Ondernemer Ed Wender (50) heeft de wind in de zeilen
Komend vanuit Delden zie je bij de ingang van Hengelo nabij de rotonde al een tijdje veel bouwactiviteit. De Kievit heet het gebouw. Het hoort toe aan Voetencentrum Wender. De naam zegt het al. Het is een bedrijf dat alles weet op het gebied van menselijke voeten. Twee Wegdammers staan aan de basis van die bedrijvigheid. Het waren buurjongens uit de Nieuwstraat van dezelfde leeftijd. Ze vonden elkaar en vormen thans samen met een financiële man de driekoppige leiding van het Voetencentrum. Eddy Wender is de oprichter en directeur. Hij werd onlangs 50 en nog steeds gaat er geen dag voorbij of hij bedenkt weer nieuwe elementen die zijn bedrijf en zijn kijk op de best mogelijke verzorging van de voet verbeteren. Roeland Vonkeman is de andere Wegdammer die in het MT van het bedrijf zitting heeft. Hij houdt zich vooral bezig met organisatie en beleid. ‘We kennen elkaar vanaf onze wiegen. Hij heeft een universitaire studie gedaan en kijkt weer anders naar het bedrijf. Roeland werkt al achttien jaar bij ons, we vormen een perfect team’, zegt Eddy.
Een interview voor Wegdam Nieuws.
De Kievit bij de ingang van Hengelo. Links is nog het speciale paneel te zien tgv Eddy's 50ste verjaardag.
DE ONSTUIMIGE GROEI VAN VOETENCENTRUM WENDER
Een paar weken geleden – op 19 februari - kon je voor het raam van De Kievit een mooie, groen oplichtende afbeelding zien met de letters 50 en het hoofd van Ed Wender. Dat had het personeel gedaan, want de grote baas zag Abraham en dat mocht men weten. Omdat de Hengeveldse idealist in de afgelopen jaren een miljoenenbedrijf uit de grond heeft gestampt en ook nog eens participeert in allerhande andere bedrijven in binnen- en buitenland, is een uitgebreid gesprek voor Wegdam Nieuws op zijn plaats. Druk als hij is, komt hij trouwens niet vaak meer in zijn geboortedorp. ‘Soms bezoek ik het kerkhof waar mijn ouders liggen. Ik ben het dorp langzamerhand uitgegroeid. Al op jonge leeftijd kwam ik in Haaksbergen terecht waar ik naar school ging en er daarna een vriendin kreeg. Maar Hengevelde is door Roeland, Marieke Ottenschot, Dorien Kormelink en oa sinds kort Engelbert Brinkman wel goed vertegenwoordigd in het bedrijf’, vertelt Ed.
Frans en Truus Wender met hun drie kinderen met partners en met hun kleinkinderen.
Eddy of Ed, beide namen mogen, is de jongste van drie Wenders. Hij is geboren in 1969. Zus Bianca (53) woont in Doetinchem. Ze is reuma-consultante, is getrouwd en heeft twee kinderen. Broer Reinnier (52) is zelfstandig bouwkundig adviseur. Hij is ook getrouwd, woont in Haaksbergen en heeft twee kinderen. Zelf woont Ed eveneens in Haaksbergen, in het buitengebied vlak bij een natuurgebied richting Rekken. Daar bezit hij een lapje grond van acht hectare, heeft het huis erop afgebroken en bouwde er zelf een mooie woning. Daar woont hij met zijn vriendin, de uit Zwolle afkomstige Anke Michel. Ze hebben twee kinderen, Jens (10) en Boris (9).
TINEKE
Al eerder woonde Ed in Haaksbergen zelf met Tineke Scharenborg, de vriendin die hij van jongs af kende. Maar zij overleed op 29-jarige leeftijd aan kanker. Een melanoom werd haar fataal. Het leven van Ed dat tot dan toe vlot en positief verliep, stond op de kop. Ed en Tineke waren volop bezig met hun werk als podotherapeut, keken niet op tegen een paar uur extra, maar ineens kwam er een gigantische kink in de kabel. Tineke werd ziek en overleed.
Eds toenmalige buurman adviseerde hem een tijdje thuis te blijven. Hij had hetzelfde meegemaakt. Ed: ‘Je kunt na zo’n ingrijpende gebeurtenis niet meer helder denken, niet meer relativeren. Ik behandelde iemand met een likdoorn altijd met plezier, maar dan denk je: “Hou toch op te zeuren”.
Hoe zag de professionele loopbaan van Ed eruit? Hij deed zich na de havo op het Assink in Enschede de opleiding fysiotherapie. Daarna ging hij in militaire dienst en deed de officiersopleiding in Den Bosch bij de cavalerie. Hij zat als fysiotherapeut in de laatste lichting. Hij werd in het Sauerland in Duitsland gelegerd. In het weekend trok hij vaak met een stelletje vrienden de bergen in.
