Uit de Oude Doos: Jan Hendrik Wegereef over de legendarische Hengeveldse moordenaar “Huttenkloas”

Welkom bij ‘Uit de oude doos’.  Een rubriek waarin we artikelen uit vervlogen tijden herbeleven. Het is bijzonder om stil te staan bij een tijdperk waarin de wereld er anders uitzag en denkwijzen een andere kleur hadden. Laat de nostalgie de boventoon voeren terwijl we samen terugblikken op herinneringen die nog altijd warmte oproepen. Vandaag presenteren we een bericht uit 1974:

Jan Hendrik Wegereef over de legendarische Hengeveldse moordenaar “Huttenkloas”

“Mijn vader vertelde mij eens, dat er in die tijd een Duitse kousenkoopman, genaamd Willem Stint, elk jaar naar de Goorse “Wintermarkten” was gekomen om kousen en sajet te verkopen. Toen hij wat ouder werd, nam zijn zoon het van hem over.

Op een keer was de zoon niet weer thuisgekomen en na verloop van tijd ging de oude vader Willem naar Goor en Hengevelde en omstreken om bij de bewoners te horen of zij nog wat van zijn zoon gehoord hadden.

Op zondagmorgen ging hij naar de kerk van het Slot. Met verbazing zag hij daar iemand zitten met de kleren aan en de das om van zijn zoon. Toen de oude man uit de kerk kwam, hield hij goed in de gaten waar de man met de kleren van zijn zoon naartoe ging.

Vervolgens ging hij naar een advocaat in Delden. De Droost van Twente en het “Gerichte” van Oldenzaal pakten daarna Kloas, Aorne en hun zesjarige zoontje op. Toen Aorne het “Gerichte” had zien aankomen, had ze tegen Kloas gezegd: “Doar kump ok nog ne koetse an,” waarna Jannus, de oudste zoon, snel het hazenpad koos.

Toen ze aangebonden op een wagen werden vervoerd, zei Aorne nog, tegen een koningsrijder: “Ie mut dat hekke dichte doon, aans komt de beeste in de sprèrie.” Ze kreeg als antwoord: “Ja vrouwtje,…”