Voor altijd Wegdammer?

Het gezin van Annemiek met man Dennis en zonen Daan, Bram en Pim.

Honderden Wegdammers hebben in de loop der jaren de vertrouwde grond in Hengevelde en omstreken verlaten. Ze vestigden zich elders in het land of emigreerden naar een ander land. WegdamNieuws zoekt ze op. Wat doen ze, waar wonen ze, zijn ze vervreemd van het dorp of zijn ze in hoofd en/of hart nog steeds Wegdammer? Elke twee weken een aflevering van deze rubriek.
(door Milou Wolterinck)

Aflevering 11: Annemiek Pelle

‘In Hengevelde pakt iedereen zijn rol, petje af’

De combinatie Pelle – Pierik leverde 43 jaar geleden een prachtige Wegdammer op: Annemiek Pelle. Vanuit De Meern, een groot dorp nabij Utrecht, kachelt ze graag op en neer voor de gezelligheid waar ze zo van houdt. Het zijn de familie én vrienden die haar nog altijd warme gevoelens geven bij de gedachte aan haar geboortedorp. Sinds 2001 is ze samen met Dennis Overdam (44 jaar). Samen hebben zij inmiddels drie jongens Daan, Bram en Pim (12, 8 en 5 jaar). Daarmee is de wens voor een groot gezin vervuld. Natuurlijk is het erg jammer dat haar ouders, Tonnie en Mariet Pelle, dit niet hebben kunnen meemaken. “De boys zijn mijn grote trots!”

Een klassenfoto uit 1989.
Met Pieter Schaap, Roy Workel en Femke. Wij stonden bij de clubkampioenschappen bijna altijd als mixduo in de finale waarbij Pieter en ik doorgaans als tweede eindigden en Femke en Roy als eerste!

Hoe was het om op te groeien in Hengevelde?
“Heel leuk. Ik heb een onbezorgde jeugd gehad en kijk met veel plezier terug op de basisschoolperiode. Ik had veel vriendinnen en het was fijn en gezellig met z’n allen, lekker kleinschalig. Ik zat op tennis en volleybal en speelde dwarsfluit bij Amuzant. Zowel de familie Pelle als familie Pierik woonde grotendeels in of rondom Hengevelde en het was (en is nog steeds) fijn om hen te zien. De jaarlijkse zomerfeesten waren wel een hoogtepunt en het liefst was ik daar alle dagen te vinden. Na de basisschool ging ik naar scholengemeenschap ’t Assink in Haaksbergen. Dat was ook een hele mooie tijd. We gingen op stap met de grote bus van Ter Doest naar Groothuis in Hengelo en liepen alle zomerfeesten af. In 1998, ik was toen 18 jaar, ben ik vertrokken uit Hengevelde om te studeren in Wageningen, Facility Management. Ik vond het destijds wel lastig om uit huis te gaan, mijn vader was nog niet zolang daarvoor overleden. Maar mijn moeder heeft het wonen in Wageningen desondanks gestimuleerd. Ze heeft zelf ook op kamers gewoond in Zwolle en wist hoe leuk en waardevol dit is! Ik heb er ook een hele leuke vriendinnengroep opgebouwd die ik nu nog steeds zie. In het derde jaar van mijn studie heb ik tijdens mijn stage in Curaçao Dennis ontmoet. De liefde van mijn leven! We wonen sinds 2002 in De Meern.

Annemiek met Femke, Evelien en Lotte in Lapland.

Met wie ging je veel om?
“Met Femke Koedijk ging ik heel veel om. Maar ook met Evelien Lansink, Irma Pelle (tevens nicht), Anja aan de Stegge, Anke Broekkamp, Marieke ter Huurne, Marloes Luttikhold, Marian Pierik, Roy Workel, Pieter Schaap en ga zo maar door. We zaten allemaal bij elkaar in de klas en zagen elkaar ook buiten school tijdens het sporten en/of de muziek. Femke is vanaf mijn vierde al mijn beste vriendin. En zelfs nu hebben we nog veel contact. Bijna elke maandag bellen we wel even als we in de auto zitten naar het werk en periodiek spreken we samen met Evelien Lansink en Lotte Harbers af om een hapje te eten en lekker bij te kletsen. Lotte ken ik weer van de middelbare school en we zijn nog steeds hechte vriendinnen met z’n vieren. Twee weken terug zijn we nog samen naar Lapland geweest. Echt heel bijzonder om dit samen te beleven.”

Annemiek met haar vader Tonnie.
Annemiek met haar moeder Mariet.

Hoe was het Hengeveldse gezinsleven bij jullie?
“Ik woonde naast de school, had volop vriendinnen. Bij ons was altijd iedereen welkom en ik had een hele warme band met mijn ouders. We konden alles bespreken met elkaar. Mijn moeder was veel uit huis, mijn vader meer een huismus. Ik was het enige kind in ons gezin, mijn zusje is overleden aan de ziekte cystic fybrosis toen ik 1,5 jaar was. Volgens mij is het verlies van een kind het ergste wat je kan overkomen. Vooral mijn vader was daardoor erg beschermend. Maar ik kan niet anders zeggen dan dat ik hele lieve ouders had. Wij konden juist genieten van de kleine momenten in het leven. Juist omdat we de andere kant van een groot verlies kenden. Dat is ook echt iets wat ik heb meegenomen. Ik geniet al van een kopje koffie op zondagochtend samen met Dennis, kids om mij heen, lekker samen ontbijten. De simpele dingen zijn al goed en daarvan ben ik mij extra bewust door alles wat er is gebeurd.

We gingen vaak op vakantie. Soms ging er een nichtje mee, of Femke, of we gingen samen met een oom en tante. Mijn ouders waren ook altijd bij de tenniswedstrijden, bij de volleybal, de concerten van Amuzant. Ze waren zeer betrokken bij lokaal Hengevelde, mooi!

In 1996 overleed mijn vader heel plotseling en moesten mijn moeder en ik met z’n tweeën verder. De betrokkenheid van mensen uit het dorp bij het overlijden van mijn vader was enorm. De hele kerk zat vol. We kregen veel kaarten en brieven en vele mensen zijn een grote steun geweest. En nog steeds trouwens. Het toonde voor mij echt dat als je het moeilijk hebt, je er voor elkaar bent. Ik bedank daar onze buurvrouw, Thea Broshuis, nog elk jaar voor op haar verjaardag. Ik stuur dan altijd een bos bloemen, want zij heeft samen met haar man Frans heel veel voor mijn ouders gedaan.

Door het overlijden van mijn vader werd de band met mijn moeder nog hechter. We hielden van wandelen, samen naar de sauna, lekker eten, een goed glas wijn drinken. Ook later toen Dennis in beeld kwam, bleven we die gezelligheid samen opzoeken. Sowieso had mijn moeder ook een hele goede band met Dennis. Het is daarom extra verdrietig dat ze in 2008 al zo vroeg afscheid moest nemen van het leven. Dat is tot op de dag van vandaag een heel groot gemis. Ik ben dankbaar voor mijn gezin, vrienden en familie maar natuurlijk had ik dat graag gedeeld met mijn ouders, dat blijft pijnlijk. Wat ik mij hierdoor wel extra besef: pluk de dag en geniet.”

Annemiek met vier nichtjes. Vlnr Esther Schonenborg-Pierik, Ellen Pierik, Annemiek zelf en Leonie Hassink-Assink met dochtertje Marlot.

Lijkt Hengevelde op waar je nu woont?
“Ik woon in De Meern, een dorp dat behoort tot de gemeente Utrecht. De Meern en Hengevelde tonen zeker overeenkomsten. Wij wonen in een jonge wijk en daar is het ook wel ons kent ons. En daar houd ik van, want zo ben ik ook opgegroeid. Even kids opvangen, even een borrel in de buurt, samen naar een festival, samen sporten, op vakantie. Het is er allemaal. We hebben hier ook een hele leuke vriendengroep opgebouwd. Wat ik ook heel fijn vind, is dat De Meern naast Utrecht ligt. Ik hoef niet in de stad te wonen maar dat de faciliteiten zo dichtbij zijn, vind ik heel fijn. Binnen 15 minuten sta ik met mijn fiets op centraal, dat is leuk! Even een drankje doen, shoppen, het is gewoon een hele mooie, leuke stad waar altijd van alles te beleven is.

Hengevelde is veel kleiner dan De Meern. Het verenigingsleven en het vrijwilligerswerk kun je echt niet vergelijken met hier. In Hengevelde pakt iedereen z’n rol en dat vind ik heel bijzonder, echt petje af! Ik vind Hengevelde een heel mooi dorp. Ik zou er nu niet meer hoeven te wonen, maar hoe iedereen met elkaar omgaat en voor elkaar klaar staat, dat is echt heel bijzonder.”

Kom je nog graag in Hengevelde?
“Zeker, met veel plezier! Ik mis het weleens dat ik verder weg woon en niet zomaar even snel bij familie bijvoorbeeld een kop koffie kan drinken. Maar ik kom nog vaak in en om Hengevelde. Elk jaar, vaste prik, gaan wij met Pasen naar de familie Pelle. Het plekje waar mijn vader altijd heeft gewoond. We vieren met z’n allen Pasen en dit jaar mocht Bram het paasvuur aansteken omdat hij jarig was. Het blijft een mooie traditie die we heel graag in ere houden. Voor onze kinderen is het Paasvuur heel bijzonder want dat kennen ze hier niet.

Ook met de familie Pierik hebben we heel fijn contact. We zien elkaar regelmatig. Zo heb ik goed contact met mijn twee petekindjes, de familie Assink zien we altijd op kerstavond en we zijn altijd bij de jaarlijkse familie-avond.

Elk jaar ga ik samen met de jongens in de zomervakantie een weekend naar mijn nicht Ellen Pierik. Ik cross dan heel Twente door en zie veel familie en vriendinnen! En dan gaan we ook nog sinds 1996 met een deel van de familie Pierik op skivakantie. Dat zijn we blijven doen en vinden we allemaal superleuk.”

Ben je nog altijd een Wegdammer?
“Dat vind ik moeilijk. Ik voel me nog steeds erg betrokken bij waar ik ben geboren. Ik zal er niet meer gaan wonen, in die zin ben ik geen Wegdammer meer. Maar weet je, je kunt het meisje wel uit Twente halen, maar Twente niet uit het meisje. De binding is er en blijft er altijd.”