Voor altijd Wegdammer?

Honderden Wegdammers hebben in de loop der jaren de vertrouwde grond in Hengevelde en omstreken verlaten. Ze vestigden zich elders in het land of emigreerden naar een ander land. WegdamNieuws zoekt ze op. Wat doen ze, waar wonen ze, zijn ze vervreemd van het dorp of zijn ze in hoofd en / of hart nog steeds Wegdammer? Elke twee weken een aflevering van deze nieuwe rubriek.

Aflevering 24: Jos Eijsink (64)

‘Ik kijk nog altijd naar de uitslagen van WVV’

Jos Eijsink is geboren aan de Sloezenweg in Wiene. Als snel verhuisde het jonge gezin, vader Toon, moeder Marietje, Bertie en Jos naar de Slotsdwarsweg in Hengevelde. Voetbal zit in zijn genen: Zijn vader speelde ooit een aantal wedstrijden in WVV 1 (Bekkedams Toone) en had de bijnaam Ajax.
Zijn zoons strijden voor de plek onder de lat in SV Delden 1.

Jos van Bekkedam over zijn eigen voetbalcarrière:
“Mijn leider van de D, mijn achterneef Gijs Eijsink voorspelde mij een grootse toekomst. Ik werd na mijn juniorentijd geselecteerd voor het vijfde, ging als snel naar het zevende en speelde vervolgens vele jaren in het elfde. In de ruim dertig jaar dat ik bij WVV speelde, werd ik nooit kampioen. Hieruit blijkt maar weer dat Gijs verstand heeft van voetbal.”

De familie Eijsink, Van links naar rechts: Miriam, Frank, Wilma, Jacqueline, Jos, Bertie, Martin, Hans.

RAAR WIJKJE
Jos verhuisde al in 1988 uit Hengevelde. “Het leverde vele verbaasde reacties op dat wij verhuisden naar Deldenerbroek. Je kunt overal wonen, dan ga je naar zo’n uithoek van dat rode Deldenerbroek!” was een van de reacties van een vooraanstaand politicus uit die tijd in Hengevelde. Het lag wat mij betreft wel voor de hand, mijn broer woonde er al. Wij wilden verbouwen aan de Slotsdwarsweg, de vergunning hadden we voor elkaar. Jacqueline en ik wilden daar bij aan bouwen. Mijn vader kreeg op dat moment ALS en zag het niet meer zitten. ‘Ik kan niets meer doen en kan het niet meer betalen, was zijn conclusie’. Korte tijd later bleek: De buurman van mijn broer Martin had zijn huis te koop staan, off the record werd de prijs genoemd en ik dacht: ‘Hoe kom ik hiermee bij mijn ouders. De stoute schoenen aangetrokken en de reactie was: ‘Dan moeten we gaan kijken’. Ze waren helemaal enthousiast en zo kwamen wij in het “rode Deldenerbroek terecht”. Mijn vader heeft het nog één jaar kunnen beleven. Hoe het soms raar kan lopen: Ik ging naar school in Zenderen en mocht graag binnendoor fietsen. Ik dacht altijd, wat een raar wijkje daar zo en vervolgens woonde ik er zelf.”

Jos is getrouwd met Jacqueline Jannink (57) en samen kregen ze vier kinderen: Twan (26), Jobke (25), Bent (23) en Janique (21)

Jos met zijn vrouw Jacqueline

Wat heeft Jos nog met Hengevelde?
Ik kijk altijd naar de uitslagen van WVV, volgend jaar nog meer natuurlijk nu Delden 1 bij Hengevelde in de competitie zit. Ik denk dat WVV verder is dan s.v. Delden. We gaan het zien. Wat heb ik nog meer met Hengevelde? Dan schiet mij een vraag uit het verleden te binnen:
“Wil jij die klas doen? De leerlingen uit Hengevelde zetten regelmatig de klas op de kop en jij kent dat volk”.

De kinderen uit Hengevelde waren wel het meest intensief, maar je wist wel wat je er aan had. Ik werk nu in Hengelo waar dat herkend wordt, maar ook in Delden hadden ze wel een bepaalde reputatie. Dat vond ik wel mooi om de vraag te beantwoorden.
Nog een voorbeeld: We zijn onlangs naar de vinyl avond geweest bij de Gebrande Waateren, daar kwam ik veel oude bekenden tegen, onder andere van WVV 11. Dat was ook wel weer mooi. Maar de eerlijkheid gebiedt mij wel te zeggen: Ik had geen probleem om uit Hengevelde weg te gaan.

CDA raadslid Hanneke van Groningen Lantink, heeft samen met Statenlid Ben Eshuis in 2019 een Valentijns boeket gebracht bij Jos Eijsink uit Deldenerbroek. Jos Eijsink zette zich erg in voor de buurtschap Deldenerbroek. Hij organiseerde onder andere fietstochten en BBQ’s in en rondom Deldenerbroek. Ook was hij zeer actief voor de buurtvereniging 't Esbrook, waar hij onder andere de agenda beheerde voor alle feestjes en partijen.

Hoe kijk je terug op je jeugdjaren? Noem eens wat jeugdherinneringen.
“Wij waren thuis vaak een soort van uitvalsbasis voor kinderen om het bos in te gaan. Dan denk ik aan Wilfried Kamp, Johnny de Witte, Henk ter Huurne en Marcel Kiezenbrink met name. Dan werden we eerst gefouilleerd door mijn vader, voordat we weg mochten. Geen messen, geen vuur, noem maar op. Op een gegeven moment is het ons toch gelukt om een bijl mee te nemen. Tussen twee berken hebben we een inkeping gemaakt om een soort van slagboom in te leggen, wat was mijn vader kwaad!
We hadden ook een fase met Wilfried Kamp dat we een fietscrossbaan hadden op de plek waar nu Harrie en Gerard Kamp wonen. We organiseerden daar dan ook wedstrijden. Wilfried zou wel zorgen voor prijzen. Een kam, een schroevendraaier en dat soort dingen. Hoe hij daar aan kwam? Dat laten we in het midden:
Voor iedereen had hij wel een prijs ha ha!”

Jos met Bertie in 1962

En de lagere en middelbare school, ook fijne herinneringen?
“Van de lagere school kan ik mij vooral het laatste jaar herinneren onder Piet Wassenberg aan de Wethouder Goselinkstraat nog. Ik zat achterin, Wilfried zat voor mij.
Er zat hoogteverschil in de klas, een soort van tribune-opstelling van laag naar hoog. Dan kwam Piet naar achteren stuiven, ik schrok me kapot want ik was nogal een dromer. Wilfried werd uit die bank gesleept, zo! Wat ik mij ook nog kan herinneren na de verhuizing richting de huidige locatie van de Petrusschool: Piet deed ons voor hoe we met de nieuwe school om moesten gaan. De ramen en deuren moesten zachtjes open en dicht gedaan worden. De volgende dag werd hij zo kwaad, alle regels werden door hem zelf aan de laars gelapt.”

Het kampioenschap van s.v. Delden 1 moet gevierd worden

Waar heb je allemaal gewerkt?
“Ik heb de tuinbouwschool gedaan in Den Bosch waarna ik als leraar in 1986 twee dagen per week op de tuinbouwschool de Drietelaar in Borculo begonnen. Dat was bij de Leo-Stichting. Tegelijkertijd ben ik in Denekamp begonnen, voor drie dagen op de landbouwschool.
Tijdens mijn eerste les in Denekamp, kan ik mij nog goed herinneren, kwam ik na de pauze bij mijn klaslokaal: Was de deur weg! De boerenjongens allemaal kijken hoe ik zou reageren.
‘Jongens, laat de boeken maar in de tas, we blijven gewoon zitten’.
‘Meneer, wat is eer aan de hand?’
‘De deur moet terug zijn, anders gaan we niet naar huis! Ouders begonnen al te bellen. Een leerling kon niet meer stil zitten, die wilde liever buiten spitten in de tuin: Zo gezegd zo gedaan. Op een gegeven moment was het half zes. Kort daarna kwam de deur weer voor de dag, daarna kon ik alles met die groep!

Wat Borculo betreft kan ik mij nog herinneren, André ten Thije (van Hugo) vroeg mij: “Bin ie den streuper? Mien va zegt dat!
De volgende dag: “Ik wol eemn zeg’n: Den streuper dat is oen breur!”
Prachtig toch!”

Van links naar rechts: Bertie, moeder, met Ruben (baby), Frank staat ervoor, Miriam, Jos staat erachter en Martin staat ervoor

Met wie ging je veel om?
“Waar ik heel veel mee omging, was vooral Henk ter Huurne. Met hem heb ik zelfs nog op school gezeten in Den Bosch. Na zijn trouwen is dat contact verwaterd, hij verhuisde naar Eibergen. De tijd was toen anders, contact houden was moeilijker. Waar ik verder veel mee omging: zoals genoemd Wilfried kamp, André en Harrie ter Doest, André Blokhorst en Alfons Groothuis, ook wel later op de landbouwschool.”

Wat maakt Hengevelde in jouw ogen bijzonder, of juist niet?
Wat Hengevelde voor mij bijzonder maakt is dat ze vaak dingen van de grond krijgen. Carnaval, Zomerfeesten. Dat zal in die tijd ook veel met Jan Eijsink en Marinus Kuipers te maken hebben gehad. Daar kon ik in Delden mee aankomen op school. Dat kregen ze daar niet voor elkaar. En ook bij Veehof, de bands die daar heen gehaald werden door Louis Jannink, fenomenaal. Daar was ik bij betrokken, we werkten bij Veehof met een soort van roulatie schema: Kassa draaien, glazen halen of achter de bar. Mooie tijd! Louis had de eigenschap om ons samen verantwoordelijk te maken voor het geheel. We waren echt een team. ‘In Hengevelde kon het allemaal’, dat was toen het imago en daar was ik wel trots op.”

Janique, Jobke, Bent en Twan

Kom je nog graag in Hengevelde?
Ik ga altijd nog met Bertie, die heeft een verstandelijke beperking naar Marleen Rupert. De kapper, dat doet ze heel leuk! Het is wel minder geworden sinds mijn schoonmoeder niet meer in Hengevelde woont. Ik heb nog wel een goed gevoel bij Hengevelde. Dan denk ik toch weer aan het elfde van W.V.V.’34 met mij als keeper. Dat was natuurlijk een machtig mooi team met Sam als leider en later Bennie Blanken. Een team met Ronald ten Thije, Nico Wielens, Wilfried en Raymond ten Thije, Harrie Freriksen, Nico Bebseler, Willem Pierik, Paul Velthuis en ga zo maar door.

Jos op de camping in Ommen

Ben je nog steeds een Wegdammer?
“Ik heb niet het gevoel dat ik er weer moet gaan wonen, maar ik volg alles nog wel. Ik kijk met enige regelmaat op Wegdamnieuws en als ik wat mis dan wijst mijn broer Martin of zus Mirjam mij er wel op. Ik volg alles met belangstelling, maar ben niet chauvinistisch in deze.”

Wat wil je verder nog kwijt?
“Dat is een goeie. Wat ik nog wel kwijt wil is: Ik ben niet alleen uit Hengevelde weggegaan. Bertie is er een belangrijk onderdeel van dat het zo gelopen is. Daar stond mijn hele gezin toen achter, hij moest en zou bij ons blijven zolang het kon. Op het moment dat wij kinderen zouden krijgen zou hij al bij ons moeten wonen, dan konden onze kinderen daar aan wennen. Door het vroege overlijden van mijn vader liep dat anders, mijn moeder wilde niet alleen blijven, dus is Bertie nog jaren bij haar gebleven. We woonden naast elkaar en namen steeds meer van haar over tot haar overlijden tien jaar geleden. Daarna kwam hij bij ons in. Al met al zijn de kinderen er wel mee opgegroeid, omdat we wel naast elkaar woonden. Dat klikte geweldig. Drie jaar geleden zijn we naar Delden verhuisd, toekomstbestendiger laten we maar zeggen. We hebben nu alles beneden.”