Vallende bladeren

Moeten we de Rijdende Rechter laten komen of kunnen we beter de wijkagent bellen? Mijn zoon pleit er zelfs voor om voor eigen rechter te spelen. Mijn vrouw is boos en verdrietig tegelijk. Wat is er aan de hand in huize Eijsink te Hengelo? Awel, mijn vrouw (tuinliefhebster van jewelste) had de achtertuin flink onder handen genomen en samen hadden we daarna een vracht aan gevallen bladeren weggewerkt. Het zag er opgeruimd uit, waarbij we wel beseften dat alles na het eerstvolgende briesje weer onder zou liggen. De ginkgo, de beukenhaag en vooral de drie amberbomen laten dagelijks hun fraai verkleurde bladeren vallen, waarna wij in actie komen om het op te ruimen. Jaar in, jaar uit. Misschien kent u dit jaarlijks terugkerende ritueel uit eigen ondervinding?

RECHTER-ACHTERBUREN

Maar wat maakte mijn vrouw IK (gewoontegetrouw noem ik in dit soort teksten alleen haar initialen) dan zo verdrietig. Niet dat de tuin elk jaar zoveel werk oplevert, want we genieten er ook van, van de vijver, de bomen inclusief drie lariksen, drie acacia’s en de andere struiken. Iedereen die wel eens geweest is bij ons, zegt altijd dat de achtertuin een soort parkje is. Toch was mijn vrouw bedroefd. Want twee dagen na de opruimactie, lag de tuin aan de rechterkant weer vol met bladeren. Die waren namelijk van de amberbomen in de tuin van de rechter-achterburen gevallen. Vooral de voorste (die met de donkerrode bladeren) had alles intussen al laten vallen. En wat doen buurvrouw en –man dan. Dan harken ze alles bij elkaar en dumpen het zo over het gaas en de struiken die daar ter afscheiding zijn geplant. Er lagen enkele grote hopen en ook was nog een stapel van die bladeren in de vijver terechtgekomen. Het is al jaren een doorn in ons oog dat deze buren, waarmee we verder nooit contact hebben, de bladeren van onze bomen op deze manier terug bezorgen bij ons. En meestal kort nadat we zelf de tuin hebben opgeruimd. We wonen op deze prachtige plek nabij het centrum van Hengelo sinds 2002. Na een paar jaar kregen we door dat de buren de bladeren teruggooiden. Zonder pardon, zonder overleg. Vier jaar geleden zag IK het toevallig live gebeuren en vroeg de boosdoenster om dat niet meer te doen. ‘Waarschuw ons even, dan komen we het zelf opruimen of zo’, zei IK die ook aanbood om haar een paar zakken of manden te geven, zodat ze het gebladerte daarin kon doen. Dan mocht ze die volle zakken gerust over het gaas in onze tuin neerzetten. De boosdoenster riep geagiteerd terug dat ze die bomen en die bladeren zat was.
‘We hebben nooit geweten dat jullie dit zo vervelend vinden’, zei IK.
‘Die bomen staan te dicht op de erfgrens’, schreeuwde ze en liep naar binnen.
Einde gesprek.

GEAMPUTEERDE AMBERBOMEN
Twee jaar geleden hebben we de bomen gesnoeid. De takken die boven de tuin van de moeilijke buren hangen, hebben we gekortwiekt. In de zomer zie je dat nauwelijks vanwege de grote, groene bladeren. In de winter zijn die kale, geamputeerde amberbomen geen gezicht. Maar voor de goede verstandhouding met de achterburen hadden we dat graag over. In de herfst echter waaide de westenwind weer veel bladeren in hun tuin en op haar beurt gooide onze gefrustreerde achterbuurvrouw de bladeren weer terug. Ik erheen. Voor het eerst heb ik een paar minuten bij hen binnen gestaan en heb haar (de buurman was niet thuis) vriendelijk maar met klem verzocht de bladeren op een hoop te harken, in zakken te doen en de zakken aan onze kant neer te zetten. Ik wilde de zakken ook wel ophalen en wilde zelfs wel het harkwerk zelf doen. Ze zei er niet veel op, was wellicht wat overdonderd door het plotselinge bezoek. Haar antwoord was een paar dagen later te zien. De bladeren vlogen verdorie zo weer op de oude manier bij ons de tuin binnen.

VIJF EURO
Vorig jaar gebeurde het weer. Toen heb ik hen een brief geschreven met het verzoek om eindelijk eens te stoppen met dit kinderachtige, irritante gedoe en deed er vijf euro bij in voor de aanschaf van vuilniszakken. Dat was van mij behoorlijk flauw en nogal cynisch ook, ik weet het. Misschien kan ik niet goed met dit soort stadse zaken omgaan. Het zijn de momenten waarop deze boerenzoon heel erge heimwee heeft naar Markvelde. Er kwam na een paar dagen een brief terug met de vijf euro er weer in en allerlei uitleg die ze van het internet hadden gehaald over hoever bomen van de erfgrens mogen staan, van wie de bladeren zijn die eraf vallen, dat de bomen te groot zijn voor een tuin en beter in een park passen en allerlei andere regels over bomen en struiken in tuinen binnen de bebouwde kom. Het verbaasde me dat er zoveel regels bestaan hierover. Van de andere kant, waarvoor heb je in Nederland eigenlijk geen regels. Jaarlijks komen er honderden regels en wetjes bij. Ook schreven ze dat de wortels van onze bomen en struiken veel voeding en vocht bij hun uit de grond haalden en dat het wegharken van onze bladeren schade toebracht aan hun beplante border. Ja ja. Het is me wat. Oh ja, ze zouden ons bellen om de kwestie te bespreken. Je raadt het al, het telefoontje is nooit gekomen.

NEE
Vorige week hadden onze zeer geliefde achterburen weer enkele hopen bladeren van de verminkte amberbomen in onze tuin geloosd. Er schoten wat minder fraaie woorden door mijn gedachten en meldde me bij hen aan de voordeur. Ik telde tot tien en belde aan. Ik trof de buurman, leraar van beroep. Ik mocht even binnen komen staan en sneed het heikele onderwerp aan. Hoe komen we tot een oplossing voor het immense probleem van de vallende bladeren. Rustig bespraken we daar in het halletje bij de voordeur de bladerenkwestie. Ik bespeurde bij hem voorzichtig een paar procenten begrip toen ik vanuit de kamer de buurvrouw heel hard “NEE” hoorde roepen. Ik deed nog een nieuwe poging, maar weer klonk vanuit de kamer het venijnige, snerpende woordje “NEE”.
‘Laat maar’, zei ik. ‘We worden het niet eens. Uw vrouw raakt er overspannen van, hoor ik.’
‘Dat vind ik niet prettig om te horen’, zei buurman.
‘Zij begint meteen te schreeuwen als het over de bladeren gaat’, antwoordde ik.
De deur vloog open en waarachtig, daar had je de buurvrouw zelf. Ze begon te razen over onze irritante bladeren, over die veel te hoge rotbomen, over …..
‘Ik hoor het al’, reageerde ik rustig dwars door het getier van de vrouw heen, ‘dit wordt niks. Laat maar.’
Ik draaide me om, opende de voordeur en vertrok.

Waarom ik dit vertel? Misschien is er een nuchtere lezer van Wegdam Nieuws die naar aanleiding van deze kwestie nog een tip heeft voor ons. Want soms is het leven in de stad behoorlijk gecompliceerd. Vallende bladeren. Daarbij is het vluchtelingenprobleem slechts een wissewasje.