Marietje, vlot en secuur

Mijn vriend Louis belde me. Zijn schoonzus Marietje was overleden. Ze had longvlieskanker. Toen ze een dag of tien geleden deze diagnose te horen kreeg, bleek dat genezing onmogelijk was. Afgelopen vrijdag is ze bediend en twee nachten later is ze overleden. Soms kan het gauw gaan. Wat gaat er in het hoofd van een mens om als je de mededeling krijgt dat het binnenkort afgelopen is. Sommigen vechten moedig door voor nog een paar maanden extra, anderen leggen vrijwel meteen het hoofd in de schoot.

Marietje komt net als ik uit Markvelde. Ze was getrouwd met Louis’ oudste broer Jan die eveneens aan kanker is gestorven. Het is een meedogenloze rotziekte. Vertel Louis en zijn familie wat. Ze zijn al jaren met die vreselijke beul in de slag. En ook in mijn familie deed hij regelmatig zijn verwoestende werk. Maar dat terzijde.

Ik kende Marietje al sinds mijn jeugd.  Toen ik een jaar of dertien, veertien was, werkte ze een paar dagen per week bij ons thuis als dienstmeisje, interieurverzorgster, hulp in de huishouding, werkster, werkvrouw. Hoe noem je dat eigenlijk? Ik doe daar niet denigrerend of laconiek over. Die indruk wil ik hier niet wekken. Want ik neem voor Marietje en alle andere vrouwen die goed zijn in de huishoudelijke zaken, heel diep mijn hoed af.
Ze was ook jarenlang bij de familie Wassenberg als dienstmeisje werkzaam. Later deed ze het bij Assink in de drukke keuken van het café en de zaal. Ze werkte altijd hard. Mevrouw Wassenberg waarschuwde destijds mijn moeder: ‘Als je haar roept voor een kopje koffie, komt ze niet. Dan wil ze eerst dit nog even afmaken en dan dat nog. Dan roep je haar weer en nog een keer. Ze laat altijd de koffie koud worden.’

Marietje is een telg van de Markveldse familie Ottenschot, ook genoemd Botterhoes. Haar oudere zus Truus was eerder al vijf jaar werkster geweest bij ons thuis. Veel later kwam Ria, de dochter van Truus. Bij mijn broer werkt ook al jaren één dag in de week een nichtje van Marietje en Truus.  Iedereen die een huishoudelijke hulp nodig heeft, wilde vroeger een meisje van Botterhoes uit Markvelde en dat is dus nog steeds zo. Ze zijn er buitengewoon geknipt voor.  Ze doen hun werk met plezier en ze doen het zeer goed. Als Marietje geweest was, was alles schoon, was alles aan de kant en zag de woonafdeling van de boerderij er tiptop uit. En dat niet alleen. Ze hielp ook af en toe in de stal of schuurde de melkbussen. Ze werkte vlot en secuur. Beter kan niet in dat vak.

Ik herinner me trouwens wel dat ik destijds als halfwassen pubertje een hekel had aan Marietje. Dat gold echter alleen voor de winterdag. Wat was het geval. Ik moest haar altijd naar huis brengen. Ze was bang in het donker. Wij woonden bij het begin van de Steenmorsweg en zij aan het eind. Kilometer of 2. De Steenmorsweg was toen vanaf Wormgoor nog zandweg. Dan slingerde ik over dat smalle fietspad tot bij haar huis achter haar aan en moest daarna alleen terug. Weer of geen weer. Ik kreeg altijd de opdracht van mijn moeder om Marietje weg te brengen. Nee, toen was ik niet blij met Marietje.
Later had ik niet veel contact meer met haar, maar als ik haar sprak, was ze altijd hartelijk en belangstellend. Ze had altijd goede zin. Zo was ze. Mooie eigenschap is dat.

Marietje woonde de laatste zeven jaar van haar leven hier in Hengelo aan de Oldenzaalsestraat bij de man die enkele jaren na het overlijden van Jan Jannink, haar partner werd. Ik sprak haar een paar maanden geleden nog op de verjaardag van Louis. Het ging goed met haar.
Een weekje of vijf geleden is de familie Ottenschot nog wezen bowlen. Marietje deed gezellig mee, niks aan de hand. Een maand later sloeg de meedogenloze beul weer toe. Ze is 76 jaar geworden.