Zomerfeesten 50 jaar, aflevering 15: De voorzitters

Zeven oud-voorzitters en Kasper Put, de kersverse leidsman van de Zomerfeesten aan één tafel. Slechts Jan Stegeman ontbreekt. Hij is overleden in de zomer van 2013. Maar af en toe valt de naam van de rijzige Hengeveldenaar nog. Hij is zeker niet vergeten. We praten over de afgelopen 50 jaar en kijken vooruit, Marinus Kuipers, Theo Tuinte, Jan Eijsink, Hennie Tuinte, Hans Oude Rikmanspoel, Gerjan Wegereef, Rob Kuipers en Kasper Put. Ze geven hun mening, vertellen hun verhaal en luisteren naar elkaar. Hieronder de weergave van een gesprek met acht mannen. Ik bedenk me ineens dat de gouden Zomerfeesten nog nooit geleid zijn door een vrouw, maar dat terzijde.
(foto: gesprek met de voorzitters. vlnr rond de tafel Rob Kuipers, Hennie Tuinte, Marinus Kuipers, Jan Eijsink, Theo Tuinte, Hans Oude Rikmanspoel, nog net zichtbaar gespreksleider Gijs Eijsink en Kasper Put; op de voorgrond Gerjan Wegereef )
=door Gijs Eijsink=

Driemanschap als voorzitter, vlnr Theo Tuinte, Jan Eijsink, Jan Stegeman

 

DOOR HENGEVELDE, VOOR HENGEVELDE

 

We willen allereerst weten hoe de oud-voorzitters terugkijken op hun “regeerperiode”. Hoe typeren ze die. Dat doen we in chronologische volgorde. Marinus Kuipers (89/foto rechts) steekt van wal en geeft eerst nog even een inkijk in de moeizame start in de eindjaren zestig toen onder zijn leiding het School en Volksfeest moest transformeren in de Zomerfeesten met als doelstelling dat de opbrengsten niet meer voor een groot deel in de kassa’s van de plaatselijke caféhouders vloeiden, maar ten goede kwamen aan de dorpsgemeenschap. Hierover heb ik hem voor deze serie al eerder uitgebreid geïnterviewd. De weergave vindt u elders op deze website. De strijd die gevoerd moest worden en waar veel Hengeveldenaren achter stonden, is begrijpelijkerwijs wel de eerste gedachte van Marinus bij de vraag wat het meeste typerend was voor zijn tijd als voorzitter. ‘Hengevelde had een kleine kermis, alles liep via de kasteleins en het dorp had geen geld. Het was armoe troef. In onze nieuwe opzet zou de opbrengst naar de samenleving gaan, maar er ging een felle strijd aan vooraf met de caféhouders. Soms tot in de nachtelijke uren’, vertelt Marinus. Hij demonstreert het met de anekdote dat Arnold Varenbrink hem op enig moment van het erf verdreef en hem te verstaan gaf daar voortaan weg te blijven. Gelukkig is later alles weer goed gekomen’, zegt hij erbij, ‘en waren we het goed eens met elkaar.

FORMULE
In 1971, zo staat in de oude verslagen, kregen de caféhouders na de vijfde aflevering van de feesten nog 5000 gulden overgemaakt, waar ze niks meer voor hoefden te doen. De opbrengst was dat jaar 23000 en daar ging dan die 5000 af. De bijdrage voor de kroegbazen werd echter afgebouwd en na enkele jaren was de gehele opbrengst voor het dorp. ‘Daar kwam nog bij dat de inkoop van de drank ook via de caféhouders liep. ‘Ik wilde het hele feest in de vingers krijgen. Dat was mijn bedoeling. En daaraan moest iedereen meewerken’, eindigt Marinus die met zijn mensen bij de opstart van deze nieuwe manier van kermis vieren ook voortdurend zocht naar de juiste formule. ‘We hebben er een danstent achter gezet, maar wat doen we nog meer? Hoe bereiden we uit? Hoe houden we geld eraan over voor de samenleving? Dat soort vragen bespraken we. We zijn eruit gekomen, want na een paar jaar hadden we de nieuwe formule al aardig op poten staan.’
Jan Eijsink (69) herinnert zich dat de Hengeveldenaren ook moesten beseffen dat ze allemaal moesten meehelpen. ‘Marinus was daar heel duidelijk in. Als we op een dag mensen nodig hadden, liep hij door de straten en zei tegen dorpsgenoten die in de tuin bezig waren dat ze mee moesten komen om te helpen op het terrein of bijvoorbeeld met de straatversiering. “In de tuin werken, kun je later nog wel”, zei hij dan.’ Zoon Rob vult aan dat hij en zijn broers nog klein waren, maar ook mee moesten naar de feestweide om te helpen.

