Voor altijd Wegdammer?
Honderden Wegdammers hebben in de loop der jaren de vertrouwde grond in Hengevelde en omstreken verlaten. Ze vestigden zich elders in het land of emigreerden naar een ander land. WegdamNieuws zoekt ze op. Wat doen ze, waar wonen ze, zijn ze vervreemd van het dorp of zijn ze in hoofd en|of hart nog steeds Wegdammer? Elke twee weken een aflevering van deze nieuwe rubriek.
(door Raymond Wegdam)
Aflevering 20: André Pelle (59)
‘In Isidorushoeve hoorde ik ooit:
“In Hengevelde en Amerika, daar kan alles”
Je hebt soms van die mensen die je jaren niet gezien hebt, maar als je ze tegenkomt pak je de draad zo weer op. Zo iemand is André voor mij. Voetbal viert veelvuldig de boventoon in onze gesprekken, we waren dit jaar nog samen bij FC Twente-Ajax, laatstgenoemde is al jaren zijn club. Bij ons kan dat wel.
Veel herinneringen samen:
We waren uit met zijn vriendengroep en de mijne naar de Radstake in Varsseveld alwaar hij zijn vrouw tegenkwam. Naar alle waarschijnlijkheid in een busje, of van Theo Nollen; of van Très Chic. Theo bracht dan ook soms brood rond met de bamiballen nog onder de achterbank. De voertuigen werden maandags gewoon weer ingezet.
Op 5 februari keken we samen Trias-W.V.V.’34, bij ons kan dat wel.
Met zijn vrouw Trudy woont André Pelle (59) al 33 jaar in Winterswijk. Zijn beroep is administrateur bij Corbeel en Greven Natuursteen, eveneens in Winterswijk. Het gesprek vindt plaats in de Nieuwstraat, bij zijn moeder Ali Pelle-Gollenbeek (87) die sinds 1998 weduwe is van Gerrit Pelle.
Wat heb je nog met Hengevelde?
“Dat mijn moeder er nog woont natuurlijk. En mijn vrienden Brian Kuipers, Tonnie Wegdam, Wilfried ten Buuren, Vincent Nollen en Christiaan Roorda wonen er nog. Daar ga ik nog geregeld mee om. Meestal gaan we in september een weekendje weg, maar dan wel zonder de dames! Alleen met de echte kameraden, zoals Brian dat dan zegt. De gezelligheid is dan echt wel kenmerkend. Als 16-jarigen samen naar Ommen zoals nagenoeg iedereen in die tijd, dat willen we een beetje terug laten komen.”
Hoe kijk je terug op je jeugdjaren?
“Wat nagenoeg ieder dag terug kwam: Voetbal, voetbal en voetbal, en dat met de hele buurt. Jong, oud, dames: iedereen die mee wilde doen was van de partij. Dan moet je denken aan bijna het hele gezin van Ter Avest. De familie Esman, Marc Pelle, Louis, Mariet en Roel Nibbelink. Cor en Gerben Derkink, de Ten Buurens niet te vergeten. De familie Gout, Jacso, Mensink, Eijsink, Nico en Jacqueline Nibbelink en de mannen van Bloemen. Moeder Ali vult aan: “Alles wat benen had, deed mee. Degene die vervelend was, die werd weggestuurd.”
En de lagere en middelbare school, ook fijne herinneringen?
“Ja. Ik ben nog begonnen op de oude basisschool waar Richard Assink nu woont. Veel meegemaakt, al was het maar een half jaar. Wat mij als eerste te binnen schiet: Dansende muizen! Die liepen door de klas bij mevrouw Wassenberg, dat was me een paniek!
Daar mocht je nog voetballen op het ‘schoolplein’, met een veld voor de oudere en de jonge klassen.
Na zo’n zes maanden op naar de Petrusschool aan de Diepenheimsestraat. Mooie tijden met leuke leerkrachten als Semmekrot, Nieuwboer, meneer en mevrouw Wassenberg.
Wat mij bij is gebleven, is de jeugddriedaagse in Zenderen bij de nonnen. Een hoog jeugdkamp gehalte, ik denk dat de formule nog steeds wel van kracht is, vandaag de dag.”
Wat en waar heb je gestudeerd?
“Na de basisschool vier jaar naar MAVO Raesfelt in Delden en vervolgens drie jaar MEAO. Daarna een half jaar bij bouwbedrijf Hengevelde, wat later HEBO werd. Nico ter Doest en Theo Workel zaten er op kantoor. Vervolgens in militaire dienst, ik zat gelegerd in Seedorf, ergens tussen Hamburg en Bremen. De verzoeken stroomden binnen: Parfum, drank, schoenen, sigaretten. Dat was daar allemaal zo goedkoop.
Gemiddeld ging ik iedere twee weken op en neer. De dienstplicht voelde voor mij als een verplichting, daarentegen is de discipline misschien niet verkeerd voor de jeugd van tegenwoordig. Het gedeelte er wordt voor je gedacht, daar had ik wel eens moeite mee. Een streepje meer en zo’n broekie kon mij vertellen, wat ik moest doen: bah!”
Met wie ging je veel om?
“Zoals genoemd mijn vriendengroep Brian Kuipers, Tonnie Wegdam, Wilfried ten Buuren, Vincent Nollen en Christiaan Roorda. Jan Escher die nu in Australië woont, hoorde daarbij en Frank Pelle die woonachtig is in Losser. Maar ook veel mensen bij WVV en het biljarten, daarbij moet je denken aan Harrie van de Koele, Waldo ten Thije en Charrel Aalderink. Daar had, en heb ik nog steeds een goed gevoel bij.”
Wat maakt Hengevelde in jouw ogen bijzonder, of juist niet?
“De Zomerfeesten is sowieso een ding, alhoewel ik er zelf al jaren niet meer kom. Het is zelfs bekend in Winterswijk. Wat ik heel bijzonder vind, is het industrieterrein. Zo’n klein dorp, met zoveel kwalitatief goede bedrijven. Dat vind ik wel kenmerkend voor Hengevelde. In Isidorushoeve hoorde ik ooit: In Hengevelde en Amerika, daar kan alles. Als ik dan in dat kader denk aan mijn kameraden Vincent van bakkerij Nollen en Brian van Très Chic, dan maakt mij dat wel trots. Ik zie Theo nog zo liggen op de bank als wij uitgingen, met geen stok wakker te krijgen. Dat wilde Vincent niet, maar dat liep toch net iets anders.
Ik weet nog op vrijdagen als we uitgingen en er was bruiloft bij Assink: Dan waren we met enige regelmaat de klos. Broodjes smeren! Dat werd door Minie Nollen wel zeer gewaardeerd, we kwamen niets tekort.”
Kom je nog graag in Hengevelde?
“Jazeker. Op bezoek bij moeder natuurlijk en bij mijn vrienden. En voetbaltechnisch vanuit Trias oogpunt bij de wedstrijd tegen WVV 1. Was weer beregezellig in de kantine op het Rupertserve in het begin van dit seizoen.
Tot mijn 25e heb ik hier gevoetbald, dus dan kom je nog aardig wat bekenden tegen. Ik was zelf destijds een soort van twaalfde man, zo’n tussenin geval. Ik had Harrie Spijkerman voor mij, de beste libero in de regio denk ik wel. Ik heb mij altijd verbaasd dat hij nooit hoger heeft gevoetbald.”
Ben je nog steeds een Wegdammer?
“Ik heb gewoon een heel goed gevoel bij Hengevelde, maar ik voel mij in Winterswijk ook op mijn plek. Mensen hier zeggen wel eens: ‘Ik snap niet dat je in Winterwijk kunt wonen’. Een plaats is maar een plaats denk ik maar. Het ons kent ons gevoel: Dat is wel gebleven wat Hengevelde betreft.”
Foto boven: Het huwelijk van André Pelle en Trudy Roerdinkholder in 1992 bij haar ouderhuis.