Drie blauwe engelen uit Hengevelde blikken terug op het jaar 2021

vlnr Famke, Aafke, Ellis

Ze wordt opnieuw emotioneel als ze terugdenkt aan de enorme stress die ze als verpleegkundige in 2021 regelmatig heeft ondervonden. Ellis Wolbers liet op de terugweg van het ZGT in Almelo naar haar huis in Hengevelde de tranen wel eens lopen. Haar collega’s Famke en Aafke Semmekrot knikken en vertellen dezelfde verhalen. ‘Hard werken, 12-uursdiensten, nauwelijks pauzes, de te warme beschermende outfit, maar vooral het leed van de patiënten op onze afdelingen. Net als 2020 was 2021 een heel zwaar jaar’, zegt Aafke.
Een interview met drie ZGT-verpleegkundigen uit Hengevelde.

Famke in vol ornaat

VERANTWOORDELIJKHEID
Het jaar 2021 zit erop. Net als in 2020 had Covid19 het afgelopen jaar danig in de greep. Dan weer was het alle hens aan dek, dan weer was het even wat rustiger. Soms moesten alle afdelingen bijspringen en vormden de dokters, verpleegkundigen en talloze andere collega’s één hecht, groot team om de stroom van coronapatiënten te behandelen en verplegen. Ellis (43) werkt reeds 25 jaar op de afdeling longgeneeskunde van ZGT, die momenteel volledig gereserveerd is voor de coronapatiënten. ‘Die zijn compleet geïsoleerd’, vertelt Ellis. ‘De patiënten met andere longklachten zijn verplaatst naar afdelingen elders in het ziekenhuis. Het vlakt nu wat af, maar we hebben het twee weken geleden heel druk gehad. En dan weet je dat het op de intensive care ook heel druk is.’ En daar werkt Aafke (38) al een jaar of elf en tot voor kort haar tweelingzus Famke ook. Zij heeft een nieuwe uitdaging gevonden op de recovery van OCON in het ziekenhuis van Hengelo, maar herinnert zich haar ervaringen met Covid19 op de IC van het Almelose ZGT nog helder. Aafke: ‘Op de IC hebben we zestien bedden en daarvoor bevindt zich net als op de longafdeling nog een speciale ruimte waar we ons omkleden. Handschoenen, een FFP2-masker, overschort, beschermende bril. Dat maakt het werk extra intensief, maar we zijn wel voldoende beveiligd. Gelukkig is nog geen enkele verpleegkundige van ons besmet geraakt.’
Famke: ‘Normaal werkten we dit jaar en ook vorig jaar acht uur per dag, Ellis ook. Maar tijdens die heftige coronagolven werd dat uitgebreid naar twaalf uur. De verantwoordelijkheid die we voelden, was groot. En ja, dat was hard werken, zeker ook als je nog een privéleven hebt. Aafke, Ellis en ik hebben een partner en we hebben alle drie twee kinderen. Dat het leven in dat soort omstandigheden pittig is, laat zich raden.’

OP DE IC
De tweeling koos er niet zomaar voor om op de IC te werken. ‘De IC is een acute, dynamische afdeling, een breed specialisme, waarbij een patiënt ondersteuning nodig heeft voor een of meerdere vitale functies zoals de circulatie, de longen of nieren. De technische kant zoals beademing en dialyse maakt het vak erg uitdagend’, zeggen Aafke en Famke. ‘Die patiënten zijn afhankelijk, kwetsbaar, overgeleverd, angstig. Die willen wij graag verzorgen, helpen, ondersteunen.’
Famke: ‘In 2020 en ’21 was het heel intensief, want we waren continu in isolatie, je hebt weinig pauzes. Eerst was ik bang om het zelf ook te krijgen. Covid19 was een onbekend fenomeen, maar na een paar maanden zagen we dat niemand van ons het kreeg. Dat luchtte op. In de drukste periodes echter was de belasting groot voor ons en ook natuurlijk voor onze gezinnen.’
Aafke: ‘We zagen veel ellende, spraken huilende familieleden of kregen ze aan de telefoon. De impact van corona was enorm. Het is ontzettend zwaar voor een familie om niet bij hun dierbare te kunnen zijn.’

