Ingezonden: In memoriam Theo Jannink volgens Mark Escher

Ze vragen mij wel eens: Hoe ben jij bij WVV'34 gekomen? Daar ik vroeger in Goor woonde. Het was Brian Wegdam die destijds als mijn zakenwaarnemer optrad. Hij had een contractje gemaakt en voor vijf Marsen wou en kon ik komen. Echter er was nog een struikelblok. Het vervoer van de trainingen. Theo, jij zei: "Als het daar op vast zit dan haal ik je op en breng ik je weer weg." En daarmee was de deal rond. En zo heb je mij een jaar lang opgehaald en weggebracht van de trainingen. Daar wij toen der tijd op maandag trainden stond je er niet altijd op te wachten maar je verzaakte nooit, TOP!
Ook was je onze leider in het A-elftal. We hadden een superjaar. De resultaten waren matig maar de lol niet minder. Toen ik later in het eerste zat dronken we bijna altijd na de wedstrijd een biertje aan het schap het zij bij Assink of in de kantine. Even de wedstrijd doornemen. Je was dan recht voor de raap. Wat je dacht dat zei je. Als ik dan eens een foutje had gemaakt wat overigens zelden voorkwam. Was het oordeel helder. Met een woord kon je de analyse weergeven. "PRULLENBAK!" En dan deed je nog eens na hoe ik de bal trachtte te vangen...

Maar als het goed was, was je trots en ging steevast de duim omhoog. We hadden een bijzondere band. Toen ik een tijd geleden bij je kwam om te kijken hoe het met je ging. Werd duidelijk dat je conditie achteruit ging. Ik bood je aan dat als ik helpen kon dat graag zou doen. Een dag later belde je mij al op en kon ik beginnen als jou tuinman. Het eerste wat je zei als ik kwam was koffie zetten. Als er dan nog iemand van de thuiszorg kwam werd deze eerst even op de korrel genomen.

Bijvoorbeeld Loes Jannink uit Beckum zei: "Zo krijgen ze in Beckum nieuwe kleedkamers? Mooi of niet?"
Ik: "Twee verdiepingen ? Ja hè?"
Theo: "Weet waarvoor dat is Mark?"
Ik: "Nee."
Theo: "Nou, dan kunnen ze het water twee keer gebruiken."

Loes maakte toen handig een bruggetje naar de handbal. Maar je had het antwoord alweer paraat. Kijk als ze het niet winnen kunnen begint ze snel over de handbal. Waarna we allemaal moesten lachen.

Het maaien of schoffelen was overigens niet snel goed. Ik wil mij nergens mee bemoeien maar daar staat nog die kantje loopt niet recht en dat daar is dat onkruid? Om vervolgens te zeggen wat ben ik secuur of niet? Wat bekken doe ik of niet?

Ook een keer kwamen mijn kinderen Mirthe Lars en Jasmijn mee. Deze werden ook prompt aan het werk gezet. Mirthe en Jasmijn bloemen water geven, Lars blad harken. Jij als directeur in de stoel.
"Lars? Jij bent de beste dan komt Mirthe dan Jasmijn. Nee, jullie zijn allemaal de beste dan komt Mark pas."
De kinderen trots en groeiden spontaan twee centimeter.
Dan keek je me met van die pretoogjes aan en zag ik je denken van zo, mooi tuk. En ook ik kon dan niet meer van het lachen.

Als de tuin klaar was gingen we zitten en dronken nog een bakje koffie of wat anders. En bekeken we de tuin en zeiden we tegen elkaar wat een mooie tuin. Wat een mooi matje. Niet één keer, nee wel twintig keer of nog vaker.

Maar ondanks het plezier wat we hadden ging het toch zichtbaar achteruit. Je vroeg mij of ik mee wilde gaan naar het ziekenhuis daar Gerda die morgen niet kon. Bij dokter Staal werd bevestigd wat we eigenlijk al wisten.

Meneer Jannink u komt te overlijden was de boodschap. Ondanks dat jij maar ook wij het vermoeden al hadden kwam het toch nog hard aan. Je had nog de hoop dat ze misschien nog iets konden doen.
Je had nog steeds plannen. Dingen die je nog wilde maar helaas mocht het niet meer zo zijn.

Op de terugweg van het bezoek aan dokter Staal maakten we een ruime omweg. We wilden even kijken waar onze nichten Jacqueline en Ellen woonden. We kwamen Ellen nog tegen. Waar ik iets aan de kant moest voor Ellen werd het verhaal met de dag sterker. Je zei enkele dagen later tegen Hennie als ik Mark niet aan het stuur had getrokken, dan hadden we hoog tegen elkaar opgeklapt nu zaten we vast in de berm... Niet normaal wat scheuren.

Ook reden we langs het kanaal.
"Wat moet ik doen als ik in het kanaal rij?" Vroeg je.
Ik zei: "Zwemmen."
"Maar wat als je zo zwemt als mij?", zei je.
Ik vroeg: "Hoe zwem je dan?"
"Ja, als een bakkei", zei je.

En zo kan ik nog lang doorgaan over dingen die je mij vertelde en we nog  gedaan hebben. Zoals een boompje verplanten van je eigen tuin naar die van Gerda. Ik heb van de week nog gezien het boompje maakt het goed. Rijden door Markvelde. Langs de boerderijen, bij vele had je gewerkt vertelde je. Met Tonnie of via AB Oost. Praten over de Tour, voetbal, darten. Wat je ook graag keek.  Van Gerwen  moet dat nu zo? Vind ik niet nodig zo overdreven, zei je dan. Laat die toch normaal doen. Of vlak voor de zomerfeesten moest ik 10 meter heg knippen voor het huis anders kon je er niet overheen kijken. Maar ik ben niet nieuwsgierig zei je dan.

Tot de dag voor je overlijden aan toe hebben we gelachen. Zelfs toen had je nog praatjes en goede humor. Afgelopen dinsdag belde Marga mij om te zeggen dat het niet goed met je ging.Ik ben direct gekomen. Je zei. Ik kan niet meer. Geen aanwijzingen meer. De pijp is leeg.

We wilden nog een reis maken langs de onder andere de "ploai", en de Veldmaat en nog meer dingen die je nog wou zien.

Het mocht niet zo zijn. Theo bedankt voor alles. Het ga je goed.

GOEDE REIS!!!!!