Nogmaals Kleur Bekennen met in de hoofdrol Mien Groot Kormelink

Ruim een maand geleden verscheen op deze website in de rubriek Kleur Bekennen de aflevering met Mien Groot Kormelink, de oudste inwoner van Hengevelde.  Mien, die op 1 mei aanstaande honderd jaar hoopt te worden, gaf daarin op openhartige wijze antwoorden op de onderwerpen die in deze rubriek aan de orde worden gesteld. Echter, bij de vraag over KINDEREN antwoordde Mien dat ze die niet had. Haar reactie luidde: ”Nee, ik heb dus ook geen kinderen gehad, wel pleegkinderen van adressen waar ik gewerkt heb.”

Mien jokte, zo bleek een paar dagen later toen een kleindochter van haar en nog enkele personen op de Facebookpagina van WegdamNieuws schreven dat Mien wel degelijk kinderen had. Ze had twee dochters gekregen. Een paar dagen later werd de redactie van deze website gebeld door deze kleindochter die meldde dat haar moeder een dochter was van Mien en dat haar moeder een  halfzusje had dat ook een dochter was van Mien. De oudste van de twee heet Mieke, ze is geboren op 22 april in 1942 in Lochem en woont in Zwolle. De andere dochter heet Marijke. Zij is op 24 december 1947 in Utrecht geboren en woont in Bathmen.
De kleindochter van Mien kondigde aan dat zowel Mieke als Marijke een brief zouden schrijven aan Wegdam Nieuws met uitvoerige informatie over hun leven en hun gebroken relatie met Mien. Ze vinden het tijd worden dat de waarheid verteld gaat worden. Die brieven zijn deze week binnengekomen. Ze zijn hieronder geplaatst.
Namens WegdamNieuws heeft Raymond Wegdam Mien daarvan gisteren op de hoogte gesteld.

Brief van Mieke

Je zult maar een moeder hebben die 100 wordt…

Mijn naam is Mieke van Duren-Geerdink, dochter van de liefste ouders van de hele wereld, te weten Dien en Gerrit Geerdink uit Hengelo. Herstel; eigenlijk dochter van Mien Groot Kormelink. Na een kortstondige relatie met een hooggeplaatste militair uit Indonesië, een vriend van prins Bernhard die in die tijd verbleef in Lochem, bleek Mien zwanger. Zwanger van haar eerste dochter. De relatie kreeg echter geen vervolg en een andere heer kreeg het vaderschap in de schoenen geschoven. Althans, daarop hoopte Mien. Ondertussen kwam deze heer er al snel achter dat dit niet zijn kind kon zijn en is met zijn vader richting Hengevelde getogen, om de familie Groot Kormelink van zijn conclusies op de hoogte te stellen. Ondanks dat kreeg Mien's broer Johan de opdracht van zijn ouders, om met de hoogzwangere Mien, in tamelijk noodweer, achterop de fiets naar Lochem te vertrekken en Mien bij de familie van de vermeende vader af te leveren. Aldus geschiedde. En Mien beviel van een wolk van een dochter. En dat was ik. Maar Mien zat allesbehalve op een roze wolk. Zij wilde mij niet, dus ik werd achtergelaten. Achtergelaten bij deze lieve mensen, die nietsvermoedend de slaapkamer binnenkwamen en alleen mij zagen en geen Mien.

Toevallig stapten even daarvoor de 2 dochters van deze familie uit de trein en zagen Mien lopen. Eenmaal thuisgekomen en hun ouders totaal in shock aantroffen met die kleine baby, moesten ze samen de conclusie trekken, dat Mien via de regenpijp het huis had verlaten en zo'n 6 kilometer te voet had afgelegd, teneinde bij het station te komen. Om vervolgens in Goor te komen, terug naar het veilige Groot Kormelink nest.

Een wieg werd via-via geregeld en heel graag wilden aanverwanten van deze familie mij adopteren, maar in die tijd was het ondenkbaar dat een katholiek kindje zou opgroeien bij protestante ouders. Dus werd ik na een week opgehaald door nonnen uit Utrecht, om na 3 maanden te worden opgehaald door mijn lieve adoptiefouders.

De familie bij wie ik ter wereld kwam, heeft overigens nog een rechtszaak aangespannen tegen Mien. Op de 1 of andere manier is deze rechtszaak geseponeerd, aangezien het archief in Zutphen, met alle benodigde papieren, was gebombardeerd.

