Dialoogavond over gewasbeschermingsmiddelen: De opkomst sprak boekdelen
Maandagavond 9 december was het zover. In uitgaanscentrum Dieka in Markelo vond de dialoogavond over gewasbeschermingsmiddelen plaats. De aanleiding voor deze avond was de toenemende lelieteelt in de Hof van Twente. De avond werd georganiseerd door PvdA, SP, D66 en In Beweging. Het doel was om in gesprek te gaan, met Hans Verbeek als voorzitter. De belangstelling was groot; er moesten meerdere keren extra stoelen worden bijgeplaatst.
De kranten schrijven er regelmatig over: in 2020 was er nog slechts 4,5 hectare in de Hof van Twente, maar nu al wordt meer dan 32 hectare gebruikt voor lelieteelt.
Boeren lieten het massaal afweten vanavond om de dialoog aan te gaan.
Openingswoord en aftrap
Na het openingswoord van Hans Verbeek nam initiatiefnemer Marianne Hutten het woord. Zij was overdonderd door de hoge opkomst. Het doel van de avond, volgens Marianne, was om een gesprek te starten dat noodzakelijk is. Eerder had zij in de gemeenteraad gevraagd om een informatieavond waarin alle kanten van het verhaal belicht konden worden, maar dit voorstel werd afgewezen. Veel agrariërs hadden afgezien van deelname, uit angst dat hun stem niet zou worden gehoord.
Marianne benadrukte:
“Den Haag heeft met de stimuleringsregeling onvoldoende nagedacht. Boeren moeten winst maken, anders staat de Belastingdienst op de stoep. Hoewel de avond zich vooral op de lelieteelt richt, gaat het vanavond ook over gewasbeschermingsmiddelen in brede zin. Het is een complex verhaal dat zeker niet zwart-wit is.”
Ron Methorst (Aeres Hogeschool Dronten)
Ron Methorst, verbonden aan Aeres Hogeschool in Dronten, benadrukte tijdens de avond een belangrijke boodschap:
“Goedkoop produceren heeft consequenties. Dit heeft niet alleen gevolgen voor de ecologie, maar ook voor de maatschappij en het landschap. Volgens Methorst is het een kwestie van balanceren: “We lopen op eieren.”
Hij sprak zijn zorgen uit over hoe er momenteel met onze ecologie wordt omgegaan. Daarbij pleitte hij voor respect voor zowel het milieu als de positie van ondernemers.
“Je kunt als mens naar hetzelfde kijken, maar toch iets heel anders zien,” zei hij. Deze opmerking was volgens hem ook van toepassing op het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen.
Zijn belangrijkste boodschap was: “Gun elkaar de tijd om een transitie te maken.”
Luc de Vries huisarts Diepenheim: “Er zijn hier te veel mensen ziek op een kleine oppervlakte”
Luc de Vries, huisarts in Diepenheim, sprak tijdens de avond zijn zorgen uit over de gezondheidseffecten van omgevingsfactoren, waaronder gewasbeschermingsmiddelen. Hij stelde:
“Er is een opeenvolging van problemen die uit de omgeving komen. 25 jaar geleden was dat asbest. Nu zien we andere zaken opduiken.”
De Vries merkte op dat veel aandoeningen beginnen met vage klachten, zoals extreme vermoeidheid.
“In al die jaren heb ik ziektebeelden gezien die hier opvallend vaak voorkomen. Toegeven dat er iets verkeerd is gedaan, is echter niet gemakkelijk.”
Hij wees op het gebrek aan direct bewijs om ziekten aan gewasbeschermingsmiddelen te koppelen, maar stelde dat de concentratie van ziektegevallen in Diepenheim verontrustend hoog is:
“Er zijn hier te veel mensen ziek op een kleine oppervlakte. Net zoals de effecten van loodhoudende benzine in de jaren ’70 aanvankelijk werden ontkend, zal ook de erkenning van de impact van gewasbeschermingsmiddelen uiteindelijk komen.”
De Vries sprak de verwachting uit dat mensen in de toekomst verantwoordelijk zullen worden gehouden voor de schadelijke gevolgen. Hij besloot zijn bijdrage met een persoonlijke noot: “Sinds ik me hiervan bewust ben, koop ik geen bloemen meer. Dat besef kwam ongeveer een jaar geleden.”
Ad Ragas, hoogleraar risico’s gevaarlijke stoffen, Radboud Universiteit: “Hoe weet je zeker dat iets onschadelijk is?”
