Stichting Hofvogels: “Bosuil dit jaar vroeg met broeden, blijf van hun jongen af”
De bosuil is in de Twentse bossen, stadsparken en op begraafplaatsen met oude holle bomen een vrij algemene verschijning., zo laat stichting Hofvogels weten. In november laat het mannetje zijn roep luid en duidelijk horen, waarop het vrouwtje veelal antwoord. Horen doen we ze dus wel, maar te zien krijgen is moeilijk. Vroeg in het voorjaar, zo ongeveer half maart, heeft het vrouwtje in een holle boomstam haar (veelal) 4 eieren gelegd. Deze wit gekleurde eieren worden in precies een maand tijd uitgebroed en de jongen verlaten na 32 dagen het nest en gaan in de buurt op takken (takkelingen genaamd) of de grond zitten. De jonge bosuilen zijn in die periode erg kwetsbaar. Een zeer gevaarlijke tijd dus, want de jonge uilen hebben voor mensen een aaibaarheidsfactor van 100%. Wollig en grijs gekleurd zitten ze ergens op de grond of in een boom bosuil te wezen.
Veel mensen die deze jonge bosuilen vervolgens aantreffen vinden dit zielig en pakken de jonge bosuil op. Eenmaal opgepakt weet men dan echter niet waar men er mee naar toe moet. Vaak wordt dan een jachtopziener of een dierenambulance gebeld voor hulp. Nu wordt het echter pas echt zielig voor de jonge opgepakte bosuil omdat hij aan het eind van het liedje ergens (dank zij de mens) in een vogelopvang terecht komt. Dit terwijl pa en ma bosuil ze gewoon verder zouden hebben verzorgd als ze gebleven waren waar ze werden aangetroffen.
Bosuilen jagen s ’nachts. Geheel geruisloos vliegend en aldoor luisterend en kijkend naar bewegingen op de grond vervolgen zij hun weg door het donker op jacht naar die ene prooi. Een prooi, die overigens niet alleen maar uit muizen bestaat zoals veel mensen vaak denken. Vissen, vogels, reptielen, amfibieën, kleine knaagdieren en insecten vormen ook een lekker maaltje voor deze uilensoort. Bosuilen verblijven zomer en winter in het zelfde territorium en blijven hun leven lang bij elkaar. Als één van de partners overlijdt, zoekt de overgebleven uil echter wel weer een nieuwe liefde op. Bosuilen produceren braakballen. Het maagsap van uilen is te zwak om haren, veertjes en botjes te verteren, vandaar dat ze de niet verteerde prooidelen in uilenballen of braakballen weer uit kotsen. Soms kun je in deze braakballen vogelringetjes vinden, die om de poot van een gevangen prooidier zat.