Vader. Het levensverhaal van Hendrik ter Huurne

Het leven begint bij veertig, zoals een Nederlands spreekwoord zegt. Maar dat is onzin. Op elke leeftijd kan een verrassend voorval of een (on-)verwachte impuls je leven veranderen, zodat het lijkt alsof je opnieuw begint. Als je twintig bent of zestig of zelfs als je 92 jaar bent, zoals Hendrik ter Huurne, de bekende boer aan de Slotsweg. In augustus lag hij even in het ziekenhuis vanwege een tia, hij revalideerde in Delden en is sinds een aantal maanden weer thuis. Daar geniet hij nog altijd met volle teugen van de bedrijvigheid op de omvangrijke onderneming die hij daar in januari 1950 aan de Slotsweg stichtte, die voorgezet werd door zoon Karel die thans op zijn beurt het bedrijf met zijn kinderen runt. Hendrik leeft al bijna een eeuw, hij maakte veel mee en kan er nog altijd prachtig over vertellen met oog voor bijzondere details. Schoondochter Margot componeerde uit de verhalen een biografie met de titel ‘Vader, het levensverhaal van Hendrik ter Huurne’ die ze op 28 december presenteerde aan Hendrik en al zijn nazaten. Tachtig pagina’s geschiedenis van Hendrik met als slotzin dat het verhaal eigenlijk nog niet af is, want Hendrik leeft voort. Hij gaat richting de honderd.

Hendrik en Margot.

DE UITDAGING VAN MARGOT TER HUURNE

Er zijn weinig vrouwen die een boek schrijven over hun schoonvader. Is dat bijzonder? ‘Eh ja, dat is misschien wel zo. Ik heb het me niet zo gerealiseerd’, zegt Margot, die getrouwd is met Hendriks jongste zoon Laurens. Ze wonen met hun vier kinderen sinds ruim twee jaar in het Brabantse Goirle. Dat is een kilometer of 170 van Hengevelde. Toch schreef ze de biografie. ‘We hadden al vaker gezegd dat de verhalen die vader over vroeger vertelde, eens opgeschreven zouden moeten worden. Dat moet dan iemand ook daadwerkelijk gaan doen. Zo’n uitdaging past wel bij mij. Ik vond het mooi voor Laurens en zijn broers en zussen dat het levensverhaal van Hendrik vastgelegd zou worden. Ze waren enthousiast.’
Margot luisterde naar de verhalen van Hendrik, naar anekdotes en amusante voorvallen, naar de beschrijvingen van de keuzes die hij en zijn vrouw bedrijfsmatig en privé hebben gemaakt. Ze nam ze op en werkte het verhaal later uit. ‘Hij vertelde heel beeldend, soms kwam er ook emotie bij. Zo was het voor mij gemakkelijk, het ging als vanzelf’, zegt Margot die koos voor een monoloog. Ze laat Hendrik zelf continu aan het woord. Het is dus eigenlijk een autobiografie.

Margot mag dan met haar 46 jaar de jongste schoondochter zijn van Hendrik, ze kenden elkaar toch alweer zo’n dertig jaar. Hoe typeert ze hem? ‘Als een rustige, bescheiden man die zijn leven lang heel hard gewerkt heeft. Hij is ook trots en dat bedoel ik niet als arrogant of kijk eens hoe belangrijk ik ben, maar een soort van trots om wat hij bereikt heeft. En hij is een stille genieter van alles wat er om hem heen gebeurt’, vertelt Margot.

KANSEN ZIEN

Laten we een inkijk geven in het boekje. Het leven van Hendrik ter Huurne begon op 20 maart 1922 op een boerderijtje aan een zandweggetje tussen Haaksbergen en de buurtschap Honesch. Vijf koeien, een paard, een paar kippen en konijnen. Daar begon het leven van Hendrik. En kijk nou eens aan de Slotsweg, 92 jaar later. Ruim 100 melkkoeien, 1100 fokzeugen en vele hectares grond. Hendrik en zijn nazaten boerden groter en groter. ‘Soms moet je een beetje geluk hebben, maar vooral een vooruitziende blik. Soms maak je iets mee waardoor je verder kunt groeien. Geluk dwing je af en je moet de kansen zien’, zegt hij in het boek.