In 1990 was hij weer thuis en zocht een baan. In Zwitserland lagen kansen. Hij reed met zijn vader naar het Alpenland en kreeg er een plek in een praktijk met zeven collega’s. Dat verliep goed en na enkele maanden kon Ed er chef-therapeut worden, maar weigerde dat. Hij wilde terug naar Haaksbergen, naar zijn vriendin Tineke.
In 1991 meldde hij zich voor de opleiding podotherapie en dat beviel hem. Ed: ‘Het was weer een vierjarige hbo-opleiding, maar ik wist ook dat het qua werkgelegenheid een goede keuze was. Ik hinkte in die tijd vaak op twee gedachten. Word ik ondernemer of ga ik in de gezondheidszorg en de sport. Later bleek dat het een mix van die twee is geworden.’
Gedreven volgde Ed de opleiding en al gauw werd hij benaderd. In Almelo zochten ze een podotherapeut. Zo startte hij zijn carrière in het ZGT, terwijl hij nog studeerde. Daarnaast begon hij nog een klein praktijkje aan de Rembrandtlaan in Almelo, maar dat was al snel te klein. Vriendin Tineke had dezelfde opleiding gedaan en had een praktijk in Borne en Hengelo. Tot de man met de hamer kwam.
Tineke overleed op 30 maart 2001 en Ed bleef mede op advies van zijn achterbuurman thuis in Haaksbergen. Hun huis was nog maar net klaar.
Sjef van Baal, een bekende chirurg van de ZGT met de voet als specialiteit, kwam een paar keer langs in Haaksbergen. Op enig moment zei hij tegen Ed dat hij terug moest komen. “We hebben je nodig”, zei hij. Ook andere vrienden en kennissen stimuleerden hem. ‘Dat deed me goed en ik kwam weer in beweging’, vertelt Ed. ‘Soms dacht ik erover om terug te gaan naar Zwitserland, het land waar ik enorm gek van was, maar ik kon me ook herpakken in Twente en weer gaan doen waar ik al mee bezig was. Dat heb ik gedaan. Ik ging weer aan het werk en al gauw maakte ik enorm lange dagen. Dagen van 15 u waren meer regel dan uitzondering.
Zijn ex-buurjongen Roeland Vonkeman was een van de vrienden die hem weer vooruit hielp. Hij zag hoe Ed zich verloor in zijn werk en adviseerde hem meer tijd voor zichzelf te nemen en rust in te bouwen in zijn werkzaamheden. ‘Zet een streep in je agenda’, zei Roeland tegen mij. Ik had twee praktijken, die van mezelf en die van Tineke toen zij ziek werd. Niet lang daarna haalde Ed zijn boezemvriend Roeland binnen zijn bedrijf. Hij was facilitair manager geweest, had organisatie en beleid gestudeerd op de universiteit. ‘Roeland kijkt heel anders naar een bedrijf en zo vormen wij nog altijd een perfect team.’
“Groei geeft rust”, zei Roeland tegen Ed. Hij bedoelde dat je met meer personeelsleden taken van elkaar kunt overnemen, iedereen kan dan helpen. Vele handen maken licht werk. Want we werden geleefd, de agenda was vol, we hadden wachtlijsten.
Met een betere organisatie beleefde Voetencentrum Wender, waar thans 160 mensen werken, een onstuimige groei. Daarnaast trok Voetencentrum Wender in bij gezondheidscentra, kreeg stagiaires via de Saxion Hogeschool met als zinvolle bijkomstigheid dat hij de betere studenten meteen kon contracteren waardoor zijn bedrijf nog sneller groeide. Ed neemt in het zaaltje waar we elkaar spreken, een flap-over erbij en tekent met cirkels en pijlen wat er allemaal gebeurd is in de afgelopen jaren. We zitten in De Kievit in Hengelo, genoemd naar de weidevogel en het gezegde lopen als een kievit, is een multidisciplinair voet- en schoencentrum waar Voetencentrum Wender zijn hoofdvestiging heeft, waar nauw samengewerkt wordt met specialisten van het ZGT en MST. Binnen De Kievit zitten verder onder andere een gespecialiseerde comfortwinkel, een sportschoenenwinkel en een research- en development-afdeling. Binnenkort zal in het nieuwe pand een Sportgeneeskundig Centrum worden opgericht voor (top-) sporters, een ICT-afdeling en komt er een high tech looplab.
ÉÉN LOKET
Ooit bedacht hij dat er één loket moet komen voor voetproblemen, een diagnostisch centrum genaamd Voetencentrum Wender. Nu heeft hij 250 vestigingen in Nederland. ‘We zitten overal. Dat was niet de intentie, maar dat overkwam me. Het ging haast als vanzelf. En door die groei konden we ook andere takken oppakken die nuttig zijn voor de voet.’