Na 6 jaar in Hengelo te hebben gewoond, zijn mijn ouders samen met mij vertrokken naar Zwolle, in verband met het werk van mijn vader. De eerste jaren van mijn leven kregen wij elke maand bezoek van mevrouw Truus Loonen, onderwijzeres op de school in Hengevelde en mijn toeziend voogd. Vaak verbleef zij echter in het ziekenhuis, zodat mijn moeder en ik haar vaak opzochten in het ziekenhuis. Mijn ouders hebben talloze rechtszaken bij de rechtbank in Almelo aangespannen tegen Mien, omdat zij meer rechten wilden krijgen. En telkens liet Mien verstek gaan. Mijn ouders hadden geen voedselbonnen in de 2e wereldoorlog voor mij, want deze werden door Mien opgestreken.

Helaas hebben mijn ouders mij pas op mijn 18e jaar verteld, dat ik geadopteerd was en dus geen kind van hen was. Natuurlijk keek ik vaak in de spiegel en vroeg ik mij af, op wie ik toch leek en bedacht ik mij waarom zoveel mensen toch vroegen: "is dat nou dat kind? Goh, toch best een leuk kind!". Keer op keer, op keer.

Mijn moeder is altijd bang geweest om mij te verliezen en had mij derhalve dan ook uitdrukkelijk verboden, om naar mijn oorsprong te zoeken. Pas een aantal jaren na het overlijden van mijn moeder (1972) heb ik mijn vader verteld, hoe graag ik toch de puzzelstukjes bij elkaar zou willen zoeken. Mijn vader vond dat meer dan prima.De verloskundige, die mij op de wereld had geholpen, mevrouw Boer, beriep zich op een misplaatste zwijgplicht. Het enige, wat zij zich liet ontvallen, was het feit dat ik niet bang hoefde te zijn, dat ik van een Duitser was.

Inmiddels was ik in contact getreden met de fantastisch aardige pastoor Sloot, die geenszins afwist van het bestaan van een dochter. Hij heeft Mien destijds meerdere keren ontboden en Mien hulde zich in stilzwijgen. Na meerdere malen door de pastoor te zijn 'ondervraagd', gaf ze na verloop van tijd aan, dat ze ooit was bevallen van een jongen!

Kort daarop is mijn echtgenoot de gemeente Ambt Delden getogen en kreeg daar mijn geboortebewijs mee, waarop inderdaad vermeld stond, dat ik de dochter was van Mien Groot Kormelink. Maar wat schetste mijn verbazing………. Mien had eveneens het leven geschonken aan nóg een dochter. En op 15 juni 1981 heb ik telefonisch contact opgenomen met mijn halfzus Marijke, of zij een dochter was van Wilhelmina Berendina Groot Kormelink. Aan de andere kant werd het in eerste instantie stil en kwam later de bevestigende "ja". Na onze kennismaking zijn wij dan ook samen naar Hengevelde getogen, om antwoord te krijgen op meerdere prangende vragen. Het was een zeer moeizaam gesprek, waarbij de antwoorden deels waarheid, deels leugens betroffen. Op mijn vraag of ze nog wel eens aan mij dacht, als ze jarig was, antwoordde ze: "ik weet niet eens wanneer je jarig bent!".

Stukje voor stukje kwamen Marijke en ik dichter bij de waarheid. In mijn geval bleek Mien dus een relatie te hebben gehad met die hooggeplaatste militair, die rond 1941 in Lochem verbleef. Over hem schijnen diverse artikelen in de krant te hebben gestaan, maar helaas was het archief van de krant in Lochem door een brand verloren gegaan. Eenmaal achter de waarheid ben ik weer naar pastoor Sloot getogen. Nog 1 maal heeft hij Mien ontboden en haar nogmaals naar de waarheid gevraagd. Pas toen gaf zij toe, dat zij inderdaad 2 dochters had gekregen.

Niet alleen over mijn biologische vader werd gelogen, maar ook kreeg een andere heer het vaderschap van Marijke in de schoenen geschoven. Mien gaaf eerst een foutieve naam op van Marijkes vader, maar aan de hand van een foto van hem, door Mien aan ons gegeven, bleek de naam anders te zijn. Deze vader, Gert Broshuis, heeft inderdaad tot mijn 21e verjaardag te hebben betaald voor haar.De man heeft tot Marijke's 21e aan Mien betaald voor een kind dat noch van hem was, noch door Mien werd opgevoed.

Bij het laatste bezoek aan Mien werd onze duidelijk gemaakt, dat ik haar leven had verziekt en zij wees Marijke en mij letterlijk het gat van de deur. Getracht heb ik haar ervan te overtuigen, dat ik geen rancune jegens haar koester, maar enkel door haar erkend te willen worden en gewoonweg contact met haar te hebben. Jaar-in-jaar uit stuurde ik haar verjaardagskaarten, kerstkaarten, etc. Mijn kinderen stuurden haar geboortekaartjes en een trouwkaart, om haar toch te laten weten, dat wij er gewoonweg zijn! Maar grotendeels kwamen de kaarten terug met het opschrift "NIET GEWENST". Nee, nog steeds niet gewenst. The story of my life.

De hele familie is op de hoogte van het bestaan van Marijke en ik. Mien's moeder zou een 'onechte' dochter zijn van een plaatselijke baron, waar haar moeder werkzaam was.  En het zogenaamde broertje Benny, was geen broer van Mien, maar keihard een zoontje van zus Anna, Mien's oudste zuster. Benny werd opgevoed als kind van Mien's ouders, maar was in werkelijkheid geen broertje, maar een neefje. Er waren dus geen 8 kinderen in het gezin Groot Kormelink, maar 7.

Het is alsof er een rode draad door de familie loopt.

Benny hebben wij gelukkig nog mogen leren kennen. Hij was zo blij, dat hij ons nog mocht leren kennen, aangezien hij niet lang meer te leven had. Benny overleed op vrijdag 11 september 1981aan lymfeklierkanker

Marijke en ik hebben veel familieleden gesproken; neven, nichten. Iedereen was alleraardigst en vol interesse en medeleven, maar……. Na ons verhaal te hebben gedaan, werd ons toch echt te kennen gegeven, dat het maar beter was, om geen contact meer te hebben. Met andere woorden: de familie Groot Kormelink hult zich tot op de dag van vandaag in stilzwijgen! Met Mien als aanvoerster van dat al.

Het is genoeg geweest! Woest ben ik, om te lezen dat Mien in het artikel "Kleur bekennen" net voor haar 100e verjaardag glashard beweert, dat er nooit kinderen zijn geweest. Witheet maakt het mij en daarnaast nog altijd heel verdrietig. Hoe kun je ons ontkennen? Jij hebt ons op de wereld gezet. Wij zijn niet vanzelf gekomen. Erken ons!

Mijn 2 kinderen en hun kinderen zijn een cadeau, het mooiste en grootste cadeau wat ik ooit heb mogen ontvangen.

Ik heb de rijkdom om moeder te mogen worden en mijn kinderen met liefde en warmte op te voeden. Warmte en liefde, die jij nooit hebt gekend. Triest, hoe jij Mien, met opgeheven hoofd een interview geeft en een feest wilt vieren, om jouw 100e levensjaar te vieren. Schaamteloos!

Gegeven heb jij, in de vorm van 2 levens. Verder heb jij alleen maar genomen en afgenomen. Waardigheid, geld, wortels en respect. En dat zoveel jaren lang.

Fijne verjaardag, 'moeder'!

Mieke van Duren-Geerdink

De brief van Marijke Heeren

Nadat ik geattendeerd werd op uw artikel op Wegdam Nieuws en ik het gelezen had, was ik in shock. U moet namelijk weten dat Mien, laten we haar zo maar noemen, 2 dochters op de wereld gezet heeft. Mijn zus Mieke geboren 22 april 1942 te Lochem en ik, Marijke geboren op 24 december 1947 in Utrecht. Nadat Mieke 1 week oud was werd zij door de nonnen uit Utrecht opgehaald om daar vervolgens na 3 maanden door pleegouders weer uitgehaald te worden. Ik heb tot twee en een half jaar bij de nonnen gewoond. Het was een weeshuis en de kinderen die daar gedropt werden, kwamen meestal bij gegoede families terecht. Reden dat ik daar weg ben gegaan, was omdat ik bronchitis had en in een bosrijke omgeving moest herstellen.

Mien kwam regelmatig op bezoek met haar ouders en ook gingen wij zo nu en dan naar Hengevelde om haar met een bezoekje te vereren. Adoptie bestond in die tijd niet en Mien had ook uitdrukkelijk te kennen gegeven dat zij mij terug wilde zodra ze een partner had en getrouwd was. Mijn (pleeg)ouders wisten niet van het bestaan van Mieke af en ik dus ook niet.

Totdat in 1981 15 juni 14.00 de telefoon ging en een vrouwenstem zich voorstelde en vroeg of ik een dochter was van Wilhelmina Groot Kormelink. Mijn wereld stond op de kop en nadat wij elkaar ontmoet hadden gingen we op zoek naar Mien en probeerden haar te vragen wie onze vaders waren.

Bij Mieke noemde ze een naam van een man met wie ze verkering kreeg toen ze al 4 maanden in verwachting moet zijn geweest.
Ze baarde haar kind bij de ouders van deze man en na de geboorte verdween ze meteen via de regenpijp en vluchtte per trein terug naar Hengevelde.

