig vormgegeven, luxueus, ruim en huiselijk. De nieuwe woning van Vincent en Antoinet Nollen ligt vanaf de Bentelosestraat heel fraai tegen een walletje met statige eiken. Vooral als je komt aangereden vanuit de Gorsveldweg heb je een uniek zicht op het fraaie landhuis. De man die overal in de regio bakkerszaken runt en daarnaast in Hengevelde zelf op twee locaties brood, banket, bonbons en chocola produceert, is kortelings met zijn gezin neergestreken op een schitterend plekje voorbij de voormalige boerderij van Gierkink. Hoe kwam het zo? Waarom verkasten zij vanuit de Nieuwstraat naar een plek net buiten het dorp?
Vincent: ‘In 2007 kocht ik die boerderij. Ik wist dat ie te koop was. Mijn vader was handig in het beleggen van geld. Toen hij weer eens goed had gescoord, kregen wij als kinderen allemaal een mooi bedrag van hem. Ik heb dat op mijn beurt ook belegd. Op enig moment had ik een aanzienlijk bedrag. En daarna ging het nog verder omhoog. Maar het klapte vervolgens ook weer in elkaar en viel terug. Ik werd zenuwachtig.’
Gelukkig voor Vincent steeg de koers weer en was hij na een tijdje terug op het mooie bedrag dat hij eerder al eens bereikt had. Hij kocht de boerderij van Gierkink. De opstallen werden gesloopt. Er zat veel asbest in. ‘Ik wilde de boerderij ook slopen, maar de gemeente en ook het Oversticht vonden dat jammer. We besloten hem eerst maar een tijdje te verhuren, want de kinderen waren nog klein, hoewel dat in die jaren nogal moeilijk was. Brian Kuipers, een vriend van ons, adviseerde om nieuw te bouwen met de rood-voor-rood-regeling. “Wat moet je met zo’n groot huis, als straks de kinderen het huis uit zijn”, opperde hij. Daar had hij gelijk in. De gemeente wilde meewerken om wat verderop te bouwen en daar wonen we nu.’
Marloes ten Breteler en Tim Leferink kochten de boerderij van ons, de inmiddels 90-jarige weduwe Hermien Gierkink-Reijerink mag er blijven wonen. Iedereen tevreden. Vincent vertelt dat hij wel eens plannen had om de boerenhoeve van Eetgerink te kopen. ‘Ik zag het voor me. Ik wilde van die authentieke boerderij een uitspanning maken. Maar dat lukte niet. Later is het dit huis geworden. We wilden iets voor de toekomst hebben.’
Antoinet moest er overigens wel aan wennen. ‘Begin vorig jaar dacht ik dat ik hier depressief zou worden. Ik zag het niet zitten, zo stil en zo saai. Toen het voorjaar was, werd het mooier, de natuur ontlook en ik wende eraan. Nu wil ik niet meer weg.’

Omstreeks 1970. Minie poseert met haar zes kinderen. Vlnr Mirjam, Constance, Francis, Vincent, Robert en Stefan.

UIT NEEDE
Antoinet komt oorspronkelijk uit Neede. Haar ouderhuis stond aan de Meijersweg. Ze was de derde van vier kinderen. Vader Wegdam werkte bij Interwand in de productie.
Antoinet: ‘Daar heeft hij het roken geleerd, zei hij altijd.’
Haar moeder was huisvrouw en had ernaast een paar poetsadressen waaronder de plaatselijke bibliotheek. Na de lagere school, de lhno en de inas meldde Antoinet zich bij een verpleeghuis in Den Haag, omdat ze de opleiding voor ziekenverzorgster wilde volgen. ‘Maar ik kreeg heimwee, ben gestopt en was na een paar maanden weer thuis. Mijn vader regelde toen een baantje bij bakker Strengers. Ik heb er tien jaar gewerkt.’