Zo ontstond bijvoorbeeld Voetmax, het bedrijf dat de orthopedische kant van de voet bestrijkt. Ze beseften toen ook dat ze ook een schoenenzaak moesten hebben om zo op eenvoudige wijze oplossingen aan te kunnen dragen voor mensen die speciaal schoeisel nodig hebben. Dat werden de Kievit schoenenzaken, waarvan Voetencentrum Wender er intussen vier heeft, in Leiden, Almelo, Hengelo en Enschede. Daar worden mooie comfortschoenen schoenen verkocht of wordt , indien nodig, geadviseerd een schoen op maat door Voetmax te laten maken.
KIEVIT SPORT
En de nieuwste bouwactiviteit in Hengelo is Kievit Sport. De aanbouw bij de reeds genoemde rotonde is bijna klaar en duidelijk zichtbaar. Binnenkort zal in het nieuwe pand een Sportgeneeskundig Centrum worden opgericht voor (top-) sporters, een ICT-afdeling en komt er een high tech looplab.
Ed: ‘Daarin doen we bewegingsanalyses. Door middel van geavanceerde apparatuur rolt er straks een automatisch rapport uit met meetwaarden die het diagnosticeren van problemen beter in kaart kan brengen. We gaan er ook analyses doen voor topsporters. Profspelers van Heracles en FC Twente maken er al gebruik van. Zelfs profs uit het veldrijden weten de weg naar de Kievit inmiddels te vinden. De wielerploeg van Sunweb komt hier ook en voor hen doen we eveneens de analyses en schoen- en zoolaanpassingen. Omdat we een grote organisatie geworden zijn, kunnen we dat doen.’ Ed wijst op de innovatieve poot van het bedrijf, waarin hij o.a. samenwerkt met de UT. R&D heet het, research en development. ‘We kregen bijvoorbeeld een opdracht van Dunlop om een betere leest voor laarzen te ontwikkelen. Die komt binnenkort op de markt. Zo hebben we ook de diabetes-schoen ontwikkeld, samen met het Oostenrijkse bedrijf Hartjes Schoenen. We helpen hen met de ontwikkeling van die schoenen. De wond die diabetespatiënten parten speelt, ontstaat nooit spontaan, maar veelal door foutief (te krap zittend) schoeisel.’
Een belangrijke poot is ook nog Podo-it, de zogenaamde softwarepoot. En nog niet zo lang geleden richtte hij met een voormalige laskampioen van het ROC, Dik Vaanholt, een metaalbedrijfje op dat weer ten dienste zal staan van al die andere bedrijven.
Tijd voor hobby’s? Dat heeft Ed zeker. Hij doet graag aan sport. Vliegen met een paramotor bijvoorbeeld, dat vindt hij heel ontspannend. ‘Als ik een weekje veel stress heb gehad, gaat dat ding de lucht in. Ik wil het uiteindelijk nog het liefst in Oostenrijk gaan doen, in de bergen.’
Hij doet ook veel aan kitesurfen op het IJsselmeer en twee keer in de week loopt hij hard. Tennissen doet hij ook nog, hoewel dat de laatste tijd wat minder aan het worden is. ‘En schaatsen vind ik nog altijd heel leuk. In Finland en de op de Weissensee heb ik met vrienden de alternatieve Elfstedentochten gereden. Sporten in de natuur, dat doe ik graag. Ik wil ook nog het alpinisme gaan oppakken. Ik heb twee keer in Frankrijk een tocht gedaan, maar wil me nog verder daarin ontplooien.’
Volgt Ed het wereldnieuws op de voet, wil ik weten. Heeft hij daar ook nog tijd voor in zijn drukke werkzame leven, zijn sportieve hobby’s en zijn gezin?
‘Met de verkiezingen laatst, was ik niet zo bezig. Ajax? Nee, ik kijk nu wel, nu ze zover zijn gekomen, maar van vroeger uit keek ik al nooit naar voetbal. Ik heb het alleen zelf in de jeugd gedaan. Uiteraard heb ik die vreselijke aanslagen in Nieuw-Zeeland en Utrecht wel meegekregen. Steeds weer staan er gekken op die worden opgehitst. Geloof en godsdiensten maken veel kapot. “Neem de mensen zoals ze zijn”, zei mijn vader Frans vroeger altijd al.’
Hij is 50 jaar geworden. Dat stemt ook tot nadenken. Het is een mijlpaaltje in je leven. Ed: ‘Je denkt ineens dat je al richting de 60 gaat. Ik ben me ervan bewust dat ik een nieuw tijdvak binnen ben gegaan. Ik heb mensen om me heen, die me goed ondersteunen, zodat ik wat meer vrije tijd ga inruimen. Voorlopig blijf ik nog wel bezig met podotherapie en innovatie, dat vind ik heel erg leuk. In de toekomst zal ik vaker naar Oostenrijk gaan, het land waar we vroeger naartoe gingen met onze ouders. Elk jaargetijde is het daar mooi. Misschien ga ik er wel wonen.’