Ellis Wolbers

LONGVERPLEEGKUNDE
Ellis koos destijds voor de afdeling longverpleegkunde. ‘Daar moet je breder gespecialiseerd zijn. Het is veel omvattend, je komt er allerlei vormen van zorg tegen. Dat trok mij meer. Maar wat in 2020 en 2021 achter de deuren van onze afdelingen gebeurde, is haast niet te omschrijven. Daarover werd wel veel gedeeld op sociale media, maar dat was niet alles. Je moet het ervaren hebben. Je kunt het haast niet goed onder woorden brengen.’
Ze weet nog goed hoe de eerste covidpatiënt zich aandiende in Almelo. Enkele kamers werden in gereedheid gebracht. Een deel van de afdeling werd omgeturnd in een cohort-afdeling. Later werd het een volledige cohort-afdeling hetgeen totale isolatie betekent. ‘Nu ik hierop terugkijk, is het gek dat het alweer bijna twee jaar aan de gang is. De hele longafdeling is in isolatie vanwege de toename van patiënten. Ernaast bevindt zich een afdeling voor acute opnames en op andere afdelingen worden – afhankelijk van het ziektebeeld – ook patiënten opgevangen. De IC was meestal vol.’
Ellis herinnert zich dat in 2020 patiënten vanuit Brabant naar Almelo werden overgebracht. ‘Dat was indrukwekkend’, zegt ze. ‘Ik denk aan een man die hier op de IC terecht kwam omdat er in zijn Brabantse woonplaats geen plek meer was. Hij had afscheid genomen van zijn vrouw en kinderen, terwijl hij niet wist wat hem te wachten stond en of ze elkaar levend terug zouden zien. Hij werd op de IC beademd en kwam later bij ons op de afdeling om te herstellen. Hij kon bijna niks meer, moest opnieuw leren eten en drinken, praten. Moest zijn handen en voeten leren tillen en daarna moest hij leren lopen. Het lukte hem. Na heel wat weken Almelo mocht hij naar huis. Ik zie hem lopend de afdeling af gaan, hij liep de klapdeuren door en aan de andere kant stond zijn gezin. Voor het eerst zagen ze elkaar weer, konden ze elkaar aanraken na een lange periode onzekerheid en angst. Je mag raden wat zoiets met ons als verpleegkundigen doet.’

Aafke Semmekrot

PTSS
Niet iedere patiënt kon lopend via de klapdeuren in de armen van de familie vallen. Covid19 maakte ook slachtoffers die het niet overleefden. Ellis: ‘Het is bijna niet te bevatten dat zo’n ziektebeeld voor zoveel ellende zorgde en nog zorgt. Hoe kunnen mensen acuut zo achteruit gaan en soms een paar uur na binnenkomst al overlijden. Dat was angstig. Wat gebeurt hier? Die vraag hebben we ons vaak gesteld. Echtparen kwamen samen binnen en een van de twee overleed. Ik herinner me een vrouw die de uitvaart van haar man via een livestream bijwoonde, omdat ze te ziek was om er live bij te zijn. Dat is verschrikkelijk. Dat gevoel van machteloosheid en medelijden wat wij dan ervaren…’
Het emotioneert haar nu ze terugdenkt aan de meest trieste slachtoffers  van Covid19. ‘Ik denk dat we allemaal PTSS kunnen krijgen’, doelt ze op het posttraumatisch stress syndroom dat kan ontstaan bij mensen die traumatische ervaringen niet goed verwerkt hebben. ‘Ik merkte dat toen het na de zomer weer begon en de deltavariant toesloeg. We weten het niet, maar het zou kunnen dat we schade overhouden aan de heftige periodes in de afgelopen jaren. We weten het niet, want we zitten er nog midden in’, aldus Ellis.
Aafke vult aan: ‘Je bent verpleegkundige. Je wilt je patiënten helpen. Vanzelf. Dat is ons vak. Maar vergeet niet dat wij ook mensen zijn. Ik denk dat het met ons als mens veel gedaan heeft en ik denk daarbij eveneens aan de vele mensen die een operatie vanwege corona uitgesteld zagen worden. Het was onvermijdelijk, maar het deed pijn in ons hart.’

