Vluchtelingenbeleid krijgt een Hengevelds gezicht aan de Diepenheimsestraat

De opmerking ‘ich bin ein Wegdammer’ bleef nog even achterwege, maar dat de 28 jarige Elsa Berhe, afkomstig uit Eritrea zich thuis voelt in Hengevelde staat als een paal boven water. De ontvangst was even hartelijk als bijzonder. Een ‘gewone’ kop koffie werd gecombineerd met een "Engera", een  soort pannenkoek. Deze pannenkoek neemt in haar vaderland dezelfde plaats in bij de maaltijd als aardappelen of rijst in de Nederlandse keuken. De saus leek, gezien de kleur van de 5 maanden oude baby afkomstig te zijn, de smaak was echter uitmuntend.
Elsa, waarom heb je Eritrea verlaten?

“Ik had een baan bij het leger, maar kreeg niets betaald. Deserteurs en dienstweigeraars worden wreed bestraft, dus als ik nu terug zou gaan loopt mijn leven groot gevaar. Kinderen krijgen vanaf 15 jaar militaire training. Volwassenen -ook vrouwen - moeten verplicht achttien maanden in militaire dienst. Daarna wordt de dienst regelmatig verlengd voor onbepaalde tijd.
Ik ben nu één jaar in Nederland, dus mijn zoontje is hier geboren. Op dit moment volg ik nog geen Nederlandse les, het is een beetje moeilijk te combineren met de kleine”.

Onder welke omstandigheden en via welke route ben je gevlucht?
“Ik heb mensensmokkelaars moeten betalen om de grens van Eritrea met Sudan over te steken in het holst van de nacht. Vervolgens zijn we vanaf Libië de Middellandse Zee overgestoken naar Italië. In zo’n houten boot waarvan er al vele van zijn gekapseisd. (Elk jaar sterven honderden Eritreërs in hun poging om vanuit Afrika Europa te bereiken red.) Vervolgens ben ik via Frankrijk en België met auto’s en gedeeltes met de trein richting Nederland gekomen. Ik woon nu ongeveer drie weken in Hengevelde. Mijn man woont momenteel in Sudan, we hopen in de toekomst nog op een gezinshereniging”.

Wat zijn de grootste verschillen met Nederland en Eritrea?
“Democratie! In mijn vaderland was het altijd voorzichtig zijn met wat je zegt, dat is hier heel anders. Verder is heerst er veel honger in Eritrea, dat kun je van Nederland niet zeggen”.

Elsa Berhe is opgegroeid in Adi Quala, in het zuiden van Eritrea op ongeveer 25 kilometer van de grens met Ethiopië. Eritrea is straatarm. Een rapport van de VN uit 2011 concludeert dat zeventig procent van de bevolking niet in de eigen voedselbehoefte kan voorzien. De regering houdt echter vol dat Eritrea volledig zelfvoorzienend is wat betreft voedsel, en het land weigert voedselhulp van buitenaf.

Het land kent een van de meest onderdrukkende regimes ter wereld. Kritiek op de regering is verboden en tegenstanders worden gearresteerd. De dienstplicht, die meer dan tien jaar kan duren, is voor velen een reden om te vluchten. Wie het land probeert te ontvluchten, loopt kans om aan de grens te worden neergeschoten. In 2015 vragen 7.359 Eritreeërs asiel aan in Nederland.

Daarnaast belanden veel mensen in de gevangenis omdat ze proberen de dienstplicht te ontlopen, of omdat ze het land trachten te verlaten, zo valt te lezen in een rapport van Amensty International.
Arrestanten worden volgens Amnesty opgesloten in gevangenissen onder de grond en in metalen containers in de woestijn. Ze worden gemarteld, krijgen weinig te eten en drinken, en moeten in kleine ruimtes overleven in extreme hitte.