Goorsestraat – aflevering 5 – Familie De Witte
Op een kruispunt van provinciewegen moet je een café beginnen. Het is een ideale plek. Dat deden Jans de Witte en zijn vrouw Grada Vossebeld in 1922, ruim negentig jaar geleden, ook. Op de markante plek in Hengevelde, op het kruispunt van de wegen naar Neede, Haaksbergen, Delden en Goor, daar waar de OAD-bussen stopten, waar mensen afspraken onder het genot van een borrel of een pilsje, waar vrouwen hun kruidenierswaren haalden of waar de boeren hun varkens afleverden aan de kooplui. Anno 2013 is er veel veranderd, maar ook weinig. Want het café mag dan getransformeerd zijn in een restaurant, De Witte mag nu de Kolenbrander heten, het blijft een trefpunt, een aangename plek voor mensen die elkaar ontmoeten.
Deel 5 van de serie over de Goorsestraat in de jaren vijftig: de familie De Witte.
Het café van Jans, Sjors en Gerard
De Goorsestraat was en is het epicentrum van Hengevelde. Als schoolkind in de jaren 50 kende ik alle bewoners. Mijn ouders gaven me regelmatig een opdrachtje mee. Boodschapjes, briefjes, verzoeken. Even naar Smit, vaak naar Assink wat familie was, naar de pastorie of naar Braakhuis. Bij De Witte kwam ik niet vaak. Een schooljongen hoort niet in het café, maar ik weet nog heel goed dat ik er wel naar een voetbalinterland mocht kijken. Vlak voor de zwart-wit-tv zat ik als kind op de grond. De Witte was de eerste bezitter van een tv, vandaar. Na de lagere school namen we ’s morgens op het kruispunt de bus naar de middelbare school in Hengelo. Dan stapten we om half 8 in de werkbus. Speciaal voor Hengevelde liet de OAD zeker twee bussen rijden voor de mannen die werkten bij Stork, Hazemeijer en al die andere fabrieken of voor de scholieren van ulo, Stork-school en lyceum.
Het kruispunt met café De Witte in de jaren dertig
Jans en Grada
Bij De Witte begint of eindigt de Goorsestraat, ligt eraan hoe je dat bekijkt. Het is en blijft een opvallende locatie in de regio. Jans en Grada hadden dat destijds goed gezien. Jans was in de kost bij Assink, bij zijn zus Leida, de echtgenote van Jans Assink. Eén huis verder, bij café Varenbrink, was Grada werkzaam als dienstmeisje. Het ouderhuis van de De Wittes stond in n Brookn bij Rietmolen, Jans werkte in Deurningen aan de bouw van de kerk. Vanuit Hengevelde was dat minder ver fietsen. Hij vertelde vaak dat hij op een dag boven op de toren geklommen was in opdracht van de baas, omdat de spits een beetje scheef stond. Ze waren voor de duvel niet bang, die jongns oet n Brookn.
Jans en Grada trouwden op 14 september 1917 en kregen een jaar later een dochtertje, maar zij overleed bij de geboorte. In 1919 werd zoon Johan geboren, daarna volgden Arnold, Theo en Harrie. In 1922 begonnen ze met het café op het kruispunt.
Annie
Op 15 mei 1946 trouwde Johan met Annie Slaghekke uit Bentelo. Ze waren het eerste bruidspaar dat in de Bentelose noodkerk werd ingezegend. Vlak voor de oorlog hadden ze verkering gekregen. Annie was als dienstmeisje werkzaam bij De Witte. Ze was negentien jaar. Johan, die de zaak van zijn ouders overnam, kreeg een oogje op haar en andersom. Toen Jans en Grada het in de gaten kregen, moest Annie weg. Ze stapte over naar de familie Katier in Bentelo, maar kwam nog vaak bij De Witte. Johan had geen tijd om haar vaak op te zoeken. Dan maar andersom.
