VERDWENEN CAFÉS. DEEL 3 HALFWEG

De naam was logisch. Het café was gebouwd, maar hoe moest het heten? Dat was niet moeilijk. Het lag midden tussen Hengevelde en Goor, dus kreeg het de naam Halfweg. Intussen is het bijna honderd jaar geleden dat Gerhard Spijkerman en zijn vrouw Hanna zich daar vestigden aan de Goorsestraat. Het jaartal 1926 staat er met grote cijfers voor. Het café had een vaste klantenkring, maar was ook een prima plek voor passanten om er even aan te leggen. ‘En zondag kwam er veel fietsvolk’, vertel Gert Spijkerman. We wilden meer weten over het voormalige horecabedrijf met de naam Halfweg. Bij Gert en diens vrouw Annie waren we aan het juiste adres. Gert is de enige zoon van Gerhard en Hanna die nog in leven is. Ook voormalige klanten gaven een aardige kijk op het café uit de vorige eeuw.


Gerhard en Hanna Spijkerman, de eerste uitbaters van cafë Halfweg. De foto is gemaakt door hun zoon Gert.  

“JENEVER IN HET GLAS IS BETER ALS LINNEN IN DE KAST”

Fons Wissink (68) uit Kerspel Goor was in zijn jonge jaren vaste bezoeker van café Halfweg. Hij herinnert zich nog dat het er meestal heel gezellig was. ‘Dat kwam door de mensen die er kwamen’, zegt hij. Een eigenaardige bezoeker uit Goor schiet hem meteen weer te binnen. Hij had de bijnaam Bromsnor. Runneboom was zijn echte naam. Bromsnor was vaak aanwezig in het café van de Spijkermannen. Hij stond bekend om zijn gedichten, spreuken en verhalen. De bezoekers luisterden er graag naar. Fons kent er nog een paar uit zijn hoofd.

“Het is raar gesteld
Altijd dorst
En nooit geen geld”

of

“Jenever in het glas
Is beter als linnen in de kast
Je hoeft het niet te vouwen of te plooien
En je kunt het zo naar binnen gooien”

Bromsnor vond Wibbelink van het transportbedrijf uit Goor maar een eigenwijze man', zegt Fons. Hij zei wel eens “Als je die in het kanaal gooit, drijft hij tegen de stroom in”. Het was een mooie kearl. Of hee ziene oale kleern an had of zien beste pak, hee was altied meneer’, zegt Fons. ‘Dat kwam ook door zijn afkomst. Zijn vader was in Raalte postkantoorhouder geweest.’
Fons somt nog een aantal vaste klanten op. Albert Voorhuis van n Darp oftewel Altena, Goorhuis, Toone Kempers uit Kerspel Goor, Fons’ broer Bennie, de jongs van n Haann oftewel Tibbe, Herman, Jan en Bennie Lutkehaus, Herman en Frans Spijkerman, neven van de uitbaters, Gerard Pierik alias het Kanaalboertje die bij Halfweg ook wel eens Kabaalboertje werd genoemd, de Luttnkearls oftewel de gebroeders Jan en Bennie Mensink. ‘Het was een buurtcafé voor de mannen uit het Kwartiersdorp (Darp) en Kerspel Goor. Maar je zag er ook wel lui uit Goor en Enter. Vaak waren het bouwvakkers. Je kon daar gewoon in je werkkleding naar binnen. Niemand die daar bezwaar tegen had. Vooral op zaterdagmiddag om een uur of 5, half 6, als de mannen een dagje gebeunhaasd hadden, legden ze vaak nog even aan bij Halfweg. Op zondag zag je ook wat families bij Halfweg aanleggen. Er was een speeltuin bij.’  