Famke Semmekrot

IMPACT
Niet alleen uit Brabant kwamen de patiënten. Aafke en Famke vertellen dat ze later uit allerlei hoeken van het land op de Almelose IC hebben zien binnenkomen, mensen die erg ziek waren. ‘Ik merkte wel’, zegt Ellis, ‘dat we met de Brabanders een bijzondere connectie kregen. Ze pasten goed bij ons, hebben dezelfde inslag.’ Ze vertelt dat er in de periodes met de grootste pieken een werkgroepje paraat was van oud-IC’ers. Mensen konden hen bellen over de opvang van patiënten die ze kenden. Ze konden bij hen allerlei informatie krijgen. Daar hadden ze echt iets aan. En soms gaven we een patiënt een iPad om video te bellen, voordat ze in slaap werden gebracht of aan de beademing kwamen.’
Ellis: ‘We hielden een dagboekje bij van elke patiënt die op de longafdeling of op de IC kwam te liggen.’
Famke: ‘In de media wordt vaak over de IC gesproken of geschreven, over wat daar zoal gebeurt. Maar de impact op de longafdeling en op andere delen van het ziekenhuis en bijvoorbeeld ook op de thuiszorg is ook heel groot. Hoeveel mensen hebben het er wel niet zwaar mee.’
Ellis, Aafke en Famke vertellen hoeveel respect ze gekregen hebben voor alle disciplines die te maken kregen met Covid19 tot de schoonmaakploeg van ZGT aan toe. ‘De saamhorigheid was enorm groot.’

De blauwe engelen Ellis (links) en Aafke zijn klaar om aan een nieuwe werkdag te beginnen

BLAUWE ENGELEN
Het drietal en hun collega’s, ze deden toegewijd hun werk. ‘Je wilt in drukke tijden geen fouten maken’, weet Famke.
Aafke wijst op de verantwoordelijkheid die ze hebben. ‘Die is groot. En daarbij moest je alles doen in dat te warme pak. Ook als je 12-uursdienst draaide, moest je scherp zijn en alles op de rij houden.’ De speciale uitrusting is niet prettig voor de verpleegkundigen. Bovendien zien ze er allemaal hetzelfde uit. ‘Jullie hebben geen gezicht’, zei een patiënt tegen Ellis. ‘Ik zie alleen de ogen en daarin lees ik bezorgdheid, geruststelling maar ook verdriet, zei ze.’
Ellis geeft toe dat de concentratie wel eens wat minder was. ‘Dan voelde je de vermoeidheid. Het kostte allemaal veel meer energie dan in normale tijden. Gelukkig weten we intussen veel meer van het virus. Er is meer kennis, we kunnen de patiënten beter monitoren en ondersteunen met apparatuur als de optiflow die heel snel onder hoge druk zuurstof in de longen blaast. Maar de energie van destijds hebben we niet meer. We zijn moe, kampen met hoofdpijnklachten. Iedere collega ervaart soms dat de concentratie minder is. We kregen nauwelijks tijd om op te laden of de volgende golf diende zich aan. Hoe lang houden we dat vol? We hebben veel schrijnende verhalen van patiënten meegemaakt en die hebben hun invloed op ons. Die vergeet je niet zomaar, dat draag je mee.’
Famke: ‘We zijn geen mensen van een zesje, maar soms moesten we ermee tevreden zijn.’
Aafke: ‘Er wordt veel van ons gevraagd, maar als je een patiënt vanaf de opname tot het ontslag kon helpen en behandelen, als je zag dat iemand na een moeilijk ziekbed herstelde, dan motiveerde dat enorm.’
Ellis: ‘Er zijn gelukkig ook mooie momenten. Een patiënt noemde ons mijn blauwe engelen. Het was een dame die heel erg ziek was, maar die we konden behoeden voor de IC. Ze moest een lange weg gaan, maar ze haalde het. Daar krijg je dan weer energie van.’

NIET GEVACCINEERDE PATIËNTEN
Zoals gezegd, de drie verpleegkundigen hebben ook nog een thuisfront of hebben andere bezigheden. Maar ze moesten allereerst hard werken in ZGT met alle leed en pijn van dien. Ja, ze namen de ellende wel eens mee naar huis, daar zijn ze eerlijk in. ‘Daar doe je dan je verhaal en dan is het goed. Je hebt een gezin. Dat verdient ook aandacht’, zegt Aafke.
Famke: ‘Als het druk was, dacht ik: “Heb ik alles wel gedaan?” Dan ging de hele dienst weer door mijn hoofd. Soms belde ik voor de zekerheid naar de afdeling.’
Ellis: ‘Ik heb ’s avonds laat op weg naar huis wel eens bij een bepaald nummer op de autoradio moeten huilen. Dan kwamen ineens de tranen. Eenmaal thuis was ik het kwijt.’