Drie generaties. Annie met zoon George en kleinzoon Joost
Annie is bijna 92 jaar. Ze woont nog steeds op het terrein van het café, in de woning die eind zestiger jaren gebouwd is. Ik bezocht haar om meer over het café-leven te horen en dan vooral over de jaren vijftig van de vorige eeuw, hetgeen immers het uitgangspunt is van deze serie. George en Joost waren erbij. Zij groeiden op dezelfde plek op en weten dus veel van het leven in en rond het café. Annie is goed in orde. We genieten van haar verhalen en van haar humor. Kleinzoon Joost krijgt zelfs een standje, want hij was al een week niet meer bij zijn oma langs geweest.
Drie generaties
Johan, bijgenaamd Sjors, en Annie stichtten er in de jaren veertig hun gezin. In 1947 werd hun eerste kind – zoon Jan - geboren. Het gezinsleven van zestig jaar geleden is niet meer te vergelijken met nu. Net als in de meeste huizen leefden ook bij de familie De Witte drie generaties kort op elkaar. Opa Jans en oma Grada, Johan en Annie en hun kleine kinderen en aanvankelijk ook de broers van Johan. Soms hadden ze kostgangers en ook woonde er een dienstmeisje onder hetzelfde dak. Annie herinnert zich Riek Zwienenberg die vijftig meter verderop woonde en gewoon ’s avonds naar huis ging. Maar dienstmeisjes als Minie Klaver, Dienie Ottenschot (van de Geurke)en Marietje Molenveld (vann Ossn) woonden steeds bij hen in. ‘Al met al was het vaak heel gezellig. Vooral als opa en oma naar bed waren’, glimlacht Annie. ‘Soms kwamen Theo en Marietje Wegdam dan nog even langs. Met een borreltje erbij waren dat genoeglijke uurtjes . ’
Johan alias Sjors (rechtsonder) en enkele dienstkameraden op de winkelkoare
Drukte
Ze hadden met zijn allen een dynamisch bestaan. Niet alleen de drukte van het jonge gezin, maar ook het veelzijdige bedrijf met als componenten het café, de slijterij, de waag, de boerderij, de kruidenierswinkel en de winkelkoare. Opa Jans runde de woage. Hij stond ’s morgens om een uur of vier, half vijf al klaar om de boeren te ontvangen. Hij woog de varkens die daarna door de kooplui naar de slachthuizen werden gebracht. Oma Grada bakte intussen pannenkoeken voor de boeren die er ook meestal een borreltje bij namen. George herinnert zich uit die tijd nog goed hoe hij als kind elke vrijdag vol verwondering naar de uitbetalingen keek. ‘Dan kwam oom Leusink die me dan vroeg om even te helpen met het tellen van het geld. Allemaal briefjes van honderd gulden. Over de stamtafel in het café is ontelbaar veel geld gegaan in die tijd. Het was altijd een mooie dag. We hadden veel volk over de vloer. Het dynamische leven van een café kwam op die vrijdag ten volle tot uiting. Je hoorde mooie verhalen met al die marktkooplui die dinsdags naar de markt in Doetinchem waren geweest en vrijdags naar die van Zwolle. Ze kregen dan vaak als traktatie van Sjors een gekookt ei of later een karbonade in het zuur.’
De schuur was overigens in die tijd ook regelmatig een soort woning. Riek en Joop Stortelder hebben er tijdelijk gewoond, Johans broer Arnold en zijn vrouw Annie eveneens. ‘Ook dat was een voorbeeld van ons leven hier. Alles kon. Als het moest gebeuren, kon het’, blikt Annie terug.
Zakelijk
Hoe leefde Annie haar leven als moeder en vrouw des huizes? ‘Als er veel volk in de winkel was, zei oma: “Ga jij maar gauw aan het werk, ik neem de kinderen wel”. Dat ging altijd in goede harmonie. Ik wilde destijds ook wel eens graag op mezelf zijn, maar dat was er toen niet bij.’ Ze typeert haar schoonmoeder Grada als een echte zakenvrouw. Jans was ook zakelijk. ’s Morgens was hij bij de waag aan het werk, daarna meestal op het land. Haar man Johan was regelmatig op pad met de winkelkoare.Dat was vroeger heel gewoon.Later gingen kruideniers en bakkers met een bestelautootje langs de klanten. Maar ook dit gebruik is allang achterhaald.
George weet nog dat hij soms naar de buren werd gestuurd – meestal naar Spekreijse en Rupert - als er telefoon voor hen was. En ook moesten hij en de andere kinderen vaak met de boodschappen op pad naar de klanten. ‘We hadden eerst nog geen auto. Dan moesten we met dubbele tassen aan de fietsen naar de klanten in de Stegenhoek of het Kwartiersdorp.’
De zondag was in het drukke bedrijf beslist geen rustdag. Eerst moesten ze naar de kerk en daarna gingen de mannen naar het café en deden de vrouwen boodschappen in de winkel en dronken daarna koffie in keuken of café. ‘Het was een goed leven’, zegt Annie. ‘Het was zo. Het was overal zo. Maar bij zo’n terugblik besef je wel weer dat we in die tijd een uitgebreid bestaan hadden.’
Televisie
Johan was regelmatig te porren voor nieuwigheden. Als een van de eersten in het dorp schafte hij een televisietoestel aan. Annie: ‘Ik herinner me dat ze buiten op de fietsen gingen staan om over de gordijnen een glimp op te vangen van de programma’s.’ Later hadden ze ook de eerste kleurentelevisie van het dorp. Meester Wassenberg kwam zelfs met zijn zesde en zevende klas naar het café om het tweede Vaticaans Concilie te bekijken met paus Johannes 23 in de hoofdrol.
Er veranderde veel in die jaren 60. Dorpscafé De Witte paste zich aan. Als eerste zette uitbater Johan alias Sjors krukken rond om het schap. Ze begonnen met een automatiek. Annie en George vertellen over het maken van nasi ballen, over aardappelen schillen om patat te maken die dan eerst voorgebakken moest worden. Het draaide goed. Vooral na het uitgaan ging menigeen via de automatiek naar huis.
In het midden van de jaren zestig werd de winkel omgebouwd tot supermarkt waarin ook groente en fruit, brood en vleeswaren werden aangeboden. Eigenlijk was alles te koop. ‘Het was heel bijzonder’, glimlacht Annie, ‘we wogen niks meer af, alles was voorverpakt.’ Zij en een hulp runden de supermarkt. In het weekend hielpen enkele meisjes mee bij de afdelingen groente, fruit en vlees.
Overstap
Johan overleed op 27 mei 1983 aan kanker. Hij was toen 63 jaar. Kort daarvoor waren ze met het winkelbedrijf gestopt. Niemand wilde het overnemen. Zoon Gerard niet, George ook niet. Gerard nam wel het café over. Hij en Marry Kregel uit het Drentse Geesbrug trouwden op 21 maart 1983. Het café werd herbouwd en samen met zijn vader tapte Gerard het eerste biertje als symbool voor de overstap.
Organisatietalent
Gerard gaf de zaak nieuwe impulsen. Hij bouwde een andere vaste klantenkring op en bleek een inventieve man te zijn. Hij bedacht allerlei plannen om de mensen naar het café te lokken. George vertelt dat Gerard zich tevens ontpopte als een slimme zakenman. Hun vader had een groep vaste klanten zoals Bennie Kormelink alias ’t Vul, de alom bekende Hennie Wegdam bijgenaamd Mackie, diens broer Gerard beter bekend als Simon,Antoon Schonenborg ook wel Zwolsmangenoemd,Hennie (Piet) Pelle, Jan Zwienenberg en anderen. Ook postbode Herman Varenbrink en melkboer Schroer alsmede lokale zakenlui als Jan Brummelhuis, Johan Hafkamp en Gerhard Aarnink (’t Wèverke) pakten regelmatig bij De Witte een borrel mee. George: ‘Van Schroer is bekend dat zijn paard zelfstandig van de melkfabriek tot ons café liep en daar vanzelf stopte. Hij kreeg er wat haver en Schroer beloonde zichzelf binnen met een borrel.’ In de jaren zestig was onder andere de bekende kunstschilder Toone Klaver animator van een groep die zich tijdens plaatselijke festiviteiten onder de naam Sjors en de Rebellenclub manifesteerde.
Gerard voelde twintig jaar later goed aan, dat de tijden gingen veranderen en wat er gaande was in de horeca-branche. Hij schafte het geven van rondjes af, heel Twente sprak erover. Hoe kan een café het geven van rondjes verbieden? Later deden veel cafés het na. Hij liet regelmatig bandjes spelen in het café. Hij was sterk in het organiseren van activiteiten in de vakantie; voor de thuisblijvers. Hij bedacht de Opel Corsa-dag met allerlei proeven. In 1990 richtte hij het zogenaamde ski-weekend op. Daarvoor werden in Winterberg al de Hengeveldse kampioenschappen gehouden. Ze gingen toen nog in één dag op en neer. George: ‘Gerard had veel organisatietalent.’
Ze gingen met de familie per bus naar de Rolling Stones in de Kuip. Joost: ‘Mijn vader vond dat wij erheen moesten. Hij zei: Misschien treden ze voor het laatst op.’
Op de motor
Gerards grootste hobby was de motor. Joost vertelt over de woensdag wanneer het café gesloten was. Dan hielden Gerard en Marry familiedag. ’s Middags werd de motor aangetrapt. Joost ging bij zijn moeder achterop. Gerard reed rond met de twee dochters Anne en Judith in de zijspan van Bennie Rupert. Ze gingen overal heen, vaak naar familie.
Overigens, ook de broers George en Jan rijden motor. Joost en Anne hebben een motorrijbewijs. Hun vader en ooms reden vroeger ook motor. Bennie Jolink zou zeggen: “Deze mensen lijden aan motoritis”. Gerard richtte zelfs een motorclub op met de naam Motorclub zonder naam. Zo heet de club thans nog.
Kritisch
Terug naar het café. Hoe was het leven in en rond een druk horecabedrijf in de jaren negentig en daarna? Joost vertelt: ‘Wij als kinderen moesten studeren, we moesten presteren op school. In de weekenden moesten we meehelpen en zo verdienden we wat bij. Ook kregen we een taak bij het vakantieprogramma. Toen ik later in het eerste van WVV speelde, werd mijn vader een fervent supporter. Hij was altijd kritisch. Daar stond hij om bekend. Hij stak zijn meningen en uitspraken niet onder stoelen of banken. ‘
Gerard en Marry bij het afscheidsfeest van het café op 29 augustus 2007
Kolenbrander
In september 2007 verkochten Gerard en Marry de zaak aan achterneef André Assink. Café de Witte werd De Kolenbrander. Zijn moeder Annie begreep het even niet. ‘Ik dacht: hoe is dat mogelijk? Het café weg? Eerst had ik er geen begrip voor, nu wel. Ik moest eraan wennen, we hadden er zoveel werkuren in zitten. Maar later vond ik het goed.’
George vond het ook lastig, vooral emotioneel. ‘Ik ben er opgegroeid, heb er vaak geholpen. Het voelde alsof ik een deel van mijn ziel kwijt raakte. Het was een familie zaak. Maar het was Gerards beslissing. En ik zeg nu: weer had hij het goed gezien. Het was zijn fingerspitzengefühl dat hem aangaf dat er minder goede tijden aan gingen breken voor de horeca.’
