Voor altijd Wegdammer?
Honderden Wegdammers hebben in de loop der jaren de vertrouwde grond in Hengevelde en omstreken verlaten. Ze vestigden zich elders in het land of emigreerden. WegdamNieuws zoekt ze op. Wat doen ze, waar wonen ze, zijn ze vervreemd van het dorp of zijn ze in hoofd en/of hart nog steeds Wegdammer? Elke twee weken een aflevering van deze rubriek.
(door Gijs Eijsink)
Aflevering 45: José Escher (61)
“Ik volg WegdamNieuws nog steeds, dat zegt genoeg”
De zes meiden van Escher aan de Diepenheimsestraat zijn alle kanten opgegaan. En broer Jan bleek ook niet honkvast te zijn. In Hengevelde woont er geen een meer. Irene is nog het dichtste bij gebleven. Ze woont in Hengelo. De anderen wonen overal in allerlei hoeken van het land of zijn nog verderop gegaan. Trudie woont in Zuid-Frankrijk en als je Jan wilt ontmoeten, moet je zitvlees hebben. Tenminste als je met het vliegtuig gaat. Hij woont in Australië. Voor deze rubriek zochten we contact met José die met haar man Koos in het Brabantse Nistelrode woont. Ze zijn sinds 1992 een stel. Ze hebben geen kinderen. José ze vertelt ons ook waar de anderen gebleven zijn. En ja, ze voelt zich nog steeds Wegdammer. “Ik kijk bijna elke dag op WegdamNieuws“, zegt ze, “dat zegt genoeg. Toch?”
Je bent geboren aan de Diepenheimsestraat. Hoe was het leven daar als kind?
“Dat was heerlijk. Achter ons huis waren nog geen huizen gebouwd. Dat was weiland en ik herinner me ook nog dat er rogge stond. Ik zie al die garven nog voor me als het geoogst was. Aan de overkant stond ook niks. Daar konden we in de weilanden ook fijn spelen met al die buurkinderen of een bosje wilde bloemen plukken voor mijn moeder. Voor kinderen was Hengevelde ideaal. En je had in de straat heel veel kinderen.”
En op enig moment moest je naar school.
“Ja, de kleuterschool stond al wel aan de overkant. Daar zat ik bij juffrouw Wies en bij juffrouw Mieke. Dat was mijn tante en als ik uit het raam keek, zag ik mijn moeder de ramen zemen. Dat gaf me een veilig gevoel. Toen ik in de derde klas zat, was schuin tegenover ons huis de Petrusschool klaar en dat was voor ons ook maar een paar passen lopen. Ik ben na de kleuterschool meteen in de tweede klas begonnen, Lucia Grefte en ik. We gingen twee middagen per week naar juffrouw Wassenberg waardoor we de eerste klas konden overslaan. Juffrouw Stronk had de tweede klas, bij meester Boomkamp zat ik in de derde en vijfde. Verder hadden we juffrouw Nieuwenkamp in de vierde klas en meester Wassenberg in de zesde. Klasgenoten? Anka Smit, Karin Aarnink, Joselien Rotink, Irma Goorden, Annemarie en Lucia Grefte, Ronald en Peter Klaver, Marcel Waanders, Stefan Nollen, Richard Ottenschot…”
Je kwam op school ook je zussen en broer tegen. Intussen zijn we 55 jaar verder. Waar wonen ze?
“Trudie is 65. Ze woont in het Zuid-Franse Villecroze en runt daar met haar man Edwin een geitenboerderij. Ze hebben twee kinderen. Onlangs is hun eerste kleinkind geboren. Ria (64) woont in Bussum met Tom. Ze heeft pensioen. Ria heeft jarenlang bij de ING gewerkt. Anja (63) woont met Alexander in Wieringerwaard. Ze geeft Nederlands en gezondheidszorg en ontwikkelt lesprogramma’s. Irene is zestig. Ze is gestopt met werken. Samen met haar man Peter woont ze in Hengelo. Ze hebben twee dochters. Jan (58) is een paar weken geleden opa geworden. Hij is getrouwd met Tasha Kuipers. Ze hebben drie kinderen. Hij werkt in de bouw. Koos en ik zijn net terug van een reis rondreis door Australië. We eindigden bij Jan en Tasha. Het gaat goed met hen. In het verleden hebben we mijn vader en moeder ook een paar keer meegenomen naar hen. Dat was natuurlijk geweldig leuk. Onze jongste zus Petra (57) woont in Nijmegen. Ze heeft drie kinderen. Ze is conrector op de Nijmeegse Scholengemeenschap Groenewoud. Daarvoor gaf ze wiskunde. Petra heeft een relatie met Ruud.”
Wat heb je na de lagere school gedaan?
“Havo op het Twickel College in Hengelo. Dat was een heerlijke school. ’s Ochtends fietsten we met een grote groep vanuit Hengevelde ernaar toe. Er waren nog geen fietspaden. Soms zat er een lang sliert auto’s achter ons die er niet langs konden. Ik zat op judo, eerst in de zaal van Assink en later in de kantine op het voetbalveld en ik volleybalde bij Cupido. Ik ben deze zomer nog op de reünie geweest vanwege het jubileum. Eerst eten bij Anka Smit en daarna naar de feesttent.”
“Toen ik 16 jaar was, slaagde ik voor de havo en ging ik naar de Rijks Hogeschool voor Levensmiddelentechnologie in Bolsward. Ik had interesse in de agrarische sector. Deze opleiding stond er ook bij en op de open dag was ik overtuigd. Het sprak me aan. Ik kreeg daarna een baan bij het NIZO, Nederlands Instituut voor Zuivelonderzoek in Ede. Met uitzondering van twee jaar Unilever ben ik daar mijn hele werkzame leven gebleven, hoewel mijn vak wel veranderde in de loop der jaren. In 1995 ging NIZO naar de markt en is nu een research-bedrijf. Ik zit in het commerciële team en werk er nog steeds. We moeten bedrijven zien te interesseren voor NIZO. Dat ze hun research aan ons uitbesteden.”
Kom je nog wel eens in Hengevelde?
“Heel af en toe. Na het overlijden van onze ouders is het minder geworden. Papa is in 2015 overleden, een dag voor zijn verjaardag. Hij was 87. Mama is in 2011 gestorven. Ze was 84. Met Allerzielen ben ik nog verschillende keren geweest om naar de kerk te gaan. Daarna gingen we dan bij Irene langs in Hengelo. We zijn ook jaren naar de Zomerfeesten geweest, maar dat is intussen ook minder geworden. Als ik mensen tegenkom uit Twente en ik noem mijn geboortedorp Hengevelde dan krijg ik de reactie: Oh ja. Van de Zomerfeesten. Leuk is dat.”
Ben je nog altijd Wegdammer?
“Ik voel me meer Tukker dan Wegdammer. Het accent is gebleven. Ik volg WegdamNieuws nog steeds. Dat zegt genoeg.”