VINCENT
Vincent is de een na jongste van zes. Zijn vader Theo en moeder Mieny zijn in 2019 op de leeftijd van respectievelijk 90 en 85 overleden. Na de lagere school en het vwo op het Twickelcollege in Hengelo, begon hij in Arnhem op de HAN aan de opleiding fiscaal recht. Hij was van plan Register Accountant te worden, maar voelde zich niet thuis op de HAN. Meestal was hij donderdags al terug in Hengevelde.  We zitten in de jaren 1982, ’83 in een belangrijke periode. Vincent stopte na een klein half jaar op de HAN. ‘Er waren op dat moment nog drie bakkers in Hengevelde. In 1983 stopte Eetgerink. Vader wilde toen ook stoppen. Hij wilde geen medewerker meer aannemen, omdat hij daarmee al een paar keer op de koffie was gekomen. Ik kwam toen net weer thuis. De anderen in ons gezin hadden een baan. Robert had last van reuma. Stefan probeerde het wel, maar voelde er uiteindelijk niet voor en werd vertegenwoordiger. Francis en ik waren altijd al degenen die het meest actief waren in de zaak. Ik kon erbij komen en moest nog wel wat opleidingen doen. Dat was een makkie. Ik had vrijstelling voor verschillende vakken, want ik had een vwo-diploma. Het was een mooie tijd. Je had Nollen en Spekreijse. Twee concurrenten. Water en vuur.’
Vincent zag het aan en bedacht dat het anders kon en moest. Op een dag bestelde de woningbouwvereniging 200 taarten. Nollen zou er 100 maken en Spekreijse zou er 100 maken. Vincent overlegde met Johan. Ze leenden elkaar de taartvormen. De klus werd in goed overleg afgehandeld. ‘Bij Spekreijse lag toentertijd de focus wat meer op de supermarkt, bij ons andersom, op de bakkerij dus. Maar uiteindelijk stopte Johan en kreeg je de periode dat je in Hengevelde overal één zaak van dezelfde branche aantrof. Eén bakker, één slager, één supermarkt enzovoort. Dat maakte het dorp uniek en het was bovendien gemakkelijker geworden om onderling te overleggen.’

Omstreeks 1969. De jongens van Nollen: Robert, Stefan en Vincent.

ANJA OF ANTOINET
Intussen had Vincent bij discotheek Charlie een zekere Antoinet Wegdam uit Neede ontmoet. ‘Hoe dat ging? We zaten op zondag vaak de hele dag bij Assink of in de voetbalkantine en gingen dan ’s avonds nog naar Charlie. Ik vroeg Antoinet of ik haar naar huis mocht brengen. Dat mocht. Dan moet je wel snel zijn, zei ze nog. Het was zondag, dan wilde je het niet te laat maken. Ik heb nog wel haar telefoonnummer gevraagd. Toen ik een week later belde, kreeg ik haar broer aan de lijn en vroeg ik of Anja thuis was. Ik wist de naam niet meer precies, alleen dat die met een A begon’, glimlacht Vincent. ‘Hij zei meteen dat ik Antoinet bedoelde.’
Hoe dan ook. Het kwam goed. Ze kregen verkering, trouwden op 14 oktober 1989 en kregen twee kinderen, Ties en Wout die thans 22 en 21 zijn.

TIES EN WOUT
Of een van de twee zonen hen op den duur gaat opvolgen, is de vraag. Ties is geïnteresseerd in het organiseren van evenementen. Hij werkt bij een bedrijf in licht en geluid en heeft het daar naar zijn zin. Wout heeft de ambitie om de zaak over te nemen. Vincent en Antoinet: ‘We zullen zien, het is moeilijk om nu al te zeggen, maar we zouden het natuurlijk wel fijn vinden. We hebben nu al wel de keuze gemaakt dat we ons dan uit de leiding van het bedrijf terugtrekken, zodat er geen vader-zoon-relatie in het bedrijf ontstaat. We vinden ook dat hij dan eerst elders zal moeten werken. Mede daarom hebben we ons bedrijf versterkt met Koen de Haan als directeur.’
Daarnaast is Bandi Vaczi als hoofd marketing en sales ook nieuw in het bedrijf. Hij komt van Apollo banden en heeft voor dat bedrijf wereldwijd gewerkt. Hij is van Hongaarse afkomst. Vincent is zeer blij met zijn komst en ook met de aanstelling van Koen de Haan. ‘We zijn groot geworden, omdat we geen nee konden zeggen. Daardoor werden we steeds groter. We moesten steeds meer ballen hoog houden. We willen nu van een vraag-gerelateerd naar een aanbod-gerelateerd bedrijf.

