Doeschot, allround in metaal, en dat al 50 jaar: ‘Niks metbreng’, gewoon kom’n!’

In Hengevelde en ver daarbuiten is Doeschot een begrip in de metaalbouw. Aan de Wethouder Goselinkstraat, waar Frans Doeschot op z’n 25ste ooit begon vanuit de schuur achter z’n huis, staat nu een moderne bedrijfshal. Daar werkt zoon Roy (49) met zijn team dat zich vooral richt  op constructie- en plaatwerk. Zoon Martijn (47) staat aan het roer van een tweede vestiging (geopend in 2019) aan Het Wegdam. Daar werkt het team dat vooral gespecialiseerd is in  staalbouw, dak- en wandbeplating. “We hebben een goede naam in de metaalsector en we doen er alles aan om dat zo te houden. Hoe? Vooral door een betrouwbare partner te zijn. Door waar te maken wat we beloven”, benadrukken de broers. Vrijdagavond 19 april was het feest bij Doeschot aan Het Wegdam. Ze vierden het 50 jarig jubileum met familie, klanten, toeleveranciers, vrienden en natuurlijk ook met de 48 eigen medewerkers.

Lef en ambitie
“Mooi gezegd”, vindt Frans Doeschot (75 jaar), “en dat is wat ik de jongens ook altijd heb voorgehouden: Afspraken nakomen, en het liefst nog iets extra’s doen, daarmee maak je het verschil. Dat neemt niet weg dat het soms knap ingewikkeld is om hieraan te voldoen, gelet op de uitdagingen waarvoor je in de praktijk komt te staan.” Frans geeft een voorbeeld uit eigen praktijk; “kijk, waar een concurrent vaak nog aan het tekenen en aan het rekenen was, begon ik, op basis van inschatting en een goed voorgevoel, meteen met de uitvoering. Fijn voor de klant, maar daarmee nam ik wel risico’s. Gaandeweg kwam ik wel eens problemen tegen, maar daarvoor zocht ik dan op dat moment een oplossing. En eigenlijk lukte dat altijd.” Beide zonen beginnen te lachen. “Je hebt ons vaak verteld hoe je de bouw van een schuur uittekende met een krijtje op de vloer. Wat een contrast met de digitale teken- en calculatieprogramma’s die wij nu dagelijks inzetten en waarmee we opdrachten naar de machines sturen zodat de medewerkers ermee aan de slag kunnen.”

Hoofdrekenen en aanpakken
Ondanks het ontbreken van uitgebreide rekenprogramma’s en waterdichte analyses, was Frans nooit bang om ergens aan te beginnen. Hij was zelf bereid om risico’s te nemen maar daagde zijn beide zonen, als ‘broekies’ ook uit, vertelt Roy. “Pa zei dan: ‘nou, wat wil de klant? Hoeveel materiaal heb je daarvoor nodig? Hoe lang doe je erover om dat te maken en wat is de kiloprijs van ijzer op dit moment? Ga daarmee maar eens rekenen en zorg dat de klus uit kan!” Had je dat zo’n beetje ingeschat, dan zei pa alvast tegen de klant: ‘Ja, akkoord. Doen we.’ En dan konden we niet meer terug!” Zo leerden we als jonge jongens heel snel om goede inschattingen te maken en om uitdagingen slim aan te pakken. Tja, en dan kon het ook wel eens voorkomen dat er toch geld bij moest, omdat we de opdracht te krap hadden ingeschat.” Reactie Frans: “wat ‘t oe kost an geld, kreij d’r an verstand bie!”