Marinus was voorzitter tot 1978. Een jaar voordat hij stopte, hadden hij en zijn medebestuursleden nog een nieuw fenomeen bedacht. Wie het Hengeveldse feest wilde meemaken moest voortaan betalen. Voor zegge en schrijve één gulden kon je erin.
Marinus: ‘Het leverde veel protest op. Maar we gingen door.’ 

DRIE VOORZITTERS
Een driemanschap nam het over. De reeds genoemde Jan Stegeman, Theo Tuinte (foto links) en Jan Eijsink (foto rechts). Ze zaten alle drie al sinds het begin in het bestuur. Een jaar later concludeerden ze echter alle drie dat één opperhoofd beter was. Dat schept duidelijkheid. Jan Eijsink zou vervolgens de leiding alleen gaan voeren. Hij vertelt dat de feesten intussen wijd en zij bekend waren. ‘Na een jaar of vijf zagen we de potentie van de nieuwe opzet en pakten het steeds groter aan. We gingen overal in het land kijken om te kunnen blijven vernieuwen.’
Er gebeurde veel in de tien jaar dat Jan voorzitter was. Zo plaatsten ze in de achterste tent twee podia tegenover elkaar. ‘Het was een idee dat zomaar ontstond. Ze deden het nergens. Daardoor verloor je geen onnodige opbouwtijd. We kleedden de tenten steeds mooier aan, maakten de omstandigheden beter en beter en daardoor konden de bands doorspelen. We gingen dus volop voor de goeie popbands uit ons land en zelfs uit het buitenland. Verder begonnen we met straattheater en folkoregroepen in plaats van de autorodeo.’
Intussen was er ook wat ruis op de lijn met de kermissen in de regio die intussen ook overgestapt waren op de formule en de naam van de Zomerfeesten. Ze wilden naar een vast weekend. Hengevelde koos voor Hemelvaart en toen wilde De Hoeve dat ook. ‘We waren kwaad. Vooral Theo Tuinte was er woedend over en stak dat niet onder stoelen of banken’, zegt Jan en de aanwezige Theo (72) knikt bevestigend. Hengevelde moest kiezen en koos voor het derde weekend van juni. Op enig moment kwam ook het tweede weekend van dezelfde maand erbij, want de grote tenten stonden er toch al.  Dat weekend botste overigens soms met de ambities van Beckum dat gekozen had voor Pinksteren. Zo groeiden de Zomerfeesten uit tot een waar festival, hoewel in het eerste weekend eigenlijk alleen de zaterdagavond werd ingezet.

Dat de omliggende plaatsen de formule van Hengevelde volop imiteerden, vond het bestuur geen punt. ‘Het was een uitdaging om ze altijd voor te zijn’, zegt Hennie Tuinte.
Jan: ‘We wilden ivm Pinksteren ook eens op de vaste datum van het Goorse School- en Volksfeest gaan zitten. Maar dat bleek een te groot probleem te zijn. Goor protesteerde heftig.’
Hans Oude Rikmanspoel: ‘Tegenwoordig kun je met die besturen uit de buurt goed overleggen.’

