Advocaat Jolande ter Avest: ‘Het familierecht heeft míj gekozen’

Statige herenhuizen, royale oude panden. De Maliebaan in Utrecht is een prima plek voor de tientallen advocaten die er kantoor houden. In een van de panden zetelt Avest Advocaten, genoemd naar eigenaar Jolande ter Avest (54), afkomstig uit de Hengeveldse Nieuwstraat. Zij, de twee advocaten die ze in dienst heeft en enkele juridisch medewerkers hebben er de ruimte voor hun drukke praktijk. Volgende maand komen er twee advocaten bij. Op Jolandes visitekaartje staat: advocaat, mediator, gastspreker, trainer, redacteur Kennisbank Familierecht. Het zijn haar beroepsmatige bezigheden. ‘Veel? Ja, ja’, lacht ze, ‘ik vind het leuk om dat allemaal te doen, maar het liefst ben ik advocaat.’
Een interview voor WegdamNieuws.

2019. Advocaat Jolande (foto Monique Holterman).

‘Ik weet dat het leven ineens een andere kant op kan gaan’

In 2004 studeerde Jolande cum laude af in het bestuurs- en staatsrecht. Ze kon er allerlei kanten mee op, maar ging bij de rechterlijke macht werken. Ze volgde de driejarige opleiding tot rechter, maar wist intussen al dat ze liever de advocatuur in wilde. Ze was vervolgens dertien jaar werkzaam bij Schoolplein Advocaten. Twee jaar geleden begon ze voor zichzelf en specialiseerde zich. ‘We doen hier uitsluitend familierecht. Zelf doe ik ingewikkelde echtscheidingen en omgangszaken.’
Dat is niet bijzonder, dat is haar roeping. ‘Want familierecht heeft mij gekozen’, zegt ze. ‘Had je me vijftien jaar geleden gezegd dat ik dit zou gaan doen, dan had ik gezegd: ik denk het niet. Maar ja, als sociaal advocaat komen er zaken op je af. Ik was er goed in, zo bleek. Ik vind vooral de psychologische kant van mijn vak enorm interessant. Daar ligt mijn talent. Ik wek gemakkelijk vertrouwen op bij mensen. Daardoor ben ik effectief in familierechterlijke zaken. Ik snap mensen en ik oordeel niet snel. Dat komt door mijn achtergrond. Ik weet dat het leven ineens een andere kant op kan gaan. Bij mij voelen de mensen zich niet beoordeeld. Ik geef ze vertrouwen en krijg het daardoor gemakkelijk van hen terug. In lezingen die ik hou, zeg ik vaak dat ik een overschot aan vertrouwen heb in mensen. Daardoor kan ik het gemakkelijk geven aan mensen die het te weinig hebben.’
Jolande geeft een recent voorbeeld. ‘Ik had een client waarvan het zoontje uit huis was geplaatst. Die moeder wantrouwde inmiddels iedereen. Ik gaf haar het gevoel dat ze er niet alleen voor stond. Ze ging hier echt anders de deur uit. Als de rechter dan een paar weken later besluit dat het jongetje terug moet naar zijn moeder, ben ik natuurlijk heel tevreden en blij. De cliënt wilde me niet meer loslaten, zo gelukkig was zij. Ik probeer de jeugdbescherming te laten zien dat hun beslissingen in een veel breder perspectief moeten staan. Anders doe je een kind tekort. Een dag later ging het jongetje terug naar huis. Dan heb ik de hele week feest. Dat ik dat heb kunnen realiseren, is een heel groot voorrecht.’

1994. Gerrit ter Avest is 65 geworden. Zijn gezin poseert met hem. Staand vlnr Roy, Carolien, Mariëlle, Gerrit, Eduard en Anja. Onder: Herman, Frank, Jolande en Denise. Martin was niet aanwezig.