‘t RAA

Hendrik en zijn één jaar jongere broer Johan hielpen als kleine jongens al mee door met een trekwagentje turf te halen uit het Buurserveen. Toen hij zes jaar was verhuisde de familie die intussen ook was verblijd met de komst van zusje Riek, naar ’t Raa, een fraaie boerderij aan de rand van Haaksbergen. Daar werden Tony, Marietje, Fien en Herman nog geboren. Het leven daar wordt uitvoerig beschreven. Meer dan de helft van het boek gaat erover. Hendrik werkte vanaf zijn dertiende al mee in het bedrijf. Met zijn geheugen is niks mis. Hij lardeert zijn verhaal uit zijn jeugd met smakelijke details en anekdotes. Ook de gebeurtenissen voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog komen volop aan bod. Jodenstreken, kabelwacht, ondergrondse, koeien die ’s nachts geslacht werden, over de Duitsers die vlak voor de bevrijding nog een paard kwamen vorderen, over de Februaristaking die ook in de textielfabriek van Jordaan plaatsvond en andere belevenissen en incidenten.

’t Raa, de boerderij waar Hendrik opgroeide.

BERNARDA

In de slotfase van de oorlog leerde Hendrik zijn latere vrouw Bernarda Brummelhuis kennen. Ze was vanaf haar dertiende werkzaam bij haar tante Mie en oom Graads op de boerderij Slotsweg 13. Er waren na een storm vier grote bomen omgewaaid en Hendrik was door aannemer Siemerink gevraagd mee te helpen met het opruimen ervan. Bernarda kwam de mannen koffie brengen en zo kwamen ze elkaar voor de eerste keer tegen. Van bruiloft komt bruiloft. Hendrik was uitgenodigd op een brulfte in Buurse. Hij gooide het op een akkoordje met de bruid die ervoor zorgde dat Bernarda ook op het feest zou komen. Van het een kwam het ander, Hendrik vertelt het uitgebreid. In juli 1949 trouwden ze op dezelfde dag als zijn zus Riek en Johan Vossebeld. Op ’t Raa werd het feest uitbundig gevierd. Ze kregen een eigen kamer in het boerenhuis, maar vertrokken een half jaar later naar Hengevelde toen oom Graads was overleden. Hendrik vertelt in het boek hoe een korte tijd daarvoor Graads al liet doorschemeren dat de boerderij naar Bernarda en hem zou gaan. ‘Ik zie hem nog zo zitten onder de koe. Zonder dat we het ooit ergens over gehad hadden en al helemaal niet over hoe het met zijn bedrijf verder zou gaan, zei hij uit het niets: “wie trekt ons niet eerder oet, als aw noar berre goat.” Hiermee wou hij dus zeggen dat de boerderij niet eerder beschikbaar komt dan het moment dat hij en tante Mie overleden zouden zijn.’

De boerderij aan de Slotsweg die Hendrik en Bernarda in de jaren 1950/’51 bouwden.

Ze bouwden een nieuwe boerderij, want Graads en Mie hadden een heel primitieve, bouwvallige behuizing. Hendrik: ‘De buitenmuur was bijvoorbeeld een halfsteens muurtje, waarbij de schuur verder met planken op hoogte was gemaakt. De muur was hooguit een halve meter hoog. Waar het dak begon zaten allemaal gezaagde planken met grote gleuven. Deze werden dicht gepleisterd met varkensstront. Het zat allemaal wel goed dicht, want die stront werd heel hard.’
Hendrik en Bernarda dachten goed na over de nieuwbouw en ook over hoe ze hun bedrijf wilden runnen. Ze namen zich voor niets op rekening te kopen. Hendrik: ‘Als ik een bepaald bedrag had, zo rond de 100 gulden, ging ik naar de bank. Theo Wegdam was directeur van de boerenleenbank. Die bank was gevestigd op de plek waar nu slagerij Brummelhuis zit. De banken zaten in die tijd nog wel eens verlegen om geld. Er waren namelijk wel boeren die een hypotheek opnamen om uit te breiden. Vooral de boeren in Bentelo waren hun tijd daarmee meer vooruit dan de boeren in Hengevelde. Theo zat altijd vooraan en er was ook nog een vrouwelijke medewerkster. Theo vertelde me dat hij een keer tegen zijn medewerkster zei: “daar komt ter Huurne aan, nu kunnen we ons cashflowprobleem oplossen.”

GROND

De boerderij werd groter en groter. Als in de buurt een paar hectare grond in de aanbieding was, waren Hendrik en later ook zijn zoon Karel er als de kippen bij. De expansiedrift van de familie wordt in het boekje door Hendrik op openhartige wijze uit de doeken gedaan. Een citaat: ‘We kochten steeds bewust grond bij en zo werden we groter. Ik spaarde geen geld om het geld, maar om verder uit te kunnen breiden. Het werd ook snel duidelijk dat Karel veel aanleg had voor het boerenbedrijf, dit werd ook door andere boeren bevestigd. Met mijn vader had ik al vroeg een gevoel van gelijkwaardigheid en mijn zelfstandigheid werd gestimuleerd door hem. Dit deed ik ook bij Karel. Ik weet nog dat we grond bij Broshuis konden kopen. Broshuis gaf alle boeren in de buurt een inschrijfformulier en daar kon je op invullen hoeveel geld je overhad voor de grond. Dit formulier werd ingeleverd bij de notaris in Delden. Wij bleken de hoogste bieder te zijn. De grond bij Henk Pierik hadden we toen ook al gekocht. Zo is het Hendrik Wegereef twee keer misgegaan’, aldus Hendrik in zijn autobiografie.

Foto van Hendrik en Bernarda met hun kinderen, genomen op de huwelijksdag van dochter Thea met Jan Assink op 14 maart 1978. Staand vlnr: Maria, Hendrik en Marga. Onder: Henk, Thea, Laurens, Bernarda en Karel. Bernarda is op 21 augustus 1996 overleden aan leverkanker. Voormalig onderwijzeres Maria (thans 64 jaar) woont in Delft samen met Jan Starmans. Ze is in de vut. Dat geldt ook voor Marga (62). Ze woont in Boekelo en is getrouwd met beeldhouwer Bert Nijenhuis. Ze hebben twee zoons. Thea (60) en haar man Jan zijn onlangs gestopt met De Kanderij. Ze wonen in Hengevelde en hebben twee dochters, Nienke en Sanne. Karel (59) is getrouwd met Marian de Wit. Ze hebben vier kinderen, Kim, Marike, Thijs en Jos. Henk (55) woont in Eibergen samen met Susan. Hij werkt mee op het bedrijf van Karel. Laurens, zijn vrouw Margot en hun vier kinderen wonen in Goirle (zie verderop in de tekst).

BABY

Niet alleen het bedrijf breidde zich uit, ook het gezin van Hendrik en Bernarda. Achtereenvolgens werden in de jaren vijftig Maria, Marga, Thea, Karel en Henk geboren. In 1966 completeerde Laurens het gezin. Over de geboorte van Maria vertelt Hendrik: ‘Onze oudste dochter werd in juni 1950 geboren. Een heel kleine baby, die haar eerste nacht doorbracht in een open lade van een kast. Het bracht ongeluk om vooraf babyspullen in huis te halen, dus dit werd pas na de geboorte geregeld. In die tijd werden baby’s dezelfde dag nog gedoopt. Ik kan me nog herinneren dat tante Mie ook meeging. Het was een eer voor haar dat zij Maria ter doop mocht houden. Ze was echter niet meer in zo’n heel goede conditie, dus we namen Maria na de doop van haar over. Bij het verlaten van de kerk zag ze een grote afstap over het hoofd en ik zie nog zo voor me dat ze voorover valt. We schrokken enorm, gelukkig liep het goed af.’ Hendrik vertelt gedetailleerd over zijn kinderen, over de keuzes die ze maakten, waarom ze hun oudste zoon Karel hebben genoemd en over hun verdere levensloop. 

Het voert te ver om het levensverhaal van Hendrik of grote delen ervan integraal op Wegdam Nieuws te publiceren, maar mocht je eens in de buurt van een Ter Huurne vertoeven, vraag er dan naar. Het is een aangenaam verhaal om te lezen.

Een foto gemaakt tgv de 50ste verjaardag van Henk. Vlnr: Marga, Karel, Maria, Henk, Hendrik, Thea en Laurens.

MARGOT

Terug naar de in Delden opgegroeide schrijfster van het boek, Margot ter Huurne-Visschedijk. Ze woont sinds een paar jaar met Laurens (48) en haar vier kinderen in het Brabantse land. Laurens werkt bij de firma Stahl die verspreid over de wereld tien vestigingen heeft. Hij leidt de Nederlandse tak in Waalwijk. Toen hij deze baan kreeg – na overleg met zijn bejaarde vader, zoals in het boek beschreven wordt – moest de familie verhuizen. Margot: ‘Laurens woonde het eerste jaar in een hotel, terwijl ik intussen een huis zocht en scholen bekeek voor de kinderen. We wilden graag wat ruimte om ons huis en wat groen. Dat lukte in Goirle en toen moesten we Hengevelde definitief achter ons laten. We hadden er altijd een fijn leven, maar ik had zelf ook wel eens de gedachte of we dit altijd zo moesten houden. Als we nog eens iets bijzonders willen, dan moeten we dat misschien gaan doen’, vertelt Margot, wier moeder in Delden woont. Ze heeft een broer en een zus. Haar vader is acht jaar geleden overleden.

Laurens en Margot en hun kinderen lieten heel wat achter in Hengevelde en omstreken. Naast familie, vrienden en talloze kennissen waren ze ook actief in het verenigingsleven. Laurens is voorzitter geweest van de jeugdafdeling van WVV en ook van de sportstichting, Margot was oa een tijdlang secretaris van WVV en heeft deel uitgemaakt van het kerkbestuur. Ze had een druk gezin en studeerde ernaast. In 2006 haalde ze het pabo-diploma en richtte een bedrijfje op met de naam VIER dat projecten ondersteunt in het basisonderwijs. Momenteel heeft ze vier mensen in dienst. Ze werken in onze regio in het basisonderwijs en begeleiden daar oa kinderen met een zogenaamd rugzakje. Zelf is ze lerares op een MBO-school in Tilburg (Nederlands, rekenen, Engels en marketing), zit ze in de Raad van Toezicht van de stichting basisonderwijs Goirle en studeert ze in Deventer Nederlands voor een tweede-graads-bevoegdheid. Laurens is ook in zijn nieuwe woonplaats actief als vrijwilliger. Hij is jeugdleider bij de SV Voab (van onderaf begonnen), de club waar oud-international Joris Mathijsen en Feyenoord-baas Martin van Geel vandaan komen. 
De vier kinderen Ter Huurne zijn onderwijl aan het ‘verbrabantsen’. Anke (12) zit in de brugklas van het HAVO/VWO, Rinse (15) zit in 4VWO, Tim (16) in 5VWO en Daphne (18) is het huis alweer uit. Zij studeert gezondheidswetenschappen aan de universiteit van Maastricht.

Hendrik met zijn broers en zussen. Staand vlnr: Tony, Hendrik, Herman en Johan. Zittend: Marietje, Riek, Fien. 
Riek, Herman en Johan zijn overleden. Herman woonde in Nieuw Zeeland, Johan in Haaksbergen en Riek in Beckum. Tony woont in Canada. Marietje en Fien wonen in Nieuw Zeeland.

Hendrik en Laurens

De kleinkinderen van Hendrik en Bernarda in 2012. Onder vlnr: Thijs, Daphne, Kim met haar zoontje Job, Nienke, Sanne en Jos. Boven: Jorrit, Anke, Marike, Tim, Rinse, Hendrik.

Voorkant biografie Hendrik ter Huurne