Natalya ten Heggeler-Chikina heeft in Hengevelde en omgeving haar eigen Oekraïnese frontlinie
De oorlog in haar vaderland Oekraïne is ook bij Natalya ten Heggeler-Chikina onder de huid gaan zitten. Ze staat met de oorlog op en gaat ermee naar bed. De helse toestand in haar land laat haar niet los. De Hengeveldse krijgt elk uur een update op haar telefoon van het nieuws in haar geboortestad Chernigov en van het nieuws in het land, maar ze heeft zichzelf opgelegd om dagelijks nog maar een uur naar de beelden op televisie of telefoon te kijken of te lezen over de oorlog. Want Natalya is druk met het vinden van onderdak voor vluchtelingen uit haar geboorteland en alle regelingen die daarbij komen kijken. Ze heeft al verschillende moeders met kinderen kunnen onderbrengen. En dit weekend is haar man Marc met een vriend onderweg naar de Hongaars-Oekraïense grens om weer een groep van ongeveer vijftien mensen mee te nemen naar Twente. Natalya gaf eerder al op Wegdam Nieuws een uitgebreide inkijk in haar motieven. Gelukkig had ze nogmaals tijd voor een interview.
‘MIJN FRONTLINIE’
Ze is net terug in haar woning aan het Wegereef. Ze was in Markvelde waar ze onderdak heeft geregeld voor enkele kennissen met kinderen uit Brovari nabij Kiev. Het bieden van hulp aan haar landgenoten gaat haar goed af. ‘De eerste dagen van de oorlog moest ik alleen maar huilen. Toen ik het eerste gezin had opgevangen en geholpen, dacht ik: en nu weg met die tranen, niet meer huilen. Alleen dóen. Ik moet doen. En zo gaat het nu. Deze houding heeft me de energie gegeven om dit allemaal te kunnen doen’, glimlacht Natalya. Ze vertelt dat ze haar vluchtende landgenoten wil helpen. Ze spreekt Nederlands, ze weet hier de weg en ze voelt zich aangesproken door de oorlog. ‘Ik wil de mensen uit Oekraïne graag helpen, maar realiseer me dat ik voor mijn vaderland niet veel kan doen. Ik kan niet de hele wereld helpen, dat weet ik. Maar voor de mensen die hier naartoe komen, bekend of onbekend, kan ik iets betekenen. Mijn frontlinie is hier. Hier kan ik helpen zoeken naar plekken. Ik kan hen helpen met winkelen, met vertalen, met de gesprekken met de gemeente Hof van Twente. Dat is mijn frontlinie’, zegt Natalya. Ze toont me de laatste update van de toestand in Chernigov en beantwoordt een appje. Haar werk gaat door. Ze begint ’s ochtends om 6 uur en gaat de meeste dagen door tot 10 uur in de avond. ‘De tijd is schaars, maar gelukkig werk ik intussen goed samen met een van de Oekraïense vrouwen die hiernaar toe gekomen is.’
OPA
Natalya Chikina is op 15 juni 1972 geboren in Chernigov, een stad van 400.000 inwoners, gelegen in het noordoosten van Oekraïne in de hoek tussen Kiev en de grens van Rusland en Wit-Rusland. Daar woonde ze in een vrij groot huis met haar overgrootvader, haar oma en opa en haar ouders. Opa en oma zijn in 1941 getrouwd, haar vader werd geboren in 1943. Opa maakte de Tweede Wereldoorlog mee van begin tot eind. Natalya lacht. ‘Toen opa in 1945 terugkwam uit Berlijn, had hij mooie serviezen bij zich, een kast en een Singer naaimachine die nog steeds in mijn huis in Chernigov staat. Want het ouderhuis is intussen van Natalya die enig kind was. Haar vader Nikolaj leeft niet meer en haar moeder Lubov is een kleine twintig jaar geleden naar Nederland gekomen. Ze woont met haar partner Gerlof in het Friese Ferwerd. ‘Hoe opa aan die spullen kwam? Dat waren oorlogstrofeeën. Ik denk dat hij het allemaal gestolen heeft van de Duitsers.’
