“WVV-Sportclub Enschede, ongelooflijk!”


De wedstrijd lag achter ons. WVV-Pax 1-0. In de kantine van Sportclub Lochem zat hij naast zijn vrouw en een paar buren. Marcel Kiezenbrink, zelf oud-eerste elftalspeler, schudde zijn hoofd en prevelde: ‘Volgend seizoen WVV-Sportclub Enschede. Dat geloof je toch niet.’ Hij herhaalde nog een keer of drie de tekst van het toekomstig affiche om zichzelf in te prenten dat het wel degelijk waar is. ‘WVV-Sportclub Enschede. WVV-Sportclub Enschede. Ongelooflijk.’ Hij schudt zijn grijze, wijze hoofd en somt andere namen op van potentiële  tegenstanders in het nieuwe seizoen. ‘De Zweef. WVV’34-De Zweef kun je je dat voorstellen? WVV-Tubantia? ATC, SDC, Heino, Grol, Wijhe, PH. WVC. En?’ Hij kijkt ons aan met grote ogen en herhaalt: ‘Sportclub Enschede. Niet te geloven’ Hij schudt nogmaals zijn hoofd en trekt een grimas alsof hij de wereld even niet meer begrijpt.

Profeet
De beslissingswedstrijd zelf was een nerveus gedoe. Zoals altijd bij dit soort wedstrijden. De topper tegen VIOD - een maand geleden - was het laatste optreden van WVV dat ik van nabij zag. Uitslag 2-2. Daarin voetbalde WVV grote gedeeltes zoals het spel gespeeld hoort te worden. Tempo, combinaties, loopacties, strak verdedigen. Maar Pax liet het deze avond in Lochem niet zien, WVV ook niet. Er zat veel spanning op de benen. Neem keeper Mars van Pax. Hij knalde de ballen het liefst hard over de zijlijn. Neem de zelfbewuste Markveldenaar Rob Pierik. Hij speelde veel te riskant terug op doelman Wouter. Neem Hamoudi, hij raakte verstrikt in zijn eigen benen. Neem de ervaren Roy, bijna steeds gaf hij de bal aan een tegenstander. En neem scheidsrechter Blok uit Hengelo. Hij was zo pietepeuterig als de parkeerwachters in zijn eigen woonplaats. Als dat maar goed gaat, zei ik tegen Louis, mijn reisgenoot en tegen Toone Brinkman die naast mij stond. ‘Komt goed’, zei Toone. Hij voorspelde al in oktober na zes wedstrijden dat WVV naar de tweede klasse zou gaan. Ik fronste toen mijn wenkbrauwen over zoveel overmoed, maar bewonder nu zijn voorspellende gave. Toon is een profeet! Ik dacht ook terug aan de reünieavond van de zomerfeesten in juni 2012 toen net bekend was dat WVV in de Gelderse derde klasse C was ingedeeld als enige club uit Twente. De jongens baalden. Ik zei toen nog: ‘Het enige wat je eraan kunt doen, is promoveren.’

Hengelveld
In de rust heb ik een beetje gelanterfant met de mensen om mij heen. Onderweg naar de wc vroeg ik aan een paar vredelievende blauwhemden: ‘Waar komen die groengelen eigenlijk vandaan?’
‘Eh. Daar vraag je me wat’, zei een dertiger. ‘Uit Winterswijk, dacht ik.’ 
Ik vroeg het aan een man aan de bar. ‘Uit Hengelveld’, luidde het antwoord.
Een kleine mevrouw uit Hengelo G wist het zeker. ‘Die komen uit Hengevelde. Ik ben er zelf geweest.’ Juist mevrouw.

Harrie Averdijk – een groot voetbalkenner die sinds kort in Delden woonachtig is – droeg de oplossing aan voor de tweede helft. ‘Als WVV er één maakt, moeten zij er nog twee maken.’ 
‘Zeker Harrie. Ik zal het meteen doorseinen naar de kleedkamer.’
Ik praatte nog even met Wim Woeltjes, de trainer die de opmars van de groengelen in gang gezet heeft. Hij was begrijpelijkerwijs niet tevreden over het spel van zijn ex-pupillen, met uitzondering van doelman Wouter, routinier Joost en de grote uitblinker van de eerste helft Tom Brummelhuis. Die deed inderdaad niks fout, was gelukkig zeer geconcentreerd, was echt de rots in de branding. Ikzelf was ook onder de indruk van deze jonge, zelfverzekerde stopper.

Kampioenschapsmoment
Gelukkig zagen de bijna 2000 toeschouwers een betere tweede helft.  De eenenzestigste minuut zal de groengele geschiedenisboeken ingaan als het grote kampioenschapsmoment. WVV zette op rechts een prachtige aanval op. Roy passte de bal naar Hamoudi. Tom ten Breteler had vervolgens een intelligente ingeving, hij stapte over de bal die door Hamoudi voor de goal werd gebracht, Gijs kon er net niet bij, maar de naast hem staande Maurice Workel wel en dan weet je hoe laat het is. Dan is het keihard raak. De koelbloedigheid die hij heeft, heeft geen enkele andere WVV’er. Ik bedacht me dat de aanvoerder nog deze week 36 jaar gaat worden. Kan hij nog in de tweede klasse mee? Ja dus. Geen gram te zwaar, nog behoorlijk snel en zeer ervaren. WVV kan nog steeds niet zonder hem. Hij heeft een paar kwaliteiten (ik noemde al de koelbloedigheid), die geen elftalgenoot heeft en die toch buitengewoon zinvol zijn in zo’n elftal. Als het 1-0 zou blijven, zou Maurice een unieke matchwinner gaan worden in de groengele annalen.
Hij werd het. Het bleef 1-0. Hamoudi en Bas hadden de scoren kunnen verhogen. Pax had kunnen scoren. De scheids gooide met gele kaarten, de trainers gooiden met wisselspelers en de stopwatch van de scheidsrechter was kapot. In de 96ste minuut schoot Hulshof, de nummer 17 van Pax, de bal in kansrijke positie over. En toen eindelijk floot de heer Blok het voor einde van de zenuwenwedstrijd.

Jeroen Kiepman
Het feest kon beginnen. Felicitaties, euforie, opgeluchte gezichten. Ik zag hoe neef Alfons zijn zoon omhelsde. Twee keepers onder elkaar. Louis en ik dronken een biertje en reden vervolgens van Lochem naar Assink. Daar was het grote kampioensfeest al begonnen. Spontane instuif. Mooi gepland aan de vooravond van Hemelvaart. ‘Was Harrie er nog maar bij.’ Ik hoorde  het een keer of zeven om mij heen en dacht het zelf in Lochem al. Harrie ten Dam, de oud-speler en oud-voorzitter, de mensen waren hem gelukkig niet vergeten op dit glorieuze moment. Wat zou hij genoten hebben.
Jeroen Kiepman hield een toespraak en loofde het warme Hengeveldse bad waarin hij als beginnend hoofdtrainer terechtgekomen is. Voor het eerst op eigen benen en meteen kampioen, dat kunnen niet veel collega’s hem nazeggen.
Ik sprak plaatsgenoot Arie Brinkman, de breed lachende oud-keeper van het eerste. Hij was op de fiets uit Hengelo gekomen.  Louis en ik benoemden hem spontaan tot voorzitter van de HFC WVV (Hengelose Fan Club WVV). Rond half één verlieten we het feestende bad. Hoe laat zou Arjan het licht uitgedaan hebben?
 
Onderweg naar huis zag ik Marcel weer voor me. Zijn grijnzende, grijze, prevelende hoofd: “WVV-Sportclub Enschede. Ongelooflijk!”