De vestiging van Nollen aan het Dikkersplein in Hengelo

REGIO
Nollen heeft momenteel zestien winkels in de regio. Daar komen op korte tijd Hardenberg en Diepenveen bij, daarnaast gaat de vestiging aan het Enschedese Van Heekplein sluiten. ‘Er zijn elders nog meer opties’, zegt Vincent, ‘maar daar wil ik nu nog niets over zeggen.’ Nollen levert verder nog aan tien Jumbo’s waaronder zes van Leussink. De supermarkt in Diepenheim was de eerste die brood van Nollen verkocht. Daarna volgden er meer, oa Bentelo, Borne, Hardenberg en Oelerweg Hengelo.

2013. De fiere Theo Nollen glundert bij de feestelijke opening van bakkerij Nollen op het industrieterrein.

DORUS-THEO-VINCENT
Bij een eeuwfeest kijk je even terug. Vincent is de derde Nollen in de honderdjarige zaak. Zijn vader Theo kreeg de zaak in 1955 op naam voor 80.000 gulden. Diens vader Dorus – geboren en getogen in Raalte – kwam in 1918 naar Hengevelde, nadat hij eerst nog knecht was geweest op het bedrijf van Distel in Bentelo. Hij bouwde in Hengevelde een nieuw huis aan de Goorsestraat en maakte van het oude huis een bakkerij. Op 21 november 1921 zette hij zijn handtekening. Hij en zijn uit Haaksbergen afkomstige vrouw Anna Keizer waren harde werkers. Theo was hun jongste zoon. Met de bevrijding in 1945, toen Theo als jonge tiener al in de bakkerij moest meewerken, leidde Antoon Kortenhorst uit Heeten de zaak, omdat Dorus leed aan de ziekte van Parkinson. Hij overleed in ’53 op 69-jarige leeftijd, Anna tien jaar later.
Theo trouwde met Minie Eeltink uit Deldenerbroek en ook zij beiden werkten hard en bereikten veel. Ze kregen bovendien zes kinderen, drie dochters en drie zonen: Mirjam, Francis, Stefan, Robert, Vincent en Constance. Mirjam, Francis en haar man Geert werken thans in het bedrijf. Robert volgt binnenkort ook.

Familiefoto uit 2003. Theo en Minie tussen hun kinderen met hun partners en de vijftien kleinkinderen. Boven vlnr Geert, Mirjam, Francis, Sandra, Stefan, Soe Lin, Vincent, Robert, Tom, Constance en Edwin. Uiterst links staat Antoinet. Op de onderste rij zit Ties en staat Wout (derde en vierde vanaf links).

FAMILIE
Van hen is dus Vincent de volgende bakker geworden. Hij vertelt: ‘Op de lagere school was ik al actief voor de zaak. Dan ging ik tussen de middag al brood venten aan de Beldsweg en de Vondersweg. Toen ik 14 jaar was, kreeg vader last van de rug. Hij lag in de bakkerij op de bank om ons te instrueren. Ik moest thuis blijven om brood te bakken. Ik hielp sowieso al veel.’
Vincent stond als tiener al graag in de bakkerij. Hij vond het mooi werk. Robert hielp ook veel, ondanks dat hij te kampen had met jeugdreuma. Vincent: ‘Hij werd leraar, maar daar is hij nu klaar mee. Hij gaat volgend jaar voor ons werken. Dan gaan we open in Diepenveen, waar Robert woont.’
Niet alleen Vincent en Robert hielpen in hun jonge jaren mee in de zaak, ook hun broer Stefan en de zussen moesten helpen. De ene wat meer dan de andere, maar allemaal moesten ze op hun tijd de handen uit de mouwen steken. Neem alleen al de bruiloften bij Assink, soms vier per week. ‘Dan moesten op enig moment de broodjes erdoor. Dat ging meestal om honderden stuks.’
Robert kon aardig sporten, zegt Vincent, zelf was hij voetballer en speelde ook nog even in het eerste elftal van WVV. ‘Ik scoorde een paar keer. Trainer Jan Verdriet zei dat er een nieuwe spits geboren was. Voetballen vond ik heel prettig om te doen. En later was ik scheidsrechter en dat vind ik ook leuk.’ Intussen is het in Hengevelde al bekend geworden dat Vincent onlangs een wedstrijd floot en tegelijkertijd aan het telefoneren was. ‘Tja, de telefoon heb ik onder de wedstrijd bij me. Voor noodgevallen en dat was het die keer’, glimlacht hij.
De sport ligt hem na aan het hart. In het vorige decennium was Vincent voorzitter van WHC.

1965. Theo en Minie met vijf kinderen. Vlnr Robert, Francis, baby Vincent, Mirjam en boven haar Stefan.

OUDERS
De jubilerende Hengeveldenaar kijkt met een heel positief gevoel terug op zijn ouders die sinds kort niet meer onder ons zijn. ‘Toen we jong waren, hadden we wel eens discussies. Dat ik bakker geworden ben, is een teken dat het goed is. Mijn moeder Minie was een doorzetter, soms haast te heftig. Haar motto was: “Het maakt niet uit wat je doet, als je het maar je best doet.” Vader was banger. Tot 2000 hadden we een maatschap. Vanaf toen namen wij het over. In 2001 kochten we de zaak in Goor, in 2002 verbouwden we ons huis en in 2003 de bakkerij aan de Goorsestraat. Hij praatte haast niet meer tegen mij. Hij was zwaarmoedig en chagrijnig, omdat hij bang was dat het niet goed zou gaan. Ik heb dat niet. In dat opzicht lijk ik meer op mijn moeder.’
Antoinet kijkt met veel respect terug op haar schoonouders. ‘Ik was de eerste die moeder volledig ging helpen. Theo zei: “Je leert nog wel hoe je van een dubbeltje een kwartje moet maken”. Toen we kinderen kregen, hoefden ze nooit naar de opvang. Minie deed alles. Dat we weggingen naar ons nieuwe huis, vonden ze niet leuk. We hadden 30 jaar naast elkaar gewoond.’

In de winkel aan de Goorsestraat. Antoinet en Vincent met Trudy Nibbelink.

VAN DAG TOT DAG
Hoe ziet de dag eruit voor Vincent en Antoinet? Van bakkers is bekend dat ze bijna 24 uur per dag in touw zijn.
Vincent: ‘Ik sta om 5 uur op. Dan drink ik een kop koffie en ga ik een paar uur naar de bakkerij. Ik ontbijt daar. De nachtploeg is klaar, de ochtendploeg begint. Het is goed om er dan te zijn. Ik vind het belangrijk om affiniteit te houden met de werkvloer. Tot de middag houd ik mijn bakkerskleren aan. In de middag heb ik overleg met relaties of met een vertegenwoordiger of kijk ik even op een van de locaties hoe het daar gaat. Ik ga vanavond nog even naar de bakkerij om borstplaat te maken. Dat vind ik ook leuk. De week ziet er voor mij van maandag tot vrijdag vrij constant uit. Op donderdag bezorg ik brood en andere producten in de Leemkoele en ‘n Ploy. In de vrijdagnacht sta ik om half 2 op om te helpen met de bezorging. Daar hebben we wel een probleem, want er zijn nauwelijks mensen te krijgen. Op zaterdag ga ik vaak langs bij horecaklanten of bij de Jumbo’s waaraan we leveren. Ik stop dan als Antoinet belt. Meestal is dat om een uur of 2. Daarna ga ik een paar uur slapen. De zondag is een rustdag. Soms fluit ik dan nog een wedstrijdje.’
Antoinet: ‘Ik werk ruim één dag per week. Alleen de maandag en dinsdagmorgen. Verder ben ik thuis. Op maandag begin ik om half zes ook met een kop koffie. Om zes uur ben ik in de bakkerij aan de Goorsestraat. Om kwart voor 9 ben ik klaar en ga ik naar huis om de hond uit te laten. Daarna ga ik naar de grote bakkerij. Tot zes jaar geleden heb ik altijd volop meegewerkt. Maar toen kreeg heel erg last van hielspoor. Dat is intussen over, maar mijn hulp is ook niet meer zo nodig.’

In de oude bakkerij aan de Goorsestraat

GOORSESTRAAT
Intussen wordt Nollen groter en groter. Er werken thans 325 mensen, in totaal 170 fte’s. Vincent vertelt hoe betrokken ze allemaal zijn.
We verkassen naar de zaak aan de Goorsestraat. Vol verbazing kijken we daar rond. Hoe groot is het daar. De bakkerij, winkel annex woonhuis van vroeger is thans een groot bedrijf met een enorme oppervlakte. Personeel is bezig met het inpakken van de bonbons en andere soort chocola die op deze locatie worden geproduceerd. De maand december is in aantocht, hoogtijdagen voor een bakker die van alle markten thuis is.