VERKERING
Maar eerst terug naar de familie Spijkerman, de eigenaars en uitbaters van Halfweg. Hoe bijzonder ging dat vroeger, ver in de vorige eeuw. Gerhard Spijkerman, woonachtig aan de Goorsestraat in het ouderhuis, had verkering met zijn buurmeisje Dina Geurs. Maar Gerhard twijfelde. Dina was vaak ziek. Is het wel goed om met haar een gezin te stichten en het café, dat hij honderd meter verderop aan het bouwen was, te gaan runnen? Zou dat een kans van slagen hebben? Hij raadpleegde de pastoor. Wat de inhoud van diens advies was, is nooit bekend geworden, maar zeker is wel dat Gerhard korte tijd later de verkering uit maakte.


Mooi plaatje uit de geschiedenisboeken. Gerhard is in Goor onderweg als melkventer. 

HANNA
Gert Spijkerman (83), Gerhards zoon, weet uit de verhalen van vroeger dat zijn vader een tip kreeg van een broer van Kloomps Graads (Gradus Velthuis), die een geschiktere partner wist voor de aanstaande caféhouder. Het was een boerenmeid uit Beckum. Hanna Derkink luidde de naam. Ze werkte bij Gait van ’n Tol in Hengelo, het bekende café aan de Oldenzaalsestraat, 100 meter voor het katholieke ziekenhuis. Ze werkte daar in de huishouding en in het café. Gerhard kreeg verkering met deze Hanna en dat klikte beter. Gerhard en Hanna waren voor elkaar geboren. Dat ze in aan de rand van Hengevelde in een nieuw café annex boerderij terechtkwam, was haar op het lijf geschreven. In 1926 trouwden ze. De rolverdeling was duidelijk. Hanna zorgde overdag voor boerderij en café en ook al gauw voor het gezin, want het echtpaar kreeg tussen 1928 en 1938 vijf kinderen. De boerderij omvatte drie hectare grond, drie koeien, twee varkens en wat kippen. Later kwam er een paard bij. Omdat je daar niet van kunt bestaan, was Gerhard ook nog melkventer in Goor en daar lag ook het ontstaan van zijn plan om een café te beginnen. Vaak was café Leemreize het laatste adres voor het afleveren van de bestelde boter en melk en dan nam hij daar ook wel eens een borrel. Het caféleven stond hem aan en zo kwam hij op het idee.
‘Denk niet’, zegt zijn zoon Gert, ‘dat het caféleven destijds veel voorstelde. Zo nu en dan kwam er een klant binnen, mensen uit de buurt of passanten. Zondags had je veel fietsvolk. Ik herinner me nog dat mijn moeder een keer met Hemelvaart 100 gulden had omgezet. “Wat hebben we een beste dag gehad”, zei ze enthousiast.’

Gerhard (foto rechts) moest als melkventer elke morgen vroeg beginnen. Gert: ‘Om acht uur ’s avonds kwam mijn vader pas thuis en dan was hij moe. Hij had ook vaak last van astma. Dat had hij overgehouden van de Spaanse griep. Ik herinner me trouwens ook nog dat hij wel eens verhalen vertelde over de beruchte cycloon in 1925 die Borculo toen verwoest heeft. Hij heeft dat ter plekke meebeleefd en vertelt altijd dat hij zijn uiterste best moest doen om enkele deuren van het huis waar hij zich bevond, vast te kunnen houden. Die ramp heeft een enorme indruk gemaakt op hem.’       

JAN EN BERNARD
Van de vijf kinderen die Hanna en Gerhard kregen, overleed dochtertje Truus al op zevenjarige leeftijd aan de Engelse ziekte die vooral vroeger regelmatig voorkwam onder kinderen. Drie jongens groeiden op. Jan was de oudste. Hij is geboren in 1928. Hij zou later melkrijder worden voor de Weddehoen in Goor. Met paard en wagen bracht hij dagelijks zo’n dertig, veertig bussen melk van de boeren uit de buurt naar Goor. Later moest hij ermee naar Lochem en was het aantal opgehoogd naar zeker 200. Hij beschikte toen vanzelfsprekend over een trekker voor de wagen. Jan woonde honderd meter achter het café. Hij is na zijn loopbaan als melkrijder nog een aantal jaren chauffeur geweest bij de OAD. Ook stond hij ‘s avonds regelmatig achter het schap in het café. Hij trouwde op latere leeftijd met Dinie de Lat uit Goor. Ze kregen geen kinderen. Jan is in 1990 overleden.
Bernard was de tweede zoon. Hij is geboren in 1934 en zou de uitbater worden van het café. Hij kreeg verkering met Annie Raanhuis uit Bentelo, maar die relatie raakte uit. Vervolgens bleef hij vrijgezel.

GERT EN TRUUS
Gert is geboren op 19 december in 1936. Hij trouwde in 1963 met Annie Menzing uit Hengelo (foto). Ze bouwden een huis achter het café aan een zijweggetje van de Goorsestraat. Gert werkte eerst bij de Stoomblekerij en was later vele jaren buschauffeur bij de OAD. Ze kregen drie kinderen. Gerrit (55) woont in Harskamp. Hij is getrouwd en heeft geen kinderen. Jos is 45 jaar geleden op zevenjarige leeftijd dodelijk verongelukt op de Goorsestraat een paar honderd meter voorbij het café. Hij kwam onder een vrachtauto. Op het stuk waaraan het café ligt, werd altijd hard gereden. Veel Wegdammers zijn er verongelukt. Twee jongens van Tibbe, Frits Bauhuis, Bennie Mensink, Ben Rotink en nog anderen. Toen Jos en Ben er omgekomen zijn, is er een parallelweg gekomen. Gert: ‘Marinus Kuipers heeft daar toen nog heel erg zijn best voor gedaan. Zoiets kon je aan hem wel overlaten.’
Hun derde kind, zoon Christiaan (44) woont met zijn gezin naast Gert en Annie.
Overigens had Gert ook nog een jongere zus. Zij is in 1938 geboren en werd ook Truus genoemd. Ze trouwde met Bernard Geels uit Enter. Het echtpaar kreeg drie zonen. Bernard is dit jaar in juli overleden, Truus anderhalve maand daarna.
Gert vertelt dat hij niet zo vaak in het café heeft gewerkt. ‘Toen ik zestien jaar was, was ik een soort manusje-van-alles. Vaak ook moest ik boodschappen doen. Of uitsmijters klaar maken. Dat kon allemaal in het café. Later werkte ik in het betonbedrijf Kamp. Dat was zwaar werk. Meestal werkte ik dan maar twee avonden per week in het café.’ Hij herinnert zich dat hij wel eens klanten naar huis heeft gebracht die dronken waren.

ANNIE
Zijn vader Gerhard overleed in 1962. Maar wie volgde hem op? ‘Daar is toen nooit over gesproken. Ikzelf had er geen oren naar. Ik wilde niet gebonden zijn aan het café’, zegt Gert. Overdag deden Hanna, de moeder van Gert, en Annie Raanhuis het café. Bernard, de broer van Gert, had verkering met haar. Bernard werkte overdag als tuinman bij Hollands Signaal. Zijn oudste broer Jan en Bernard stonden ’s avonds in het café. Maar de relatie van Bernard en Annie Raanhuis hield geen stand. Toen Hanna ziek werd, besloten ze het café pas ’s middags om vier uur open te doen. Gerts vrouw Annie werd toen een belangrijke schakel in het bedrijf. Ze woonde er immers vlakbij. Ze bediende dan de jongens die van hun werk kwamen. ‘Namen? Bennie Mensink, de jongens van Tibbe, Willy Pierik, Harrie Baak, Goorhuis, Gerrit Klein Breteler (KB), Bernard Fluttert en anderen. Als mijn zwager Bernard van zijn werk bij Signaal thuis kwam, had ik eten voor hem gekookt of kwam hij bij ons eten. Daarna ging hij even rusten en nam in de avond de taken achter het schap van mij over. Op zondag hielp Jan. Dat was fijn, dan had ik vrij’, vertelt Annie. Ze kijkt met plezier terug op haar aandeel in het caféleven bij Halfweg. ‘Het was altijd gezellig. De sfeer was goed. Ik had er nooit problemen. Gert was thuis of op zijn werk. Een enkele keer werd hij opgeroepen. Dan was er trammelant. Maar verder is het altijd prima verlopen en ik vond het leuk om te doen. Met mijn schoonmoeder kon ik ook altijd goed overweg. Zij en mijn schoonvader hebben veel mensen voortgeholpen met spek, aardappelen, melk. Als melkventer keek hij tijdens de oorlog niet zo precies naar het aantal bonnen dat de mensen inleverden.’
Gert vult aan: ‘Mijn moeder was heel hulpvaardig, ze wilde bij wijze van spreken het laatste nog weggeven.’

BAR
Toen Bernard ruim 57 jaar was, ging hij bij Signaal met vervroegd pensioen en deed toen het café alleen. De koeien waren intussen weg en hij verbouwde de deel van het huis tot bar. De veranda werd bij het café aan getrokken.

<<Feestje in de bar van café Halfweg met Annies ouders en Hanna Brinkman (rechts)

Gert vertelt dat zijn broer Bernard een rustige, gesloten man was. ‘Hij was wel wat eigenwijs, maar hij was zo eerlijk als goud. Hij was meestal heel druk met de tuin. Die zag er altijd netjes uit. Jan was anders. Als hij in het café was, was de sfeer ook anders. Hij hield van muziek.’ Gert weet ook nog dat hij en Bernard bij WVV hebben gevoetbald in het derde elftal. ‘Hij was wat onbenulliger dan ik. Maar toen hij verkering kreeg met Annie Raanhuis, ging hij bij Bentelo voetballen. Daar speelden haar broers ook.’ Overigens hield de verkering van Bernard en Annie geen stand. Annie trouwde later met Bennie Lutkehaus, ook een bekende in café Halfweg. Beiden zijn intussen overleden. 

SLUITINGSTIJDEN
Bennie Lutkehaus' broer Herman (83) woonde op tien verschillende plekken in oa Amsterdam en Twente, waaronder ook een aantal jaren in het door hem verbouwde Wit-Gele Kruisgebouw in Hengevelde. Thans is hij inwoner van Markelo. Hij is geboren en getogen op ’n Darp en kwam in zijn jonge jaren ook regelmatig in de buurtcafés Halfweg en De Grote Vogel in Wiene. ‘Dat waren leuke cafés’, weet hij nog goed. ‘Ze lagen buitenaf. Veel controle op de sluitingstijden kregen ze niet. En wie na sluitingstijd langskwam, kon soms door de achteringang nog naar binnen.’

Wat herinnert hij zich zoal van Halfweg? ‘Gerhard, Hanna, Jan en Bernard, ik herinner me ze allemaal nog wel. Veel vertier was er niet. Er stond een jukebox en dat was het wel zo’n beetje. Je had er de jongens uit de buurt en later op de avond kwamen er af en toe nog Gorenaren en Entersen die op weg naar huis nog ergens naar binnen wilden voor een paar laatste versnaperingen', zegt Herman Lutkehaus.

De broers Jan (rechts) en Bernard Spijkerman in 1963. Naast Bernard staat zijn toenmalige vriendin Annie Raanhuis

'Soms ging het er onbenullig aan toe. Jongens van Caarels en Hoek uit Goor hielden ook wel van een vechtpartijtje. Van alles kwam er soms binnen. Caarels en Hoek kwamen soms met de fiets. Op een keer, zo herinner ik me nog, heeft men de fietsen  hoog in de dennen opgehangen. Daar waren de heren niet blij mee', aldus Herman, die vertelt dat hij veel optrok met zijn broer Jan. We gingen vanuit Kerspel Goor in Hengevelde naar de kerk en ook naar de lagere school en dan raak je vanzelf verbonden met het dorp. We speelden ook bij WVV. Ik herinner me dat ik met Hennie Pelle voetbalde en met Frans Brinkman, maar misschien ken je hen beter als Piet en Saris. We kwamen toentertijd ook wel bij De Witte, Varenbrink en Veehof. Het waren mooie tijden’, aldus Herman die vele jaren technisch bedrijfsleider was in de grootste BMW-garage van ons land in Amsterdam en die functie ook vervulde bij Ben Pon, de bekende Volkswagen-dealer.   

GEEN PRATER
Jan Mensink (89), een bekende inwoner van Kwartiersdorp, bezocht café Halfweg destijds een paar keer per week. Hij was boer en als het mooi weer was, had hij ’s avonds af en toe zin om er even uit te gaan. Zijn broer Bennie kwam er vaker. Hij noemt meer mensen uit de buurt die er ook vaak zaten. ‘Maar’, zegt Jan, ‘er kwamen ook mannen uit andere plaatsen. Daar zat ook wel eens van dat ruwe volk tussen die meerdere cafés langs gingen.’ Luttn Jan, zoals de meeste mensen hem kennen, vond Halfweg een gezellig café. Bernard noemt hij een nette man. ‘Maar het was geen prater’, zegt hij. ‘Eigenlijk was het geen echte kroegbaas. Als er twintig man zat, had hij liever dat de helft weg ging. Zijn broer Jan maakte het gezelliger. Die vertelde meer’, vertelt Mensink. 

HOE VERDER
Dat Bernard nogal gesloten was, bleek ook in de beginjaren negentig. Annie: ‘Hij was al een hele tijd ziek zonder het ons te vertellen. Bleek hij slokdarmkanker te hebben. In 1994 is hij overleden. Jan was in 1990 ook al aan deze ziekte gestorven. Gert: ‘Die jongens hebben veel geleden.’
Toen stonden Annie en Gert voor de vraag hoe het verder ging. Hun zoon Christiaan was al een aantal keren gevraagd om het over te nemen, maar hij wilde niet. ‘Ik vond mezelf niet geschikt’, vertelt hij, ‘ik zat op de MTS en wilde wat anders. Ik zag het niet zitten.’
Gert en zijn zus Truus waren de erfgenamen. Ze overwogen om het samen te gaan doen, maar ook dat werd de oplossing niet, bedachten ze. ‘Ik heb toen de grond gekocht’, zegt Gert, ‘maar wilde het café er niet bij kopen. Dat is toen verkocht aan een zekere Oosterbeek uit Goor die er een pannenkoekerij in wilde beginnen. Hij knapte het pand een beetje op, maar deed er uiteindelijk niks mee. Geri en Anite uit Enschede namen het over, woonden er vijf jaar en gingen in 2005 naar Markelo, Arjan Klumpers en zijn vrouw Hilde woonden er een tijdje, maar ook dat hield geen stand. Thans wonen Berry en Linie Willemsen er. Ze maken zijspannen voor motoren. Het café is allang verleden tijd. Door de verbouwingen is het van binnen heel anders. Het voormalige café is getransformeerd tot slaapkamers, die verhuurd worden. De bar is woonkamer geworden.
‘Soms vind ik het jammer dat het café van weleer verdwenen is’, zegt Gert. ‘Ik ben er opgegroeid. Maar toen het definitief gesloten was, werd ons leven een stuk rustiger. Het is niet anders. Zo lopen dingen soms.’


1963. Bruiloft van Gert Spijkerman en Annie Menzing bij Veehof. Links Bernard Geels en Gerts zus Truus, rechts Gerts broer Bernard en Annie Raanhuis.


Nogmaals de bruiloft van Gert en Annie met een viertal gasten. Vlnr Harrie Banis, Herman Mensink, Frans en Annie Brinkman. 


Herfst 2020. Gert en Annie poseren in hun tuin nabij het voormalige café Halfweg


1950. Halfweg zoals het jarenlang was. Café en boerderij.