Ondernemersbloed
Stel je de bescheiden, maar goedlachse Frans Doeschot een vraag over de start van z’n bedrijf, dan raakt hij niet uitgesproken. Z’n ogen schitteren en z’n wangen kleuren. “Bij Stork had ik de Bemetel-opleiding gedaan. Dit was de bedrijfsopleiding voor metaal- en elektrotechnische industrie. Maar het werk was me daarna veel te seriematig. Steeds weer het zelfde maken, dag in dag uit, dat vond ik niks. Zo kwam ik bij Hendrik Rotink in Hengevelde waar ik werkte als monteur van landbouwvoertuigen. Na een paar jaar dacht ik; dat wat ik voor de baas doe, kan ik ook voor mezelf verdienen. Mijn broers en zussen, bijna allemaal met een boerderij, wilden varkensschuren en ligboxenstallen laten bouwen. Ik had meteen voldoende werk. In de schuur had ik al wel een snijbrander en een ‘straaljager’, ofwel een haakse slijper. En zo begon ik meteen met een goed gevulde orderportefeuille. Om te zorgen dat ik verzekerd was, ging ik in opdracht van de melkfabriek, melk monsteren. Een goede combinatie want ik kwam dagelijks bij boeren in de regio. De een had een klein klusje, de ander had een opdracht waar ik weken of zelfs maanden mee vooruit kon. Van een putdeksel maken tot spanten lassen voor een hele schuur.”

Samen opgebouwd
Frans slikt en valt even stil als hij herinneringen ophaalt aan zijn overleden vrouw Thea. “Ze stond altijd achter me, ook al was dat soms niet eenvoudig met een opgroeiend gezin en vaste lasten. Thea deed de administratie en maakte nog handgeschreven facturen. Belde er een klant, dan rende ze met de Fox 1100, onze eerste draagbare telefoon destijds, de werkplaats in, op zoek naar mij tussen het staal. In de middagpauze zorgde ze voor heerlijke zelfgemaakte soep. Ook voor de twee man personeel die ik in die tijd had.” Leontine (51), de oudste dochter herinnert zich die tijd nog goed, waarin de gezondheid van haar zieke moeder snel achteruit ging. Ze gaf een deel van haar baan op om thuis te ondersteunen met de administratie. Het takenpakket nam daarna snel toe met personeelszaken, verzekeringen en nog veel meer. Sinds 2007 werkt ze drie dagen per week in dienst van haar broers. Nu doet ze ‘de administratie’ zoals ze het hele takenpakket samenvat, samen met haar schoonzus Esther Doeschot. “Eigenlijk heb ik altijd wel klussen gedaan voor het bedrijf. Dat begon al op m’n twaalfde toen ik typelessen gevolgd had. Vanaf dat moment gingen getypte facturen naar de klanten. En alles wat achter de komma stond, dat was voor mij. Dus per factuur verdiende ik soms 40 cent, soms 98 cent.” Frans lacht: “ja, zo leerde je goed hoofdrekenen en verdiende je meteen een zakcentje.”

Gouden greep
Wie de familie Doeschot beter kent, weet dat Frans geboren is op erve ‘De Könink’. En met zijn werk in de metaal kreeg Frans al snel de bijnaam ‘iezerkönink’. De liefde voor het vak en voor ondernemerschap droeg hij over aan z’n vier kinderen. In 1996 zette eerst Martijn de stap om fulltime bij z’n vader te gaan werken. “Dat was vlak na het moment waarop beide medewerkers die pa in dienst had, tegelijk hun baan opzegden om voor zichzelf te beginnen. Niet veel later besloot ook Roy om de overstap te maken naar het bedrijf van z’n vader. Dat we 20 jaar geleden besloten om te investeren in de eerste CO2 lasersnijder, was een gouden greep. “Het paste heel goed bij wat we al deden en het maakt ons niet langer afhankelijk van levertijden van anderen. Vanaf dat moment is de plaatwerkafdeling snel gegroeid.
Ondanks zijn leeftijd is Frans Doeschot nog alle dagen actief in en voor het bedrijf. Hij gaat vaak op pad met de vrachtwagen of transportbus naar klanten. Roy en Martijn zijn hem dankbaar voor het sterke fundament dat hij heeft neergezet. “Daar hebben we elke dag plezier van. Ook genieten we van zijn grote betrokkenheid bij de dingen die we doen en bij de uitdagingen waarvoor we soms staan. Zijn grote ervaring, kennis en liefde voor het bedrijf, zijn zeer welkom voor ons.”

