VERDWENEN CAFÉS. DEEL 4 DE GROTE VOGEL

Fier staat de vogel nog altijd op een hoge paal in de tuin van het voormalige café. Het lijkt een gewoon woonhuis geworden en dat is het ook, want aan het pand op de hoek Beldsweg/Dorreweg is nauwelijks nog iets te zien wat lijkt op de horecabestemming van vroeger. Alleen de voordeur is in tact gebleven en de grote kelder onder de huidige woonkamer is een aanwijzing. Oudere inwoners van Wiene alsmede voormalige bezoekers van De Grote Vogel weten nog goed dat het een café was. En mochten ze dat vergeten zijn, dan is de vogel hoog boven de voortuin een duidelijke hint van wat in de vorige eeuw de functie was van deze woning.
(foto Jan Schoneveld)

5

Café De Grote Vogel met de oprichters Barend (liggend) en Aaltje (zittend) Leusink. Staand links hun dochter Sien en rechts hun zoon Hennie

DE IETS TE AARDIGE KROEGBAAS ANNEX MELKRIJDER

Aan de voorkant had je het café. Daarachter zat de keuken die tevens diende als huiskamer. Er stond een kachel en een fornuis en een granieten aanrecht met een waterpomp die een lange hefboom had en een afvoer door de muur naar buiten. Vandaaruit kwam je op de deel waar ’s winters een paar koeien stonden. Je had er ook de wc in de vorm van een pot met een plank erbovenop en een afvoer naar een septic tank buiten.

bennie nagenborg

Bennie Nagenborg (82/foto) uit Enschede kan zich de indeling van het pand nog goed voor de geest halen. Hij is de kleinzoon van Barend en Aaltje Leusink, het echtpaar dat in de jaren dertig van de vorige eeuw, met het café begon. Hij trekt zijn neus een beetje op als hij terugdenkt aan de wc van zijn grootouders. ‘Daardoor stonk het op de deel soms nogal’, zegt hij. ‘Nee, het was er niet altijd even schoon. Mijn opa pruimde en spuugde dan af en toe zo’n bruin spuwsel in een emmer en dat ging ook wel eens een beetje mis.’ Hij vertelt over de hammen en worsten die boven in de keuken hingen, omdat er jaarlijks een varken werd geslacht, die gevoerd werd in een nabijgelegen schuur. En dan had je nog een opkamer met een klein raampje,boven hadden ze twee slaapkamers. Naast het huis was een veranda met een tafeltje en een paar stoelen. Het cafégedeelte was bepaald niet groot.

herman zoon van sientje

Zo hebben we al een aardig beeld van de Grote Vogel uit de eerste helft van de vorige eeuw. Bennies jongere broer Herman (75/foto) herinnert zich hoe hij als jongen van een jaar of twaalf, dertien al achter het schap stond en meehielp met het bedienen van de klanten die af en toe ook honger hadden en dan een gebakken of gekookt ei bestelden of een zure hamplak.

