Brits jachtvliegtuig verwoest huis en schuur De Witte
Oud-Hengeveldenaar Toon Klaver is alweer 87 jaar. De in Lochem woonachtige kunstenaar heeft heel wat verjaardagen gevierd, maar die van 20 januari 1945 was de spannendste. Niet geheel onlogisch, want het was oorlog. De Duitsers hadden het land in de greep. Hengevelde herstelde zich van het bombardement van anderhalf jaar eerder. Huizen werden herbouwd, wegen opnieuw aangelegd, restanten waren intussen opgeruimd. Maar die twintigste januari was Hengevelde weer aan de beurt en onder andere de twaalfjarige Toon Klaver en zijn even oude buurjongen Gerrit Rupert stonden er met de neus bovenop.
Tgv '75 jaar bevrijding' blikken we in een serietje van drie verhalen terug op de laatste maanden van de oorlog in 1945.
=foto: Het herstelde café De Witte met daarachter enkele schuren. Uiterst rechts het huis van de familie Klaver, uiterst links is nog het huis van de familie Spekreijse te zien (thans familie Rouweler)=
Gerrit vult aan: ‘Het gaf een enorm kabaal, dat laat zich raden. Ik stond met mijn kruiwagen dus op een gevaarlijke plaats. Voor hetzelfde geld had ik het niet meer kunnen navertellen. Het dak ging eraf, de schuur ging eraan en zelfs het kippenhok achter de woning van mijn oom Johan Spekreijse werd nog geraakt.’ Na van de eerste schrik bekomen te zijn bekeken hij, Toon en andere belangstellenden de schade.
Gerrit (links): ‘De piloot lag ook achter het huis van Spekreijse. Hij was dood. Ik heb zijn lichaam niet gezien, maar wel zag ik daar in de buurt een been van hem liggen zonder sok. Ik herinner me nog dat ik de afdruk van de sok op het been zag staan. Iemand heeft zijn papieren uit de binnenzak gehaald. Wie dat was, weet ik niet meer. Ik weet nog wel dat deze gebeurtenis een enorme indruk op mij gemaakt heeft.’
Toon herinnert zich dat ook. ‘Wij waren als kinderen enorm druk met deze ramp. We sloopten het vliegtuigwrak. Emmers vol spullen haalden we eruit. Ook kogels. Die waren zo vettig dat de olie door de zolder naar beneden lekte. Ik heb thuis nog altijd een magneet uit dat vliegtuig bewaard.’
Hij vertelt ook de anekdote over de vrouw van de reeds genoemde Theo Koppes. ‘Theo de Witte ruimde de verwoeste schuur op. Ik herinner me nog goed dat de ruiven van de paarden nog een beetje heel gebleven waren. Vrouw Koppes was dagenlang met een stokje in het hooi aan het zoeken. Wij konden dat zien vanuit ons huis. Ze zocht iets, dat was duidelijk. Maar ze vond het niet. Maar verderop in de schuur lagen ook nog hopen hooi. Ook daarin ging ze aan het zoeken en vond op enig moment ineens haar halsketting terug’, aldus Toon.
Later werd bekend dat de Wellington Mk PM (rechts een plaatje van een dergelijk jachtvliegtuig) behoorde bij het 103e squadron van de Britten. De piloot had onderweg nog een melkboer beschoten, weet Gerrit te vertellen.
De familie De Witte kon beginnen met de herstelwerkzaamheden van woning en schuur. Wat ze niet wisten, was dat de bevrijding van het dorp in aantocht was. Ruim twee maanden later was het zover.