Meetsensoren in het strooigebied maken strooiacties betrouwbaarder

Twente Milieu bereidt zich voor op een nieuw strooiseizoen, dat op 1 november van start gaat en eindigt op 1 april volgend jaar. In de aanloop naar dit seizoen zijn op vier plekken in het strooigebied van Twente Milieu meetsensoren in het wegdek geplaatst. Deze meetsensoren signaleren of er risico is op gladheid door bevriezing. 

Op vier koudste punten in het strooigebied van Twente Milieu, dat bestaat uit Almelo, Borne, Haaksbergen, Hengelo, Hof van Twente en Enschede, zijn recent meetstations geplaatst. De meetstations bevatten sensoren voor het meten van lucht- en wegdektemperatuur, luchtvochtigheid, wind, neerslag en de aanwezigheid van zout. Voor het vaststellen van deze vier koudste punten in het strooigebied, zijn metingen uitgevoerd. De sensoren zijn geplaatst in Almelo, Enschede, Goor en Haaksbergen.

Van sturen op verwachtingen naar sturen op harde data

Op basis van de meetgegevens van de vier meetstations in het strooigebied van Twente Milieu, in combinatie met persoonlijke afstemming tussen een meteoroloog en coördinatoren van Twente Milieu, kan beoordeeld worden of er preventief gestrooid moet worden. Deze data geven een betrouwbaarder beeld dan verwachtingen. Tenslotte wil Twente Milieu namens de gemeenten alleen strooien als het nodig is, maar wel voldoende zodat de weggebruikers veilig de straat op kunnen. Het werken met meetsensoren draagt bij aan duurzaamheid, efficiëntie en kostenbewustzijn; belangrijke pijlers in de dienstverlening van Twente Milieu.

Duurzaam, efficiënt en kostenbewust

Met zes Twentse gemeenten is Twente Milieu voortdurend bezig om te bepalen hoe de gladheidbestrijding efficiënter en duurzamer kan. Naast de meetpunten, wordt ook gewerkt aan andere duurzame investeringen. Zo zijn de gemeenten samengevoegd tot één strooigebied, waardoor routes slimmer gereden kunnen worden en er minder mankracht nodig is.