Vincent en Antoinet kijken toe hoe in de grote bakkerij medewerkster Milena de moorkoppen opsmukt

MILJOENENBEDRIJF
Nollen is inmiddels een miljoenenbedrijf, een imperium dat zich uitstrekt over het oosten van het land. En er komen nog winkels bij. ‘Daar zit een bewuste keuze achter’, zegt Vincent. ‘We bouwen volgend jaar nog een stuk bij de bakkerij aan en bouwen hem uit naar 5000 vierkante meters. We gaan van vraag-gerelateerd naar aanbod-gerelateerd. We werken tegen die tijd met een aantal robots om het fysieke werk minder te maken. Mede daarom hebben we de top verbreed met twee zwaargewichten, Bandi Vaczi en Koen de Haan. We willen nog wat groeien. En wat ik vooral vind,  is dat de werknemers die de zestig naderen, nog graag bij ons moeten willen werken. Ik wil ook dat sommigen niet zo hard werken. Broodbakkers zijn van huis uit harde werkers.’ Dat moge duidelijk zijn.

BAKKERIJ
We gaan door naar de grote bakkerij op het industrieterrein – nee fabriek mag je niet zeggen van Vincent. Ook daar kijken we onze ogen uit. Een van de bakkers opent de deur van een oven. Hij trekt een trolley naar buiten. De damp slaat van de volle platen met broodjes. Ze worden besprenkeld met water en worden naast een lange rij trolleys gezet. Harde en zachte broodjes, klaar voor vervoer naar de winkels.
De broodbakkerij, de afdelingen waar banket wordt gemaakt. Groot, groot en groot. We zien wat er gebeurt bij Nollen. De kaneelcake, intussen in het hele land bekend; de zelf bedachte appelrepen. Van oudsher is de krentenwegge de specialiteit van Nollen. ‘Daar scoren we nog altijd goed mee’, zegt Vincent. Roggebrood is nog altijd een topper, vooral voor de oudere klanten. De Bornse maatjes hebben een goede naam. ‘Maar vooral in brood zijn we goed. Daar hebben we ons altijd op gefocust en is nog altijd de basis van ons succes.’

CREDO
Wat is Vincent voor een man, wat schuilt er allemaal in zijn hoofd en hart om dit grote bedrijf op zijn schouders te kunnen nemen? ‘Het is een emotioneel vak’, zegt hij. ‘Ik voel de verantwoordelijkheid, maar voel het niet als een last die zwaar op mijn schouders drukt. De mensen moeten prettig werken bij ons. We zijn gewoon gewoon. Zo zien we dat bij ons.’
Antoinet: ‘Je bent nu beter te pas, omdat je niet meer zoveel vergadert.’
Vincent: ‘Vanwege de tips die we kregen van een soort bedrijfsgoeroe. We hebben geleerd keuzes te maken.’
Antoinet: ‘Ik vond het soms wel wat veel worden. Maar ik vind het nu wel weer leuk. Ik heb wel eens gezegd, dat het allemaal van mij wel wat minder mocht zijn. Heb ook wel eens gedacht dat ik iets anders wilde gaan doen. Maar we hebben het heel goed samen.’
Vincent: ‘We hebben nu meer gedelegeerd. De nieuwe leiding houdt me vaker een spiegel voor.’
Vincents vader Theo noemde in 2013 op Wegdam Nieuws zijn credo als bakker. Ten eerste kwaliteit, ten tweede nooit knooin met chemicaliën en ten derde hard werken.
Vincent glimlacht. Kende hij niet. Hij heeft als credo drie maal T en eenmaal G. Tijd, temperatuur en toewijding plus de G van grondstoffen. Hij legt uit: ‘Elk product heeft tijd nodig. Brood moet goed rijzen. In de bakkerij moet het warm zijn, want dat is goed voor de smaak van het brood en je moet vakbekwaam zijn, gemotiveerd, je moet affiniteit hebben met het vak. Ik koop altijd de beste grondstoffen en buitenstaanders die bij ons komen, zeggen altijd “Wat werken hier goede mensen”. Beter compliment kunnen we niet krijgen.’

Hieronder nog enkele foto’s.
De actuele foto’s voor dit artikel zijn gemaakt door Raymond Wegdam.