Eenmaal terug in Chernigov verwierf hij een stuk grond en bouwde er een huis op. Onder de eetkamer maakte hij een diepe kelder en daarin stonden allemaal spullen klaar voor gebruik. ‘Ik vroeg hem als kind altijd waarom. Opa had ondervonden wat oorlog was en wat bombardementen waren. Ik vond het bizar, zo’n kelder vol met spullen. Nu blijkt waarom. Ik heb trouwens in 2008 toen ik daar een half jaar was, het huis verbouwd en heb toen die kelder dicht getimmerd. Nee, ik heb hem nu niet opengemaakt. Ik ben hier, mijn moeder is in Friesland. Vader Nikolaj is in 2000 overleden. Zolang moeder leeft, blijft het huis van ons. We zijn er in september nog geweest. Gisteren stond het er nog. Of het er morgen nog staat, weet niemand.’
Overigens heeft Natalya’s opa niet lang kunnen genieten van het huis, want hij werd in 1946 opgepakt door de politie van de Sovjet Unie. Hij werd voor negen jaar naar een bouwkamp gestuurd in Siberië. ‘Waarom? Ik weet het absoluut niet’, zegt Natalya. ‘De oorlog was voorbij. Misschien is er iets gebeurd in Berlijn. Opa was een sterke persoonlijkheid.’
Ze kijkt met een goed gevoel terug op haar jeugd in Chernigov. ‘Een mooi huis, veel kinderen in de buurt, er was een leuk bos in de buurt met een riviertje. Ik kon lopend naar school. Een klasgenootje van mij woont thans in Hengelo. Van ons zevende tot het achttiende jaar zaten we op school. Ik heb daarna een juridische opleiding gedaan, ter vergelijken met MBO-4. Daarna heb ik negen jaar gewerkt als pensioenadviseur.’
MOEILIJKE JAREN
In 1991 viel de Sovjet Unie uit elkaar. Het IJzeren Gordijn was verleden tijd. Oekraïne werd een autonoom land, net als de drie Baltische Staten, Georgië, Moldavië en nog zoveel andere staten. Natalya trouwde met Konstantijn. ‘Op de bruiloft was tweehonderd man. Het geld wat we kregen van de gasten, was voldoende om een huis te kunnen kopen. Maar na een maand kon je er twee spijkerbroeken van kopen. Het geld was niks meer waard. We belandden in moeilijke jaren. De roebel was weg en eigen geld had Oekraïne nog niet. We kregen een stapeltje coupons die weer onderverdeeld waren in verschillende kleuren. Die hadden dan bepaalde waardes. In de winkel werd erin geknipt. Zo ging dat. Zo werd ik ook uitbetaald als pensioenadviseur. Het was een gekkenhuis. Er was niks te koop in de winkels. De schappen waren leeg. Geen vlees. Geen vis. Mijn grootouders begrepen er niks van. Met Rusland hadden we een goed contact. Daar was genoeg. Familie en kennissen stuurden ons worst en chocola. Het duurde jaren voor het betalingsverkeer een beetje stabiel was. En er was een groot verschil tussen de grote steden en het platteland. Daar was niks te krijgen.’
NIEUWE CARRIÈRE
We zijn aanbeland in de jaren negentig. Natalya vertelt over de criminaliteit in haar land. Zelf ondervond ze dat ook toen op een dag de bel ging. ‘Er stonden twee mannen voor de deur, gewapend met een mes. Ik probeerde de deur dicht te doen en schreeuwde. Ze raakten me een paar keer behoorlijk goed, maar het lukte. Die criminaliteit in Oekraïne was destijds extreem.’