Kop of munt
Het bewerken van staal, RVS en aluminium plaatmateriaal werd steeds belangrijker voor Doeschot. “In 2006 zette dit ons voor de keuze om het bedrijf op te delen in twee takken,” vertelt Roy. Sindsdien is het Doeschot Staalbouw, dak- en wandbeplating en Doeschot Constructie en plaatwerk. Maar wie zou welke kar gaan trekken? We kwamen er niet uit en stonden daarmee voor een serieus dilemma. We deden allebei immers met evenveel liefde en passie hetzelfde werk. Zo ontstond het idee om het lot te laten bepalen. We gooiden een euro op voor kop of munt.” Dit resulteerde erin dat Martijn de staalbouw ging doen en Roy het constructie- en plaatwerk. Achteraf bezien een goede keuze om het bedrijf op te delen. “We konden ons vanaf dat moment allebei richten en verder specialiseren in een eigen tak. We leerden de markt beter kennen en zagen nieuwe kansen in ons eigen vakgebied. Investeringen om bij de tijd te blijven, schoven we nooit vooruit. Voorbeeld daarvan is de nieuwe Mazak fiberlaser waarmee we tot 25 mm dik plaatmateriaal kunnen snijden. Waar tot enkele jaren geleden nog wel eens geschoven kon worden met medewerkers afhankelijk van het aantal orders, is dat nu bijna onmogelijk. Ook onze medewerkers hebben zich gespecialiseerd in hun werk.”

Roy en Martijn met wethouders Harry Scholten en Edwin Scheperman

Tweede locatie
Toen de werkplaats aan de Wethouder Goselinkstraat langzaam maar zeker te klein werd voor alle werkzaamheden, deed zich in 2018 een kans voor om een bedrijfspand aan te kopen aan Het Wegdam. Daarmee verhuisde de tak staalbouw naar de nieuwe locatie. Een ingrijpende verbouwing volgde om het pand geschikt te maken. “De inrichting van onze beide locaties is meteen ook ons visitekaartje”, verklaart Martijn Doeschot. Prachtige designtrappen en fraaie accessoires, zowel binnen als buiten bij de entree, tonen wat er allemaal mogelijk is met staal en andere metalen. “Daarin heeft ook onze jongste zus Elles (44) een belangrijke rol gespeeld als interieurstylist. Ze heeft een goede smaak en weet wat wij kunnen maken”, glimlacht hij betekenisvol. “Tja, en dat resulteert dan in dit soort bloembakken buiten, een enorme kroonluchter, trap en sierlijke balustrades.” Beide bedrijven zijn comfortabel ingericht en mooi licht van kleur. Heel belangrijk ook vinden we dat onze vakmensen, vaak al vele jaren in dienst, veilig en goed kunnen werken met een modern machinepark in bedrijfshallen die praktisch, en logistiek slim ingedeeld zijn.”

Met z’n allen
“Nog altijd eet ik iedere dag heerlijke, eigengemaakte soep”, zegt Frans. “Mijn vriendin Gees zorgt voor een welkom thuis. Hij is zijn vriendin en ook de schoondochters Gerlinde en Esther dankbaar voor alle ‘hand-en-spandiensten’ en de rol die zij vervullen op de achtergrond. “Die rol is van onschatbare waarde.” Frans is trots als hij om zich heen kijkt aan de lange familietafel. “Dit is zo mooi”, glimlacht hij. “We hebben hier hard voor gewerkt en blijven dat doen. We zijn onze klanten, leveranciers en medewerkers erg dankbaar voor het in ons gestelde vertrouwen al die jaren. Dat vonden we zeker een jubileumfeest waard.

Op de uitnodigingskaart stond een mooie tip van Frans Doeschot: “Niks metbreng’, gewoon kom’n!” En dat meent hij vanuit de grond van z’n hart.

De catering kwam van Herberg de Gebrande Waateren
Tekst: