Annie Schreijer: “Minder landbouwsubsidie en meer diensten van landbouwers kan niet”

De digitale nieuwsbrief van Annie Schreijer kwam dit weekend uit, en hierin ging de Hengeveldse politicus onder meer in op het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. Dit willen we onze lezers niet willen onthouden aangezien er veel agrariërs zijn in Hengevelde en omstreken. Het Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) is het landbouwbeleid van de Europese Unie en bestaat sinds medio 1999 uit twee pijlers: de marktordening en de plattelandsontwikkeling. Het aandeel van de landbouwuitgaven in de begroting van de EU loopt terug, maar is nog altijd 38% van het totaal.
Annie in haar nieuwsbrief: "Het zomerreces is voorbij. Na Prinsjesdag in coronasetting in Den Haag zitten ook mijn eerste vergaderingen over het toekomstige Gemeenschappelijk Landbouwbeleid na 2022 er weer op. Vanaf 19 oktober vinden voor de Europese landbouw historische plenaire stemmingen plaats. Vanaf 2018 heb ik me met mijn collega’s ingezet voor een hervorming van het Europese GLB die ten goede komt aan agrarische familie- en gezinsbedrijven en niet gericht is op voorschriften, maar op beloning van prestaties. De door de EU-top van regeringsleiders - onder wie premier Rutte - eind juli overeengekomen geleidelijke gelijktrekking van de hoogte van EU-landbouwsubsidies en de daling van de totale landbouwbegroting maken het er echter niet gemakkelijker op."

"Ik heb me daar in het Europarlement altijd tegen gekeerd, omdat dit minder steun voor Nederlandse boeren gaat betekenen, en me sterk gemaakt voor een sterke begroting. Bij hogere maatschappelijke eisen horen immers ook een financiële compensatie en positieve prikkels. Het kan niet zo zijn dat er een situatie ontstaat waarin voor minder landbouwsubsidie veel meer diensten worden verwacht van de landbouwers. Mijn inzet is en blijft om directe betalingen te behouden in combinatie met doelgerichte prestatiebeloningen via ecoregelingen die voldoende beloond worden. Behoud van voedselproductie in onze eigen omgeving gecombineerd met agrarisch natuurbeheer, ‘carbon farming’ enz. tegen een marktconforme vergoeding als verdienmodel voor onze land- en tuinbouw. In het licht van de daling van de subsidiebedragen is het voor onze landbouw meer dan ooit van belang dat er door EU én lidstaten (met het oog op de gemeenschappelijkheid van het Europese landbouwbeleid) zelf géén extra wettelijke voorschriften opgelegd worden voor de basisbetalingen aan boeren. Hierdoor blijft er namelijk ruimte voor het aantrekkelijker maken (‘opplussen’) van ecoregelingen door extra prestatiesubsidies van Rijk en provincies in de nieuwe GLB-periode. Ook subsidiestromen uit de tweede pijler zullen - veel meer dan tot op heden in Nederland het geval was - moéten landen op de boerenkeukentafel. Dat moet onze nationale inzet in Europa zijn, ook richting kabinet en ministerie. Alleen dan is het nieuwe GLB dienstbaar aan ons platteland - aan behoud van boerenfamilie- en gezinsbedrijven op een aantrekkelijk platteland. En niet aan multinationals, investeerders en ander vormen van kapitaal die hongeren naar ’s lands boerengrond. Boerenland in boerenhand!"

Deze column in Nieuwe Oogst is tevens HIER te lezen.