Skype-gesprek. Aflevering 3. Connie Beukert in Noorwegen

In mijn vorige skype-gesprek roemde ik de plek waar Oda Brummelhuis en haar man René hun leven leiden, op de flanken van de Jamanota op Aruba. Maar moet je eens kijken waar Connie Beukert en echtgenoot Erwin Goorden wonen. Dat is ook niet mis. Als je de foto’s ziet, zou je meteen het vliegtuig willen pakken om daar eens rond te neuzen. Ook zij wonen met hun kinderen op een eiland. Gurskøya ofGursken, gelegen tussen Bergen en Trondheim in het meest westelijke deel van Noorwegen, is een paar vierkante kilometer groter dan Aruba, iets groter dan Texel. Ik luisterde naar de beschrijvingen van Connie en haar familie, ik zag de foto’s en kon meteen begrijpen dat ze bepaald geen plannen hebben om terug te komen naar ons land.
Ik zoek af en toe een grenzeloze Wegdammer om mee te skypen  en heb intussen al een grote lijst. Deze keer is het dus Connie Beukert geworden die op 41-jarige leeftijd naar een paradijselijk stukje Scandinavië is geëmigreerd. In het huis van haar zus Erna en haar man Harrie aan de Markesingel sprak ik met haar. Huub en zijn partner Annette zijn ook van de partij.

Onbeperkt genieten tussen de fjorden
Veel Hengeveldenaren herkennen het kleine, karakteristieke woonboerderijtje waar Gerrit Beukert en zijn vrouw Minie vele jaren hebben gewoond. Hun drie kinderen zijn er geboren, Erna in 1959, Huub in ‘61 en Connie in ’67. Met zijn vijven woonden ze daar, het is nauwelijks voor te stellen dat het kon op die paar vierkante meter. ‘Toen Connie geboren werd, moest ik naar de deel’, lacht Huub. ‘Daar mocht ik voortaan slapen.’ De deel was klein, rechts had je de voormalige varkensstal, links de stal waar plek was voor twee of drie koeien.  ‘Als het in de winter hard voor, kwam de vloer omhoog en kon de kelderdeur niet meer dicht.’ 

Erna vertelt dat het er altijd gezellig was. ‘We wisten niet anders. Het was bij ons ook altijd een zoete inval van Kiezenbrinks of Janninks. Daar liggen onze roots. De hele buurt, vanaf De Witte tot Diepenmaat en Leferink vormde een klein gemeenschapje met buren die alles met elkaar deelden.’ Ze huurden het huis voor 25 gulden per maand van Kloomps Jan (Velthuis). ‘Dat was ook een belangrijke reden om er te blijven’, zegt Erna. Voor we met Connie aan het skypen slaan, praten we over hun ouders en over hun leven in het bijzondere huisje aan de Diepenheimsestraat, Erna, Harrie, Huub en zijn vriendin Annet.  De uiterst lage huur en de gezelligheid waren niet de enige argumenten om niet te verkassen naar de bebouwde kom van Hengevelde. Huub: ‘Pa woonde er graag. Hij had er zijn moestuin en een weiland. Ik weet nog dat mijn moeder het erg vond dat de huur opgezegd werd door Kloomps Jantje. Ik was erbij dat hij bij ons kwam om het te vertellen. Ze vroeg of er geen andere mogelijkheden waren. Die waren er niet. Hij eiste het huis op. Ik begreep het wel, want zijn eigen kinderen werden groter en wilden er wonen.’


Familiefoto tgv het huwelijk van Connie en Erwin, 25 jaar geleden.

Gerrit en Minie hebben er 24 jaar gewoond. Ze vertrokken in het begin van de jaren tachtig naar de Bekkampstraat. Met pijn in hun hart. Minie was gek van de tuin en werkte het liefst dag en nacht tussen de groente en de bloemen. De contacten met de Janninks en de Kiezenbrinks waren heel fijn en vooral Gerrit en Minie hadden er veel verdriet van dat ze moesten verkassen. ‘De herinneringen aan ons leven aan de Diepenheimsestraat zijn dierbaar. Pa heeft nooit kunnen wennen aan de Bekkampstraat’, zegt Erna.
 


HEKJE

Voor we Connie tevoorschijn toveren op de laptop, vertelt Erna nog over de jeugd van haar jongere zus die als kleuter heel verlegen was. Als ze naar de buren ging, durfde ze niet naar binnen te gaan. Dan zat ze uren op een hekje tot ze naar binnen werd geroepen. ‘Toen ze op school zat en vriendinnen kreeg, kwam ze los’, zegt Erna. Connie deed de Leao in Goor en daarna de opleiding tot verzorgende op de MDGO-VZ. Ze heeft bij Très Chic in de kantine gewerkt en in de thuiszorg. ‘Connie oogt rustig, maar kan heel druk zijn. Het is iemand van de gezelligheid, ze is heel sociaal, maakt snel contact en is daarin dus vergeleken met haar kinderjaren behoorlijk in veranderd. Erwin is rustiger. Huub en Erna vertellen over de plannen die hun zus en haar man destijds maakten om te emigreren. Ze keken rond in Brazilië waar een oom van hun moeder woont, maar Connie vond het te ver. Oostenrijk was een optie, maar het werd uiteindelijk Noorwegen. ‘We vonden het niet leuk’, zegt Huub eerlijk. ‘Maar van de andere kant, we hebben er wel een prachtig vakantieadres bijgekregen.’
wat heet. Als even later Connie zelf ook meepraat en haar kortgeknipte, blonde hoofd in beeld is verschenen en we elkaar begroet hebben, wil ik eerst wat meer weten van de omgeving van hun huis op Gursken. Wat zie je als je uit het raam kijkt van haar huiskamer? Ze lacht: ‘Weilanden en verderop het water van de Gurske Fjord, door het zijraampje zien we een hoge berg.’ Erwin en Connie, 49 en 46 jaar jong, bezitten op het eiland liefst 300 hectare grond, inclusief een stuk berg.

RUIMTE
Ze vertelt hoe het zo gekomen is, hoe zij en haar gezin op dit paradijselijke eiland terecht gekomen zijn. Het heeft te maken met hun dromen, vooral van Erwin als ik het goed begrijp. ‘We zochten ruimte om ons heen, zouden graag een boerderijtje willen runnen. Sinds ons trouwen zochten we ernaar. In Nederland was dat te prijzig. We vonden niets wat ons kon passen. Via Placement kwamen we aan deze locatie. Placement is een organisatie in Nederland, België en Duitsland, die informatie en advies geeft over emigratieprojecten in Scandinavië. Ook over wonen, ondernemen en werken. We bezochten een beurs en zijn gaan kijken in Gursken. Het was er winter, het leek ons wel wat, maar we deden het niet. Dat was een jaar of tien geleden. We bouwden vervolgens een huis aan de Klomp in Hengevelde en gingen daar wonen.’
Huub: ‘Dat is een mooi huis geworden op een schitterend plekje bij het Flipsbos.’ Dat kan zo zijn, maar toen het klaar was, begon het bij Erwin en Connie toch weer te kriebelen en ze namen weer contact op met Placement. In 2008 gingen Connie, Erwin en de kinderen vijf weken naar Noorwegen. Erwin werkte in Stordal vier weken mee in een Nederlands timmerbedrijfje, daarna trok het gezin nog een week door Noorwegen. Het beviel hen. Erwin kreeg een paar adressen waar hij als timmerman zou kunnen gaan werken. Hij kreeg zelfs contracten aangeboden. ‘Toen kwam deze plek in beeld, vertelt Connie. ‘Ik dacht eerst, dat wordt het niet. Het regende het hele weekend toen we de situatie ter plekke bekeken. Maar we zijn gek van bergen, van ruimte. Voor het huis had je de zee, achter het huis de bergen. We deden het. In mei 2009 zijn we definitief inwoner van Noorwegen geworden.’


Foto vanaf het terras bij de schuur.

ARTIS
Erwin meldt zich met pet op de laptop. Hij lacht, luistert mee met het gesprek, ziet er relaxt en tevreden uit. Daarna zien we de zonen Lenni (13) en Joey (11). Ik vraag Lenni wat hij dacht in 2009 toen zijn ouders hem vertelden dat ze Hengevelde achter zich wilden laten om zich 1650 km noordwaarts te gaan vestigen op een eiland aan de Noorse kust. Hij was toen 8 jaar.
‘Ik vond het niet leuk’, zegt hij.
‘En wat vind je nu?’
‘Nu is het goed.’ Hij vertelt dat hij dagelijks met de schoolbus wordt opgehaald. De school staat in een plaatsje op vier kilometer afstand. Lenni voetbalt graag, Joey houdt van de dieren en Nino (14) zit op fitness. De kinderen en ook Connie en Erwin zelf spreken intussen vloeiend Noors. Erwin werkt een eindje verder op bij een timmerbedrijfje. Hij is nog steeds bij dezelfde baas. Ze doen aan nieuwbouw en renovatie.
Connie werkt parttime bij een supermarkt waar ze alle voorkomende werkzaamheden doet. Ze heeft een baan voor 70 procent. De rest van de tijd is ze thuis en assisteert ze onder andere Erwin die in vijf jaar een soort Artis heeft gecreëerd. Ze bezitten acht schapen, twee geiten, een heleboel kippen, eenden, kalkoenen, een paard en een hangbuikzwijn, honden en poezen. Dieren om zich heen, dat is zijn lust en zijn leven.


Bergwandeling op Gursken, Vrnl: Lenni, Joey, Nino en Connie.

NINO
‘Heb je wel eens heimwee?’ vraag ik Connie.
‘Wel eens naar familie en vrienden, maar verder niet.’
‘Je mist de familie af en toe wel?’
‘Ja, best wel. Maar door de communicatiemiddelen van tegenwoordig hebben we veel contact. Sinds vorig jaar kun je vlot heen en weer reizen vanaf het nieuwe vliegveld Ålesund. Dat doen we sowieso één keer per jaar. Vorig jaar zijn we twee keer geweest toen onze zwager Jozef Pelle overleden was. Erwins moeder Rikie, mijn zus Erna en vriendin Annette Leferink komen volgende maand, want dan is Nino het middelpunt van een groot feest. Hij wordt 6 juli 15 jaar. Op 3 mei wordt hij gekonfermeerd. Dat is hier volgens de traditie een groot feest. Vandaag hebben we een kostuum gekocht. Hij moet compleet in het pak.’
 


Erwin verzorgt een deel van de veestapel.

‘Hoe ziet een normale dag in huize Goorden eruit?’
Connie: ‘Om 6 uur ’s morgens is het licht. Dan staan we op. Dan voert Erwin de beesten, ik maak brood klaar voor de jongens. Die staan om half 7 op. Erwin en ik moeten om 7 uur beginnen. Ik ben om kwart over 3 thuis, de jongens ook. Dan wandel ik met de honden en maak het eten klaar. ’s Avonds moeten we voeren of doet Erwin wat opknapwerk. Soms gaan we nog een stukje fietsen. We wonen aan een fjord en maar een paar kilometer van de zee. Of we lopen een eind de bergen in. Het is zo mooi hier in deze tijd van het jaar. Je kunt onbeperkt genieten.’ Dat Connie niet overdrijft, bewijzen de instemmende woorden van haar familie. Ze zijn er allemaal al meerdere keren geweest. Zoals Huub al zei, ze hebben er een mooi vakantieadresje bijgekregen door de opzienbarende verhuizing van hun zus en haar gezin.   


Uitzicht op de fjord vanaf het terras bij hun huis.

GEMOEDELIJK
‘We zitten in een heel mooi deel van Noorwegen. Dat we op een eiland wonen, voelt niet zo, omdat we via een tunnel van acht kilometer naar het vasteland kunnen rijden. En anders nemen we de pont naar Ålesund, een stadje hier verderop.’
‘Is het leven aangenaam op Gurksen?’vraag ik 
‘Heel gemoedelijk. Iedereen kent iedereen. Roddelen doen ze ook, net als in Hengevelde. We hebben ontzettend leuke buren. De meeste mensen kennen we wel. Gursken heeft 300 à 400 inwoners, de hele gemeente zo’n 2500.’
‘Binnenkort kun je ’s nachts opblijven.’
‘Dat is heel bijzonder. In mei, juni en juli is het dag en nacht licht, daar moesten we wel aan wennen. Het gevaar is dat je ergens mee bezig bent en gewoon door wilt gaan.’
‘Hoe zijn de voorzieningen voor de normale Noorse burger?’
‘De kinderen gaan met de schoolbus. De basisschool en het voortgezet onderwijs zijn gratis. Een zorgverzekering kennen ze niet. Voor een consult bij de dokter betaal je zo’n 20 euro plus de medicijnen. Kom je boven de 3000 kronen, dat is ongeveer 360 euro, dan is het gratis. De wegen zijn slecht. We betalen weinig belasting en ook de onroerendgoedbelasting is bijna niks. De autobelasting is zo’n 300 euro per jaar. Wel zit er veel taks op rook- en etenswaren en drank. De lonen liggen hier hoger dan in Nederland. Witgoed, meubels en dergelijke zijn even duur.’

We zijn een stuk wijzer. In huize Ten Thije Boonkamp is intussen een fles rode wijn  ontkurkt. We proosten op Connie en haar Noorse avontuur.


Joey en Shila achter hun huis.

‘Kom je ooit terug naar je geboortegrond?’  Overbodige vraag, want ik zie dat Connie happy is op Gursken en ik merk aan de reacties om mij heen dat ze niet verwachten dat hun zus binnenkort weer terugkeert naar Hengevelde. ‘Alleen voor een bezoekje’, glimlacht Connie, ‘maar zeg nooit nooit. De jongens willen niet terug. We zijn eigenlijk op het juiste moment hier naartoe gegaan. Nino was toen bijna tien jaar.’

We nemen afscheid. Ik wens Connie en haar gezin alle geluk toe. Weer heb ik twee grenzeloze Wegdammers gesproken die een prachtig stukje aarde gevonden hebben om hun leven kleur te geven. Met Erwin ga ik over een tijdje ook nog skypen. Dan maken we vanuit het huis van zijn moeder Rikie met veel plezier nog eens contact met Gursken.


NB. De foto van de familie Beukert is genomen op 31 maart 1989 en is genomen bij de bruiloft van Connie en Erwin. Ze waren dus onlangs 25 jaar getrouwd.
We gaan van rechts naar links. Erna, Harry, Minie, Erwin, Connie, Gerrit, Huub en Annemarie.
Erna en Harry ten Thije o/g Boonkkamp zijn eind 1982 getrouwd en hebben drie zoons, Rik, Tim en Ivo.
Huub en Annemarie Poelman zijn in 1987 getrouwd. Ze kregen twee zoons, Rodi en Jesse. In 2006 zijn ze gescheiden. Huub leeft samen met Annette. Ze wonen in Hengevelde. Bijzonderheid: Zowel Erna, als Huub en Connie hebben zoons gekregen. Geen van drieën kreeg een dochter.
Het bruidsmeisje is Anke Pelle, dochtertje van Erwins zus Helma.
Gerrit is in 1990 op 56-jarige leeftijd gestorven aan kanker. Minie Beukert-Lankheet overleed in 2002 na een aantal tia’s. Ze is 72 jaar geworden.