Vooral in het afgelopen jaar kregen de vrouwen te maken met niet gevaccineerde patiënten. ‘Dat is het merendeel’, zegt Aafke. ‘We weten dat veel leed voorkomen had kunnen worden als iedereen zich had laten vaccineren.’
‘Het had ons een boel ellende bespaard’, vult haar zus aan. ‘Iedere verpleegkundige doet voor iedere patiënt zijn best, maar het doet wel wat me je als zoveel mensen die vaccins weigeren. We moeten met zijn allen ons best doen om er sneller vanaf te zijn.’
Ellis: ‘Als heel Nederland gevaccineerd was geweest, was de druk op de ziekenhuizen niet zo groot geweest. Dan hadden we het allemaal beter kunnen verhapstukken en was het niet ten koste gegaan van de reguliere zorg.’

Aafke, beschermd door haar te warme tenue

DORPSGENOTEN
De dorpsgenoten in Hengevelde, zo zagen de drie verpleegkundigen, hielden zich ook niet altijd aan de regels. Hun zelfbeheersing liet zo hier en daar te wensen over. Famke zag het ook. ‘Ik probeerde het zo weinig mogelijk op te zoeken. Dat we een voorbeeldfunctie hebben, begrijp ik, maar ja, we zijn zelf ook mensen.’
Ellis snapt dat mensen elkaar willen opzoeken. Ik zie ook dat de jeugd onder al die maatregelen lijdt. En ik zag wel dat mensen de regels niet altijd volgden. Tja, ikzelf overschreed ze ook wel eens.’

WAAROM
Alle ellende daargelaten, beseffen de drie jonge vrouwen in deze spannende tijden des te meer waarom ze voor het vak van verpleegkundige hebben gekozen?
Famke: ‘Als je mensen uit een heel diep dal ziet opkrabbelen na een coronabesmetting, mensen met levens waar je haast niks meer voor gaf, dan ja.’
Ellis denkt er anders over. ‘Ik ben niet in de verpleging gegaan om al die corona-problemen mee te maken’, zegt ze. Aafke evenmin: ‘Pfff, dacht ik vaak, wat overkomt ons nu.’
Ellis: ‘Mijn passie ligt bij de veelzijdigheid van de zorg. Maar ik heb alle coronapatiënten met liefde verpleegd.’

Ellis bij enkele tekeningen van groep 3

2022
Over enkele uren ligt 2021 achter ons. Een nieuw jaar staat voor de deur. Samen hopen ze dat de waardering voor de zorg als een belangrijk punt op de politieke agenda blijft staan. ‘De betrokkenheid van de buitenwereld lijkt minder te worden. Bij de eerste golf werd nog flink voor ons geklapt. Nu horen we nauwelijks nog iets’, zegt Ellis. ‘Destijds leefden ook de kinderen van de basisschool met ons mee met tekeningen en werkjes. Leuk was dat. Juffrouw Daniëlle van groep 3, de klas waarin onze dochter Lotus toentertijd zat, liet de kinderen mooie tekeningen maken. Die werkjes hangen er nog steeds. Corona lijkt nu wat af te vlakken. Ik hoop dat omikron zich gedeisd houdt en dat 2022 het laatste jaar van de pandemie zal zijn. Dat het einde in zicht is.’
Aafke: ‘Ik hoop op een jaar, waarin we weer kwalitatieve zorg kunnen blijven bieden.’
Famke: ‘Mijn wens is dat de druk op de zorg op alle afdelingen weer afneemt en dat het einde van de pandemie in zicht komt.’
Drie blauwe engelen uit Hengevelde hebben een zwaar jaar achter de rug. ‘Niettemin zijn we trots op ons vak’, luidt hun slotwoord.

(de actuele portretfoto’s van het drietal zijn gemaakt door Jan Schoneveld)