PUZZELSTUKJES
Het was niet gemakkelijk om informatie te vinden over de Grote Vogel. We gingen te rade bij buren, bij Bennie en Herman – de neven (oomzeggers) van de laatste uitbater Hennie Leusink – en bij klanten van toen. Maar daarvan zijn de meesten uit de tijd. Na uitvoerig zoekwerk vielen echter de vele puzzelstukjes aardig op de plaats.
Het begon allemaal met Barend en Aaltje Leusink, die in de jaren dertig van de vorige eeuw met het legendarische café zijn begonnen. Ze woonden in Hengelo. Bennie herinnert zich dat zijn moeder hem ooit vertelde dat ze op tuindorp Het Lansink woonden. Barend werkte bij Stork, maar heeft ook banen gehad in de textiel. Hij heeft een tijdje in Nordhorn en Altendorf gewoond. Bennie meent dat zijn grootouders destijds een bedrag hadden gewonnen in de Staatsloterij. Daarvan kochten ze een stuk van de pas ontgonnen grond in Wiene en bouwden daarop een huis waarna ze verhuisden van Hengelo naar het platteland. Ook Antoon, de zeven jaar oudere broer van Barend, verhuisde mee naar Wiene.
Toen moet ook een aantal keren het idee geopperd zijn om er een café in te beginnen. Dat was een goed plan, want aan het eind van de Dorreweg was men toentertijd bezig met het graven van het Twentekanaal. Omdat het een crisistijd was, werd het grootste deel aangelegd als werkverschaffingsproject door werklozen die het kanaal met schop en kruiwagen hebben gegraven. Dat leverde klandizie op voor het café verderop. De mannen kwamen bij Barend en Aaltje een borrel halen of nuttigden er een warme hap. ‘Opoe maakte dagelijks een gezonde maaltijd. Dat lustten die werklui wel’, heeft Herman gehoord van zijn ouders. ‘En een paar eieren in de pan waren ook zo gebakken, want ze hadden drie hokken met kippen.’
Het café van de Leusinks kreeg al gauw de bijzondere naam De Grote Vogel. Herman vertelt de oorsprong van die naam. ‘Mijn opa werkte bij Stork en kwam op een dag te laat. Om geen boete aangesmeerd te krijgen, moest hij een smoes bedenken. “Ik heb onderweg een buitengewoon grote vogel gezien”, jokte hij. Zijn bazen geloofden hem, maar hij hield er de bijnaam Grote Vogel aan over.’ Bennie vult aan dat hij als zestienjarige werkte in het metaalbedrijf van Sanders in Enschede en daar op de tekenkamer de vogel ontwierp en maakte. Hij kwam op een paal te staan van enkele meters hoog en kon met de wind meedraaien. Later maakte Frans Brinkman (Saris) uit Hengevelde een veel langere paal en die staat nog altijd in de tuin van het voormalige café aan de Beldsweg. Al jaren is de ijzeren vogel bovendien een richtpunt voor deelnemers aan puzzeltochten en sterritten uit alle delen van het land.

10

De tandem van de familie. Vlnr Sien, Aaltje en haar zus Marie die in Zandvoort woonde, Siens eega Herman Nagenborg en de echtgenoot van Marie

BAREND EN AALTJE
Bennie en Herman hebben hun grootouders goed gekend. Barend, geboren in Hengelo op 27 augustus 1885, had een grote snor. Hij was zes jaar jonger dan Aaltje die op 6 april 1879 als Alie Heino geboren is in de Friese gemeente Kollumerland. Ze werkte van 1900 tot 1908 in Amsterdam en veranderde daar een negental keren van adres. Zo heeft ze oa op De Gelderse kade, de Heerengracht en de Overtoom gewoond. ‘Ik herinner me van haar’, zei Bennie ‘dat ze keurig Nederlands sprak.’ Hij typeert Alie of Aaltje zoals iedereen haar noemde, als een lieve vrouw. Barend was een aardige opa voor hem en zijn broer. ‘Opa en opoe konden het samen goed vinden en al dronk opa net als velen een goeie borrel, hij had een hart van goud’, weet Bennie nog. Zijn opa was ook imker. In de moestuin had hij een grote bijenstal, een hobby die hij doorgaf aan mijn broer Herman, die ook imker is geworden.’
Barend en Aaltje trouwden op 2 september 2010 en kregen twee kinderen, Sien (van 13-12-1910) en Hennie (van 20-4-1915). Beiden zijn ze in Hengelo geboren. Sien was de moeder van de reeds enkele keren genoemde Bennie en Herman. Haar broer Hennie bleef vrijgezel. Toen Aaltje en Barend op leeftijd waren, nam Hennie het café over. Aaltje overleed op 80-jarige leeftijd op 6 mei 1959. Barend haalde de tachtig net niet. Hij overleed in 1964.

44 links wrsch mw buursink uit boekelo bennie en beide ouders

<<Foto uit circa 1948. Sien en Herman Nagenborg met hun zoontje Bennie. De vrouw links op de foto is waarschijnlijk mevrouw Buursink van de klompenmaker uit Boekelo

LEGERAUTO
Vanaf toen stond Hennie er alleen voor. Hij was niet alleen kroegbaas, ook was hij melkrijder voor de Weddehoen in Goor. Daaraan hebben zowel Bennie als ook Herman plezierige herinneringen. ‘Hij reed de melkbussen eerst met paard en wagen naar de fabriek in Goor, maar later kocht hij zich een vrachtwagen en weer later een heel aparte, oude legerauto’, vertelt Herman. ‘Toen ik een jaar of dertien, veertien was, ben ik vaak mee geweest naar de fabriek. Hij had veel bekijks met die melkwagen. Soms moest hij tanken bij de Caltex en dan dronken we daar een bakje koffie.’ Ook zijn broer Bennie herinnert zich het nogal ongebruikelijke voertuig van zijn oom: ‘Ik zie die legerauto nog zo voor me, een Chevrolet 8443/C601. Hij kocht hem bij een garage tussen Delden en Bentelo. Hij ploegde er ook het land mee om. Wij woonden aan de Winterhaarweg in Boekelo. Elke week kwam hij wel een keer bij ons met die auto. Oma zat dan bij hem in de cabine, opa zat met een dikke jas aan in de laadbak met zijn rug tegen de cabine aan. Toen ik vijftien jaar was, mocht ik er ook wel eens in rijden op de zandwegen naar de boeren in Wiene. Mijn oom gaf me les. Als ik de koppeling niet goed genoeg indrukte en er een krakend geluid te horen was, kreeg ik een leerzame tik tegen mijn arm’, aldus Bennie die net als zijn opa een royale snor heeft. ‘Ik ben ook vernoemd naar hem. Officieel heet ik Barend Alie Hendrikus, naar mijn opa, oma en oom.’

VERBODEN OF NIET?
De klanten kwamen uit omliggende dorpen, maar vooral uit Wiene en buurtschappen als Bentelo, Kwartiersdorp, Kerspel Goor en ook uit het naburige Hengevelde zelf. Het was er nogal druk in de jaren veertig. De Leusinks waren niet katholiek en daarom verbood de pastoor van de kerk in Hengevelde dat de parochianen er op bezoek gingen. Bennie: ‘Vanaf de preekstoel zei hij tegen de mensen: “Ik wil niet dat jullie naar café De Grote Vogel gaan”. Maar wat gebeurde er een paar dagen later. Opa ging boodschappen doen, fietste langs de kerk en de pastorie en zag daar de pastoor langs de weg staan. Hij nam acuut de pet van zijn hoofd en knikte vriendelijk, waarop de pastoor terug groette, de volgende zondag zijn mening herzag en de parochianen meedeelde dat de Grote Vogel geen verboden terrein meer was.’ Zo floreerde het kleine café in Wiene. Het  bier dat getapt werd, kwam van de Hengelosche Bierbrouwerij en andere bekende drank werd geleverd door Hooghoudt uit Groningen, zowel ranja als drank van verschillende smaken met 35% alcohol. Er stond ook een Wurlitzer Jukebox in het café. Vaak waren er klanten aan het kaarten, bijna altijd was dat kruisjassen (met een tik). Toen hij wat ouder was, legde Herman bij De Grote Vogel de tuin aan. Ik plaatste grote, zware bloembakken als afscheiding. De afstand ertussen was te klein om er met een auto door te kunnen. ‘Sommige klanten probeerden het toch’, glimlacht hij, ‘maar ze kwamen er dan vanzelf wel achter dat het niet kon.’ Later hielp hij mee met het kort maaien van het gras, want zijn opa had een provisorisch voetbalveld aangelegd. Elftallen van andere cafés kwamen er een wedstrijd spelen. Het elftal van de Grote Vogel had de naam Stormvogels, maar een officiële voetbalclub is het nooit geworden.

VERHALEN
Verhalen over het kleine café zijn er genoeg. Bennie: ‘Toen opa en oma overleden waren en Hennie er alleen voorstond, gebeurde er van alles. Na een paar jaar dronk hij met de klanten mee. Had je wat nodig, dan moest je het zelf opschrijven. Later vonden we na zijn dood een heleboel blaadjes met namen erop en het aantal biertjes wat ze gedronken hadden en daar weer achter de letters NB, niet betaald. Ik ging er met mijn moeder één of twee keer per week naar toe om schoon te maken. Soms gingen we met de Berini, soms met de fiets over de zandwegen met witte fietspaden, aangelegd met asbestafval van Eternit Goor. Maar vaak als we dan de vloer gedweild en de glazen schoongemaakt hadden, kwamen er een paar klanten binnen met smerige laarzen en vieze handen om een drankje te bestellen en konden we weer opnieuw beginnen. Soms gingen we naar huis. Het was af en toe dweilen met de kraan open.’

1

De vrachtwagen met melkrijder Hennie Leusink achter het stuur. Later zou hij een legerauto gebruiken voor zijn werkzaamheden>>
Er gebeurde van alles in de Grote Vogel, ook zaken die God verboden had. ‘Er was wel eens een knokpartij en daarvan liep er ook wel eens eentje uit de hand’, zegt Bennie. ‘Zo was een man uit Enter ooit eens het doelwit van een paar heethoofden. Het ging er heftig aan toe, maar oom Hennie verstopte het zogenaamde slachtoffer op de deel, op zolder onder het hooi. De losse trap naar de zolder werd snel op een andere plaats gezet. Anders was het slecht afgelopen voor man.’

STROPERS
Veel vaste klanten waren ook stropers, aldus Bennie. ‘Op een avond besloten twee mannen vanuit het café met lampen en een geweer naar een perceel verderop te gaan om een haas of ree buit te maken. Maar ze werden stiekem gevolgd door twee klanten die een geintje wilden uithalen. Toen de twee stropers begonnen waren met hun bezigheden, gaven de volgers signalen af. De stropers werden nerveus en besloten hun activiteiten te stoppen. Omdat ze bang waren betrapt te worden, kropen ze het hele stuk door een beek en wat sloten terug naar het café, waar ze vol bravoure vertelden dat ze achtervolgd waren, maar dat ze op slimme wijze waren ontsnapt. De aanwezige klanten hoorden het verhaal glimlachend aan. Ze wisten inmiddels beter.’

Sommige klanten waren ie Hennie behulpzaam. Ze hielpen hem achter het schap. Maar er waren er ook die daarvan dan weer misbruik maakten, zo weet Bennie nog. ‘Ze probeerden hem om de tuin te leiden. Er kwamen wel eens mensen uit Hengelo met mooie praatjes. Toen later het café definitief gesloten was, misten we bijvoorbeeld een paar grote, kostbare vazen waar van die pauwenveren op stonden. Ook waren er schilderijen weg. Ze waren gestolen, maar de daders waren natuurlijk niet meer te achterhalen.’

HENNIE
Hennie bleef vrijgezel, hoewel hij volgens Bennie een tijdje met een Duitse dame verkeerd heeft. Maar een relatie werd het niet. Wel had Hennie een band met een vrij groot aantal vaste klanten. Bennie kent ze nog, maar weet de namen niet meer precies. Buurman Bielderman, Kastoon, Haan (daarmee bedoelt hij Jan Tibbe) en bakker Eetgerink, wiens paard volgens Bennie een aantal keren zonder hem naar huis is gelopen. Ook Herman herinnert zich die namen en noemt ook nog de gebroeders Mensink (de Lutte).

Tijd om bij een paar vaste klanten van destijds en in de buurt wat rond te vragen over het vroegere café met die bijzondere naam. Voor zover ze nog onder ons zijn.
Buurman Gerhard ten Dam mocht er van zijn ouders niet naar toe. ‘Ik heb er alleen af en toe een pakje sigaretten gehaald’, vertelt hij. ‘Hennie was een gemakkelijke kroegbaas, dat weet ik ook nog wel. Hij stond erom bekend dat hij niet altijd alles opschreef. Ik hoorde wel eens dat wanneer hij aan een vertrekkende klant vroeg wat hij gedronken had, Hennie dan niet altijd kreeg waar hij recht op had. Ik weet ook dat er in het gangetje achter het café een fornuis stond en buiten hadden ze een boeskemiete. Elke dag ging er een boeske in dat fornuis. Wat kan ik nog meer vertellen? Ze waren protestant en er werd regelmatig door sommige klanten heel veel gedronken. En ik heb Hennies zus Sien ook nog wel gekend.’
Louis Ottenschot, een andere buurman, herinnert zich nog dat hij als kind op zondagavond bij de Grote Vogel wel eens een ijsco mocht halen. En zijn vader Gerhard en zijn jachtvrienden dronken na een dagje jagen een borreltje bij de Grote Vogel.
Theo Tibbe, de broer van vaste klant Jan, is er ook niet vaak binnen geweest. Hij vertelt dat ook andere broers van hem er wel eens kwamen. ‘In de eerste jaren was het er best gezellig. Er kwamen allerlei mensen, ook jongeren en stelletjes. Mijn vader Hendrik heeft nog een tijdlang een stuk grond gehuurd van de Leusinks. Dat moet in de jaren zestig geweest zijn, want ik herinner mij, dat ik daar wel eens geholpen heb met het melken van de koeien’, vertelt Theo. ‘Later werd er minder gezellig. Toen gebeurde er van alles. Soms was er trammelant. Dan had Hennie het niet meer in de hand. Kampkuiper, de politieagent uit Hengevelde, is er wel eens geweest. Die was niet bang. Hij ging alleen naar binnen en werkte resoluut af met de herrieschoppers. Zo nu en dan was het een vrijgevochten bende. Ik weet ook nog dat er soms gekaart werd om grof geld. In de jaren zeventig is het café gesloten, meen ik.’

2

Een aantal vaste klanten van De Grote Vogel zijn met een kinderwagen op weg naar een café in Delden. Op deze foto houden ze even pauze. Het betrof een weddenschap. Hennie (op de voorgrond liggend) bestuurde de kinderwagen met de Deldense caféhouder Sebastiaan de Jong erin, die bekend stond onder de bijnaam Frenske. De mannen hadden veel schik tijdens deze bijzondere tocht.

PRETTIGE HERINNERINGEN
Herman Lutkehaus (83) dronk ook regelmatig een biertje in de kroeg van Hennie. Herman bewaart goeie herinneringen aan het legendarische café. ‘Het was er gezellig en je kon er altijd terecht. Als het gesloten was, ging je achterom. We bakten er wel eens een paar eieren, maar verder kon je er niet eten. In de zomers en in de weekenden was het drukker dan doordeweeks. Dan was er weinig loos. Ik kwam er één maal per week, twee weken’, aldus Herman die tegenwoordig in Markelo woont. Zijn reeds overleden broers Bennie en Hendrik waren ook regelmatig te gast bij de Grote Vogel. Herman noemt ook Luttn’ Jan en zijn broer Bennie en Henk ten Thije en Jan Kiezenbrink uit Markvelde die hij Kies noemt. Toen er een voetbalveld aangelegd moest worden, heeft Herman nog helpen spitten. Hij heeft prettige herinneringen aan die tijd. Hennie, de uitbater, vond hij een aardige man. ‘Maar’, zegt Herman, ‘hij was niet geschikt voor het café. Hennie deed zijn best om er iets van te maken, maar een bepaald sfeertje creëren was niet aan hem besteed. Een muziekje opzetten, eens een keer een rondje geven, dat soort dingen deed hij niet. Wat ik interessant vond aan hem, was die oude legertruc waarmee hij melkbussen ophaalde bij de boeren en die hij ook als tractor gebruikte.’

hennie en sientje dansen 13 10 66

<<Hennie en zijn zus Sien maken een dansje op de bruiloft van Herman en Gerda in 1966

FAMILIE
Terug naar de familie Leusink. Wat is er verder met hen gebeurd? Hennie stopte in 1972 met het café. Hij kon het allemaal niet meer aan en verhuisde naar Boekelo, waar hij introk bij zijn zus Sien die toen al zeventien jaar weduwe was. Haar man Herman Nagenborg was in 1955 overleden. Ze waren op 19 november 1937 getrouwd. Herman was afkomstig uit het Duitse Alstätte, maar verzette zich in de oorlog fel tegen zijn geboorteland en is zelfs een aantal keren gemarteld door de Duitsers. ‘Hij had geen opleiding’, vertelt zijn zoon Bennie, ‘maar hij had gouden handen. Zo had hij zijn tuin er altijd prachtig bijliggen. In die tijd stonden er betonnen afrasteringspalen om de weilanden van de  Grote Vogel, die door hem gemaakt waren. Mijn broer Herman kan het beamen, want die bezit nog wat van die palen.’
Na zijn dood is Nagenborg senior postuum Nederlander geworden, met toestemming plus een persoonlijke brief van Koningin Juliana, gedateerd op 25 oktober 1958. Omdat hij zeer actief was geweest in het verzet. Ook zijn beide zonen Bennie en Herman verkregen toen het Nederlanderschap. Café de Grote Vogel hield na het vertrek van Hennie op te bestaan en veranderde in een gewoon woonhuis. Het werd verhuurd aan particulieren.

vogel

BROERS
Bennie heeft jarenlang in Enschede het metaalbedrijf Bena gerund. Hij heeft het enkele jaren geleden verkocht. Bennie is getrouwd met Ada. Ze is zijn tweede vrouw. Uit zijn eerste huwelijk heeft hij twee kinderen en twee kleinkinderen. Zijn broer Herman woont in Usselo. Hij werkte bij de gemeentelijke plantsoenendienst en heeft daarnaast al vele jaren zowel in Usselo als in Wiene een kerstbomenkwekerij. Hij is getrouwd met Gerda. Ze hebben drie kinderen en vijf kleinkinderen.
Hun moeder Sien overleed op 29 maart 1981 kort na haar zeventigste verjaardag op de geboortedag van haar man. Haar broer Hennie raakte op 11 september 1988 uit de tijd. De broers Bennie en Herman erfden De Grote Vogel en de bijbehorende grond. Herman kocht vervolgens het deel van Bennie. Wat eerst een kippenhok was, werd een zomerhuisje waar oa dierenarts Cees van der Sluis nog gewoond heeft. Later werd het een woonhuis. Hermans zoon Erik woont er met zijn gezin. In het voormalige café woont sinds 1995 zijn zoon Robert met zijn gezin.

In de voortuin staat al meer dan 65 jaar de lange, stalen paal met de ijzeren vogel erop, gemaakt door Bennie. Hij zal tot in lengte van dagen de herinnering aan een bijzonder café uit de twintigste eeuw in stand houden.

PS Nog enkele foto’s uit de vorige eeuw.

jaren 30 café is bijna klaar

Jaren dertig. De Grote Vogel kort na de opening

6

Hennie Leusink (rechts) en zijn vader Barend bij de ingang van het café met Verlof A en het fietsenrek van Hengelosche Bieren

4

Hennie (links)  en zijn vader Barend poseren naast de jukebox 

7

Nog een opname van de kinderwagenrit naar een café in Delden. Hennie is de stuurman. 

9

Hennie Leusink achter het schap, zijn vader Barend ervoor. Bovenop de kast staan de kostbare vazen met pauwenveren die later gestolen zijn.

1945 vlot over kanaal ipv brug links wrsch mw buursink bennie sientje en herman

1945. Opname van vlak na de Tweede Wereldoorlog. Herman Nagenborg, Sien Nagenborg-Leusink en hun zoontje Bennie op het vlot waarmee het Twentekanaal overgstoken kan worden. Links mevrouw Buursink (?) uit Boekelo

 

bennie plm 1948

Nogmaals de kleine Bennie

2021 gr vogel

De Grote Vogel anno 2021. Het gezin van Robert Nagenborg woont er thans

grote vogel anno 2021 5

De achterkant van de woning,

kaartje
vogel op paal 2021

Café De Grote Vogel in 2021

Met dank aan Mark Escher en de familie Nagenborg