VERTROEBELD
In 1989 volgde Hennie Tuinte (74) Jan Eijsink op. Hij vertelt dat hij als voorwaarde stelde dat de relatie tussen de familie Kuipers en het Zomerfeestbestuur hersteld zou worden. Die was intussen vertroebeld geraakt door onenigheid over de opslag van de omvangrijke spullen van de Zomerfeesten en door gebeurtenissen bij de oplevering van De Marke, die door het aannemersbedrijf van Marinus was gebouwd. 
Marinus: ‘Dat was een heel vervelende periode, ja.’
Hennie: ‘Ik vond dat je aan zo’n groot bedrijf áls dat van jullie niet voorbij kunt gaan als je goede Zomerfeesten wilt houden. Die feesten moeten kunnen steunen op het totale bedrijfsleven van het dorp. We hebben toen een opslag gebouwd achter De Marke. Een nieuw onderdeel in mijn periode was de openstelling van de Goorsestraat. We liggen met ons terrein aan deze straat. Het is een unieke positie pal in het centrum. Verder wilden we transparanter zijn naar de dorpsgemeenschap en hebben we meer structuur aangebracht in de organisatie. Het was in mijn periode op en af. Om door te gaan op de oude voet met veel succes en goede opbrengsten, bleek moeilijk te zijn.’
Jan vult aan: ‘Hier en daar sloop er gemakzucht in.’

Hennie vertelt dat hij en zijn mensen de Saxion Hogeschool gevraagd hebben onderzoek te doen naar de vraag waarom zoveel mensen zo graag naar de Zomerfeesten gaan. ‘De conclusie was dat het draagvlak in Hengevelde groot is en dat de organisatie van het feest zeer goed was.’
Hennie droeg in 1999 de voorzittershamer over aan zijn zwager Hans.

JAN SMIT
In de periode 1999-2011 met Hans Oude Rikmanspoel (65) aan het hoofd was het optreden van Jan Smit een hoogtepunt. De komst van de Volendammer naar Hengevelde wordt als eerste genoemd. Hij trok 7000 mensen en arriveerde per helikopter. In een extra cateringtent was een lopend buffet ingericht waaraan de artiesten en medewerkers deelnamen en ook het management van Jan Smit met zijn toenmalige partner Yolanthe Cabau van Kasbergen en haar zussen.
Hans noemt ook noemt ook Höftestadl en het bedrijvenuurtje als zeer geslaagde onderdelen van de feesten. Zoals het een ambitieuze voorzitter betaamt had Hans veel noten op de zang. Hij kende de organisatie, omdat hij al sinds 1983 in het bestuur zat als vooruitgeschoven post van de technische commissie en kon derhalve meteen aanpakken. Tijd om te acclimatiseren was er niet. ‘Ik heb de Zomerfeesten organisatorisch opnieuw opgezet. We maakten strakke plannen van aanpak en voerden ze ook uit’, vertelt Hans. ‘Het moest een feest worden voor jong en oud. Iedereen moest meedoe en we luisteren naar elkaar en naar de bezoekers. Daardoor groeiden we. Ook door veel nieuwe, jonge bestuursleden waarbij we goed keken naar de competenties van de mensen. In een organisatie moet immers de juiste man/vrouw op de juiste plaats zitten.
Het bestuur onder zijn leiding creëerde nieuwe plannen, ook de commissies kregen opdracht dat te doen. Het straattheater sneuvelde, net als de jaarlijkse loterij en de markt op de Goorsestraat. Een tiental nieuwe onderdelen werden ingevoerd zoals Höftestadl, bedrijvenuurtje, autorodeo en een zwevend DJ-podium. En de naam werd veranderd. ‘Het leek ons goed om de naam Zomerfeesten Hengevelde eens te veranderen. We kozen voor Höftedagen.’

PROTOCOL
In 2000 was ook het analoge tijdperk voorbij. Het digitale tijdperk werd ook binnen de Zomerfeesten geïntroduceerd. Bestuur en commissie maakten een protocol dat jaarlijks bijgestuurd werd. Zo kreeg de Zomerfeesten een nieuw imago waarbij de nadruk lag op vernieuwing kwaliteit en kwantiteit.

Hans (foto rechts) geeft voorbeelden: ‘De toiletten moeten allemaal goed zijn, het terrein moet er goed uitzien door oa de infrastructuur ervan te vernieuwen, we stelden het bedrijvenuurtje in vonden ook dat goed geregeld moet zijn met SIO als belangrijke speler. We schakelden over van Dommelsch naar Grolsch waarmee we een heel goed contract hebben kunnen afsluiten. Met de omliggende organisaties hielden we een avond waardoor we de band met hen hebben versterkt. Al deze ontwikkelingen leveren soms strakke discussies op, maar het liep goed.’

Hans benadrukt ook dat in zijn tijd de contacten met de gemeente goed waren, vooral met burgemeester Ank Bijleveld, maar denkt ook met veel respect terug aan Hans Hendriks en Ina Groot Kormelink, twee gepassioneerde bestuursleden die veel te vroeg uit de tijd kwamen. ‘We hebben toen meteen het protocol aangepast voor als er iets ernstigs tijdens de Zomerfeesten gebeurt. ‘
Jan Eijsink: ‘Daar dacht ik in mijn tijd wel eens over na, over die enorme verantwoordelijkheid. Op zaterdagavond 10.000 mensen op het terrein. Wat kan er wel niet allemaal gebeuren op een slecht moment? Dat was voor mij een van de redenen om er uiteindelijk mee te stoppen.’

CRISISTIJD
Hans nam afscheid in 2011. Gerjan Wegereef (50/foto rechts) nam het over en belandde meteen in moeilijk vaarwater. Hij zat al vanuit de technische barcommissie in het bestuur, had het jaar van Jan Smit meegemaakt, met een record netto winst, maar moest een aantal jaren later zijn voorzitterschap vorm geven in de crisistijd. ‘De mensen sprongen op de rem, de gulden was een euro geworden en de goed bands waren mede daardoor stukken duurder geworden. En daar moesten we dan een verdienmodel uit zien te halen’, aldus Gerjan die ook nog te maken had met het feit dat Pinksteren tegelijk met het eerste weekend viel, zodat Höftestadl in de Marke plaatsvond. Veel ideeën werden er niet meer geopperd. Informele leiders als Mark Tuinte, Maurice Workel en Bart Jan van Hecke stopten. ‘Ik begon met een nieuw team’, zegt Gerjan, ‘Rob Kuipers bedacht een nieuw plan, waarmee we twee maanden gelobbyd hebben. Dat lukte niet goed en ik ben toen zelf gestopt. Bij anderen gingen toen de ogen open Zij wilden de kar wel gaan trekken. Maar er waren in die tijd veel eilandjes binnen de organisatie. Maar eigenlijk was de crisis de belangrijkste oorzaak. De mensen besteedden aantoonbaar minder dan eerder. Andere plaatsen hadden er ook last van. De Markveldse feestcommissie ging zelfs met de pet rond.’

VOETSPOREN
De ‘periode Gerjan’ duurde kort. Rob Kuipers (54) volgde hem op en trad in de voetsporen van zijn vader. Hij liep al mee vanaf ’67 toen hij als kleine jongen de hectiek meemaakte rondom de nieuwe opzet en organisatie van het evenement. Hij volgde het jaar na jaar op afstand. Toen Hennie Tuinte de leiding had zat hij in de technische commissie en sparde achter de schermen met anderen.
‘Ik maakte de jaarvergadering mee met het gezweet van Gerjan en ben naar mijn broers Brian en Norbert gegaan om mijn ei kwijt te kunnen. Zo had ik het idee om naar één grote tent terug te gaan. Ik zei tegen Gerjan dat hij hulp nodig had. Het hele dorp, het SIO, de verenigingen en iedereen moest weer mee gaan doem. Die spirit moesten we terug zien te krijgen. Gerjan stopte. De klik was weg. Christel Broekkamp en Miriam Doeschot spraken wijze woorden. Ze deden een beroep op enkele oud-bestuursleden om uit de impasse te komen. Ik voelde dat we verder konden en hebben toen een interim-team opgezet. We wilden het eerste jaar stabiel zien te worden. Ik werd voorgedragen als interim-voorzitter, maar daar gingen verschillende vergaderingen overheen. “Daar komt Kuipers met de botte bijl”, dachten ze. Sommigen waren bang voor hun positie.’

Kuipers jr (foto rechts) wilde nieuwe motivatie op laten borrelen in het dorp. Hengevelde moest gaan inzien dat de Zomerfeesten een groot bedrijf vormen met veel risico. ‘We gaven de mensen die bewustwording mee. Dat besef kwam. Ze waren gerustgesteld. Er ontstond rust. Men ging weer aan het werk.’
Hij probeerde nieuwe ideeën uit zoals een andere plaats voor de tent, betere veiligheid, geen lange rijen bij de poort, taxivervoer en coverbands van oa ABBA en Queen om te besparen op de kosten. Intussen bouwden Rob en de zijnen aan een andere structuur. ‘Dat hebben we vier à vijf jaar gedaan. Veel vergaderen. Iedereen wilde er wat over zeggen. Het kostte enorm veel tijd, een factor die wel eens onderschat wordt door veel mensen, maar het ging weer bruisen in het dorp en dat laatste vind ik heel waardevol’, aldus Rob die ook de zg breekmunt invoerde en dat leidt tot een komische anekdote waarin Buurse een rol speelde. ‘We verkochten vroeger de munten altijd door aan Buurse. Dus veel mensen die na het invoeren van de breekmunt nog penningen hadden, “kochten” er in Buurse nog met veel plezier een biertje voor.’ 

Anno 2017 beleeft Kasper Put (28/foto links) zijn eerste Zomerfeesten als voorzitter. Hij had al ervaring als voorzitter van de programmacommissie die ook in de minder florissante tijd die we al beschreven een aanvaardbaar programma had moeten bewerkstelligen. ‘We aasden weer op een grote naam. We moesten creatief zijn en lef tonen’, vond Kasper als eerste man van de programmacommissie. In 2015 boekten ze Kensington. ‘Dat konden we doen voor een goede prijs, want we boekten ze heel vroeg. Ineens stonden ze dat jaar op Pinkpop. De prijs ging omhoog, maar wij hadden ze toen al op papier. Dit jaar komen ze terug en zijn ze stukken duurder.’ Het is een schot in de roos, want 10.000 liefhebbers zullen aanstaande zaterdag naar de Utrechtse band komen kijken.
Kasper en zijn mensen hebben zich voorgenomen altijd alert te zijn op het handhaven van de dorpse gezelligheid en daarnaast op het boeken van een topgroep uit de popmuziek. Ze willen ook blijven investeren in kleinere programmaonderdelen. Creativiteit en gezelligheid moeten hand in hand gaan, zegt hij. ‘Daar moet een zekere balans in zitten. Mensen vragen wel eens aan mij of we nou wel of niet een festival zijn. We zijn een feest, zeg ik altijd.’
Hij vindt het belangrijk om de verantwoordelijkheden wat lager weg te leggen. De voorzitters van de commissies zitten in het hoofdbestuur, maar hebben zo hun eigen taken. ‘Het draagvlak is al groot, maar kan nog groter’, zegt de nieuwe voorzitter.


De voorzitters: staand vlnr Hennie Tuinte, Rob Kuipers, Gerjan Wegereef, Jan Eijsink; zittend Kasper Put, Theo Tuinte, Marinus Kuipers en Hans Oude Rikmanspoel

De foto van de voorzitters wordt gemaakt. Mooi moment. Ze staan er allemaal op, van de oude Marinus tot de jonge Kasper. ‘Als ze in Sint Isidorushoeve zo’n foto zouden maken’, glimlacht Hans, ‘zou je gauw klaar zijn. Alleen Geert Winkelhuis hoeft er dan maar op te staan.’

HOOGTEPUNTEN
Noem een paar hoogtepunten uit jouw periode als voorzitter, is de volgende vraag. We krijgen dan vanzelf een aaneenschakeling van de mooiste momenten uit de afgelopen 50 jaar.
Hennie: ‘Dat we het voor elkaar kregen om de Goorsestraat af te kunnen sluiten. Dat zou niet kunnen, riep iedereen, maar het lukte wel.’
Gerjan: ‘Het optreden van Ilse de Lange in 2011. Ze had een achtergrond zangeres bij zich die we met de klep van de vrachtwagen op het podium moesten tillen, zo zwaar was ze.’
Marinus: ‘Dat we de feesten in handen kregen door afscheid te nemen van het School- & Volkfeest, zodat het geld richting verenigingsleven van het dorp stroomde. We hebben er nachtenlang over moeten vergaderen, maar het slaagde.’
Hans: ‘Ik noem allereerst het bedrijvenuurtje. Een zeer gewaardeerd programmaonderdeel als start van de zomerfeesten binnen ondernemend Hengevelde. Jaarlijks goed georganiseerd, goede aankleding met een passende muziekkeuze. Dit onderdeel is tot nu toe nog steeds stabiel.
Dan de Höftestadl. Een zeer goed lopend evenement de eerste vier jaar, waar veel aandacht aan besteed is door de commissies. Een evenement dat publiek trok uit heel Nederland. 
Jan Smit in 2007. Hij was razend populair in die tijd. Het was heel snel totaal uitverkocht. En ik denk ook terug aan de gezellige reisjes naar Buchenberg en aan het team waarmee ik werkte en waar ik altijd honderd procent van op aan kon. Ook noem ik graag nog even de trekkertrek, een goed en stabiel onderdeel met een perfect groepje organisatoren en hetzelfde geldt voor de autorodeo.’
Jan: ‘Ik twijfel over het optreden van Boney M in de sporthal en Royal de Luxe, een Franse theatergroep die momenteel de grootste van de wereld is, maar in ’89 in Hengevelde optrad. Dat was de eerste keer in Nederland. Ze trokken vrij recent 900.000 mensen in Antwerpen.’
Rob: ‘Het mooiste vind ik dat ik een superteam heb achtergelaten waarmee de Zomerfeesten verder kan bouwen en werken. Daar ben ik trots op.’  Hij wijst naar Kasper die het superteam intussen aanvoert.
Kasper zelf: ‘Dat hoogtepunt moet nog komen, maar tot nu toe geniet ik zeer van het proces waaraan we met zijn allen werken.’

Oud-voorzitter Jan Eijsink op een Eijsink>>

GELD VERDIENEN
Is de doelstelling om tijdens de feesten zoveel mogelijk geld te willen verdienen niet te prominent?
Rob: ‘Je had technische voorzitters en voorzitters zoals Jan en Kasper die goed zijn in het neerzetten van een mooi programma. Zij verschillen met de technische voorzitters wat betreft de motivatie om zoveel mogelijk geld over te houden.’
Hennie: ‘Wat is erop tegen om geld te verdienen?’
Jan: ‘Het moet hand in hand gaan. In mijn tijd hadden we altijd een mooi gevarieerd programma en Marinus en zijn mensen verzorgden daarbij de aankleding.’
Kasper: ‘We hebben nu een sfeercommissie. Daarin moet je willen investeren.’
Jan: ‘Toen het stoomfestival winstgevend aan het worden was, werd het opgeheven. Het had kunnen doorgroeien naar een internationaal evenement van grote naam. Ik vond het ook jammer dat de Boerderij van Nico moest stoppen en de wielerronde. Je verdiende er geen geld mee, maar ze brachten veel publiciteit en goodwill.’
Rob: ‘In de tijd van pa en Jan was de marge groter. Nu is de winstmarge stukken kleiner en dan moet je goed op je tellen passen.’
Jan: Ik vind dat men meer in de breedte moet denken.’
Kasper: ‘Soms moet je heel hard geld verdienen en is het niettemin de kunst dat eromheen vertier en gezelligheid is.’
Hans: ‘Je moet lef tonen binnen de bestuurlijke organisatie, je moet vernieuwingen bieden, gezelligheid, uitstraling, kwaliteit en kwantiteit. En als beloning moet je een goed financieel resultaat nastreven. Wanneer deze aspecten aanwezig zijn, vertaalt dit zich vanzelf in beloning. Het is al 50 jaar lang bewezen. Maar blijf als organisatie alert. Je kunt je geen fratsen veroorloven, anders ga je eraan. Je bent heel kwetsbaar.’

STILLE WERKERS

In de afgelopen 50 jaar hebben vele honderden vrijwilligers meegeholpen aan het welslagen van de Zomerfeesten. Welke noeste, stille werkers bewonderen jullie?

Rob: ‘De twee boekhouders Appie Vonkeman en Johan Broekkamp. Ze zijn er nog, komen altijd kijken en Johan is nog steeds actief.’
Jan:  ‘Ellie de Wit. Ze was een prima secretaresse, maar hield niet echt van het feest zelf. Ze bleef liever thuis waar ook de telefoontjes voor de feesten binnenkwamen.’
Hennie: ‘Riekie Broekkamp heeft manden vol was weggewerkt. Een enorm karwei. Vijf jaar geleden is ze gestopt.’
Hans: ‘Onze vrouwen moeten we ook even noemen Ze gaven ons de ruimte. En mijn baas RWE, die heeft het veel geld gekost. Bennie Barink moet ook genoemd worden.’
Kasper: ‘Bennie Barink ja. En ik heb respect voor de technische commissie. Die kunnen zoveel met de handjes. We hebben ze zo hard nodig.’
Marinus: Veel dorpsgenoten, maar ik noem nu twee mannen die overleden zijn, Jan Stegeman en Theo Wegdam. Ze zijn in het begin van grote waarde geweest.’

IN 2027
Laten we vooruit kijken. Over tien jaar – in 2027 – waar zijn de Zomerfeesten dan? Zijn ze er nog?
Marinus: ‘Ik denk niet dat het nog groter wordt. Ik weet ook niet of de jeugd zo goed blijft opkomen.  Ze zijn tegenwoordig zuinig op hun geld. Ze zijn selectiever in het uitgaan.’
Hennie: ‘De Zomerfeesten zullen dan hun 60-jarig bestaan vieren. Maar ik ben ontzettend benieuwd naar de uitslag van een eventueel onderzoek door de Saxion Hogeschool.’
Kasper: ‘We krijgen ook info binnen via de online kaartverkoop. Maar we zoeken verder naar nieuwe mogelijkheden om een goed feest te houden.’
Rob: ‘Onze feesten zijn er nog. Het zal dan een festival zijn. Ik ben jaloers op de Zwarte Cross. Die kant gaat Hengevelde ook op. Die lijn is destijds al ingezet toen we entree hieven van één gulden.’
Hans: ‘De feesten gaan sowieso door. We hebben in onze dorpsgemeenschap veel jongelui die een visie hebben. Ze zijn zeker in staat om de Zomerfeest naar een hoger niveau te tillen.’
Kasper: ‘Ik ben dan geen voorzitter meer. Ik ga het een jaar of vijf doen. We moeten in de aanloop naar 2027 een dorpsgedeelte creëren en een festivaldeel. Twee weekenden met verschillende uitganspunten. We zullen dat moeten uitwerken. Het is een spagaat, welke kant wil je op.’
Jan: ‘Maar je moet niet op twee paarden wedden. Ik denk dat de Zomerfeesten er over tien jaar nog steeds zijn. Maar hoe, dat is afhankelijk van de trends die er op dat moment spelen. Ga overal kijken, is mijn advies.’
Hans: ‘En luister goed naar de bezoekers.’

Het afscheid na een avond praten. Het is een aangenaam gesprek geweest. De voorzitters van weleer gaven hun mening en inzicht, de sfeer was goed. Iedereen kwam vanzelf aan het woord. De heren - met in hun midden de initiatiefnemer van 1967, eminence grise Marinus - strooiden met herinneringen, anekdotes, adviezen en wijsheden. Kasper Put luisterde vooral. Hij is nog maar net begonnen als hoofd van de organisatie en absorbeerde de woorden van zijn voorgangers; op weg naar de 51ste, 52ste ……..60ste editie.