In 1947 werd zij verliefd op een 10 jaar jongere niet katholieke man uit Borculo en die  liefde was wederzijds. Zij raakte wederom zwanger, maar dit werd niet geaccepteerd door haar ouders. Als de man het katholieke geloof niet aannam dan moest ze de relatie beëindigen en aldus geschiedde. Ze heeft er alles aan gedaan om het ongeboren kind kwijt te raken, schijnt zelfs nog van een boerenkar met paard afgevallen te zijn, maar helaas voor haar ging de natuurlijke abortus niet door.

Voor de geboorte ging ze naar de nonnen in Utrecht die haar naam inmiddels al in hun dossiers hadden staan.
Nadat we via via mijn biologische vader hadden getraceerd volgde de kennismaking met grootouders en zonen van vader, want helaas was de vader in januari 1981 plotseling overleden op 51jarige leeftijd aan een hartaanval.
Bleek later dat de biologische vader van Mieke in diezelfde maand van dat zelfde jaar ook aan een hartaanval was overleden.

Samen met mijn pleegvader en zus Mieke brachten wij een bezoek aan het advocatenkantoor in Lochem waar wij inzage kregen in de officiële stukken waaruit bleek dat mijn vader tot mijn 21e jaar maandelijks betaald heeft
Een geldbedrag dat 1/3 van zijn inkomen was en daardoor zijn vrouw mede genoodzaakt was om ook geld te verdienen om de kosten te kunnen dragen.
Mijn vader heeft nooit geweten dat ik niet bij Mien ben grootgebracht. Als het geld niet op tijd bij Mien was, lag er al een brief bij de advocaat. Deze briefwisseling hebben wij mogen inzien. Mien heeft te kennen gegeven niets met ons te maken willen hebben, want wij hadden het immers goed en waren goed terecht gekomen. Zij had pech gehad in haar leven was haar conclusie.

Zij heeft zich nooit gerealiseerd wat het voor Mieke en mij heeft betekend om een adoptiekind te zijn. Op de vraag die ik haar ooit stelde of zij wel eens naar spoorloos keek, antwoordde ze dat ze dat maar sentimentele onzin vond.
Ook voor mijn biologische familie van vaders kant heeft het grote impact gehad in hun leven.

Nu ze 100 jaar wordt en stellig beweerd nooit kinderen gekregen te hebben en wel pleegkinderen, vind ik het nu genoeg. Deze verloocheningen en ontkenningen. Het gehuichel van de hele familie die allemaal op de hoogte waren van haar escapades. Er heerste een angstcultuur in de familie tot op de dag van vandaag. Nooit is er iemand geweest die  voor ons opkwam. Waarom moet zij altijd gespaard blijven. Wij hebben levenslang mee te dragen dat we er niet bij horen. Gelukkig zijn wij allebei bij hele lieve, goede en verstandige ouders terechtgekomen door liefde omringd.

 Mien is de gelukkige moeder van 2 dochters, 5 kleinkinderen, waarvan helaas mijn oudste zoon op 5 jarige leeftijd is verongelukt, en 6 achterkleinkinderen.
het wordt hoog tijd dat Mien kleur gaat bekennen. Misschien moet ze daarom wel 100 worden om eindelijk uit de kast te komen. De schande van vroeger is niet meer, maar de schande om je kinderen te verloochenen is nu in 2016 onbegrijpelijk.
Wij zijn, dus wij bestaan!!!
Katholiek en voor in de kerk zitten?????

Ik las gisterenavond deze zin in het boek van "de Thibaults" een prachtig familie-epos met grote psychologische diepgang; "De 

apostel Paulus was al van mening dat niet degenen die naar de Wet luisteren, voor God rechtvaardig zijn, maar degenen die hem in praktijk brengen."

We leven nu in de Goede Week, een tijd om je te bezinnen op het eindige en het lijden op deze wereld. Het wordt hoog tijd dat Mien verlost gaat worden van haar geheimen en leugens en toegeeft aan ons bestaan.
Wij hebben geen rancune jegens haar. Wij zijn allemaal mensen met onze fouten en tekortkomingen en je moet deze misstappen zien in die tijdgeest en cultuur, tijdens en na de oorlog.
Feestvieren terwijl je 2 (verloren) dochters er bij zijn en zo 100 jaar worden, lijkt mij voor haar uiteindelijk een grote opluchting en dan zal iedereen haar respecteren om wie en wat zij is.

Vriendelijke groet,
Marijke B. Heeren-Jansen op de Haar