Het is een van de redenen waarom Natalya en Konstantijn het land in 1997 verlieten. De inkomsten waren niet hoog genoeg voor het echtpaar om ervan te kunnen leven. Ze zochten hun heil in Israël. ‘We werkten er als gastarbeiders in een hotel nabij de Dode Zee. Dat was prima. We verdienden voldoende. Dat hebben we twee jaar gedaan en wilden toen weer verder reizen. We zagen dat Oekraïne nog steeds een armoedig land was en maakten de keuze om naar Nederland te gaan. Dat was in september 1999.’ Het paar nam de trein naar Warschau en van daaruit de bus naar Amsterdam. Daar aangekomen namen ze een taxi naar een goedkoop hotel op het Rokin. Daar zag Natalya een Gouden Gids liggen en begon daaruit te solliciteren bij ondernemers en instellingen die een connectie hadden met Rusland of de Russische taal. Binnen drie dagen vond Konstantijn werk in kassen met rozen en ik werd schoonmaakster en kinderoppas in Broek in Waterland. Zo begon mijn nieuwe carrière’, lacht Natalya die daarnaast nog taallessen volgde.
In 2006 scheidden Natalya en haar man. ‘Hij wilde de taal niet leren en wilde terug naar Oekraïne. In 2007 leerde ze Marc ten Heggeler kennen uit de Slotshoek, zoon van Arnold en Marietje. Ze zaten op dezelfde zeilboot. Ze kregen verkering en wonen intussen alweer jaren in Hengevelde. Natalya heeft de Nederlandse nationaliteit. Ze werkt als schoonmaakster. Marc is 51. Hij plaatst en onderhoudt door het hele land ondergrondse containers en is niet elke dag thuis.
VERWOEST
Op de vraag hoe ze de situatie in Chernigov inschat, laat Natalya foto’s zien van een vakantie in september, nog maar een half jaar geleden. Marc was erbij en ook haar moeder Lubov en partner Gerlof. De ene foto is nog mooier dan de andere. De grote kerk bij binnenkomst van Chernokov, mooie gebouwen en het fraai bestrate centrale plein. ‘We zijn nu zes maand verder’, sombert Natalya. ‘Een groot deel is verwoest. De mensen hebben de hele week al geen gas, stroom en water meer. Vrijwilligers brengen per gezin vijf liter water rond. Brood wordt per wagen naar een locatie gebracht, maar gisteren werd zo’n plek gebombardeerd. Er vielen tien doden.’
In de stad wonen ooms en tantes, neven en nichten. Ze sprak een neef die drie kinderen heeft, maar heeft intussen al enkele dagen geen verbinding meer met hen. ‘Soms ontvang ik ’s nachts een paar woordjes. Dat is het.’
Ze laat een foto zien van kennissen voor een prachtig huis. Ook zij komen naar Nederland. De vrouw met haar kinderen reizen naar een dorp op de Hongaarse grens, waar Marc en Markveldenaar André Voortman hen en andere vluchtelingen dit weekend oppikken. Van haar buren van daarginds is ook een aantal vertrokken. Ze kent een vrouw met een zus van ongeveer 70 jaar die er nog wonen, maar ze kan er geen contact mee krijgen. Directe familieleden die meevechten tegen de Russen heeft ze niet. ‘Een neef van mij brengt voedsel rond. De man van een kennis van mij is wel in het leger. Zijn vrouw wordt ook dit weekend opgehaald. Ze heeft een dag of achttien in een kelder gezeten. Toen ze al drie dagen geen water meer hadden gehad, kwam haar man thuis en besloot dat zij en de kinderen meteen moesten vertrekken.’
Natalya heeft zo vaak als mogelijk is, contact via telefoon of app met kennissen en familie die hun verhaal kwijt willen. ‘Ze stellen vragen, ze huilen en ik probeer ze van hieruit te steunen.’
Andere kennissen van haar maakten anderhalf uur na hun besluit om te vertrekken een foto van hun woongebouw. Ze hadden een week in de kelder gezeten. ‘Ik heb ze aangespoord om weg te gaan. Anderhalf uur laten viel er een bom op. Toen ik het hoorde was ik net in Goor en viel prompt flauw. Die vrouw komt ook deze kant op. Ze gaat naar Den Haag waar haar zoon studeert en inmiddels een relatie heeft met een Nederlands meisje.’
POETIN – ZELENSKY
Over de onderhandelingen tussen Russische en Oekraïense delegaties van de beide regeringen is Natalya zeer pessimistisch. ‘Voor Poetin geldt alleen kracht en geweld. Hij zegt ja en doet vervolgens wat hij wil. Liegen hoort erbij.’
Voor Volodymyr Zelensky, de president van Oekraïne, neemt ze haar petje af, zegt ze. ‘In november dachten we nog: wat kan deze man? Maar hij en zijn mensen stralen kracht uit. Ze zijn dapper. Niet bang. Dood gaan we toch een keer, maar liefst nu nog niet. Hij en zijn mensen zijn slim, jong en goed opgeleid.’
We praten over de verschillen tussen Oekraïners en Nederlanders. ‘Ze verbaast zich niet over de gewoontes van de Nederlanders en heeft dat ook niet gedaan toen ze pas in ons land was. ‘We hadden Israël al ervaren. We kenden wel wat. Nederland heeft me geleerd dat je mensen kunt vertrouwen en dat je ze vertrouwen kunt geven. Dat is de grootste rijkdom die ik hier heb opgebouwd. Zo ben ik ook in Oekraïne. De mensen daar merken dat. Ze merken dat ik hen vertrouw, dat mijn houding positief is en dan krijg ik dat ook terug. Nee, dat is niet normaal. Vanuit de Sovjet Unie groeiden we op met angst. Dat ging in ons zitten. Zie de situatie dat mijn opa gevangen genomen werd. Dat wantrouwen en die angst is al begonnen in de jaren dertig toen het land een grote hongersnood kende. De angst wordt gecreëerd om ons op de knieën te krijgen. Het zit ingegroeid in ons. Over Nederland zeggen de Russen dat het een land is van drugs, homo’s en prostitués. Dat wordt hun continu zo voorgehouden en dat geloven ze dan.’
‘Nederlanders zijn hardwerkende mensen. Ze zijn trots op hun dorp en op de regio. Ze doen er alles aan om huis en erf mooi en netjes te houden. Ze vinden de contacten met de buren belangrijk. Wij hebben dat ook, maar niet overal is dat zo. Ik voel me veilig en vrij. Dat is de basis van het mens-zijn. Ik voel respect, zelfs als schoonmaakster. Ik heb respect voor mezelf en van anderen.’
NEEM ZE MEE
Over hard werken gesproken. Natalya vertelt dat de Oekraïners nog harder werken. ‘Daar heb je de 24/7 cultuur. Hier hoef je niet de mooiste auto te hebben of het mooiste huis. Daar wel.’ Wat volgens haar ook een verschilpunt is, is het tempo om iets geregeld te krijgen. ‘Dat is hier langzamer dan daar. De winkels zijn er 24/7 open, de gemeente ook. Daar hoef je geen afspraak te maken. Lang wachten op een antwoord hoeft niet. Daar moest ik in Nederland aan wennen.’
Wat adviseert Natalya de mensen die huisvesting bieden aan vluchtelingen? ‘De taal komt wel. Heeft tijd nodig. Maar laat de mensen niet thuis zitten, neem ze mee het leven in. De kinderen kunnen sporten en naar school, de vrouwen kunnen bij elkaar komen en neem ze mee naar de supermarkt om ze wegwijs te maken. Geef ze het gevoel dat ze erbij horen. Velen van hen zijn getraumatiseerd. Maar misschien is het over twee weken niet meer nodig’, hoopt ze.
Marc en zijn kompaan zijn vrijdag vertrokken naar de grens tussen Hongarije en Oekraïne om een groep van 12 à 15 vluchtelingen op te halen. Voor zeven van hen heeft Natalya alweer een tijdelijke woonplek geregeld. ‘Zo ga ik verder. Samen met de mensen die me helpen. Ik heb een goed contact met het bedrijf Aqua+ in Goor, dat ook meehelpt. Ik doe wat ik kan. Zoals wij het hier organiseren is beter dan het plaatsen van honderd vluchtelingen in een grote schuur met veldbedden. Daar mijn vrienden en kennissen naar toe brengen, kan ik niet over mijn hart verkrijgen.’
Natuurlijk kan Natalya ten Heggeler nog meer steun en hulp gebruiken. Heb je woonruimte of andere vormen van hulp in de aanbieding? Meld je aub bij info@wegdamnieuws.nl