Voor altijd Wegdammer?

Honderden Wegdammers hebben in de loop der jaren de vertrouwde grond in Hengevelde en omstreken verlaten. Ze vestigden zich elders in de regio, in het land of emigreerden naar een ander land. WegdamNieuws zoekt ze op. Wat doen ze, waar wonen ze, zijn ze vervreemd van het dorp of zijn ze in hoofd en/of hart nog steeds Wegdammer?
Elke twee weken een aflevering van deze nieuwe rubriek.
(door Raymond Wegdam)

Aflevering 4: Constance Nollen

‘Voor mijn kinderen en sommige vrienden ben ik nog steeds Wegdammer, haha’

In deze aflevering een telg uit dé bakkersfamilie van Hengevelde: Constance Nollen. Al op vroege leeftijd vertrokken, maar volgens haar vrienden en kinderen nog zeker een Wegdammer!

De familie nollen in 1972, vlnr: Francis, Constance, Mirjam, Robert , Mieny, Vincent, Theo, Stephan

‘Ik ben 51 jaar en heb altijd aan de Goorsestraat 9 in Hengevelde gewoond. Het raampje linksboven was mijn slaapkamer. De rechtse van pa en ma. We waren met zes kinderen. Mirjam, 63, Francis 62, Stephan 60, Robert 59 en Vincent 58. Ik was een nakomertje na zes jaar. Mijn broers en zussen plaagden me wel eens dat ik een ongelukje was. Gelukkig heb ik dat nooit zo ervaren. Wel vond ik vroeger dat ik oude ouders had en ze dus maar jong moest houden. Dat is gelukkig goed gelukt.

Ik vertrok uit Hengevelde om in Deventer te studeren: Internationale Agrarische Handel aan de Landbouwhogeschool. Ik twijfelde tussen HEAO en deze opleiding. Maar sfeer bij het schooltje gaf de doorslag. Ik wilde graag op kamers en weet nog dat pa zei: “waarom ga je naar de landbouwschool, je komt toch van de bakker”. Het motto daar: “Van een petroleumblik en strotouw kun je van alles maken” sprak mij erg aan. Het was een heerlijke opleiding met tripjes naar Estland, Rusland, Tsjechië en Duitsland en ook heb ik erg genoten van het studentenleven!’

Wat voor werkzaamheden heb je sindsdien gedaan?
‘Alhoewel veel van mijn vrienden vertrokken naar het buitenland zag ik dat toch niet zo zitten. Nederland was zo slecht nog niet en ik bedacht me dat ik er beter op bezoek kon gaan dan wonen.  Zo ben ik 2009 vier weken in Zambia geweest bij een vriendin op bezoek en zijn we in 2016 met het gezin naar Zuid Afrika afgereisd, omdat een vriend van ons daar trouwde. Na de opleiding ben ik begonnen bij Postiljon Hotels en heb daar de verkoop binnendienst zakelijke markt opgezet. Een leuke functie waar ik veel geleerd heb. Daarna heb ik aantal jaren gewerkt bij bureau dat interim financials bemiddelde. Inmiddels waren de kinderen 3 en 4 en lukte het niet meer alles rond te zetten qua werk en privé. Toen heb bewust gekozen voor een baan met minder hectiek. Dit was op de planning en plaatsingsafdeling bij een kinderopvangorganisatie. Inmiddels werk ik alweer acht jaar als Backoffice Manager bij een netwerkorganisatie voor podotherapeuten en ben ik daarnaast coördinator van pedicurezorg voor diabetespatiënten bij één van deze praktijken.’

Het gezin, vlnr: Constance,Ton, Flien, Maud en Jop

Vertel ons over je gezin?
‘Mijn man Ton ken ik al vanaf mijn vijftiende. Hij woonde in Deldenerbroek en was de buurjongen van familie Eeltink. Na een korte “pauze” zijn we rond ons twintigste weer helemaal bij elkaar. Bennie van de Koopman (taxi) maakte toentertijd de opmerking: “Ze hebt niks meer met mekoar, maar ik mot ze we altied samen ophaal’n”. Inmiddels zijn we ruim 23 jaar getrouwd.

Ons samenwoonverhaal begon in een studentenhuis. Daarna hebben we bijna drie jaar in het Rode Dorp (een echte volksbuurt) van Deventer gewoond. Sinds 1997 wonen op de Vijfhoek in Deventer in de buurt van Colmschate. Dit was een nieuwe wijk. Inmiddels wonen daar ook ruim 10.000 mensen. Een heerlijk huis met veel ruimte, waar me veel plezier wonen in een straat waar we voor elkaar klaar staan.

Ton heeft jaren bij Flynth gewerkt in bedrijfsadvies. Na aantal jaren bij brancheverenigingen voor Metaal- en Diervoederindustrie, werkt hij nu als adviseur sociale zaken bij de Branchevereninging voor de Hout- en Timmerindustrie.

We hebben drie kinderen. Jop en Flien zijn beide 21 en in 2001 geboren. Drie jaar geleden zijn ze gaan studeren in Groningen. Jop studeert Technische Bedrijfskunde en Flien Economics Business Economics, beide aan de RUG. Ze komen inmiddels wat minder vaak thuis-thuis (zo noemen ze dat) in de weekenden, omdat ze daar naast studie, werk en studentenleven ook eigen leventje aan ’t opbouwen zijn. In augustus dit jaar is de jongste Maud (19) ook richting Groningen vertrokken om daar HRM aan de Hanze Hogeschool te studeren. Ze had hiervoor een tussenjaar en heeft net vijf maanden gewerkt op Bonaire, waar we natuurlijk heerlijk op bezoek zijn geweest.’

Wat is de aantrekkelijke kant van je woonplaats? En wat is die woonplaats nu?
‘We zijn na de studie altijd in Deventer blijven wonen. Qua logistiek in verband met werk was en is Deventer een handige stad. Daarnaast is het een fijne, niet te grote stad met veel voorzieningen. We hebben een heerlijke levendige oude binnenstad met leuke terrassen. Je kunt er lekker de drukte opzoeken maar ook lekker terugtrekken. We wonen vijf minuten lopen van het buitengebied. Pa en ma kwamen ook altijd graag langs in Deventer. Ma vond altijd leuk om in Deventer koffie met Deventer koek in Deventer koekhuisje te nuttigen.’

Wat zijn je bezigheden momenteel zoal; beroepsmatig en als hobby?
‘Naast mijn werk ga ik twee keer in de week naar de sportschool. Naast dat het gezellig is, letten ze goed op de houding. Ook ben ik regelmatig in de tuin te vinden. Heb ik van ma geërfd haha, zelfs het patroontjesharken met de driepoot. We mogen graag afspreken met buren en vrienden die na de studie ook in Deventer zijn blijven wonen. Ik klaverjas ik één maal per maand (eerste maandag van de maand als de kaartsirene gaat) nog in een klein kroegje en we spreken regelmatig af met oud-studenten van de Landbouwersvereniging. Naast afspreken met de oud-studenten hebben we ook regelmatig feestjes met ze, zeilen we jaarlijks en hebben we ons sinterklaasweekend met dertig man. We fietsen graag en ook hebben we een seizoenkaart bij Go-Ahead Eagles. Daar vermaken we ons elke thuiswedstrijd prima: of er nu gewonnen wordt of niet. We zitten lekker dicht op het veld, net mooi droog als het regent. Er hangt een gemoedelijke sfeer en de interactie tussen publiek en veld is elke keer weer geweldig mee te maken’1.

Vlnr: Achter Jacqueline Bauhuis-Constance Nollen-Carla Koenderink-Anja Hartgerink-John Wijna (coach) Voor: Bianca Beuving-Monique Wijna-Michele Olthuis-Ester Wegdam Liggend: Loes Prins (trainer)
Constance in 1973

Wil je nog enkele jeugdherinneringen van Hengevelde opschrijven?
‘Van jongs af aan brengen van koekjes naar de oma’tjes in de straat: Assink, Roorda en Ten Buuren. Ik was gek op Borro: de jachthond bij café Assink. Ook heb ik ooit gevraagd of opa en oma Ten Buuren ook mijn opa en oma wilde zijn, omdat die van mij al overleden waren voor mijn geboorte: dat wilden ze wel.

Spelen met Peter Roorda en Jon Klein Breteler. Nadat Jon mij per ongeluk met de luchtbuks in het hoofd schoot, stonden we drie weken later bij KB in tuin weer met dezelfde buks stiekem te schieten.

De leuke gesprekken en praatjes met klanten in de winkel en als ik met pa aan het bezorgen was. Om één opmerking lachen we nog steeds. Dat was oude Slotteroof die vaak sigaren en rauwe ham haalde: “Bakker bakker wat bu’j toch duur, mar ik geef het lever an oe as an de keals van de Belasting”.

Ik herinner me nog dat ik uit school tussen de middag eerst met pa ging venten in de kern, daarna snel warm moest eten en weer snel naar school moest. Soms kwam ik te laat en werd ik er door Bergevoet uitgestuurd. Daar ben ik een keer heel boos om geworden.

Handbal en later volleybal met onder andere Michelle Olthuis, Bianca Beuving, Anja Hartgerink, Ester Mentink, Jacqueline Bouwhuis, Monique Wijna en Carla Koenderink.

Ik had meer met de meiden van buitenaf dan de meiden in het dorp. Ik was veel in de Stegenhoek te vinden en nog steeds hebben we een vriendinnengroepje vanaf kleuterschool die elkaar met verjaardagen en uitjes treffen: Anja en Sandra Hartgerink, Corine en Helga Broshuis, Astrid Meijerink en Sandra Grefte.’

De vriendinnen: Vlnr: Sandra Grefte, Corine Broshuis, Astrid Meijerink, Helga Broshuis, Sandra Hartgerink, Constance Nollen , Anja Hartgerink

Wat maakt Hengevelde in jouw ogen bijzonder?
‘De grote gemeenschapszin is toch wel bijzonder. Iedereen die elkaar helpt, kent en elkaar veel gunt, dat is in stad wel minder. Onlangs nog na de brand bij ons ouderhuis, maar ook vrienden die kwamen condoleren bij pa en ma wisten niet wat ze zagen: zoveel mensen. Misschien romantiseer ik het na al die jaren ook wel wat. De huidige generatie is individualistischer: of dat iets van de stad is of deze tijd wie zal het zeggen.’

Ben je nog steeds Wegdammer? Zo ja, hoe uit zich dat?
‘Voor mijn kinderen en sommige vrienden wel haha. Vooral de opmerkingen over praat eens gewoon (als ik weer eens dialect spreek) of heb over verhalen van vroeger, nu nog spelen of nog steeds stiekem Twente fan ben in plaats van Go Ahead Eagles.  Zelf voel ik het minder, ondanks dat de band blijft, is deze wel minder geworden. Zeker na het overlijden van pa en ma krijg je ondanks goede contact met broers en zussen toch minder mee. Je bouwt ook hier je leven met vrienden op en ik voel me inmiddels een echte Deventenaar.’