Voor altijd Wegdammer?
Honderden Wegdammers hebben in de loop der jaren de vertrouwde grond in Hengevelde en omstreken verlaten. Ze vestigden zich elders in het land of emigreerden naar een ander land. WegdamNieuws zoekt ze op. Wat doen ze, waar wonen ze, zijn ze vervreemd van het dorp of zijn ze in hoofd en|of hart nog steeds Wegdammer? Elke twee weken een aflevering van deze nieuwe rubriek.
(door Raymond Wegdam)
Zijn naam is Reinnier Wender, opgegroeid in de Nieuwstraat. Mijn eerste herinnering aan Reinnier is: Het ongeluk. Als 8-jarig kind stak hij ooit de Goorsestraat over met fatale gevolgen. Gevolg: een gecompliceerde beenbreuk waarvan hij nooit volledig hersteld is. De klasgenoten leefden mee, zie foto onderaan dit artikel. En wat ik ook altijd onthouden heb, is dat hij als kind vaak vertelde: Mijn naam is andersom precies hetzelfde.
Aflevering 16: Reinnier Wender (56)
Reinnier noemde zichzelf ooit BouwRegisseur. Hij is zelfstandig, bouwkundig adviseur. “Mensen vooruit helpen met hun bouwplannen zit in mijn genen”. Hij is afgestudeerd als bouwkundige en heeft meer dan 25 jaar ervaring in de sector woning en utiliteitsbouw.
Wat heeft Reinnier nog met Hengevelde?
‘Het ouderhuis in de Nieuwstraat is verkocht. Mijn broer en zus wonen ook niet meer in het dorp. Zo gaat dat.’
Hij is geboren in 1967. Zus Bianca (57) woont in Doetinchem. Ze is reuma-consultante, is getrouwd en heeft twee kinderen. Broer Ed (54) is van Voetencentrum Wender, zie DIT ARTIKEL. Hij woont in Haaksbergen.
Reinnier is getrouwd, woont in Haaksbergen en heeft twee kinderen.
Aan de Nieuwstraat 4 in Hengevelde woonde enkele jaren geleden nog de familie Wender. Frans Wender en Truus ten Thije bouwden hier hun eigen woning waar ze tot hun overlijden, enkele jaren geleden, zijn blijven wonen. Een hecht gezin met drie kinderen, waarvan Reinnier nummer twee was naast Bianca en Eddy. Reinnier kwam in het uitgaansleven z’n grote liefde Carin Bernink uit Overdinkel tegen. Ze trouwden en kregen twee zonen: Jesse (24) en Sam (22). Ze zijn geëmigreerd naar Haaksbergen.
Hoe kijk je terug op je jeugd in Hengevelde?
‘Ik kijk met veel plezier terug naar mijn jeugdtijd in Hengevelde. Het dorp was in de jaren zestig, zeventig en tachtig nog niet zo groot. Het was overzichtelijk en vertrouwd, je kende bijna iedereen én iedereen kende jou. Vertrouwde waarden als Noaberschap werden heel serieus genomen. Tussen de buren, (familie Vonkeman) en ons stond zelfs een muur met een deur die nooit op slot was, zodat je elkaar kon bijstaan in goede en soms slechte tijden.’
Noem eens wat jeugdherinneringen.
‘Als peuter ging ik vaak spelen bij Frank Wegdam op de kippenboerderij, waar altijd wat te beleven was. Toen Frank ging studeren aan de Paulusschool en ik aan de Petrusschool, werden onze wegen min of meer gescheiden. Op de lagere school werd ik bevriend met Norbert ten Vregelaar en zwierven we veel rond op de in aanbouw zijnde woningen in Hengevelde, wij zagen dat destijds als speelplaats.
Met jou ben ik een keer op een vrije woensdagmiddag naar Delden gefietst om daar met de fiets van het talud van de kanaalbrug af te racen. Ketting kapot en toen moesten we nog terug naar Hengevelde over een weg waar nog geen fietspad langs liep. Gelukkig werden we door Jos Knol geholpen, herinner ik me. Onze ouders hebben we nooit iets verteld.
In april 1975 deed ik mijn eerst communie. Enkele dagen daarna kreeg ik een ernstig verkeersongeluk. Ik lette niet goed op en liep op de Goorsestraat ter hoogte van de Rabobank voor een auto. Nadat voor mijn leven werd gevreesd, ontwaakte ik na twaalf dagen uit coma, het herstel daarna werd een lang traject. Jarenlang moest ik rekening houden met mijn fysieke beperkingen.’
Achter vlnr: Moniek Wegdam-Monique Raanhuis-Monique Freriksen-Diane Pierik-Nicole van Houten-Anne Marie Hummelink-Kitty Scholten-Petra Escher-Renate ter Doest- Jacqueline Stortelder
Daarvoor: Nancy Roetgerink-Barbara Gout-Angelique van Beelen-Yvonne Rupert-Trudy Rupert-Mirjam Freriksen-Francis Brinkman-Martine Klein Heerenbrink
3e rij: Theo Kleinsman-Paul Pelle-Reinnier Wender-Norbert ten Vregelaar-Marc Pelle- -Peter ten Buuren-Raymond Wegdam-Dennis Bloemen
Voorste rij: Cor Derkink-Martin Raanhuis- Norbert Kuipers -Han ter Woorst
Met wie ging je veel om?
‘Toen ik een jaar of elf was, mocht ik bij voetbal, maar gevoel voor de bal had ik nooit ontwikkeld. Grote successen heb ik bij WVV dan ook nooit gehad, althans ik kan ze mij niet meer herinneren. Samen met jou, Han ter Woorst, Dennis Bloemen, Martin Raanhuis en Norbert Kuipers speelden we paaltjesvoetbal op de parkeerplaats achter café De Witte, nu Bistro De Kolenbrander. Het ging me nog redelijk af.
Meer lol had ik in het bouwen van hutten met Moniek Wegdam, Harold Nijhuis en jou. En als de maïs van het land werd gehaald, probeerden we met zelfgemaakte netten de uit de mais gevluchte konijnen en hazen te vangen. Schaatsen op de ijsbaan met Harold Nijhuis, Martin Hofmeijer en Paul Pelle. Tennissen met onder andere Arno Roescher. Allemaal fijne herinneringen.
Van mijn neef Harry ten Thije heb ik leren surfen en samen met hem, iemand van Wielens en Harold Nijhuis heb ik meegedaan aan een 24-uurs surfrace op ‘t Grasbroek. Inmiddels zat ik op de mavo in Delden en maakte daar veel nieuwe vrienden uit onder andere Delden en Goor. Met hen ging ik veel surfen en maakte ik ook kennis met het uitgaansleven.’
Hoe was het gezinsleven bij jullie?
‘Streng maar rechtvaardig, maar bovenal een fijn nest. We werden erg vrij gelaten door onze ouders, maar er werd ook van je verwacht dat je hielp bij alledaagse klusjes in en rond het huis. Met m’n vader en broer Ed stonden we voor dag en dauw op om kievitseieren te zoeken. Als de politie ons in de gaten kreeg, leerde Pa ons hoe je ze op een slimme manier om de tuin kon leiden. Het bedrijf van mijn broer heet dan ook niet voor niets de Kievit.
Mijn zus Bianca las ons vroeger voor uit Pinkeltje. Jaren later vertelde ze me ’s nachts na het uitgaan over haar eerste vriend, die zich later aan mij voorstelde als Gerjo Lourens waarmee ze ook trouwde.’
Wat voor werkzaamheden heb je sindsdien gedaan?
Op m’n vijftiende had ik een vakantiebaantje bij Eijsink Plafonds. Op m’n zestiende ging ik in de weekenden werken bij café De Witte. Enkele jaren later mocht ik bij Café Restaurant Assink aan het werk als kelner. Een geweldige job. Muziek, leuke collega’s en een geweldige werkgever. Eigenlijk had je altijd feest, je mocht nog net geen alcohol drinken tijdens het werk, maar dat werd na werktijd in het voorcafé alsnog ruimschoots ingehaald. Voor mij was Assink in die tijd als het ware het hart van Hengevelde en ik was er kapot van toen ze failliet gingen. Iets wat ik nooit voor mogelijk had gehouden. Hengevelde zonder Assink? De meeste mensen in Hengevelde kennen mij dan ook als de kelner van Assink. Desondanks ben ik toch echt een heuse bouwvakker.
Hiermee ben eigenlijk in de voetsporen van m’n vader getreden. Van vroeger hutten bouwen met vriendjes en spelen met Lego tot het helpen ontwikkelen en bouwen van het gebouw de Kievit voor mijn broer, het bouwen heeft mij altijd geboeid. Begonnen in de aannemerij, van werkvoorbereider tot vestigingsleider. Toen naar de woningcorporatie. En uiteindelijk ben ik al weer meer dan tien jaar zelfstandige als bouwregisseur.’
Wat maakt Hengevelde in jouw ogen bijzonder, of juist niet?
‘De saamhorigheid, het noaberschap, het ondernemerschap. Genoeg redenen om Hengevelde bijzonder te vinden. Als anderen mij vragen waar ik woon, vermeld ik er altijd met trots bij dat ik eigenlijk uit Hengevelde kom. “Oh ja, dat ken ik van de Zomerfeesten”, hoor je dan meestal. Maar Hengevelde heeft zoveel meer, denk ik dan. Maar dat vertel ik dan niet, want als je er nooit gewoond hebt …’
Kom je nog graag in Hengevelde?
‘Ik kom graag en nog steeds in Hengevelde. Sinds mijn ouders enkele jaren geleden zijn overleden, ga ik weer jaarlijks naar de Zomerfeesten, daar was ik al jaren niet meer geweest. Ik miste de vertrouwde ‘rode’ en ‘blauwe’ tent van weleer, maar het feest was er niet minder om, voor mij is het nog steeds een grote reünie. Ook hebben we Wim en Bianca Kuipers leren kennen toen zij ook nog in Haaksbergen woonden. Later zijn ze terug verhuisd naar Hengevelde. We komen met regelmaat bij elkaar over de vloer en ondernemen leuke uitjes. Als ik door Hengevelde kom, rijd ik altijd heel langzaam om herinneringen op te snuiven en meestal ook even door de Nieuwstraat.’
Ben je nog steeds Wegdammer?
‘Wanneer ben je nog steeds een Wegdammer? Ik woon inmiddels net zo lang in Haaksbergen als vroeger in Hengevelde. Mijn vrouw komt uit Overdinkel en zag Hengevelde niet zitten, omdat ze daar niemand kende, terwijl ik Overdinkel niet zag zitten. Wél heb ik haar kunnen ontvoeren naar Haaksbergen (waar ze ook niemand kende overigens). Inmiddels is mijn gezin vergroeid met Haaksbergen, desondanks voel ik mij geen Haaksbergernaar, maar een import-Haaksbergenaar. Maar ik durf mij ook geen Wegdammer meer te noemen. Tja … maar wat ben je dan wel?’