Ad Ragas ging in op de complexiteit van het beoordelen van de veiligheid van stoffen.
“Hoe weet je zeker dat iets onschadelijk is?” vroeg hij. Hij benadrukte dat ziekten zoals Parkinson zich over vele jaren ontwikkelen, wat het bijzonder lastig maakt om directe verbanden aan te tonen. Toch is Parkinson in Frankrijk al als beroepsziekte erkend bij wijnboeren.
Daarnaast wees Ragas op het feit dat we vaak aannemen dat mensen slechts aan één stof tegelijk worden blootgesteld. “In werkelijkheid worden we blootgesteld aan een cocktail van stoffen. Het is extreem moeilijk om de schade daarvan volledig in kaart te brengen.” Hij pleitte ervoor om de toegestane blootstellingsniveaus met een factor 10 te verlagen.
Hij verwees naar geografische onderzoeken die aantonen dat bestrijdingsmiddelen een zorgwekkende rol spelen. “Welke waarden staan er op het spel als we het mis hebben?” Ragas benadrukte dat er voldoende reden is om kritisch te zijn over het gebruik van pesticiden, zeker gezien de mogelijke link met ziekten zoals Alzheimer.
Voor omwonenden van toekomstige bollenvelden gaf hij een advies:
“Denk na over de effecten op de lange termijn. Laat boeren aangeven wanneer ze gaan spuiten, zodat kinderen binnen kunnen blijven. Probeer blootstelling zoveel mogelijk te vermijden waar dat kan.”
Anne de Vries, jurist, Natuur en Milieu: “Juridisch is het echt een zootje”
Anne de Vries wees op de mogelijke gezondheidsgevolgen van gewasbeschermingsmiddelen, zoals Alzheimer, Parkinson en autisme. Ze adviseerde omwonenden om minstens 250 meter afstand te houden van bespoten velden, gebaseerd op metingen en onderzoek.
Volgens De Vries is er veel juridisch werk te doen:
“Het zal uiteindelijk bij de Hoge Raad moeten belanden, omdat rechters momenteel verschillende uitspraken doen. Juridisch is het echt een zootje.” Ze heeft een handleiding geschreven die gemeenten handvatten biedt voor handhaving.
De verantwoordelijkheid wordt vaak doorgeschoven, merkte De Vries op.
“Lokale overheden wijzen naar de landelijke overheid, terwijl de discussie zich nu verplaatst naar boeren en omwonenden. Hoewel er naar Den Haag en Brussel wordt gekeken voor toelatingen, zijn gemeenten primair verantwoordelijk voor de gezondheid van hun inwoners.”
Ze benadrukte dat een toelating van een middel niet automatisch betekent dat het overal gebruikt mag worden.
“Gemeenten kunnen daar veel meer in doen.”
De Vries bracht tot slot in herinnering dat de discussie vaak over de lelieteelt gaat, maar stelde:
“Aardappelen worden net zo goed bespoten.”
Geert van ’t Hof: voorzitter biologische sierteelt Nederland: “Ik zag de biodiversiteit en de kwaliteit van mijn grond achteruitgaan”
De voorzitter stelde Geert van het Hof een belangrijke vraag:
“Kan de lelieteelt zonder gewasbeschermingsmiddelen?” Van het Hof antwoordde: “Het kan op een andere manier, maar geef de telers daar wel de tijd voor.”
Hij deelde zijn eigen ervaring als kweker:
“Sinds 2014 ben ik overgestapt van chemisch naar organisch. Ik zag de biodiversiteit en de kwaliteit van mijn grond achteruitgaan. Dat heeft mij aan het denken gezet.”
Van het Hof benadrukte dat kunstmest een negatieve invloed heeft op de biodiversiteit in de bodem, en dat het belangrijk is om deze trend te keren.
Daarnaast riep hij consumenten op om minder kieskeurig te zijn wat betreft voedsel:
“De biologische markt groeit, maar we hebben ook kwekers nodig om die groei te ondersteunen.” Volgens hem is een gezamenlijke inspanning van telers en consumenten noodzakelijk om een duurzame toekomst mogelijk te maken.
Dialoogtafels
Na de presentaties gingen de deelnemers in gesprek aan dialoogtafels, waar veel vragen en meningen werden gedeeld. De avond toonde aan dat er grote zorgen zijn, maar ook dat er bereidheid is om samen te zoeken naar oplossingen.