31 jaar later: Geen haat meer op de plek die in 1988 ‘van Oranje’ was
Oranje treft Duitsland vrijdagavond op historisch terrein: het Volksparkstadion van Hamburg, gewijde grond sinds 21 juni 1988. Menig Wegdammer was daar destijds bij want Andre Assink kon kaarten regelen! De wedstrijd die naar alle waarschijnlijkheid verloren zou gaan, Duitsland verslaan in eigen land was een utopie maar stel dat! Dan was je erbij toch? Niets bleek minder waar! “Het Volksparkstadion is van Oranje,” brulde commentator Evert ten Napel die avond, meteen na de 2-1 zege, ook dat was conform de waarheid. Overal waar we liepen boden Duitsers ons kaarten aan voor de finale in München, en van al die Duitsers hadden WIJ! Gewonnen en dat wilden we weten. We waren allesbehalve pro-Duits opgevoed, de aversie tegen onze buren was er in al die jaren met de paplepel ingegoten.
Oma we hebben je fiets gevonden', stond op een spandoek in de halve finale die Nederland op het EK van 1988 tegen Duitsland speelde. Dergelijke anti-Duitse sentimenten lijken inmiddels verdampt. Hoe is dat zo gekomen?
De voetballers van nu zegt het helemaal niets meer. Of ze nou tegen Duitsland spelen of tegen Engeland, dat maakt ze niets uit. Ook heeft het misschien wel te maken met het WK van 2006 in Duitsland. Dat was toen heel goed georganiseerd, iedereen was hartstikke aardig.
De finale was op zaterdag tegen de Russen, deze werd logischerwijs gekeken bij café de Witte waarna het feest losbrandde! De Goorsestraat was van ons! Een aanrijdende Duitser werd uit zijn auto getrokken, er werd een biertje in zijn handen gedrukt en verder ging de polonaise. Niet dat hij een keuze had of zo. Dat jaar is de Oranje gekte ontstaan die we vandaag de dag nog kennen.