NIEUWSTRAAT
Jolande duidde al even op haar achtergrond. Wegdammers weten wat ze bedoelt. Haar jeugdjaren gingen niet over rozen. Ze groeide op in de Nieuwstraat, een beschutte omgeving, een levendige buurt. Zij en haar broertjes en zusjes waren altijd op straat. Even naar binnen om te eten en dan weer naar buiten, spelen met de kinderen uit de buurt. Maar Jolandes moeder Marietje was regelmatig ziek. Twee jaar na de geboorte van haar tiende kind Roy overleed ze aan longemfyseem. 12 november 1978. Jolande herinnert zich die dag nog precies, zegt ze. ‘We waren bij Ten Buuren. ome Geit – dat was buurman Gerrit Velthuis -, stak met rode, betraande ogen de straat over om het ons te komen vertellen. Toen begreep ik meteen dat mama overleden was. Dat was heel heftig.’ Marietje was vijf jaar ziek geweest. Ze was pas 46 jaar en liet haar man Gerrit met wie ze twintig jaar getrouwd was, achter met hun tien kinderen. Jolande was de zevende in de rij, tien jaar jong.

7-11-58. De trouwfoto's van Jolandes ouders Gerrit & Marietje.

MOEDER
Ze vertelt over de fijne band die ze met haar moeder had. ‘We hebben nog een tijdje samen in het Gerardus Majella ziekenhuis gelegen. Ik had een arm gebroken. We luisterden samen naar de radio van het ziekenhuis. Ik heb heel mooie herinneringen aan mijn moeder.’
Natuurlijk had het overlijden van Marietje veel invloed op haar. ‘Het was niet gemakkelijk, maar voor mijn vader was het tien keer zo moeilijk. Wat een zorgen moet hij gehad hebben. Tien kinderen en de jongste was 2 jaar. Je wordt er heel jong zelfstandig van. Mijn oudere zus Carolien werkte heel hard. Ze zorgde voor jongsten en we hadden ook goeie gezinshulpen.’
Anno 2023 ervaart Jolande de invloed van het tragische overlijden van haar nog veel te jonge moeder. ‘Natuurlijk heeft dat veel invloed op mij gehad. Het is niet alleen maar kommer en kwel. Mede daardoor ben ik zo zelfverzekerd. Ik kan alles. Haar overlijden was een groot verlies, maar met een beschermde jeugd zou ik niet zo in het leven staan. Mijn glas is altijd half vol. Als je jong bent en je maakt zo’n groot verlies mee, dan is alles wat er daarna gebeurt, niet meer zo erg. Ik ben een rasoptimist. Ik ben er heel creatief door geworden. Ik zoek zelf de oplossingen voor de problemen die ik tegenkom.’

Welke eigenschappen van je vader en moeder herken je in jezelf?
‘Dat ik heel eerlijk ben, heb ik van mijn vader. En het rechtvaardigheidsgevoel. Mijn broers en zussen hebben dat ook. We zijn recht voor de raap. Hij was heel consciëntieus , werkte heel hard en had een grote hekel aan liegen. Wat was het leven zwaar voor hem. Desondanks hadden we als kinderen veel lol samen. Mijn moeder was zachtaardig. Ik vond haar heel lief. Van haar heb ik een zacht karakter geërfd. Maar ze was geen watje en dat ben ik ook niet, wel zorgzaam. Mijn vrienden zeggen altijd dat ik hen half sta en er altijd voor ze ben, dat geldt ook voor mijn cliënten en voor mijn broers en zussen. We zorgen voor elkaar en zijn er voor elkaar.’

Heb je nog vaak contact met hen?
‘Ja. Vooral met verjaardagen. Ik probeer bij de meesten zo nu en dan wel langs te gaan. Ik zie de zussen meer dan de broers. Bij Roy kom ik vaker. Martin had ik vorige week nog aan de lijn en Denise en Carolien heb ik pas nog gezien.’

Juni 2017. Vier zussen. Vlnr Boven: Carolien, Denise. Onder: Jolande, Marielle.

SUPERGEZELLIG
Jolande is geboren op 14 mei 1968. Al gauw ervoer ze de voordelen van de Nieuwstraat. ‘We voetbalden tot ’s avonds laat. Soms speelden we een soort softbal, herinner ik mij. Het was niet verstandig om daar in de buurt auto’s te parkeren. De Nieuwstraat was supergezellig. Soms gingen we even naar binnen om te eten en dat was het. Meteen weer naar buiten. Daar kwamen we andere kinderen tegen of we liepen ergens naar binnen. Je speelde met de kinderen die toevallig op straat waren. Namen van toen? Petra Derkink, Anka Rupert, Cynthia Lucas, Leonie Jansen, Connie Beukert, Cynthia Goudt, Miranda van der Zwet.’
Overdag zat ze op de Petrusschool. Jolande kon goed leren. ‘Namen? Juffrouw Wassenberg, meester Boomkamp, meester Zegger.’

GRILLIG
Na de lagere school brak er een grillige periode aan voor Jolande. Anderhalf jaar VWO op de Bouwmeester in Haaksbergen. Toen naar de mavo in Delden. ‘De mentor vond het vreemd. Maar in Delden zaten mijn vriendinnen. Mijn vader zei: misschien kan ze beter naar de mavo gaan. Ik hoefde daar niet veel te doen en heb er ontzettend vaak gespijbeld. Mijn vriendinnen ook. Als het mooi weer was, lagen we op het zwembad. ‘
Ze was 15 en slaagde voor de mavo. Ze wilde naar het Cios, sportief als ze was, maar volgde eerst wat vakken op het ROC. Een ongeluk tijdens het handballen bij WHC leverde een nekbeschadiging op. Ze moest andere plannen maken. Jolande was pas een jaar of 16, 17 toen ze receptioniste werd op het arbeidsbureau. Op een dag stelde de onderdirecteur voor om een vervolgopleiding te gaan doen. Het werd MBO arbeidsmarkt- en personeel beheer. Daarna deed ze HBO. Vervolgens werkte ze in Arnhem als artiestenbemiddelaar, een onderdeel van het arbeidsbureau. Na een paar jaar werd ze gevraagd als communicatieadviseur bij de arbeidsvoorziening in Apeldoorn en ging tegelijkertijd op de open universiteit communicatiewetenschappen studeren. Jolande had de smaak te pakken.

Jolande en haar dochter Noë.

DOCHTER
In 1987 ging ze naar Amerika, naar Seattle om daar public affairs te studeren aan de universiteit. Na 2,5 jaar was ze terug, hoewel ze af en toe nog naar Seattle reisde om er les te geven. Ze studeerde rechten en kreeg een baby, haar dochter Noë. Jolandes relatie met de Amerikaanse vader van Noë hield geen stand. Dochterlief woont anno 2023 in Delft waar ze technische bestuurskunde studeert en tegelijkertijd ook nog geschiedenis in Leiden. Ze geeft daarbij les op middelbare scholen. ‘Noë werkt heel hard”, zegt de trotse moeder.
Jolande woont en werkt in Utrecht. In 1986 ging ze vanuit Hengevelde in Hengelo wonen, verhuisde naar Borne en vervolgens woonde ze drie jaar in Seattle. ‘Ik ben niet zo gehecht aan de plekken waar ik woon. Het loopt zo. Ik ben wel gehecht aan de mensen in mijn omgeving. Ja, de bescheidenheid van de Twentenaar kreeg ik wel mee. Niet te hoog van de toren blazen. De Amerikaanse periode heeft me geholpen om daar wat afstand van te nemen en zelfbewuster te worden. Ik roep sindsdien regelmatig dat ik alles kan. Bescheidenheid is niet altijd even slim. De hoogleraren in Seattle gooiden me continu in het diepe. Ik had slechts een avondstudie HBO gedaan. Ik kreeg daar een gesprek en dacht: ben ik wel goed genoeg voor de studie? Kan ik het wel? Is mijn Engels wel goed genoeg? Twijfel. De hoogleraar lachte en zei dat ze mij goed genoeg vond. Daarna stimuleerde ze mij om les te gaan geven. Toen dacht ik weer: Kan ik dat wel? En dan lachte ze weer: jij kunt dit. En zo groeide mijn zelfvertrouwen.’