Joost legt uit dat in het gezin niemand zin had om de zaak later over te nemen. ‘Mijn vader stimuleerde het ook niet. Toen hij het vertelde, was hij 57 jaar. Hij kon het verkopen, de markt was nog goed en hij pakte door. Net voor de bouwvak in 2007 werd het bekend. Het afscheid werd een knalfeest. Samen hebben we nog heel wat late uurtjes gedraaid. De laatste avond was voor de familie en een aantal vaste klanten. Dat was zwaar, maar we hebben het mooi afgesloten. Het was een goede beslissing. Ik zag dat mijn ouders gelukkig waren. Ik ben er altijd met opgeheven hoofd langs gereden en heb nog vaak genoten van mensen met verhalen en anekdotes over café De Witte.’
Gerard zelf heeft niet lang kunnen genieten van zijn nieuwe leven. Hij verongelukte op 7 september 2008 in Duitsland tijdens een rit met de motorclub. Zijn gezin, zijn moeder en verdere familie bleven in grote rouw achter, alsmede ontelbare vrienden en bekenden. Als je jarenlang een café hebt geleid zoals hij dat deed, heb je nou eenmaal een gigantisch netwerk.
=====.
NB. Nog even wat info bij de familiefoto’s.
Bovenaan het verhaal: het gezin van Johan en Annie (een foto uit 1970). Vlnr Gerard, Pauline, Angelique, Karin, Marga, Jan en George.
Jan (66) woont met zijn vrouw Frieda in Utrecht. Hij heeft ontwikkelingswerk gedaan in allerlei varianten en op allerlei plaatsen in binnen- en vooral buitenland. Daar komen we later nog eens op terug. Frieda heeft drie kinderen.
Marga (64) en haar man Willly wonen in Oldenzaal. Ze zijn gepensioneerd en hebben twee kinderen.
Gerard (van 24-12-1950) en Marry bleven dus in Hengevelde (zie ook de foto van hun gezin).
Pauline (61) woont in Eibergen. Haar man Sjoerd is in april 2004 overleden. Ze hebben twee kinderen.
Ook George (59) is Hengevelde trouw gebleven. Hij en zijn compagnon hebben een architectenbureau op twee locaties, in Enschede en Groenlo. Hij en zijn vrouw Jeannette Leferink (57) hebben een zoon Tom (21). Hij studeert commerciële economie in Enschede op het Saxion. Jeanette is secretaresse.
Angelique (55) woont met haar man Cees in Wierden. Ze werkt als secretaresse bij de SWB. Ze hebben geen kinderen.
Karin (bijna 53) woont in Delden, is secretaresse bij Livio, ze is gescheiden en heeft twee kinderen.
Vervolgens de prachtige foto van het gezin van Jans (1891-1976) en Grada (1886-1958) met vlnr hun zonen Harrie, Arnold, Theo en Johan.
Arnold is in 1981 op 60-jarige leeftijd overleden. Hij was getrouwd met Annie Beukert. Ze woonden in Haaksbergen en hadden geen kinderen. Theo is in 1979 overleden. Hij was toen 55 jaar. Hij was getrouwd met Marietje Breteler. Ze woonden in Hengelo (O) en hadden vier kinderen. Harrie overleed in oktober 1992 op 67-jarige leeftijd. Hij was getrouwd met Marietje Velthuis. Ze woonden in Hengevelde en kregen twee zonen, André en Jan.
De foto van het gezin van Gerard en Marry is in maart 2008 genomen vlak voor het 25-jarig huwelijk. Tussen de beide ouders staan Anne en Judith, rechts staat Joost.
Anne (28) is advocaat en woont in Sint Isidorushoeve samen met Dick Wielens. Joost (27) werkt als logistiek manager bij Wegdam Meat Link in Haaksbergen. Hij woont in Hengevelde. Judith (23) woont bij Marry in Hengevelde. Ze is bezig met de hbo-opleiding Maatschappelijk Werk Dienstverlening.
Oktober 2013. Restaurant De Kolenbrander, voorheen Café de Witte