FAMILIERECHT
De zelfbewuste vrouw tegenover mij aan wie je nog steeds hoort dat ze uit Twente komt, heeft haar draai helemaal gevonden. Ze leidt haar eigen advocatenpraktijk met de nadruk op familierecht. Maar – zoals al gezegd – Jolande is ook mediator, gastspreker, trainer, redacteur kennisbank familierecht. Zo presenteert ze zichzelf op LinkedIn. De advocatuur heeft haar voorkeur. ‘Dat ik hier de leiding heb, vind ik eigenlijk niet prettig. Als straks een collega klaar is met haar studie, geef ik haar meteen de leiding. Al die extra dingen die erbij komen kijken, daar ben ik minder goed in. Geef mij maar een dossier en een client.’

En die andere bezigheden?
‘Als gastspreker optreden vind ik ook heel leuk. Op congressen vraag ik: waar gaat het over? Ik spreek er graag over jeugdzorg, echtscheidingen, vertrouwen, persoonlijkheidsstoornissen. Daarnaast mag ik ook graag met gemeenten meedenken over de herinrichting van de jeugdzorg en ik zit nog in de klankbordgroep van de toeslagenaffaire.’

Je schrijft op Facebook en LinkedIn veelvuldig en graag over zaken die je tegenkomt als advocaat. Daarin komt de passie voor jouw vak vaak goed tot uitdrukking. Waarom doe je dat?
‘Ik vond het nooit belangrijk, om heel zichtbaar te zijn, maar nu ik een eigen  bedrijf heb, is dat anders. Ik moet zichtbaar zijn, anders weten cliënten me niet meer te vinden. De stukjes die ik schrijf, zijn een oude gewoonte. Ze komen voort uit blijdschap of boosheid over een zaak of een zitting of over een aspect uit zo’n zaak. Ik tik ze meestal zo weg en altijd op mijn telefoon. Eigenlijk doe ik het zelf ook om bepaalde ervaringen uit rechtszaken te verwerken. Twee jaar geleden ben ik ermee begonnen ze te delen. Ik merk dat veel mensen dat waarderen en dat stimuleert mij dan weer. En ik leer van sommige reacties. Bijvoorbeeld als rechters of jeugdbeschermers erop reageren. Ik heb intussen mijn oude telefoons er nog eens bij gepakt en constateerde dat ik honderden van die verslagjes heb gemaakt in de loop der jaren.’

Nog een foto van moeder en dochter.

In veel van jouw publicaties uit je kritiek op de rechters die je zoal tegenkomt in de zaken die je doet. Wat is je punt?
‘Ik publiceer goede, maar ook slechte ervaringen met de rechtspraak. Als je vraagt wat ik denk dat er nu enorm nodig is, is dat er minder rechters zijn uit bepaalde kringen. Ik pleit voor meer variatie. Rechters uit bijvoorbeeld de Nieuwstraat en ook uit Blaricum, rechters uit de grote stad en van het platteland. Waar dan ook in de rechterlijke macht. De rechtspraak heeft dat nodig. Je ziet bij rechtszaken dat de afkomst van de rechter van invloed is. Daar moet meer diversiteit in zitten. Dat is de laatste jaren wel wat verbeterd, maar mag nog wel meer. Het is niet alleen in de rechtspraak belangrijk, ook in het landsbestuur en eigenlijk is dat overal cruciaal. Dan houdt men elkaar beter scherp. Het is belangrijk dat alle geluiden worden gehoord en meegewogen.’

Jolande ter Avest uit de Nieuwstraat is een bezige bij, maar wel een gelukkige bezige bij. Ik vraag haar tot slot waar ze in 2030 is.
‘Hier’, zegt ze gedecideerd. ‘Dan ben ik 62. Ik doe dan nog steeds net zoveel als nu. Misschien ga ik iets vaker op vakantie. Maar ik ga niks anders meer doen. Ik heb zo’n geluk gehad, dat besef ik ook. Mijn ingewikkelde werk is relativerend. Als ik thuiskom, ben ik tevreden. Klagen doe ik niet snel. Ja, ik doe in 2030 nog steeds hetzelfde.’

Hieronder nog twee foto’s uit Jolandes jongere jaren: